Een lerend land of radicale gelijkwaardigheid?

Inmiddels zijn de eerste conceptverkiezingsprogramma’s van de pers gerold en is Beter Onderwijs Nederland in de onderwijsparagrafen van de SP en D66 gedoken. Beide staan bekend om hun visie op onderwijs. De onderwijsparagraaf ‘een lerend land’ van de SP omvat een slechts een pagina en lijkt schril af te steken het  politieke onderwijs vocabularia  – in twintig pagina’s-  in de onderwijsparagraaf ‘Een energieke maatschappij: Onderwijs, wetenschap en radicale gelijkwaardigheid’ van D66.

De belangrijkste punten van de SP zijn;

  • Docenten krijgen een hoger salaris en de lonen worden landelijk uitbetaald. Daarin wordenover de hele linie de lonen van docenten verhoogd.
  • Klassen van maximaal 23 kinderen, te beginnen op scholen met veel kinderen uit armere gezinnen. Zo verlagen we de werkdruk voor docenten, terwijl ieder kind meer aandacht kan krijgen.
  • Nieuwe scholen voor speciaal onderwijs worden mogelijk gemaakt. Het starten van speciaal onderwijs binnen het regulier onderwijs wordt ook gemakkelijker, zolang de kinderen daar profijt van hebben. Alle kinderen krijgen een leerrecht, dat hen beschermt tegen schoolbesturen die ruzie maken over waar een kind terecht kan.
  • We willen meer gymlessen en sport[1]beoefening op school, onder leiding van vakleerkrachten. Ook zwemveiligheid moet meer priori[1]teint krijgen, onder andere door het invoeren van meer schoolzwemmen in het basisonderwijs.
  • misstanden worden krachtig bestreden, zoals racisme op en langs het veld, gebruik van doping of seksueel misbruik.
  • Veel jongeren leren beter op een echte werkplek dan in een klaslokaal. We geven het MBO daarom alle ruimte voor goede beroepsopleidingen, die ook aansluiten op de arbeidsmarkt. De jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen krijgen een arbeidsmarktkwalificatie, die veel duidelijker maakt wat hun vaardigheden zijn.
  • We maken het aantrekkelijk om een leven lang bijscholingen te volgen, bij voorkeur aan een mbo, hogeschool of universiteit.
  • Iedereen die dat wil en kan moet zonder belemmeringen, en zonder zichzelf in de schulden te steken, kunnen studeren. Alle studenten krijgen een hogere studiebeurs, zodat ze meer tijd hebben om te studeren.
  • Iedere studie moet ook volledig in het Nederlands te volgen en te voltooien zijn.
  • Het aantal studenten uit het buitenland is de afgelopen jaren veel te hard gestegen en moet worden beperkt, om opleidingen en studentenhuisvesting voor jongeren uit Nederland toegankelijk te houden.

Samengevat kan men bij D66 zien dat het gaat om;

  • Gelijke kansen voor alle leerlingen en studenten.
  • Bijna gratis kinderopvang en aandacht ook voor (werkende) ouders
  • Salarisverhoging voor de leraren. In het funderend onderwijs vallen de Cao-onderhandeling onder de minister
  • Een einde aan rendementsprikkels in het mbo.
  • Engels mag de voertaal van een opleiding in Nederland zijn, mits het van meerwaarde is Financiële prikkels om op Engelstalig onderwijs zoveel mogelijk uit de bekostiging van het onderwijs.
  • Op het mbo moeten alle vakken door een gekwalificeerde docent gegeven worden.
  • Duidelijke keuze tussen funderend onderwijs (PO en VO) en mbo-hbo-wo .

Waar zit dan het verschil?

Ondanks het verschil in pagina’s vertonen de onderwijsparagrafen overeenkomsten. Bij D66 is het wollige taalgebruik  verpakt in het politiek verantwoordde vocabulaire dat voor dit verschil zorgt. Bij de SP is de paragraaf to-the-point. Beide willen een salarisverbetering voor de leraren, maar cijfers of percentages worden niet genoemd. En op het gebied van kansen ontloopt men elkaar niet zoveel.

De SP kiest duidelijk zoals het haar betaamt voor de kansarmen in de samenleving, terwijl D66 toch vooral lijkt te mikken op de ‘middenklasse’.  De SP is helder over het gebruik van het Nederlands als voertaal in het onderwijs en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten. Van D66 mogen opleidingen best in het Engels worden gegeven en is men niet zo tegen internationalisering, die wil men zelfs versterken. Bij D66 is er een duidelijke keuze om het mbo beter te waarderen door het  scharen bij  hbo en wo. En dat in het mbo gekwalificeerde docenten voor de klas staan. Die keuzes ontbreken bij de SP. Kortom het is dus de keuze tussen; ‘Een lerend land of radicale gelijkwaardigheid’.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter