Zaak-Paula van Manen: Onze brief aan de raad van toezicht van ROC Nijmegen

Vandaag heeft BON onderstaande brief gestuurd aan de raad van toezicht van ROC Nijmegen over de zaak-Paula van Manen.

Meer over deze kwestie kunt u lezen in deze recente artikelen:


Geachte heer Ramaekers,

De afgelopen weken is in politiek Den Haag, onder leiding van informateur Herman Tjeenk Willink, brede consensus ontstaan over de noodzaak van een ‘nieuwe bestuurscultuur’. Dit voornemen kan men ook breder lezen, als een oproep aan de samenleving. In de ogen van de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) kan iedere publiek gefinancierde maatschappelijke instelling zich deze boodschap aantrekken. Zo’n organisatie is immers verantwoording verschuldigd aan het publiek dat haar bekostigt. Ook het onderwijs is toe aan een nieuwe bestuurscultuur, aan ‘macht en tegenmacht’.

In onze statuten hebben wij ons ten doel gesteld: ‘het tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door een gedegen vakinhoudelijke vorming op verschillende onderwijsniveaus (…) door het verdedigen van de belangen en het bestaansrecht van kleinschalig georganiseerde onderwijsinstellingen, waarin de kwaliteit van de docent en de interactie met zijn/haar leerlingen of studenten op de eerste plaats komen’.

Dit doel is schade toegebracht in de zaak-Paula van Manen aan ROC Nijmegen. Daarom willen wij u, de raad van toezicht van ROC Nijmegen, met deze brief graag verzoeken om toelichting. In uw toezichtsvisie schrijft u: ‘het waardengericht toezicht uit zich onder meer in onze klankbordfunctie en maatschappelijke gerichtheid’. Dit is een nobele doelstelling, en wij hopen dan ook van harte dat u hieraan gevolg kunt geven door recht te doen in deze kwestie, wat niet alleen voor ROC Nijmegen, maar voor het onderwijs in heel Nederland van belang is. Graag verzoeken wij u daartoe de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Zoals u weet, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april jl. uitspraak gedaan in de zaak-Paula van Manen. Hierin staat dat ROC Nijmegen – en daarmee dus bestuursvoorzitter Peter van Mulkom – ‘ernstig verwijtbaar’ gehandeld heeft door ‘te prematuur [namelijk vlak na verschijning van haar boek] naar de forse maatregel van schorsing’ van Van Manen te grijpen. Zal de raad van toezicht de heer Van Mulkom hiervoor ter verantwoording roepen? Zal hij consequenties ondervinden voor zijn volgens de rechter ‘ernstig verwijtbare’ handelen? En zo ja, welke?
  2. Als rechtvaardiging voor Van Manens ontslag voert ROC Nijmegen aan dat ‘een belangrijk deel van deze docenten zich in de rug aangevallen voelt en zich onveilig voelt’ wegens het boek van Van Manen. Heeft ROC Nijmegen hiertegen afgewogen dat nog veel meer docenten zich door het ontslag van Van Manen mogelijk ‘onveilig’ ofwel onvrij zullen voelen om kritiek te leveren op onderwijsbeleid, ook in het openbaar? Heeft ROC Nijmegen ook het publieke belang meegewogen van de mogelijkheid voor docenten om deel te nemen aan het publieke debat als middel tot onderwijsverbetering? Heeft ROC Nijmegen ook het publieke belang meegewogen van de publicatie van een boek als Wanneer krijgen we weer les? zodat andere onderwijsinstellingen kunnen leren van gemaakte fouten? (Een ROC is immers geen privaat bedrijf dat concurrentiegevoelige informatie geheim moet houden, maar een publiek gefinancierde instelling, die te allen tijde het publieke belang moet dienen.) En als ROC Nijmegen dit nagelaten heeft, zal de raad van toezicht de heer Van Mulkom dan hierop aanspreken, en – in het belang van goed onderwijs – aandringen op het opstellen van richtlijnen die het docenten mogelijk maken deel te nemen aan het publieke debat, zonder hierdoor te moeten vrezen voor hun baan?
  3. Heeft de raad van toezicht de mogelijke precedentwerking van deze kwestie in overweging genomen, namelijk dat besturen in het hele land zich nu vrij zullen voelen om kritische docenten te ontslaan zonder noemenswaardige consequenties? En dat docenten in het hele land zich nu nog minder zullen durven uitspreken om bij te dragen aan beter onderwijs? Zo ja, welke acties zal de raad van toezicht ondernemen om deze precedentwerking tegen te gaan?
  4. Is de raad van toezicht het eens met de beslissing om een docent te ontslaan omdat zij een boek heeft geschreven? Heeft u daarbij meegewogen dat ROC Nijmegen op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat Van Manen haar werk als docent niet meer zou kunnen uitvoeren?
  5. Bent u het met BON eens dat het huidige bestuursmodel in het onderwijs moet veranderen, als het bestuur van een publiek gefinancierde instelling kennelijk zo gemakkelijk een docent kan ontslaan voor het schrijven van een boek?

BON ziet graag de beantwoording van deze vragen binnen een redelijke termijn tegemoet, in het publieke belang en in het belang van docenten en leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs.

Hoogachtend,

Namens de vereniging Beter Onderwijs Nederland,

Ad Verbrugge, voorzitter

Toon Rekkers, bestuurslid, portefeuillehouder mbo

F.L. Huygen, bestuurslid


Op 21 mei ontvingen wij de volgende reactie van de Raad van Toezicht van het ROC Nijmegen:

Geachte heer Verbrugge,

Wij hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief d.d. 9 mei 2021 waarin u ons als Raad van Toezicht van ROC Nijmegen aanspreekt over de ‘zaak-Paula van Manen’. Uiteraard hebben wij de handelwijze van het bestuur en de rechtsgang vanuit onze rol en taak als toezichthouder gevolgd. Het bestuur heeft ons continu geïnformeerd en meegenomen bij alle afwegingen in deze delicate casus. Wij menen dat het bestuur op een zorgvuldige wijze in het belang van ROC Nijmegen (medewerkers en studenten) en zijn maatschappelijke taak heeft gehandeld.

Functioneren

Mw. Van Manen heeft alle ruimte gehad om haar twijfel te uiten over de onderwijsvernieuwing via bijvoorbeeld haar eigen team en via haar lidmaatschap van de Ondernemingsraad. Mw. Van Manen heeft deze kans niet gegrepen. Zij heeft gevraagd of zij een boek mocht schrijven over de onderwijsvernieuwing binnen haar team. Mw. Van Manen heeft daarvoor toestemming gekregen van ROC Nijmegen, ervanuit gaande dat ze rekening zou houden met haar collega’s en studenten. Het College van Bestuur heeft al eerder met ons gedeeld dat het zich herkende in de kritiek die mw. Van Manen in haar boek uitte. Ze is dus niet ontslagen vanwege het schrijven van een boek.

Zoals het Gerechtshof aangaf, bleek echter de stijl en de wijze waarop het boek is geschreven problematisch, waardoor medewerkers van ROC Nijmegen zich diep gekwetst en onzeker voelden. Het management heeft mw. Van Manen vervolgens aangesproken op haar goed werknemerschap. Zij zijn immers verantwoordelijk voor álle medewerkers en studenten. Zij hebben geprobeerd met haar het gesprek aan te gaan, met en zonder mediation. Mw. Van Manen stond echter niet open voor enige vorm van reflectie of inleving voor de gevolgen van de publicatie van haar boek en de andere publicaties daar omheen. Door deze houding van mw. Van Manen is een disfunctionele en volledig verstoorde arbeidsrelatie ontstaan. De rechter is het hiermee eens. Het Gerechtshof heeft wel bepaald dat ROC Nijmegen te snel tot schorsing zou zijn overgegaan. Het Gerechtshof heeft tegelijkertijd echter ook vastgesteld dat hooguit een jaar later de arbeidsovereenkomst alsnog zou zijn geëindigd, gelet op de verstoorde verhoudingen en mede gelet op de opstelling van mw. Van Manen in het verleden waarbij haar gedrag en wijze van communicatie al eerder tot wrijving heeft geleid. Op basis van de informatie die de Raad van Toezicht heeft gekregen hebben wij begrip voor de handelwijze van het bestuur.

Vrijheid van meningsuiting

Binnen ROC Nijmegen zijn vele kanalen en momenten om met elkaar in gesprek te gaan, om kritiek te uiten en te debatteren, binnen de kaders van goed werknemerschap, dus met respect voor elkaar én voor elkaars privacy. Voor ROC Nijmegen is vrijheid van meningsuiting voor iedereen (van student tot docent, ondersteuning en bestuur) een kernwaarde. De suggestie dat de school de vrijheid van meningsuiting van mw. Van Manen heeft willen beperken, heeft geen grond. Het feit dat mw. Van Manen als medewerker de gelegenheid kreeg publiek haar verhaal te doen en ook na haar schorsing aan de vergaderingen van de Ondernemingsraad heeft deelgenomen, ondersteunt dat. Ook in hoger beroep heeft de rechter nogmaals bevestigd dat ROC Nijmegen op geen enkele wijze de vrijheid van meningsuiting van mw. Van Manen heeft ingeperkt. Wij waarderen het als medewerkers kritisch zijn, ook als het gaat om onderwijsvernieuwing.

Onderwijsvernieuwing

Het management is niet over één nacht ijs gegaan om de onderwijsvernieuwing in het team waarin mw. Van Manen werkzaam was, door te voeren. Aan de basis liggen gesprekken met het team, een inventarisatie van wensen van het werkveld en studenten en consultatie van deskundigen op onderwijskundig gebied ten grondslag. Gedurende de afgelopen jaren is de onderwijsvorm in het team waarin mw. Van Manen werkzaam was, continu bijgeschaafd. Ook de Raad van Toezicht volgt deze ontwikkeling met belangstelling en spreekt ook met teamleden hierover. Hoe ROC Nijmegen nu vorm geeft aan het onderwijs is daarom niet meer te vergelijken met de onderwijsvorm die in het boek van mw. Van Manen is beschreven. De ervaringen van het team waarin mw. Van Manen werkzaam was, worden ook gedeeld met andere mbo-instellingen, zodat iedereen hiervan kan leren.

Tot slot

De uitspraken van de kantonrechter en het Gerechtshof hebben ons gesterkt in onze opvatting dat, alles afwegende, het bestuur goed gehandeld heeft in deze moeilijke kwestie. We gaan daarom niet mee in uw opvattingen over de precedentwerking die hiervan uit zou gaan.

Het stemt ons tot tevredenheid dat u zich verdiept heeft in onze ‘Toezichtvisie’. Wij zullen daarom ook altijd blijven toetsen hoe onderwijsvernieuwing wordt ingevoerd en of medewerkers en studenten genoeg medezeggenschap hebben in belangrijke besluiten. Voor nu hebben wij geen enkele reden om hieraan te twijfelen. Ook op basis van de jaarlijkse gesprekken die wij voeren met medewerkers om te toetsen hoe ROC Nijmegen wordt bestuurd, stellen we vast dat er sprake is van een open en transparante (bestuurs)cultuur binnen ROC Nijmegen. Dat het recente inspectieonderzoek, waarbij we ook als Raad van Toezicht zijn betrokken, wederom is afgerond met een positief oordeel, versterkt deze overtuiging.

Wij wensen u veel succes in uw doelstelling gericht op verbetering van het onderwijs.

Met vriendelijke groet,
ROC Nijmegen

Dhr. Jan Ramaekers Voorzitter Raad van Toezicht

We ontvingen hierop van Paula van Manen zelf de volgende kanttekeningen:

De Raad van Toezicht stelt dat ik toestemming heb gevraagd en gekregen om een boek te schrijven. Dat is natuurlijk niet zo, in de Grondwet staat in artikel 7 heel duidelijk dat niemand voorafgaand toestemming nodig heeft om iets te publiceren. Dat een Raad van Toezicht dat niet lijkt te weten, roept twijfels op. Wel heb ik van tevoren gemeld dat ik een boek ging schrijven en dat ik ervan uitging dat ik dat in vrijheid kon schrijven, zonder angst te hebben er later op afgerekend te worden.

De Raad van Toezicht beroept zich er verder op dat ik nog aan vergaderingen van de Ondernemingsraad heb mogen deelnemen. Ook dat is bijzonder, want dat kan een werkgever helemaal niet verbieden. Ze hebben dat overigens wel geprobeerd, maar hebben dat opgegeven toen mijn advocaat het College van Bestuur er op wees dat alleen de rechter een lid van een Ondernemingsraad van de vergaderingen kan uitsluiten.

Het klopt dat het ROC tot nu toe bij de rechter gewonnen heeft. Op 19 juli jl. heeft mijn advocaat cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.

Het is ronduit schrijnend dat de Raad van Toezicht nu schrijft dat het College van Bestuur zich herkent in de kritiek op de onderwijsvernieuwing in mijn boek en dat het onderwijs nu niet meer te vergelijken is met de beschrijving in mijn boek. Tegelijkertijd hebben ze ervoor gekozen mij niet te steunen, maar met alle mogelijke middelen te bestrijden. Dat begon met een in beroep onrechtmatig geoordeelde schorsing en eindigde met ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het Gerechtshof heeft daarbij niet slechts gezegd dat die schorsing te snel was, maar “dat ROC een ernstig verwijt valt te maken. Het verwijt is hierin gelegen dat ROC na de beroering die na het verschijnen van het boek is ontstaan, te prematuur naar de forse maatregel van schorsing van Van Manen heeft gegrepen, een maatregel die beschadigend voor Van Manen was en in feite elke andere oplossing dan bediging van de arbeidsovereenkomst in de weg stond”.

Wij laten de reactie van de raad van toezicht graag voor zichzelf spreken. Het moge duidelijk zijn dat de meeste van onze vragen volstrekt genegeerd zijn. Zeker op vraag 1, 4 en 5 is geen antwoord gekomen.

Ook is opvallend dat wij de brief ontvingen van het secretariaat van en op het briefpapier van het college van bestuur, in plaats van de raad van toezicht. Dat doet het vermoeden rijzen dat er geen duidelijke afstand is tussen deze twee gremia, terwijl de wet dat wel vereist en dat ook noodzakelijk is voor deugdelijk toezicht.

BON stelt aan de hand van deze casus vast dat de huidige vorm van toezicht houden niet werkt, en roept de politiek op het stelsel zodanig te wijzigen dat er sprake is van serieus toezicht op besturen van instellingen, waarbij de belangen van in het bijzonder docenten beter gewaarborgd worden.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter