Motie Beertema (PVV) versterking positie leraren

binnenhof-ridderzaal_3_450x200.jpg

Harm Beertema heeft vandaag een motie ingediend waarin de minister wordt gevraagd het instemmingsrecht van leraren te waarborgen door een wettelijke basis te verzorgen waarbij het wetsvoorstel positie leraren uitgangspunt is.

BON staat achter deze motie die de positie van leraren moet versterken.

 

De Kamer,

 

Gehoord de beraadslaging,

 

overwegende dat de leraar een professional is die samen met zijn/haar team invulling geeft aan didactiek, pedagogisch klimaat en vakinhoud,

 

overwegende dat het geven van instemmingsrecht op deze basale aspecten het minste is wat Kamer en Regering kunnen doen om de positie van de leraar als zelfstandige professional te herstellen en daarmee te herwaarderen en respecteren,

 

constaterende dat er in het Kabinet Rutte 1 breed draagvlak was, in ieder geval bij CDA, VVD en PVV, om de positie van de leraar op die wijze te versterken,

 

overwegende dat het wetsvoorstel Versterking positie Leraren (32396) in 2011 is aangehouden met de bedoeling om de onderwijssectoren de gelegenheid te geven zelf invulling te geven aan de versterking van de positie van leraren middels totstandkoming van professionele statuten,

 

constaterende dat daarin te weinig voortgang is geboekt,

 

verzoekt de regering om het instemmingsrecht van leraren te waarborgen door er een wettelijke basis aan te geven op die aspecten die bepalend zijn voor de invulling van het beroep, waarbij artikel 29 van het wetsvoorstel Versterking positie Leraren (32396) het uitgangspunt moet zijn,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Beertema

 

 

Wetsvoorstel Versterking positie Leraren (32396) Artikel 29:

 

Artikel 29a Deskundigheid en verantwoordelijkheid leraar

1. Op grond van de bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in artikel 32a en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, beschikt de leraar over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap.

2. De in het eerste lid bedoelde zeggenschap omvat in elk geval dat de leraar

a. de leerstof selecteert en ordent,

b. werkvormen, materialen en media kiest,

c. de prestaties van de leerling beoordeelt, waaronder mede wordt begrepen

d. het maken van toetsen, het kiezen en samenstellen hiervan,

e. de begeleiding van de leerling vaststelt, en

f. het contact met de ouders onderhoudt.

Artikel 29b Deskundigheid en verantwoordelijkheid lerarenberaad

1. Aan een school wordt een lerarenberaad ingesteld. Het beraad bestaat uit leraren die door het bevoegd gezag zijn benoemd of aangesteld of tewerk zijn gesteld en werkzaam zijn aan de desbetreffende school.

2. Het bevoegd gezag legt de documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, waaronder in ieder geval begrepen worden het schoolplan en de schoolgids, voor advies voor aan het lerarenberaad.

3. Het lerarenberaad kan over de documenten, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag.

4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies.

5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het lerarenberaad.

Artikel 29c Deskundigheid en verantwoordelijkheid gemeenschappelijk lerarenberaad

1. Elk bevoegd gezag heeft een gemeenschappelijk lerarenberaad. In het geval dat het bevoegd gezag één school onder zich heeft, is dit gemeenschappelijk lerarenberaad gelijk aan het lerarenberaad, bedoeld in artikel 29b, eerste lid.

2. Het bevoegd gezag legt de hoofdlijnen van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor zover dat bovenschools wordt vastgesteld, voor advies voor aan het gemeenschappelijk lerarenberaad.

3. Het gemeenschappelijk lerarenberaad kan over de hoofdlijnen, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag.

4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies.

5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het gemeenschappelijk lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het gemeenschappelijk lerarenberaad.

 

 

 

2 Reacties

  1. Zie hier het zwakke punt (29c

    Zie hier het zwakke punt (29c lid 4):

    4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies.

    Er hoort doorgepraat te worden tot er consensus is. Als het bevoegd gezag alleen maar een advies hoeft te pareren, en dus een onderwijsbeleid kan opleggen, zullen we opnieuw met de misstanden uit het verleden worden opgescheept. Dan haalt het zich saboterende leraren op de hals die ervoor zorgen dat er niets van terecht komt.

    Er moet dus geen adviesrecht, maar instemmingsrecht zijn. En dat lerarenberaad moet vanaf het begin samen met de bestuurder(s) dat beleid bepalen.

  2. Hoe zit het nu met een leraar

    Hoe zit het nu met een leraar die niet met een of ander document kan aantonen dat hij een leraar is zoal beschreven in artikel 29a1? Is hij met huid en haar aan het bestuur overgeleverd? Waarschijnlijk is wel artikel 29b dat parallel staat met artikel 29a op hem van toepassing en heeft hij actief en passief stemrecht in het lerarenberaad Of krijgt hij daarvoor een proxenos?.

    Is het niet beter dat een schoolbestuur helemaal geen bovenschoolse besluiten mag nemen? Een schoolbestuur kan immers ook voor elke school hetzelfde besluit nemen! Er hoeft dan ook geen bovenschools lerarenberaad gevormd te worden. Ik denk hierbij bij voorbeeld aan Zelfstandige Gymnasia die soms heel andere belangen hebben dan scholengemeenschappen of zelfstandige MAVO’s. Het de jure verdwijnen van bovenscholls beleid zou bovendien in de praktijk tot gevolge kunnen hebben dat er voor ouders meer echte keuzemogelijkheden ontstaan.

Reacties zijn gesloten.