Ad Verbrugge bij BNR Nieuwsradio

Op donderdag 27 februari was BON-voorzitter Ad Verbrugge te gast in het radioprogamma The Big Five van BNR Nieuwsradio. Ad Verbrugge was de vierde gast van presentator Roelof Hemmen die kwam spreken over de problemen in het onderwijs.

Roelof Hemmen opende het gesprek met de vraag van de gast van de vorige dag, docente Daisy Mertens. Zij vroeg zich af hoe Ad Verbrugge zelf als docent herinnerd wil worden.

Ad hoopt voort te leven als een docent die aan de studenten het goede voorbeeld geeft om de lesstof te benutten. Door een nauwkeurige bestudering van de teksten, door uitleg te geven en vragen te stellen bij klassieke filosofische teksten wil hij de studenten instrumenten geven om die teksten te benaderen en te gebruiken. Hij wil de studenten als het ware voorleven hoe zijzelf kunnen leren denken.

Vervolgens werden drie oorzaken van het dalende niveau van het Nederlandse onderwijsbesproken: de invoering van de lumpsum, de invloed van diverse ideologieën op het onderwijs en het ontstaan van een industrie van onderwijsadviseurs.

Door de invoering van de lumpsumfinanciering hebben schoolbesturen meer zeggenschapgekregen over de besteding van het hen toegewezen geld. Scholen moesten meer als bedrijven gaan functioneren en daar past niet altijd het aanstellen van betere (en vaak duurdere) docenten bij.

Het niveau is ook gedaald onder invloed van diverse ideologieën op het onderwijs. Het idee dat technisch vakonderwijs minder waardevol zou zijn, is funest gebleken voor het Nederlandse onderwijs. Ook het plan voor een middenschool is niet zinvol: het is frustrerend zowel voor zwakkere als voor betere leerlingen. BON pleit er daarom al lang voor om leerlingen aan het begin van het VO te selecteren op basis van hun niveau. Er moeten juist weer meer mogelijkheden komen om opleidingen te stapelen. Laatbloeiers komen dan sneller terecht op de juiste plaats.

Ten derde werd aandacht besteed aan het ontstaan van de enorme “industrie van onderwijsadviesburo’s. Zij worden veelal bevolkt door mensen die niet zelf voor de klas staan.

De gevolgen van het beleid van de afgelopen dertig jaar zijn rampzalig: leerlingen kunnen niet voldoende lezen, schrijven en rekenen. Steeds meer mensen missen daardoor de vaardigheden om zich te redden in de moderne maatschappij. Onderwijsinstellingen krijgen leerlingen die niet de juiste capaciteiten hebben en er is een tekort aan goed opgeleide werknemers.

BON heeft sinds de oprichting in 2006 een grote bijdrage geleverd aan de bewustwording van deze problemen. De oprichting van BON was een aanleiding om de commissie Dijsselbloem onderzoek te laten doen naar misstanden in het Nederlandse onderwijs. Ook bij het aankaarten van de problemen rond de bekostiging van onderwijsinstellingen en onnodige verengelsing heeft BON een grote rol gespeeld.

Over de weg naar beter onderwijs bestaan verschillende opvattingen. Ad Verbrugge benadrukt dat de docent weer centraal moet staan in het onderwijsproces. Dat betekent dat een docent niet egocentrisch is maar dat hij ten dienste staat van zijn vak. Ook moeten er meer eisen aan leerlingen gesteld moeten worden. Nee, leren is niet altijd leuk maar het is van groot belang om leerlingen de juiste kennis en vaardigheden voor hun latere leven bij te brengen. Om dat te bereiken zijn regelmatig oefenen met de lesstof, het aanleren van discipline en concentratie noodzakelijk. Dat wist Aristoteles al.

Idealiter heeft elke leerling voor elk vak een eigen leraar maar dat is praktisch niet haalbaar. Het idee van persoonlijke leerroutes is voor docenten een te zware belasting. Bovendien gaat dit ten koste van het groepsgevoel in de klas. In onze maatschappij is het klassensysteem dan het meest efficiënt. Inzet van hedendaagse ICT-faciliteiten kan goede ondersteuning bieden.

Om het tij te keren en het niveau te verbeteren zou er een Nationaal Onderwijsdebat moeten komen. We moeten nagaan welke methodes zich binnen en buiten Nederland bewezen hebben en daar een voorbeeld aan nemen. Van fouten elders kunnen we leren welke aanpak niet effectief is. Er moet strenger toezicht gehouden worden op het eindniveau van leerlingen. De docenten moeten beter opgeleid worden met name op vakinhoudelijk gebied. De basis moet weer de vakkennis van de docenten zijn, niet verspreid over meerdere vakken maar geconcentreerd bij één vak. Een degelijke vakkennis, in combinatie met voldoende faciliteiten om het vak goed uit te kunnen oefenen, zal ook de maatschappelijke waardering van de docenten doen toenemen.

Tot slot vroeg Roelof Hemmen nog welke vraag Ad Verbrugge zou willen stellen aan de volgende gast, Sjef Brummen van de Agora-scholen. De resultaten van deze scholen vallen tegen en Ad Verbrugge vraagt zich af in hoeverre deze slechte resultaten aanleiding zijn om na te denken over het vervolg voor de leerlingen.

2 Reacties

  1. Het is soms net of ik zelf aan het woord ben. Hoewel, Ad Verbrugge vindt wél die woorden waar ik slechts naar kan zoeken… Ik licht er één opmerking uit, die over gepersonaliseerd leren.
    Ook op mijn school is ‘differentiëren’, in navolging van het geklets van de inspectie, het toverwoord. Alsof we voor één salaris ons werk dertig keer kunnen doen. Dat is fysiek onmogelijk en dat is precies de reden waarom we ooit onderwijs in groepen hebben georganiseerd. Groepen van kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd, hetzelfde niveau en dezelfde belangstelling. En ja, onvermijdelijk ook van een vergelijkbare sociale afkomst.
    In plaats van die uiterst praktische en economisch haalbare oplossing zoekt men het nu in ICT-tools. Zo’n tool zou bijvoorbeeld ‘helpen’ om de voortgang van individuele leerlingen bij te houden. Maar iedereen die met ICT-tools werkt weet dat méér ICT niet automatisch leidt tot mínder werk maar in de regel tot méér. Zoals de warnge werkelijkheid in het basisonderwijs aantoont.

Laat een reactie achter