Denise in de Volkskrant

Krasnale_syzyfki_01_450x200.jpg

Lezers van onze site zijn waarschijnlijk bekend met het gevecht dat 'deniseleiden' al jaren voert voor een correcte en eerlijke taaklast in het voortgezet onderwijs. De Volkskrant heeft een uitgebreid interview met Denise Hupkens over haar gevecht en de rechtszaak waarvan ze uiterlijk morgen 5 januari het vonnis moet horen.

Petje af voor het doorzettingsvermogen en de uiterst serieuze manier waarop Denise haar gevecht voert. Dit kan een ommekeer betekenen in het taakbeleid. 

Update: Denise moet nog een paar weken wachten. Vanwege het kerstreces komt het vonnis later, zo bericht het Leidsch Dagblad

Kennelijk gaat de rechtbank anders met haar taaklast en de deadlines om dan voor een docent is toegestaan.

23 Reacties

  1. Tweet van auteur Rik Kuiper d

    Tweet van auteur Rik Kuiper d.d. 3-1-2016: "Stuk over @iemanddoetiets raakt een snaar. Best gelezen stuk op site, 1200x gedeeld op Facebook, 300x op Twitter".

    Andere Tweet van Ruud van Diemen (directeur ROC Midden Nederland – Veiligheid en Defensie College): "Wederom aandacht voor de grootste arbeidsmythe die er is. Overdreven werkdruk in het onderwijs. Onzin". Het zal je directeur maar zijn ……

  2. Ik heb mijn informatie van

    Ik heb mijn informatie van horen zeggen en zien geschreven staan dat het schoolbestuur wil dat een leraar een "methode" geheel en al volgt en zo in de rol van coach gedrongen wordt. Zoiets kun je natuurlijk mooi bevorderen door leraren met zo veel mogelijk andere taken te belasten.

  3. Ruud van Dimen,

    Ruud van Dimen, Onderwijsmanager bij ROC Midden Nederland. Zelfstandig adviseur.

    • De aanname dat de werkdruk (te) hoog is in het onderwijs is hardnekkig. Even zomaar wat feiten op een rij dus.
    • Het blijkt dat een docent, wil hij recht hebben op 12 weken vakantie per jaar, werkweken heeft van ongeveer 41 uur. 12 weken per jaar is bijna een kwart jaar vrij.
    • Omgerekend naar dagen, betekent het dat een docent 200 dagen per jaar werkt. Van die 41 uur in de week, wordt verwacht dat de docent ongeveer 26 à 28 lesuren verzorgt wat gelijk staat aan ongeveer 21 klokuren. Dat is iets meer dan 50 procent van de tijd die een docent werkt.
    • Hoe zit het nu met de 41-urige werkweek? Ook dat valt reuze mee hoor. Probeer maar eens op een willekeurige school 's middags na vier uur een docent tegen het lijf te lopen.
    • Laat docenten maar eens en half jaar ervaring op doen in het bedrijfsleven. De terugkeer naar het onderwijs zal ervaren worden als stappen in een warm bad.  En de docent die nog steeds vindt dat hij echt zeven weken moet bijtanken van zijn baan, zou ik willen adviseren; laat je eens medisch onderzoeken.
  4. Deze docent heeft zowel in
    Deze docent heeft zowel in het bedrijfsleven (it industrie) als in het Amerikaanse college onderwijs gewerkt. Bij beide banen was de werkdruk lager dan in het Nederlandse hbo. En ik vermoed dat bij het VO de werkdruk nog flink hoger is.
    Van Diemen kletst uit zijn nek

  5. De laatste onderzoeken over

    De laatste onderzoeken over werkdruk in het onderwijs zijn al van wat jaren geleden. Sindsdien is het niet minder druk geworden.

    Toen werkte een docent in het voortgezet onderwijs ca 6% meer per jaar dan de 1659 uur die er voor staan.

    Dat is een gemiddelde. Er zullen zijn die  minder werken (of gewerkt hebben) en er zullen dus ook zijn die meer werken.

    Twee mogelijkheden:

    – Ruud van Dimen heeft nooit zelf les gegeven. Hij weet namelijk niet dat een heel groot gedeelte van de werkuren niet op school maar thuis worden doorgebracht. Inderdaad, om 4 uur zijn al veel leraren naar huis om daar te werken.

    – Ruud van Dimen heeft wel zelf les gegeven en er toen de kantjes van af gelopen. Meer dan eens hoorde ik directieleden, die wel zelf hadden les gegeven, zeggen dat een leraar nooit aan die 41 uur per week kon komen. Aangezien ze niet elke dag bij leraren thuis komen kijken, moeten ze af gaan op eigen ervaring en dat voert vanzelf naar genoemde conclusie.

    Merkwaardig trouwens dat hij zich zelf Ruud van Dimen noemt, terwijl de man met genoemde functies bekend staat onder de naam Ruud van Diemen.

    Overigens denk ik dat ook hier en daar in het bedrijfsleven het normaal wordt gevonden dat je 6% per jaar gratis over werkt.

    Klaas Wilms

  6. Het is en blijft bluf.
    Het is en blijft bluf.
    Enige oplossing: stuur observanten mee en laat de data door een professioneel bureau verwerken, volgens door bv UWV en sociale zaken geaccepteerde normen.

    Daarnaast toch , hoe zal ik het noemen, …..bijzonder,
    Dat ook deze manager ijskoud opschrijft dat je blijkbaar vrij bent zodra je thuis bent.

    Zouden ze het zelf echt niet meer zien? Ik denk het niet.

  7. Hoeveel uur in de week staan

    Hoeveel uur in de week staan mensen als Youp van het Hek eigenlijk op de planken?

    En hij draait nog wel een heel seizoen dezelfde riedel af.

  8. De aanname van Van Diemen die

    De aanname van Van Diemen die sowieso niet klopt, is dat hij vakantie ziet als vakantie. Maar in de vakanties werken docenten ook. Ik heb afgelopen kerstvakantie alleen al drie volle dagen zitten nakijken, en dan werk ik nog in deeltijd ook. In de zomervakantie werk ik vergeleken met de andere vakanties zeker het minste, maar ook dan is het niet nul uur. Het kwalijke van dat werken in die vakanties is nu juist dat die "vele" vakantie nu juist bedoeld is om de batterij op te laden na die overmatig volle werkweken. Als je doorwerkt, als is het maar op halve kracht, terwijl je juist moet uitrusten, is dat natuurlijk foute boel. Maar kennelijk voelt Van Diemen zich ergens door bedreigd.

  9. Ook hier ervaring in zowel
    Ook hier ervaring in zowel bedrijfsleven als voor de klas: de situatie dat men massaal (meer dan) fulltime werkt op een 0,8 contract is in het bedrijfsleven ondenkbaar. Natuurlijk schrijf ik ook in het bedrijfsleven niet alle uren. Je zet weleens een stapje extra. Maar je kunt je werk er fatsoenlijk doen in de betaalde tijd. Kom daar als leraar maar eens om.
    Naar ik meen kan ook Denise beide sectoren uit eigen ervaring vergelijken. Kan Van Diemen dat ook? Jarenlange ervaring voor de klas?

  10. Ik meen te bgrijpen dat van

    Ik meen te bgrijpen dat van Diemen wat leraren meer aan vakantie hebben dan andre mensen wil meetellen om het gemidelde aantal gewerkte uren per week te berekenen. Zittende docenten behouden de salarisschaal en hun periodiek of komen in een hogere terecht. Het aantal vakantiedagen wordt blijkbaar niet als een verworven recht gezien.Als je de extra vakantie echter laat meetellen om door extra taken het gemiddeld aantal werkuren per week weer op de oude waarde terug te brengen ben je verkapt bezig om het uurloon van zittende docenten te verlagen. Je tast zo via een omweg het gegarandeerde behoud van salaris voor zittende docenten aan.

  11. Altijd weer die bla bla lange

    Altijd weer die bla bla lange vakanties, bla bla om half vier thuis. Oké, prima, maar HOE kan het dan dat 1 op de 5 leraren te kampen heeft met burn-out klachten?

    Hallo!!!!!!!!! Dat is een signaal! Er gaat íets NIET goed. Dan kunnen we eindeloos gaan zemelen over uren of wat dan ook, maar het feit dat 20% van de werknemers deze klachten heeft zou alle alarmbellen moeten doen rinkelen. 

    Ik ben een zij-instromer, heb hiervoor gewerkt bij een onderzoeksinstituut en daarna bij een ingenieursbureau. Ja je bent daar van 9 tot 5 aanwezig, maar na het werk kun je nog leuke dingen doen 's avonds en kun je er in je weekend een rijk sociaal leven op na houden. In het onderwijs heb je het weekend en de vakanties nodig om nog een beetje tot jezelf te komen.

    Het werk in het onderwijs is veel zwaarder, misschien niet qua uren, maar wel qua belasting. Dat er dan weer zo'n lummel van een collega een brief stuurt naar de volkskrant waarin hij weer 'de lange vakanties'aan haalt om aan te tonen dat Denise gewoon maar een aansteller is, is dan ook ronduit belachelijk. In het bedrijfsleven hebben ze een goede naam voor zo iemand: een matennaaier. Deze leraar werkte waarschijnlijk op een gymnasium, was sectiehoofd en trok alle eindexamenklasjes naar zich toe nu gepensioneerd dus was nog van de lichting die ruimschoots gebruik kon maken van BAPO etc. Niet te vergelijken met een baan op een vmbo-school in een grote stad.

    Als men meent dat het allemaal meevalt in het onderwijs, vooral zo doorgaan, nu is 1 op de 5 op het randje van overspannen, dat wordt dan vanzelf 1 op de 4 en daarna 1 op de 3. Totdat er helemaal niemand meer voor de klas wil of kan staan. Ook al zie je leraren als voetveeg, hou dan in elk geval nog rekening met de leerlingen, die hebben niks aan een half overspannen leraar voor de klas. 

    Oplossingen:

    – het maximum aantal lessen per docent naar beneden

    – vergaderingen over andere zaken dan leerlingen en zaken die direct met het onderwijs te maken hebben, afschaffen

    – stoppen met POP's PAP's en andere bezigheidstherapie

    – het maximum aantal leerlingen per klas naar beneden, hoe lager het niveau, hoe lager het aantal maximum leerlingen per klas

    – de komende 30 jaar geen enkele onderwijsvernieling meer doorvoeren

    – staatsecretarissen en ministers van onderwijs verbieden om nog idiote ideeën over het onderwijs te ventileren

     

  12. @ wms

    @ wms

    – van Diemen was gymdocent, had dus geen nakijkwerk en amper voorbereiding. Het is een schande dat voor gymleraren altijd nog dezelfde opslagfactor geldt als voor leraren geschiedenis en Nederlands

  13. @J. de Groot

    @J. de Groot

    De opslagfactor is voor iedereen hetzelfde omdat het aanpassen van de opslagfactor voor een bepaalde vakgroep automatisch betekend dat je alle vakgroepen tegen het licht moet gaan houden. Je zal dan minutieus in kaart moeten brengen aan welke feitelijke werklast elke vakgroep onderhevig is. Een hels karwei. Iets waar menig bestuur denk ik geen zin in heeft, temeer omdat hoe meer het taakbeleid gespecificeerd wordt, hoe meer het aanvechtbaar wordt…

    En wat gymdocent van Diemen betreft: Philippe Geubels heeft daar nog een mooi stukje over.

    www.youtube.com/watch?v=8IrjbC56ooI

     

  14. @Chiaroscuro

    @Chiaroscuro

    Als samensteller van de taken in het taakbeleid per individuele docent voor de schooljaren 1997-1998-1999 en 2000 mag ik je uit de droom helpen. De opslagfactor werd wel degelijk per vak vastgesteld, ten minste wat betreft mijn school. Even voor de duidelijkheid met opslagfactor bedoelen we de factor die toegepast werd voor de tijd die besteedt kon worden voor voor- en nawerk. In 1997 was de opslagfactor voor Wiskunde en Nederlands 1. Voor Natuurkunde, biologie, aardrijkskunde 0.75, technische vakken ( veel praktijk) 0,50. Gym en tekenen 0,10. In 1998 W&N 0,75; Nat, Bio, Aardr 0,50; techn. 0,35; Gym en tekenen 0,10. In 1999 was er weer een aanpassing maar steeds kregen de vakken Wiskunde en Nederlands een hogere opslagfactor. Het is evident dat de gymdocent dus veel meer 'andere taken' er bij kregen om de tijd vol te krijgen. Aan de andere kant hadden de docenten Wis en Ned minder 'andere taken' maar elke jaar zaten ze toch ruim over hun 1659 uur, die trouwens nooit gecompenseerd zijn ondanks alle beloften. 

    De opslagfactoren werden alke jaar door het bovenschoolse bestuur vastgelegd, besproken met de MR en altijd zonder enig probleem goedgekeurd. Daarna was het mijn taak om per individuele docent zijn taken en taakbeleid ( in onderlling overleg) vast te stellen. 

    Een kleine anekdote. In 1999 werd het wat moeilijk om de opslagfactor nog meer te verminderen zonder heibel in de keet. Maar elke minuut besparing in het taakbeleid is financiele winst voor het bestuur dus was men op het volgende idee gekomen. Ik moest de 1659 uur omzetten in minuten. Daarna berekenen hoeveel minuten een voltijds docent voor de klas stond en daarvan per lesuur van 50 minuten het aantal 'niet lesgevende minuten' aftrekken. Wat verstond men onder 'niet lesgevende minuten'? Leerlingen en docent hebben tijd nodig om naar het lokaal te gaan, binnen te gaan, jassen uit te trekken, boeken op tafel te leggen, stil zijn. Dan kon de les aanvangen en begon de teller te lopen. Op het einde van de les, agenda's nemen, huiswerk en toetsen inschrijven, boeken wegbergen, jassen aantrekken, lokaal verlaten. Ook allemaal 'niet lesgevende minuten'. Men kwam al snel op 7 minuten per les. Voor 1 docent betekende dat 28 X 7 minuten = 196 minuten per week X 40 ( bij een voordeel voor het bestuur rekende men met 40 lesweken bij een nadeel voor het bestuur met 37 weken) Ik stel voor dat je zelf verder rekent wat dat betekende voor een school met alles samen ongeveer 600 docenten en natuurlijk zou de opslagfactor berekend worden alleen over de daadwerkelijke 'lesminuten'. 

    Het plannetje is niet doorgegaan omdat ik in de voorbereiding van het opstellen van het taakbeleid ostentatief met de chronometer in de hand bij de collega's de zogenaamde 'niet lesgevende minuten' ging klokken. Heibel in de tent natuurlijk, een MR die nog van niets wist op zijn achterste poten enz… 

    Maar als ik mij niet vergis staat hier op de site nog een column van mij over het invoeren van een prikklok en ik sta er nog altijd van verbaasd dat docenten dit nog niet massaal hebben geeist. Zo een prikklok is de enige zekerheid om zo rond pasen al te kunnen beginnen met de grote vakantie wegens het volmaken van de 1659 uur. ( de gymdocenten uitgezonderd LOL)

  15. Voor leerlingen en voor

    Voor leerlingen en voor docenten geldt: "Hier op school kan ik niet goed werken".

    Leerlingen gebruiken dat als smoes om hun tijd te verleuteren.

    Leraren zoeken de rust, voorzieningen en sfeer van hun eigen werkkamer op om echt te kunnen werken.

     

  16. Ook in het basisonderwijs

    Ook in het basisonderwijs vergrootte de werkdruk. Vooral de toenemende last van het administreren vreet veel kostbare uren. Ook het vergadercircuit snoept veel zinvolle uren. Elke avond een tas met werk. Passend onderwijs maakt dat je meer dan 1 les moet voorbereiden. Verplichte werkvormen die meer chaos in het klaslokaal veroorzaken. Leerlingen die etiketten krijgen en 'dus' recht zouden hebben op aparte programma's en uitzonderingsposities. Het leerlingvolgsysteem waarbij vroegtijdig 'gerepareerd' moet worden via een handelingsplan, met alle overleg en evaluatie die er bij hoort.

    Het eindeloos reflecteren en evalueren. Dan alle 'leuke dingen' en 'speciale projecten' die veel extra voorbereiding eisen. Constant ben je bezig, ook thuis. Constant kom je tijd te kort. Constant word je overvraagd. Constant verwacht men wonderen op psychisch en pedagogisch vlak.

    Dan kan de overheid wel met rekensommetjes komen gerelateerd aan een zogenaamd 40-urige werkweek, het is gewoon quatsch. Het werk vermindert er niet door, maar wordt juist meer o.a. door dat "passend" onderwijs.

    Nu werk ik bij een bedrijf en als ik thuis ben ligt er geen berg werk meer te wachten. Het is vele malen minder stressvol.

  17. Ik verzet mij niet tegen hard

    Ik verzet mij niet tegen hard werken; vaak kies je er zelf voor vanuit enthousiasme voor de stof. Maar contra-productief moeten werken, dat frustreert. Verplichte onzin moeten doen. En dan voor je ogen zien gebeuren dat het onderwijs niet verbetert, maar achteruit holt, na invoering van al die extra taken.

    En die frustratie geldt vooral als je persoonlijk hebt ondervonden hoe het beter kan: klassikaal frontaal aan redelijk homogene groepen.

  18. Hoewel een jaar na het
    Hoewel een jaar na het verzoek. Diverse manieren om een bijdrage/ opdracht te kunnen geven.
    Dream or donate
    Iemanddoetiets.nl

    Met ideal 🙂

  19. Tja, men zou alle docenten

    Tja, men zou alle docenten die na in het bedrijfsleven zijn gaan lesgeven kunnen vragen of ze na een jaar het gevoel hebben op ze in een warm bad gestapt zijn. En mensen die in omgekeerde richting de overstap gemaakt hebben kunnen vragen of ze onder een koude douche gekomen zijn. Of het wel of niet om een terugkeer gaat lijkt me niet relevant. Maar waarom zouden we "naar de bekende weg" (eindpunt) vragen? Het zou weer een overbodig onderzoek betekenen dat alleen maar geld kost.

  20. Het gaat hier over een simpel

    Het gaat hier over een simpel probleem en ook de oplossing is simpel.

    De schellen over de werkdruk in het onderwijs vielen mij van de ogen na een voorlichtingsbijkomst van het ABP over pensioenen. Na afloop raakte ik in gesprek met de voorlichter en daar hoorde ik zijn zeer verhelderende uitspraak:

    "Wij zijn blij met de deelnemers uit het onderwijs want daar verdienen wij aan"!!!

    Gevoegd bij mijn ervaringen met de vele collega's die overspannen raakten of afgekeurd werden was mijn conclusie duidelijk. Zorg dat je dat niet overkomt en houd zelf de regie over je werkbelasting. En samen met gelijkgezinde sectiegenoten en mijn echtgenote ben ik daar redelijk in geslaagd. Een goede dosis oost-indische doofheid en een matige hoeveelheid selectieve ongevoeligheid doen wonderen.

    Kortom, laat het werkbelastingsbeleid formeel over aan je werkgever maar voer wel je eigen personeelsbeleid.

Reacties zijn gesloten.