De roze olifant van LOOK

LOOK publiceerde een rapport over het probleem dat jongens in het onderwijs over de gehele linie sterk achterblijven bij de prestaties van meisjes.  Opmerkelijk is dat men ontkent dat de veranderingen in het onderwijs hierbij een belangrijke rol spelen. Die veranderingen worden in paragraaf 4.2 wel genoemd, maar voorzien van kanttekeningen die bepaald niet overtuigend zijn. Belangrijker is echter dat bij de mogelijke interventies de oplossing om onderwijs meer in te richten zoals BON dat voorstaat niet genoemd wordt. De genoemde interventies zijn:

  1. Meer mannelijke leerkrachten in het PO
  2. Meer bewegen en sport terug op school
  3. Aparte jongens- en meisjesscholen
  4. Jongens meer tijd geven (opstromen)
  5. Leren van geslaagde voorbeelden uit VO
  6. Emancipeer de mannen
  7. Analyse van HO-uitval van mannen starten
  8. Meer fijnmazige beschrijving en analyse maken van onderwijsloopbanen van jongens en meisjes 

Alleen onder punt 5 worden onderwijsinhoudelijke zaken genoemd,  maar de genoemde aspecten zijn oppervlakkig en tegenstrijdig en varieren van rekening houden met een zogenaamde beperkte concentratiespanne van jongens, extra (begeleiding bij) reflectie, tot aan de constatering dat scholen die het goed doen gewoon goede scholen zijn. 

LOOK ziet de roze olifant, maar lijkt er alles aan te doen de invloed van dat beest in het klaslokaal te ontkennen en reikt vooral veel ideeën voor extra onderzoek aan. Wie zou dat onderzoek nu moeten verrichten?

6 Reacties

  1. LOOK draait toch flink om de

    LOOK draait toch flink om de hete brij, of de roze olifant, heen. De grootste verandering in het onderwijs is NIET dat het nu taliger is (zou zijn). Dat lijkt me uit eigen ervaring uit het VWO jaren zeventig niet het geval. Het aantal boeken dat voor de lijst gelezen moest worden was veel groter dan nu en er waren minder mogelijkheden dan nu om dat te ontwijken. Daarbij scoorden jongens destijds beslist niet overduidelijk slechter dan meisjes. Maar ook waren de studieboeken van welk vak dan ook vele malen taliger dan nu. Geen fraaie plaatjes in meerkleurendruk, maar saaie kleine lettertjes. Dat lukte de jongens best destijds.

     

    Verder noemt LOOK het samenwerken en plannen/discipline. Dat is wel een punt. In "mijn tijd" was de discipline eenvoudig: je was zelf verantwoordelijk om klaar te zijn voor de aangekondigde en niet-aangekondigde toetsen en had er ook zelf last van als je dat te zeer liet versloffen. Met het vele groepswerk is er tijdens dat proces geen duidelijke sturing van een docent en kom je er mee weg als je als individu in een groepje de zaak versloft. De anderen lossen dat wel op.

     

    Maar meer nog dan het samenwerken zelf en de daarbij benodigde discipline lijkt me dat door al dat samenwerken, nauwkeuriger gezegd: door het sociaal constructivisme, de INHOUD van de vakken is veranderd, Die inhoud werd vroeger vaker als lesstof en dus op enig niveau overgedragen. Nu is de inhoud al te vaak het resultaat van een "onderzoek" dat een groepje zelf heeft uitgevoerd, en dat KAN alleen maar relatief banaal zijn in vergelijking tot een gedegen vakinhoud die vanuit de hoog opgeleide docent zorgvuldig wordt overgedragen. De KENNIS van die docent is oneindig veel groter dan die van de medeleerlingen en hun orakel dat Google heet. En juist die kennis is er zorgvuldigd uitgewassen. Het onderwijs is spruitjes zonder bitter en koffie zonder cafeïne geworden. Buckler. Of een theekransje. Bepaald niet aantrekkelijk voor jongens. 

     

    Ik weet het, uit eigen ervaringen kun je geen wetenschappelijk verantwoorde theses afleiden, maar ik heb destijds fluitend mijn VWO doorlopen en binnen een fatsoenlijke tijd mijn wiskundestudie volbracht. Ik was en ben ook een redelijk braaf persoon en kan best samenwerken, maar ik zou absoluut gek worden van het soort samenwerkopdrachten dat ik nu als docent op het hbo moet begeleiden. Als ik destijds met dergelijk onderwijs mijn VWO had moeten doorlopen was ik nooit aan de universiteit toegekomen en zou brave ik waarschijnlijk een typische (jongens) uitvaller zijn geweest.

     

    Ik zie trouwens dat de goede studenten, zowel meisjes als jongens, het met dat hbo-samenwerkleren ook erg moeilijk hebben. De beste manier om de studiepunten te halen is om redelijk kritiekloos volgens de juiste procedures het resultaat te leveren dat volgens de beoordelingscriteria een 7 oplevert. Diepgang wordt afgestraft, in eerste instantie door de medestudenten die daar niet van gediend zijn en vaak ook door de criteria van het beoordelingslijstje. Het gaat om voldoende vaart en de juiste procedures. Voor iemand die werkelijk inhoudelijk geïnteresseerd is of uitgedaagd wordt door lastige problemen is dat dodelijk. Van mijn eigen kinderen, die op een andere hbo studeren dan waar ik werk, hoor ik exact hetzelfde.

     

    Ik kan maar tot één conclusie komen: de onderwijsvernieuwing heeft de lesinhoud kapotgemaakt. Voor de exacte vakken weet ik dat: realistische wiskunde is GEEN wiskunde en het openslopen van een dynamo is geen natuurkunde. Voor andere vakken vermoed ik het: het schrijven van een scriptie over onderwerp x (liefst gepersonificeerd) bij geschiedenis, staat in geen verhouding tot het werkelijk leren van de feitelijke geschiedenis en daar onder leiding van een vakman over nadenken. Het ontbreken van 15 boeken Engels voor de lijst kan ook niet anders dan invloed hebben op het VAK, het is geen vrijblijvende didactische verandering.

     

    Jongens hebben er de pest aan als de inhoud verdwijnt en er geprocedureerde theekransjes ontstaan. Slimme meisjes overigens ook. Maar ja: we moesten zo nodig 50% hoger opgeleiden. En LOOK weigert de Olifant als relevant te zien.

     

    Jongens zijn de uitgeprocedureerde onderwijsvluchtelingen van de lulkoekmaatschappij. Aardig voor een tegeltje?

  2. In Nederland is het onderwijs

    In Nederland is het onderwijs voor een belangrijk deel afgeschaft en daar zit het probleem.

    Een andere omschrijving van het zelfde probleem is overigens  "lumpsum".

     

  3. De “interventies” 7 en 8

    De "interventies" 7 en 8 zouden we inderdaad ook  “jobsecurity” kunnen noemen.

     

    Karin

  4. Kennelijk heeft elke tijd z’n

    Kennelijk heeft elke tijd z'n eigen 'ontdekkingen'.

    Ontdekkingen van zaken die echter die al erg oud kunnen blijken te zijn.

    Ik weet het nog heel goed: in de tijd waarin degelijk onderwijs nog de regel was (de tijd van de HBS en MULO, waarbij kinderen in de zesde klas zelfs EXTRA lessen moesten volgen als voorbereiding op die HBS, nota bene), waren de jongens OOK al oververtegenwoordigd in het speciaal onderwijs en ook toen vond men dat opvallend.

    Nieuwe tijden, nieuwe problemen? In dit geval dus zeker niet.

  5. @moby

    @moby

    Ik geloof graag dat jongens ook vroeger oververtegenwoordigd waren in het speciaal onderwijs. Bij het VO gingen die jongens naar het ITO.

    Maar voor hbs/havo/vwo/gymnasium was dat volgens mij toch niet het geval. Daar presteerden jongens tenminste gelijkwaardig aan meisjes en in het HO waren jongens zelfs oververtegenwoordigd en haalden ook gewoon hun diploma's. Die situatie is nu volkomen veranderd en dat is gebeurd in een periode van anderhalve generatie. Dat is wel degelijk een nieuw probleem.

  6. Dit is niet het eerste

    Dit is niet het eerste rapport van onderwijskundigen dat wordt afgesloten met borrelpraat. In de gewone wetenschap volgen aanbevelingen direct uit onderzoeksresultaten.

    Lees in dit kader eens onderwijskunde.blogspot.nl/2013/08/onderwijsonderzoeker-blijf-bij-je-leest.html:

    "Robinson* et al. stellen vervolgens voor dat auteurs in wetenschappelijke tijdschriften zich voortaan beperken tot het bespreken van hun bevindingen en derhalve aanbevelingen voor de praktijk achterwege laten."

    De laatste regels zijn erg grappig: "Verscheidene onderzoekers (Alexander, Renkl) merken bijvoorbeeld op dat het bijdragen aan de onderwijspraktijk een raison d’être van onderwijsonderzoek is. Wanneer dit wegvalt, wat blijft er dan nog over van het nut van onderwijsonderzoek? "

    Ofwel, zonder borrelpraat geen nuttig onderwijskundig onderzoek..

    *Niet Ken Robinson.

Reacties zijn gesloten.