Rapport onderwijsinspectie voor- en vroegschoolse educatie

Hanne Obbink schrijft in Trouw dat de voor- en vroegschoolse educatie in Nederland nog in de kindersch0enen staat. "Internationaal onderzoek door James Heckman, winnaar van de Nobelprijs voor de economie in 2000 levert een duidelijk resultaat: iedere Euro besteed aan voor- en vroegschoolse educatie bij achterstandskinderen verdient zich dubbel en dwars terug" aldus Obbink. Toch kunnen de internationale resultaten niet in de Nederlandse situatie worden bevestigd, zoals de onderwijsinspectie in haar 'Eindrapport bestandsopname voor- en vroegschoolse educatie in Nederland  aangeeft. 

Volgens Dekker is het rapport alarmerend maar is het 'vooronderwijs' juist aan de gemeenten overgedragen omdat die beter voor maatwerk kunnen zorgen dan met één uniforme landelijke aanpak. "Waar gemeenten nu te veel mee bezig zijn is het wiel opnieuw uitvinden. Ze moeten veel meer bij elkaar te rade gaan en de gemeenteraden moeten de wethouders scherper houden, want de kwaliteit moet op een aantal plaatsen echt beter. Zie ook de Kamerbrief van de staatssecretaris. 

BON meent dat de kwaliteit van het onderwijs sterk verband houdt met de kwaliteit van de leraren. Dat blijkt uit veel onderzoek. De oplossing van geconstateerde problemen moet dan ook niet gezocht worden in organisatorische veranderingen, in centrale versus decentrale regelingen of in het overnemen van elkaars aanpak of zoals Dekker het noemt, niet zelf het wiel uitvinden. Voorwaarde voor iedere oplossing is dat de mensen die met de kinderen werken hoog zijn opgeleid, of het nu voorschoolse opvang is of het voortgezet of hoger onderwijs. Natuurlijk weet de staatssecretaris dat ook wel, of hij zou dat moeten weten. In zijn brief raakt hij dat punt dan ook even aan (blz 2): "het taalniveau van de pedagogisch medewerkers moet omhoog ".