Onderwijsinspectie: motivatie leerlingen laat te wensen over

450x200_1005737_78279829.jpg

De onderwijsinspectie heeft zijn jaarverslag over 2012/2013 uitgebracht. De belangrijkste conclusie lijkt te zijn dat het Nederlandse onderwijs naar behoren presteert, maar dat de motivatie van leerlingen in Nederland lager is dan bij omringende landen.

Nadere bestudering van het rapport is noodzakelijk, maar opmerkelijk vinden wij wel dat de onderwijsinspectie meent dat het onderwijs beter zijn best zou moeten doen om de leerlingen te motiveren door beter aan te sluiten bij de ontwikkeling van de leerling. Docenten zouden dat op cursussen beter onder de knie moeten krijgen. BON heeft niet de indruk dat in bijvoorbeeld Vlaanderen zo vreselijk veel moeite wordt gedaan om aan te sluten bij de individuele ontwikkeling van ieder individueel kind. Het systeem is daar klassikaler, maar kennelijk zijn de leerlingen wel beter gemotiveerd. Juist in Nederland is de laatste decennia enorm ingezet op die intrinsieke motivatie van leerlingen: het nieuwe leren, realistisch rekenen, productgericht leren, samenwerkend leren, snel afwisselende werkvormen, allemaal bedoeld om de lessen voor leerlingen interessanter te maken. Kennelijk met averechts effect. Zouden de leerlingen van 25 jaar geleden wel gemotiveerd zijn geweest voor de lessen Frans? Sloot dat wel aan op hun ontwikkeling? Misschien is het krampachtig aansluiten op de ontwikkeling of de belevenswereld van het kind niet zo vanzelfsprekend, maar veroorzaakt het versnipperd onderwijs, waarbij de leraar op de hurken gaat in paats van dat de leerling zich moet strekken. Het is de gebruikelijke gang van zaken: er heerst ontevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs, zogenaamde deskundigen verzinnen zogenaamd betere didactiek/pedagogiek en dat blijkt de zaak alleen maar te verergeren. Natuurlijk wordt dan de conclusie getrokken dat de docent het nog niet goed genoeg in zijn lessen heeft geïncorpereerd en dat er een stevig tandje moet worden bijgezet in de ingezette richting.

De onderwijsbegeleidingsdiensten en traininginstituten hebben hun offertes al klaar. Cursussen gegeven door afgestudeerd pedagogen die de rekentoets van de pabo niet konden halen en daarom maar zijn uitgeweken naar pedagogiek. 

17 Reacties

  1. Je moet niet aansluiten op de

    Je moet niet aansluiten op de belevingswereld, je moet leerlingen juist nieuwe werelden leren ontdekken.

  2. Ik denk het louter onmacht is

    Ik denk het louter onmacht is bij de geleerde leden van de Onderwijsraad. Ze weten niet waar ze het zoeken moeten.

    Zoals een Belgische schoolleider me onlangs zei: "Niet de leerlingen zijn veranderd, maar de ouders". De kwestie van de motivatie heeft niet zo veel te maken met de intrinsieke motivaties van leerlingen. Die zijn niet zo maar aanwezig. Die moet je juist tot leven wekken door nieuwe en verrassende perspectieven. Zo had ik nogal wat leerlingen niet mijn lessen van mijn nieuwe vak binnenkwamen met de opmerking dat ze niet zo geïnteresseerd waren. Maar in de loop van het jaar werden ze wakker en kreeg ik leerlingen die zich wilden inzetten.

    Omdat het nieuwe leren wilde aansluiten bij wat leerlingen zelf op enig moment willen, ging het de mist in. Ik merkte dat als vakdidacticus bij een bezoek aan een leraar die met zijn leerlingen lijstjes opstelde wat ze allemaal aan de orde willen stellen gedurende het jaar. Dat was in de tijd dat bij maatschappijleer nog alles open lag. Maar als hij dan zijn lessen uitgedacht had en met de leerlingen aan het werk wilde, vonden de leerlingen al lang weer andere onderwerpen interessant en hadden ze alleen maar afkeer van die versleten issues. Hij leidde zijn leerlingen niet door een cursus waarin hij steeds meer wegen ontsloot, ze steeds beter leerde analyseren en ze zelf die voortuigang konden zien. Dat leidt tot motivatie.

    Maar ja, dat bekt niet lekker: zorgen voor gebildete leraren die met vakmanschap leerlingen inspireren. Dat is zo 19e eeuws. Dat kunnen de dames en heren van de Onderwijsraad niet verkopen. Zo strompelen ze dus liever verder op de doodlopende wegen die al jaren geleden zijn ingeslagen en zichtbaar tot niets hebben geleid.

  3. En wanneer sluiten politiek

    En wanneer sluiten politiek en inspectie eens aan op de belevingswereld van elke dag van de docenten?

     

  4. ALs ik het rapport goed heb

    Als ik het rapport goed heb gescand, dan zijn leerlingen gewoon bevraagd nnaar hun motivatie. Hoe gemotiveerd ben je (op een schaal van 1 tot 5) voor de lessen Duits. Alsof de antwoorden op die vragen bepalend zouden zijn voor de kwaliteit van je onderwijs. Eerlijk gezegd vind ik dit een soort kindermishandeling. Je laat de gang van zaken afhangen van de mening van die groep die er bij uitstek geen verstand van heeft. Als ik zou stoppen met wiskunde als de leerlingen niet mer zo gemotiveerd waren dan hield het snel op. 

    Dat neemt niet weg dat het een goede zaak is om enthousiast te zijn over je vak en dat de praktijk leert dat een vakkundige enthousiaste leraar leerlingen motiveert, maar motivatie is niet het primaire doel en zou niet richtnggevend moeten zijn voor je onderwijs.

  5. Ik hoor nu op Radio 1

    Ik hoor nu op Radio 1 inspecteur-generaal Roeters: uit gesprekken met leerlingen hoor ik dat als de leraar hen feedback geeft, dat ze dan gemotiveerd worden. Dat is dus geen Nieuwe Leren, dat gaat over de pedagogische relatie, over vakkennis en vakdidactiek. En klaarblijkelijk geen apparaatjes, maar integendeel persoonlijke aandacht.

    Daarna hoor ik de minister Bussemakers die geïnterviewd wordt. Die heeft verstand van onderwijs, althans de interviewer gaat daar voor het gemak maar vanuit. Dus je hoort geen echte analyse, maar de bekende riedel van mevrouw de minister: de leraar moet ingaan op de verschillen tussen de leerlingen en verschillen onderkennen. 
    Hoe serieus de minister is weten we uit de reactie op kleinere klassen, nee leraren moeten omgaan met grote groepen en daar verschillen in zoeken. De luisteraars worden om de tuin geleid en de doolhof in die de bewindslieden inmiddels zo bedreven weten te noemen.

  6. Over het motiveren van

    Over het motiveren van leerlingen in verband met wiskunde gesproken. Zou je voor dat vak in het VWO niet veel meer leerlingen motivatie kunnen geven als je het een wiskundig karakter zou geven? Dan kun je een nieuwe wereld voor ze openen. In vroeger tijd werd wel gezegd dat de verdeling van de wiskundecijfers een tweekoppige verdeling had. Dat kwam omdat je de leerlingen grosso modo verdelen kon in 2 groepen, namelijk zij die het snapten en zij die het niet snapten. Ik onderstel dat de meeste snappers de wiskunde ook boeiend vonden; de behandelde meetkunde in de eerste klas VWO hield een revolutie in het denken in die toch een aantal leerlingen wel aangesproken moet hebben. Mijn advies als stuurman aan wal is dat je de belangstelling en motivatie voor wiskunde kunt vergroten door de leerlingen met aanleg voor wiskunde (die je dan eerst zult moeten vaststellen) wiskundige wiskunde te onderwijzen. Wel lastig natuurlijk als de leerlingen nog niet eens gleerd hebben om bij rekenen breuken op te tellen!

  7. Lieve collega’s, nog héél

    Lieve collega's, nog héél even geduld…… Nu de leeftijd voor pensionering is opgetrokken tot 67 duurt het misschien twee jaar langer. Als straks de uitstroom van universitair geschoolde grijze eerstegraders plaatsvindt, dan wordt het pas echt interessant. Het kaartenhuis staat nu nog min of meer overeind door deze pilaren, maar je kunt er niet oneindig kaartjes tussenuit trekken. Het is niet de vraag óf het in gaat storten, maar wanneer.

  8. De ‘eerstegraders’ van nu,

    De 'eerstegraders' van nu, hebben vaak hun papiertjes op één van de HBO masteropleidingen gehaald. Al waar men weer mag knuffelen en zelfreflecteren, onderzoekje doen in de school en hier en daar een inhoudelijk vak, dat in een universitaire bachelor in het eerste of twee jaar gegeven wordt.

  9. @J. de Groot

    @J. de Groot

    Het is niet de vraag of het instort, ook niet wanneer het instort, maar het is de vraag of de relevante machten willen zien dat het allang ingestort is. Freudenthal begon zijn veranderingen omdat hij meende dat kinderen de rekeregels slecht beheersten. Sinds die tijd is het alleen maar verder achteruit gegaan, ingestort dus. En toch beweren de belanghebbenden, en dat is bijna iedereen in het onderwijs en de politieke aansturing daarvan, dat 'we'het nog steeds erg goed doen.

  10. Jammer dat de parlementariërs

    Jammer dat de parlementariërs niet de zelfkennis hebben om zich op hetgebied van onderwijs incompetent te verklaren en de handoek in de ring te gooien. Ze zouden het opstellen en afnemen van afsluitende examens voor VWO, HAVO,  etc. over kunnen laten aan het aansluitende vervolgonderwijs dat allicht een betere kijk heeft op de leerstof die door de eerstejaars studenten beheerst moet zijn. Het traject tot het eindexamen zou in twee stukken verdeeld kunnen worden zodat elke leerling kan uitkijken naar een afsluitend examen (b.v. onderbouw VWO en vervolgens bovenbouw VWO) na regulier 3 jaar voorbereiding. Die voorbereiding kan dan zowel op een particuliere school als op een overheidsschool plaats vinden. In het eerste geval kan het schoolgeld worden voldaan met door de ovrheid verstrekte vouchers. Wat voor vele mogelijkheden zouden er dan ontstaan voor ouders om onderwijs voor hun kinderen te vinden dat goed bij hen past. Het hele Nederlandse Onderwijs zou er door opveren.

    Maar helaas hebben politici bij onderwijs altijd bijbedoelingen die heldere oplossingen van onderwijsproblemen in de weg staan.

  11. Gisteravond zag ik in het

    Gisteravond zag ik in het journaal een wiskundeles met hangjongeren. De moed zakt je daarbij door schoenzolen. Wie durft dit nog onderwijs te noemen? Zelfontplooiers die een docent zien als cabaretier die maar heeft te zorgen dat ze gemotiveerd worden en waar voor hun geld krijgen. 

    Welke malloten in de 0nderwijssovjetstructuur durven dit "kwalitatief goed onderwijs" te noemen? Schaamt U en komt tot inkeer!  Doe de ogen eens open en start de wederopbouw van het Nederlandse onderwijs.

     

  12. De oplossing is, zo hoorde ik

    De oplossing is, zo hoorde ik mevrouw Roeters en mevrouw Bussemakers en de heer Dekker bijna in koor verklaren, dat de leraren hun lessen afstemmen op de verschillen tussen leerlingen en iedere leerling op maat les geven. Dat schijnt wonderen te doen voor de motivatie.

    Omdat steeds minder kiezers gemotiveerd zijn om te gaan stemmen, is dat natuurlijk dé oplossing voor de politici: bedien iedere kiezer individueel, maak arrangementen voor iedere Nederlander apart, zorg dat je aansluit bij de belevingswereld van iedere Nederlander afzonderlijk, geef de weedgebruiker die hoeveelheid en die kwaliteit die hij nodig heeft, doe hetzelfde met de spelletjesmaniakken onder de leerlingen, zorg voor grote hoeveelheden gratis snoep op elke straathoek en zet overal sigarettenautomaten neer waar de rokers automatisch hun rokertje aangeboden krijgen. Dat gaat wonderen doen: de opkomstpercentages stijgen tot ongekende hoogten omdat er nog nooit in de geschiedenis zoveel gemotiveerde kiezers zijn geweest.

  13. Sluit aan bij de

    Sluit aan bij de belevingswereld van de kiezer!!

    Ik hoor de kassa's van de bijscholingsinstituten al weer rinkelen….

  14. Om iets te leren is motivatie

    Om iets te leren is motivatie nodig; interne motivatie werkt het best, maar externe motivatie (cijfers!) is een goede tweede.

    Docenten kunnen alleen zorgen voor externe motivatie. Daarnaast zijn er sommige leerlingen die op basis van hun goede band met de docent bereid zijn om te werken; niet vanwege het vak, maar vanwege de persoon. Een goede docent moet de MACHT krijgen om goede leervoorwaarden in een klas (rust en orde, verwijdering van storende elementen) te kunnen scheppen. Helaas wordt die noodzakelijke macht vanuit alle hoeken en gaten van de samenleving onderuit geschoffeld.

    Docenten zijn gewone mensen met liefde voor hun vak, met liefde voor jongeren. Ze zijn geen wondermensen die ongemotiveerden kunnen omtoveren tot gemotiveerden. De idioot die dat bedacht heeft, heeft nog nooit voor een klas gestaan.

  15. De overheid zal altijd

    De overheid zal altijd beperkende oplossingen moeten verzinnen voor de vele gevallen waarbij méér vrijheid voor de een minder vrijheid voor de ander betekent. Als iedere leerling in een klas op eigen tempo aan de door hemzelf gekozen stof mag werken krijgt een leerling in een klas van30 leerlingen per uur les slechts 2 minuten aandacht van de leraar. Aan zo’n vrijheid heb je niet veel als je je de tijd op school efficiënt wilt gebruiken. Klassikaal les aan een klas van 30 leerwillige leerlingen  van VWO-niveau  is voor de meeste van die leerlingen het vruchtbaarste.  Maar voor zo’n homogene klas zou waarschijnlijk in de toekomst zelfs na een brugjaar niet meer gekozen mogen worden. Sommige leerlingen hebben waarschijnlijk meer baat bij grotendeels zelfstandig werken. Die mogelijkheid moet hen beslist geboden worden. Maar dat gaat mis als de leermiddelen inferieur zijn en als de leerling eerst zelf moet gaan uitzoeken wat hij interessant vindt of zou moeten uitzoeken wat na enige tijd interessant zou kunnen worden. 

  16. Juist Hinke, “die macht wordt

    Juist Hinke, "die macht wordt (voortdurend) onderuit geschoffeld".

    Ik had geen klagen, een uitstekende relatie met mijn rector en conrectoren. en ik had geen bemoeienis met mijn vak of mijn didactiek, maar je kunt een leraar/vakdidacticus moeilijk lastig vallen op dat punt.

    Maar het gaat om die talloos veel leraren die voortdurend voor de voeten worden gelopen. Niet alleen op hun school als ze ordebeleid standvastig en consequent willen uitvoeren. Hoeveel leidinggevenden zijn er niet die de leerlingen die verwijderd zijn, glimlachend en begripvol over de bol aaien.
    Maar ook om de politici en megabestuurders die de leraren vertellen wat ze te doen of te laten hebben.

    Gisteren was ik in de Balie waar de vier leraren van het jaar en de voorzitter van de Onderwijscooperatieí  verhaalden over hun bezoek aan de Internationale Conferentie in Nieuw-Zeeland. Typisch voor Nederland was toch dat de bestuurders en vakbondsvoorzitters de leraren hadden meegenomen en op die manier andere landen "een lesje leerden" om in onderwijstermen te blijven. Als snel schoof hare excellentie Bussemaker aan, want die was er ook geweest. Zij vertelde onder andere hoe ze onder de indruk was van leraren in Singapore die tesamen op hun studiemiddag een (waarschijnlijk) wiskundige didactiek uitvlooiden en nadachten op welke punten leerlingen zouden blijven steken. Overigens ook de directeur Leraren van het ministerie was aanwezig.

    Toen de zaal de gelegenheid kreeg vragen te stellen, kon ik het niet nalaten dat de weg naar de verbetering van het onderwijs zou moeten starten met een – wat mij betreft- grondige sanering van de lerarenopleidingen. Die didactische analyse zou daar moeten starten en die opleidingen zouden de studenten niet moeten opzadelen met competentiegedoe waar alle tijd in ging zitten. Zij vertelde namelijk dat ze nauw wilde samenwerken met de lerarenopleidingen. Ik zei haar dat me dat zeer verontrustte. Bovendien wees ik er op dat de professionele ruimte van leraren voortdurend ingeperkt wordt door autoriteiten die vertellen hoe de leraren hun lessen moeten inrichten. De heren Dekker en Rosenmöller die in de media alle ruimte krijgen om te roepen dat de iPhone de klas in moet, dat er met tablets gewerkt moet worden (dat zag Dekker op de BON-conferentie dat dat de oplossing was voor de uitblinkende leerlingen die daarop hun verdieping zouden moeten aantreffen) en de uitspraken van mevrouw Roeters, inspecteur-generaal van de Inspectie, die vond dat leerlingen gemotiveerd moesten worden door de leraren die op hun belevingswereld moesten inspelen en daarbij gedifferentieerd les zouden moeten geven.

    Het antwoord van de minister geef ik voor wat het is. Want toen ik de vorige BON-bijeenkomst vroeg wanneer die nieuwe bekwaamheden nou eens eindelijk bij de kamer werden ingediend, vergat ze te antwoorden. En na enig aandringen van de zaal beloofde ze dat voor de vorige zomer te doen. We zijn inmiddels een jaar verder, en we weten dat de competentiegerichte lerarenopleidingen mee hebben geholpen in haar vertragingstactiek door bij de Onderwijsraad aan de rem te gaan trekken.

    Welnu, wat was het antwoord van de minister:
    – Ja, zij was ook verontrust over de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Ze vertelde hoe de pabo's tekort waren geschoten. Maar dat werd aangepakt. Ik kon niet verder vragen, de microfoon was inmiddels in andere handen, maar ik had haar erop willen wijzen dat de universitaire lerarenopleidingen naast die van de hbo's de veelbelovende studenten ontmoedigde met onderwijskundig geïnspireerde competenties en niet toekwamen aan het opleiden van leraren in waar het werkelijk om gaat: vakinhoud, didactiek en pedagogie.

    – En wat het tweede betreft. Dat was haar onbekend. Ze had niets opgevangen van staatssecretarissen en anderen die die signalen zouden hebben gegeven. Nu kan het zijn dat ze te lang in Nieuw-Zeeland, Singapore en China is blijven hangen en de actualiteit ook niet voor wordt bijgehouden. Maar ik zou bij doorvragen toch ook erop gewezen had dat ze aanwezig was bij de rapport van de Onderwijsinspectie. Daar moet ze toen, ten gevolge van de jetlag, in slaap zijn gesukkeld.

  17. De analyse van Hinke van 18

    De analyse van Hinke van 18 april 2014 op dit BLOG is goed maar m.i. incompleet. Met de liefde voor zijn vak heeft de leraar in een VWO-klas ook nog de mogelijkhid het gevoel van aestetiek dat hij voor zijn leervak voelt. De ontwikkeling van de natuurwetenschappen is bij voorbeeld een Odysseia. De wet van het behoud van energie is een prachtige uitkristallisatie van de kleinere natuurwetten. Nog boeiender wordt die wet als de docent de tweede wet van de Thermodynamika er bij mag halen. Een spannend avonturenboek! Decontroverse tussen Huygens en Newton over het corusculair karakter en de snelheid van licht naar aanleiding van het breken van licht die Huygens gewonnen heeft en toen toch nog op gelijk spel is uitgelopen.

    Bij Nederlands zou meer voorgelezen kunnen worden. De boeiendste les Nederlands die ik ooit gehad heb was toen de leraares Nederlands voorlas uit het boek Karakter van Bordewijk. (Zelf lezen moet natuurlijk ook). Een ander boeiend onderwerp is de evolutie van de menselijke geest zoals die bij voorbeeld een grote stap maakte toen υκλιδης zijn Elementen schreef. De Euklidische meetkunde had natuurlijk niet uit het Gymnasium verwijderd moeten worden maar had daar gedoceerd moetten worden als een onderdeel van de Griekse Cultuur. Maar de op ongetalenteerde probleemkinderen gefixeerde onderwijshervormers wilden geen 2 soorten VWO en ook geen gymnasiumachtig VWO. Dus dat is niet gebeurd.

    Aan leerlingen liefde voor het leervak overdragen is dus ook een middel om leerlingen te motiveren!

Reacties zijn gesloten.