Oproep: status van docent hoog of laag?

Op allerlei plekken hoor je dat het slecht gaat met de maatschappelijke status van het docentschap. Googlen op ‘status leraarschap’ geeft op de eerste pagina hits al ‘Het leraarschap lijkt een rotbaan: vrij zwaar werk, het verdient niet veel en het heeft niet meer de status van vroeger.’, ‘Jongeren zien niks in leraarschap’, en ‘Zo kan het leraarschap in een klap weer de status van weleer krijgen’.

Maar het tegenovergestelde geluid hoor je ook: ‘Uit een vergelijking van de beroepsprestigeladders uit 1953 en 1990 blijkt dat er nauwelijks sprake is van statusverlies.’, en ‘(…) dat maar liefst 85 procent van de Nederlanders tamelijk veel waardering heeft voor leraren’.

Hoe zit het nou? Hierbij een oproep: laten we zoveel mogelijk objectieve indicatoren verzamelen (objectief is belangrijk) die op één of andere manier verband houden met status. Hier is alvast een voorzetje. Ik ben benieuwd naar alle suggesties.


Hoge status:

Lage status:

  • Het docentschap wordt steeds meer een vrouwenberoep. Het is jammer om hier een seksistisch argument bij te betrekken, maar (a) het is waar dat het percentage vrouwelijke docenten toeneemt (zie tabel 2.18 van de kerncijfers 2000-2004) en (b) Update 23/9/06: volgens de Wet van Sullerot (waarvan ik de wetenschappelijke status niet weet, overigens; dit is de beste beschrijving ervan die ik kon vinden) correleert met de status van het beroep (dank aan Jacques van den Oever). Zie ook de discussie over feminisering van het leraarsberoep in de oratie van Marc Vermeulen.
  • Iemand noemde dat de voorwaarden die in het bouwbesluit worden gesteld aan gebouwen het minst streng zijn voor gebouwen die voor onderwijs bedoeld zijn. Kan iemand dit onderbouwen?
  • We stellen weinig, en steeds minder eisen aan de vakkennis van docenten. Met de Wet Beroepen in het Onderwijs hoeft een VO-docent niet meer gediplmeerd te zijn in het vak dat hij/zij geeft; aan de onderwijsassistenten die op veel plaatsen worden ingezet worden in het geheel geen eisen meer gesteld; het ministerie heeft als beleid dat de inspectie geen uitspraken meer doet over de inhoudelijke kant van het onderwijs; en zo is er meer te noemen.
  • De Onderwijsmeters van het ministerie laten een dalende trend zien in het respect voor het leraarschap (zie bijvoorbeeld
    pagina 68 in aflevering 2006)
  • Weinig academici kiezen voor het leraarschap: de instroom van de universitaire lerarenopleidingen hangt rond de 700 (zie pagina 152 van het visitatierapport), terwijl er jaarlijks 20.000 nieuwe docenten het onderwijs ingaan en 20.000 andere het onderwijs verlaten (nota werken in het onderwijs, pagina 20).
  • Update 2/9/06: Hooggeschoolden in het onderwijs verdienen slecht, volgens de cijfers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: wetenschappelijk opgeleiden verdienen in het onderwijs 26% minder dan in de marktsector (zie p. 18 van dit hoofdstuk van de Trendnota Arbeidszaken Overheid 2005). Bovendien is dit verschil met afstand het grootste verschil van de gehele publieke sector. (Dank aan Michel Couzijn)

Alle verdere suggesties zijn welkom!

19 Reacties

  1. Status van de docent
    Nou en of die status is gezakt!

    De door u genoemde zaken zijn beslist maatgevend.

    Maar ook de bejegening van docenten door ouders, schoolleiding en leerlingen tart tegenwoordig elke beschrijving en gaat naar mijn smaak nog uit boven de algemene verloedering van omgangsvormen die in Nederland toch al aan de orde is. Probeer maar eens te vermijden dat je al in een sollicitatiegesprek getutoyeerd wordt.

    De kledings- en verzorgingscode (docent geheel in vrijetijdstenue voor de klas, nauwelijks te onderscheiden van zijn leerlingen) duidt ook op gedaalde status.

    Ergens anders op dit forum trof ik een kleine ruzie over spelling en correct Nederlands aan, waarbij iemand de slotopmerking maakte dat het daar toch niet over moest gaan, maar in plaats daarvan over de inhoud.
    Dat is juist, maar naar mijn idee is het grote aantal taalzondaars op deze site eveneens een teken dat de status van het leraarschap gedaald is.
    Ik vind die statusdaling niet zo erg, zolang status wordt gemeten aan je grote auto en je grote huis etc. Wanneer het echter gaat om intellectuele status vind ik het verschrikkelijk. Een leraar is toch iemand die iets weet of een vak beheerst, die kan rekenen en die kan spellen, iemand die boeken leest en concerten (ik bedoel hier eigenlijk geen popmuziek) en andere culturele evenementen bezoekt? Een intellectueel zou hij moeten zijn, of toch minstens iemand met een brede belangstelling!

    Omgekeerd: wat zou een leerling moeten opsteken van een leraar die zich in niets van hemzelf onderscheidt, behalve dan dat hij enkele jaren ouder is?

    Ik vrees dat deze intellectuele woestijnvorming (gelukkig nog weinig in mijn eigen school) al flink is voortgeschreden binnen onze eigen gelederen en ook dat is naar mijn idee een teken van gedaalde status.

    • ‘Facts and figures’ omtrent het imago van leraren
      Bijgaand geef ik u een aantal ‘facts and figures’ ten aanzien van het imago van de leraar dat ik op het Internet vond. Vergeef mij de taalvervuiling, maar het allitererende ‘facts and figures’ klinkt nu eenmaal beter dan ‘feiten en getallen’.

      Graag merk ik op dat in de opiniepeilingen de leraar wat betreft betrouwbaarheid veelal boven de politicus komt! 😉

      • Nederland (Wikipedia)
      nl.wikipedia.org/wiki/Beroep

      Zie ‘Beroep en status’ (algemene informatie).

      • Nederland (de Nationale Wat Wil Je Worden Manifestatie van schooljaar 2005-2006)
      www.futurenetwork.nl/watwiljeworden/beroepentop40.php

      Op nummer 3 dit jaar: Juf of meester. Vorig jaar 2004-2005 geen juf of meester in de top vijf.

      • Nederland (Sectorbestuur onderwijsarbeidsmarkt)
      www.sboinfo.nl/internationaal/html/vraag_aanbod/imago.html

      Imago van de leraar uit internationaal onderzoek.

      • Nederland (algemene informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek)
      www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/mens-maatschappij/onderwijs/publicaties/default.htm

      Algemene statistische informatie over onderwijs.

    • Status van de docent
      Natuurlijk is de status van de docent aanzienlijk gedaald.
      Indicaties te over.
      Ik wil er echter slechts twee noemen: het belabberde salaris en de houding van de leerling tegenover de leraar.
      Verder commentaar lijkt me overbodig.

      • indicaties te over
        Dank, Hals, voor je heldere mening 🙂 Waar het me hier om gaat is om objectieve maten te inventariseren die iets met status te maken hebben. Wat betreft jouw suggesties hebben we dan nog iets meer info nodig:

        1. Het belabberde salaris: is dit belabberd? Hoe meet je dat? Welk leraarssalaris vergelijk je dan met welk ander salaris? Alle info hierover is welkom!

        2. De houding van de leerling: kun je dit concreet maken? Kunnen we ergens aan afmeten dat daar iets niet goed zit, of dat die houding over de jaren veranderd is? We willen naar objectieve maten toe ….

        • respectloze houding van leraren jegens leraren
          Op de HAVO/VWO waar ik werk is het heel gewoon dat ouders en leerlingen die het niet eens zijn met hoe een toets is beoordeeld of opgesteld zich, OK meestal na protest bij de vakdocent, wenden tot de afdelingsmanager. Deze gaat dan in overleg met de vakdocent zelf, vaak gewapend met de toets in kwestie. Hiermee geeft het management een signaal af dat het mogelijk is dat een vakdocent door een leidinggevende moet worden gestuurd in hoe hij toetst en beoordeelt. Als dat geen ondermijnen van collega’s is? In ieder geval wordt voorbijgegaan aan de kwaliteiten van de docent in zijn vakgebied: een mogelijk lager opgeleide kracht dan de docent zelf (is u wel eens opgevallen hoeveel mensen zonder drs. er in het management zitten?) moeit zich met ZIJN vak. De leerling en zijn ouders zien hun vooroordeel over de status van de docent bevestigd. “Collega”, bedankt!

  2. Respect
    Het is waar dat je objectieve gegevens moet hebben, maar die beginnen vaak met ‘fingerspitzengefühl’ waarnaar verder onderzoek wordt gedaan.
    Een van mijn sterkste gevoelens is niet zozeer de status maar wel het respect wat leerlingen en hun ouders voor docenten tonen. Als je zelf zo weinig respect toont voor je leraren wil je niet graag ‘aan de andere kant’ staan.
    Ouders (en de media) vinden het nog steeds het toppunt van leuk om te vertellen of te tonen hoe je je docenten hebt weggepest of anderszins voor gek hebt gezet.
    Docenten hebben maar weinig mogelijkheden om respect op te eisen, vooral gezien het feit dat je leerplichtige leerlingen nauwelijks van school kunt sturen.
    Als er een onderzoek naar gedaan zou worden dan moet zoiets vast naar voren komen.

    • Mogelijkheden om respect op te eisen
      Docenten zijn vaak van die begrijpende mensen, die zich in de positie van de ander kunnen kunnen verplaatsen. “Natuurlijk kun je die leerling niet wegsturen, want het …”en dan komt een heel scale van al dan niet reële argumenten. Het gevolg is dat je zelf (en de andere leerlingen in de klas) met het probleem blijft zitten.

      Wat meer assertiviteit zou wellicht helpen. Wat meer onderlinge solidariteit ook. Dus in plaats van dat je die leerling weer in je klas toelaat omdat je ook wel weet dat de directeur m niet weg mag sturen, kún je dat natuurlijk ook gewoon weigeren. En als je collega’s dat dan ook doen, dan dwing je respect af bij de andere leerlingen en leg je het probleem op het bordje van de directeur. Daar waar het hoort. Docenten gedragen zich vaak alsof het hun natuurlijke plaats is om alle problemen die op de grond vallen op te lossen. Dat is m.i. niet langer redelijk, of aardig, of professioneel, maar een leraar die zo slecht voor zichzelf opkomt, geeft de leerlingen niet het idee dat hij die leider is waar ze zelf op kunnen vertrouwen. Dus in plaats van dat je respect krijgt voor je opofferende houding, val je door de mand als sukkel en watje.
      Conclusie: bedenk wat je precies tegenhoudt om die leerling werkelijk en definitief uit je eigen klas te verwijderen en handel dan door jezelf recht te doen.
      Managers behoren hulpjes van de docenten te zijn die hen organisatorisch fasciliteren (manager = beheerder) en behoren dus de organisatie problemen van de docenten op te lossen. Beslist NIET andersom.

      • En de rest
        Om je eisen te kunnen stellen als docent moet je inderdaad een ‘uiterste maatregel’ kunnen nemen, dús: verwijderen uit je les voor korte of langere tijd, of een andere afdwingbare strafmaatregel. Ik vind dat vooral ook van belang voor de andere leerlingen in de klas, die vaak wél gemotiveerd zijn en zich fatsoenlijk gedragen. Ik heb echt meegemaakt op een middelbare school dat een hele klas mislukte door 2-3 erkende probleemleerlingen. Afgezakte atheneumleerlingen vernielen op die manier ook nog de schoolcarrière van leerlingen die qua begaafdheid op het VMBO aangewezen zijn. Op zich is er niks mis met het VMBO. Toch wordt het je als docent niet in dank afgenomen als je leerlingen uit je klas zet, waardoor het probleem voortettert.
        Je krijgt als beginnend docent het gevoel dat JIJ gefaald hebt. De school (lees: de VMBO afdeling) blijft immers zitten met een leerplichtige leerling die ze niet mogen verwijderen.
        Het is volkomen waar dat docenten zich gedragen alsof het hun persoonlijk falen is als leerlingen zich misdragen.

        Overigens: op dit moment heb ik dat probleem niet hoor. Mijn leerlingen zijn niet meer leerplichtig en ik heb zelf meer geleerd mijn eisen te handhaven. Het bieden van véél structuur en het geven van heel duidelijke opdrachten of vragen helpt daarbij. Het gekke is dat je er bij leerlingen meer respect en waardering door krijgt. Voor mij is het ook de enige manier om mijn ‘best wel moeilijke’ leerlingen te overleven.

        • Ordehandhaving; jullie slaan de spijker op z’n kop
          Hinke en GVerhoef, jullie slaan de spijker op z’n kop.

          Op mijn eerste school werd probleemleerlingen bijna het hele schooljaar lang de hand boven het hoofd gehouden. Want ze hadden zoveel problemen thuis en leerlingen moesten, heel Montessoriaans natuurlijk, vertrouwd worden en nieuwe “laatste” kansen krijgen. Dat de theorieën van Maria Montessori niet voor middelbare scholen bedacht waren, daar wilden ze liever niet aan herinnerd worden. Af en toe werd ook het “recht op onderwijs” erbij gehaald. Alsof ik nog het recht zou hebben om achter het stuur te gaan zitten wanneer ik me op de weg een paar keer ernstig ten opzichte van anderen zou hebben misdragen en daarop betrapt zou zijn. Maar ja, tegen een geloof halen argumenten niets uit.

          Leerlingen verwijderen wordt beginnende docenten vaak afgeraden en als teken van zwakte afgeschilderd. Natuurlijk is je eigen onervarenheid een deel van de oorzaak van het probleem; dat kan nu eenmaal niet anders. Zelf heb ik pas leren lesgeven op een kleinschalige Mavo-schoollocatie waar er van “eruitsturen” door de schoolleiding helemaal geen probleem werd gemaakt. Het werd bijna aangemoedigd, en ook als het er drie in één lesuur waren, werd daar niet moeilijk over gedaan. Al het erbij komende afhandelwerk namen ze me in het begin helemaal uit handen. Ze lieten me ook zien dat die leerlingen de straffen die ze kregen uiteindelijk gewoon reëel vonden. Inderdaad dwing je er respect mee af. Ik ben die schoolleiding nog altijd dankbaar.

          Natuurlijk moet die locatie tegen de zin van het voltallige personeel binnen een paar jaar worden samengevoegd met een grote VMBO-locatie. Want ja, een kleineschalige, goedlopende Mavo-locatie, dat past niet in de visie van de directeur.

          • leerlingen er uit sturen is noodzakelijke ervaring stagiair
            Opvallend, je opmerking over teken van zwakte. Ik ben het volledig met je eens natuurlijk, maar het er niet uitsturen is een teken van veel grotere zwakte. Je kunt hooguit zeggen dat voorkomen nog beter is. Als lerarenopleider heb ik mijn studenten altijd moeten overtuigen dat het geven van straf en indien nodig er uit sturen van leerlingen een ervaring is die je in een stage situatie meegemaakt moet hebben. Iedereen zal herkennen dat de eerste keer dat je werkelijk optreedt, en zeker als je iemand verwijdert, dat je maar hoopt dat die leerling ook daadwerkelijk “bereid is” te gaan. Het ervaren van die spanning, het uitoefenen van die “macht” is een werkelijk belangrijke stap in de ontwikkeling tot leraar.

          • Leraar pesten leuk?
            Blijft voor mij toch de vraag waarom als ‘common sense’ geldt dat leraar pesten leuk en stoer is. Helaas is dat overigens niet alleen onder leraren zo, maar ook TV-presentatoren en (helaas) ouders, willen nog wel eens glunderend vertellen hoe lastig ze zelf waren en hoe vaak ze eruit gegooid werden.

          • gewoon… de pubertijd… toch?
            Leraren pesten is niet leuk omdat het léraren zijn. Leraren pesten is leuk omdat je op dat moment pubert en je je “dus” tegen een autoriteit wilt afzetten. De leraar is, omdat hij nog meer aanwezig is dan je ouders, een logische keuze. Als het goed is, is het ook veiliger om je tegen de leraar af te zetten dan tegen je ouders. Er zijn meer leraren op een dag en mocht het op een echt conflict uitdraaien dan zijn de gevolgen beperkter. Iets anders wordt het zodra dat pesten serieus wordt.

            Dat volwassenen er nog trots over praten komt omdat zij zich dan hun jeugd herinneren en in het algemeen is dat een prettige herinnering. Als volwassenen tegen kinderen trots verhalen over hun ondeugden vroeger, dan is het een in mijn ogen minder gepaste poging om door diezelfde kinderen “leuk” gevonden te worden. “Wat een toffe peer… als je hoort wat hij vroeger geflikt heeft”. Ik denk dat de meeste kinderen hier dwars door heen zien.

          • Vannacht (vrijdag op zaterdag) op Canvas: Lesgeven of dresseren.
            Vanavond is uitgezonden, en vannacht wordt doorlopend herhaald:
            Lesgeven of dresseren (Canvas, Terzake zomer, ca. 28 minuten)

            Een Engelse lerares die na 30 jaar terugkeert naar het onderwijs, schrikt zo van de chaos die ze aantreft, dat ze besluit de wantoestanden met de verborgen camera te registreren.

            De herhaling begint om 01:05 en loopt met continue herhaling door tot 06:00. De uitzending is zeer aan te raden: leerlingwangedrag, docent-radeloosheid, klassenassistenten, bureaucratie, hoe weer orde op zaken te stellen: alles komt aan bod.

            Volledige tekst van www.canvas.be:
            ===
            Op de eerste dag van het nieuwe schooljaar gaat Terzake undercover in het klaslokaal. We volgen een Engelse interimleerkracht die na 30 jaar terugkeert naar het onderwijs. Ze schrikt zo van de chaos en anarchie die heerst in de gemiddelde school dat ze besluit de wantoestanden met verborgen camera te registreren.

            Over een periode van een half jaar doet ze interimopdrachten in 18 scholen. Daar heeft ze haar handen vol met regelrechte ordehandhaving. Bovendien, stelt ze vast, wordt de leerkracht vandaag bedolven onder administratie en richtlijnen van overheidswege.

            Aan lesgeven komt een leraar haast niet meer toe. Voor tal van Vlaamse leerkrachten ongetwijfeld erg herkenbare situaties.

            Originele titel: Classroom chaos
            Productie: Granada
            ===

          • Interessante overeenkomsten en verschillen (update).
            Een aantal zaken waren voor mij opvallend. Ik geef dat puntsgewijs weer; ik heb het begin van de uitzending gemist, maar denk wel een beeld te hebben gekregen.

            Voor zover ik het goed begrepen heb zijn in Engeland examens veel meer dan hier centraal voorgeschreven. Maar kennelijk is ook daar de niveauverlaging ingetreden.

            Ook lijkt het er op dat de lessen “gewoon” klassikale lessen uit een boek zijn. Geen projecten, geen vakkenintegratie, geen competenties. En toch…..

            Een overeenkomst is dat ook hier docenten zijn gereduceerd tot uitvoerders van wat van boven wordt opgelegd.

            Een andere overeenkomst: ook in de Engelse scholen is er geen (of onvoldoende) speciaal onderwijs voor kinderen met grote gedrags problemen.

            De school die zo sterk verbeterd was had dat voor elkaar gekregen met een buitengewoon simpele filosofie: fout gedrag niet accepteren en direct optreden. Wat vind je van de leerlingen die met het gezicht naar de muur en met de voeten tegen de muur moesten staan? Wat zou er gebeuren als je dergelijke maatregelen hier neemt?

            Er schieten me af en toe stukken dan dat programma te binnen (vreemd hoe de hersenen werken). Op een gegeven moment zei de betreffende lerares dat ze meende dat de leerlingen van geen kanten uitgedaagd werden, dat het onderwijs veel te simpel was geworden. Opnieuw zo’n voor de hand liggende opmerking die in vergelijking tot de “oplossingen” van de vernieuwers zo simpel, goedkoop en denk ik efficient is. Dus: uitdagen die kinderen en (vorige alinea) leiding geven. Om dat te bedenken hoef je geen onderwijskunde te studeren…. Of ben ik nu zelf te simpel?

      • Een van de bezwaren die de
        Een van de bezwaren die de directie van mijn school tegen mij inbrengt en zelfs argument tot ontslag vindt, is het aantal door mij uitgestuurde leerlingen. Dat aantal zou volgens een nogal slordig statistiekje hoger zijn dan bij collega’s. Ook in functioneringsgesprekken is mij te kennen gegeven dat ik niet deug i.p.v. de leerling als je ongewenst gedrag de deur wijst. Redenen bij de directie is natuurlijk dat als er leerlingen wegens ongewenst gedrag worden verwijdert er actie van hun kant wordt verwacht en ze snurken liever door in hun kamers boven allerlei nota’s i.p.v. van zich bezig te houden met de kwaliteit van het onderwijs in eigen school. Ze zijn er trots op dat ze nooit schorsen of van school verwijderen. Bovendien kan het volgens hen nooit zo bar zijn met het gedrag want we hebben immers een witte school, dan moet ik maar eens op een allochtonen school gaan kijken… (hoezo, rascisme!) Dus worden andere leerlingen dan de onwilligen dagelijks de dupe doordat hun leerproces wordt verstoord. Ik meen dat als ik bepaalde grenzen stel niet alleen in het belang van het leerproces handel maar ook de onruststoker beter voorbereid op een maatschappij die gelukkig op bepaalde momenten minder accepteert dan het onderwijs.

  3. reactie op status docent
    De status is m.i. gigantisch gedaald. Ik ben 32 jaar in het ‘middelbaar onderwijs’ (hbs, gymnasium,
    later vwo/havo) werkzaam geweest, als leraar, schooldecaan, conrector en tenslotte als plaatsvervangend rector. Uit het onderwijs in 1990 (DOP/VUT).
    Sprekend met nog werkzame docenten aan mijn vroegere scholengemeenschap (inmiddels
    helaas een ‘brede’, waartegen we ons destijds verzet hebben) vertellen ze vrijwel allen hoe
    laaggeschoold en weinig ontwikkeld nieuwbenoemde docenten tegenwoordig zijn.
    Geen wonder, dat bij de huidige belachelijk lage salarisschalen voor eerste graadsdocenten
    academici volledig afhaken. Een forse opwaardering, die zeer veel geld zal moeten kosten,
    lijkt mij absoluut noodzakelijk, wil er iets terechtkomen van ‘Nederland kennisland’.
    Hoe kunnen docenten zonder veel kennis en inzicht in hun eigen vak en met weinig algemene
    ontwikkeling en wel volgestopt met methodiek en didactiek en ‘kunstjes’ hun leerlingen
    kennis en inzicht bijbrengen? Het niveau zal drastisch omhoog moeten.
    Het is eigenlijk verschrikkelijk dat het onderwijs zo achteruithollend is geworden.
    Helaas moet ik vooral mensen als Van Kemenade en Wallage noemen, die met hun
    gedrijf en gedram naar de middenschool het voortouw hebben genomen in de aftakeling
    van het onderwijs.

    • Noblesse oblige
      Ach, we weten het toch wel: if you pay peanuts, you get monkeys.
      De status van onderwijsberoepen IS gedaald. De Wet van Sullerot zegt: als een beroep in status daalt, mogen de vrouwen het uitoefenen. Welnu, daarmee is verklaard waarom het onderwijs feminiseert. (Ik doe hier even heel onwetenschappelijk, maar we weten wel waar het om gaat, hier op dit forum.) Vergelijk ons maar met huisartsen en zelfs postbodes. Ziet u ook zoveel vrouwelijke postbodes? Onlangs is de riante pensioenregeling voor dat beroep, samen met een aantal andere goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden drastisch versoberd.
      Maar wat mij ook wel eens bezighoudt is dat oude adagium ‘noblesse oblige’. Wie status (noblesse) heeft, is het aan die status verplicht (oblige) zijn stand op te houden door kwaliteit te leveren. Zou het niet zo zijn dat de uitholling van het leraarsberoep een omgekeerd effect sorteert? Geen ijzeren wet natuurlijk, maar verhoging van lerarenstatus zou best eens verhoging van onderwijskwaliteit tot gevolg kunnen hebben.

  4. Op grond van mijn
    Op grond van mijn waarnemingen als historicus zo ik de volgende hypothese willen in brengen :
    Tot de negentiende eeuw bepaalde je afkomst je status.
    Hierna volgde een periode dat opleiding je status bepaalde.
    We bevinden ons nu in een overgangsperiode waarin we toegaan naar een periode dat geld je status bepaald.
    De nouveau riche zijn aan het winnen, dat is de consequentie van onze materialistische maatschappij.
    Voor leraren betekend dat ze hun status van nette maar ontwikkelde armoede aan het verliezen zijn, materieel kunnen we nog steeds niet erg meekomen.
    De leerlingen lopen met de materialistische trend voorop en vinden mij dan ook een ongelofelijke academische lozer voor de klas. Ze laten je zelfs weten dat zij je met hun VMBO binnen de kortste keren voorbij zullen streven (materieel).
    Ik probeer mij voor mijn gevoel van eigenwaarde maar zo min mogelijk te storen aan deze nieuwe mainstream.
    Ik denk dat ons salaris dus belangrijker is voor onze status dan we denken. Alleen daarom moeten we daar ook voor strijden. Al zit ons geluk daar wellicht niet in en zijn we veelal niet zo materialistisch.

Reacties zijn gesloten.