Wijsheid achteraf en brutale praatjes

De Onderwijsraad heeft geconstateerd dat leerlingen in het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en in het hoger onderwijs kampen met een tekort aan kennis van de Nederlandse taal en wiskunde. De Raad vermoedt – ja, zo staat het in de krant, dat de kennistekorten worden veroorzaakt door veranderde inhoudelijke eisen in het onderwijs. Zo is er meer aandacht voor het opdoen van vaardigheden in plaats van kennis en dat levert soms problemen op, meent de Raad. Enfin, zo nog een en ander in deze trant, ten bewijze van het feit dat de Raad nu ook heeft gezien wat al jaren geleden bekend was. Zou het niet nuttiger zijn als de Onderwijsraad wat eerder van zich liet horen in plaats van zich bangelijk achterin de rij aan te sluiten?
Mevrouw van der Hoeven wordt ondertussen geconfronteerd met de minpunten van de grotere autonomie die zij de scholen heeft toegekend: de krant bericht dat middelbare scholen doelbewust minder lesuren geven dan wettelijk verplicht is.Vorig jaar werd al geconstateerd dat 60 procent van de scholen te weinig uren had ingeroosterd. Voor dit schooljaar is de wettelijke norm in de onderbouw verlaagd van 1067 naar 1040 uren. Scholen leggen ook die norm bewust naast zich neer. Omdat door ziekte van docenten ook nog lesuren uitvallen, geven scholen soms tien procent minder les dan zou moeten. Een verontruste ouder zegt: ’Mijn kinderen zitten vaak al om één uur ’s middags thuis en hebben nauwelijks huiswerk.’
Tja, het probleem is niet nieuw en is uiteraard verergerd door de schaalvergroting, door de bureaucratisering en door de zucht van schoolleiders om ‘leuke’ dingen te organiseren teneinde de school te ‘profileren’. En uiteraard, net als met de niveaudaling, is er te lang gewacht met ingrijpen. Nu hebben de managers zelfs een grote mond als ze geconfronteerd worden met de feiten. Drie voorbeelden van domme en brutale reacties uit die hoek:
Erik Dees van de Besturenraad, koepel van de christelijke scholen: ‘Scholen moeten aan de wet voldoen, maar het is ook een signaal voor kwaliteit.’
Sjoerd Slagter, voorzitter van de VO-raad: ‘De discussie gaat nu vooral om het aantal uren en niet om de kwaliteit. Als een school het in 1020 uur prima doet en de ouders zijn tevreden, heb ik dat liever dan dat ze die 1040 proberen te halen.’
Martin Knoop, bestuurder van de Algemene Onderwijsbond: ‘Wij vinden eigenlijk dat de politiek zich niet moet bemoeien met het aantal lesuren. Het gaat er toch om dat er goed onderwijs wordt gegeven en niet om hoeveel uur les?’
Ondertussen noemt Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren ( Laks) het ‘creatief’ boekhouden met lesuren ‘lesurenfraude’ en daar valt niet zo heel veel op af te dingen. Dan zijn de drie eerder genoemde heren ‘dief en diefjesmaat’.

Cornelis Verhage 11-12-2006

1 Reactie

  1. Urentabel en nog veel meer.
    Vanzelfsprekend moet de overheid een verplicht aantal uren formuleren en wettelijk vastleggen.
    Daarenboven moeten wij voor de toekomstige BON-scholen zodanige extra criteria vastleggen
    dat ons soort onderwijs -en dat is heel wat meer dan alleen urentabellen- het beste soort onderwijs van Nederland wordt.
    En daarmee bedoel ik stevige lesinhoud, de macht aan het lerarencollectief, gekozen directie, afschaffing van de vergadercultuur, verkleining van klassen en scholen, salarisverbetering, respect voor elkaar, leraar terug op zijn voetstuk, huishoudschool en beroepsonderwijs (gildesysteem) in ere hersteld en ga zo maar door (zie BON-CERTIFICAAT op dit forum).
    En wat mij betreft mogen al die dames en heren van de Onderwijsraad en al die zichzelf in stand houdende overkoepelende organisaties zich laten bijscholen tot onderwijzer of leraar om het tekort in het onderwijs straks op te vangen en werkelijkheid iets nuttigs te doen.
    Maar dan wel tegen een aanzienlijk lager salaris.

Reacties zijn gesloten.