Recensie: ‘Nog wat geleerd vandaag?’

LICHTPUNTJES IN HET DUISTER?

door: Dr. A.M. Bastings

 

Maarten Huygen, oud-onderwijsredacteur voor NRC Handelsblad, schreef een omvangrijke studie over de noodzakelijke terugkeer van kennis in het onderwijs. De titel Nog wat geleerd vandaag? komt ietwat cynisch over en is een expliciete sneer naar de desastreuze gevolgen van Het nieuwe leren. De subtitel daarentegen, Hoe kennis terugkeert in het onderwijs, biedt hoop en perspectief. Nauwgezet en betrokken speurde Huygen jarenlang naar lichtpuntjes in het aardedonker Nederlandse onderwijslandschap. Gloort er werkelijk hoop of is hier de wens de vader van de gedachte?

BON-boek
Zou er een BON-bibliotheek bestaan, dan kwam dit boek op de bovenste plank. Het wemelt van de verwijzingen naar BON-adepten en scholen die werken conform de uitgangspunten van Beter Onderwijs Nederland. Van Marcel Schmeier en Paul Kirschner tot Anna Bosman en Jan-Dirk Imelman. Het boek ademt BON. Maar Huygen beperkt zich niet alleen tot Nederland. Het is tevens een doorwrochte internationale analyse van de geschiedenis van Het Nieuwe Leren. Dat zal bij veel lezers de ogen openen dat de onderwijsmalaise geen specifiek Nederlands probleem is. Integendeel. De uitkomsten van het recente PISA-onderzoek leren evenwel dat wij in Nederland in de kenniskelder van Europa bivakkeren met als gevolg dat een groeiend aantal leerlingen in Nederland functioneel analfabeet is. Wat dat betreft is het boek tevens een noodkreet. Huygen levert overtuigend het bewijs dat kennis de onmisbare basis vormt van ons onderwijs. We kunnen niet zonder rekenen en taal!

Twee generaties
Hoe kon het allemaal gebeuren dat de directe instructie (uitleggen en voordoen door de leraar, nadoen en oefenen door de leerling) moest wijken voor het child centered onderwijs? De onderwijsvernieuwingen sinds de Mammoetwet, zoals De Tweede Fase, de Middenschool, het Studiehuis en het Competentieleren, hebben bovenal een kennisarme generatie leraren voortgebracht die niet meer in staat blijkt te zijn onze leerlingen te leren lezen, rekenen en schrijven. Dat zijn twee generaties! Is die kloof op korte termijn wel te dichten? Inmiddels zijn instanties buiten de school in dat gat gesprongen en hebben die taak overgenomen. Bijles is onmisbaar geworden, stelt Huygen, maar hij trekt tevens de conclusie dat dit privilege zal leiden tot een nog grotere tweedeling in ons onderwijs.

Enkele minpuntjes
Jammer genoeg blijft in dit boek het imago van de leraar onbesproken. Terecht wordt Het Nieuwe Leren ook verantwoordelijk gehouden voor een van de grootste problemen in ons huidig onderwijs, namelijk het lerarentekort. De leraar is een coach geworden, wat volgens Huygen heeft geleid tot statusdaling. Dat is zeker waar. Status heeft te maken met harde indicatoren, zoals salaris, exclusiviteit van het beroep, feminisering en vergrijzing. Maar minstens zo belangrijk is het imago van de leraar. Dat gaat over de beeldvorming en die is sterk medebepalend bij de beroepskeuze van een leerling die de leraar van nabij heeft meegemaakt. Moeilijk zal de keuze niet zijn tussen een slappe futloze coach zonder autoriteit of een leraar met kennis, kunde en gezag.

De kern van het beroep leraar komt in het boek door Anna Bosman naar voren. Naast vakkennis en vakdidactiek is dat volgens haar ‘het in toom houden van de klas’. Dit is helaas een gegeven voor vooral de lagere regionen van het Nederlands onderwijs. Mensen die voor de klas hebben gestaan, weten dit. Het omgaan en omvormen van een klas is het meesterstuk van de leraar. Zonder een goede klassensfeer kan er geen sprake zijn van kennisoverdracht. Dit essentieel fenomeen van het lerarenberoep reikt veel verder dan het door Huygen aangehaalde boek van Peter Teitler Lessen in orde.

Huygen geeft als voorbeeld van de prestatiemaatschappij dat dakdekkers moeten kunnen rekenen om een recht dak aan te leggen. Maar de meeste technici met een mbo-achtergrond, van dakdekker tot elektromonteur, zijn niet meer in staat om een eenvoudige berekening te maken en die gebruiken dus gewoon hun smartphone.

Storend is soms de verwisseling van kernbegrippen. Zo schrijft Huygen dat de overheid tijdens het nijpend lerarentekort het vak onaantrekkelijk maakt door tijdelijke contracten. Er is een groot verschil tussen beroep (leraar), vak (bijvoorbeeld Nederlands) en vakmanschap.

Conclusie, van Mammoetwet naar mammoettanker
In tegenstelling tot veel boeken over onderwijs is Nog wat geleerd vandaag? absoluut geen saai boek. Het is een prettig leesbaar en vlot geschreven boek. Serieuze zaken en luchtige bespiegelingen wisselen elkaar af. Zo wordt het boek gekruid door opmerkelijke en lachwekkende verrassingen, zoals het ‘rekenbedrijf’ van Aydin Cihangir, de vooruitziende blik van Hannah Arendt, de potpourri aan lesmateriaal van Casper Hulshof, De Odyssee – scholen en de totale ommezwaai van Pim Pollen, BON-bestrijder van het eerste uur. Het historisch karakter en de verklarende begrippenlijst maakt het boek buitengewoon geschikt voor zowel lerarenopleidingen als de geïnteresseerde leek of ouder. De hoop van Huygen op de terugkeer van kennis is geen valse hoop, maar blijkt wel degelijk gegrond. Van juichstemming is echter nog lang geen sprake. Het is slechts een begin, vergelijkbaar met de mammoettanker. Je moet oneindig veel draaibewegingen maken aan het kleine stuur om van richting te veranderen. Het gaat tergend langzaam. Maar als het schip eenmaal op koers ligt, is er geen houden meer aan!

 

 

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter