De leraar is een lastige kostenpost

Uitstekend opiniestuk van Marcel de Jong in NRC (Opniepagina 15) waarin hij de onderwijsellende die ons maar al te zeer bekend is nog eens treffend opsomt en de PvdA en VVD oproept om ons onderwijs weer op het rechte spoor te krijgen.

De Jong noemt het nieuwe leren, de terugtrekking van overheid en inspectie en de lump sum als oorzaken en o.a fusies en enorme overhead als gevolgen. Niets nieuws voor de bezoekers van ons forum en voor iedereen die de krant leest, maar het kkan niet vaak genoeg gezegd worden.

4 Reacties

  1. De Jong heeft het door. 

    De Jong heeft het door. 

    Deze drie achtergronden en deze gevolgen laat ik ook aan bod komen in een lezing voor het Skepsis-congres op 20 oktober over competentiegericht onderwijs. Hopelijk leest de toekomstige minister van onderwijs deze krant ook. Anders moet hij maar op die datum naar Utrecht komen.

  2. twee kapiteins op één schip

    “ Een wetenschappelijke onderbouwing voor zulke onderwijsmethoden is altijd wel bij elkaar te onderzoeken”. De eerste voor de hand liggende bezuiniging is dus het afschaffen van overheidssubsidies voor onderwijsresearch. Onderwijsresearch dat elk gevraagd `wetenschappelijk` resultaat kan leveren komt niet van een wetenschapsinstituut maar van een gespecialiseerd reclamebureau.

    “……. dient zij (=de inspectie) zich voortaan te richten op het inspecteren van de kwaliteit van de inhoud van de lessen, de didactiek, het lesmateriaal en de leraren” EN “de leraar moet weer centraal staan op school”. Wie wordt nu de baas in de klas, de leraar of de inspecteur? Wie zich herinnert dat er een inspecteur van het basisonderwijs was die de resultaten die een basisschool met allochthone kinderen behaalde uitbundig prees maar toch wilde dat de school vanwege de in het vervolgonderwijs gebruikte methoden haar methode zou aanpassen zal er zich van bewust zijn dat de Jong hier op twee gedachten hinkt. Misschien is het verstandiger om de inspecteur te laten kijken naar (het betrouwbaar vast stellen van)de RESULTATEN van het onderwijs. Een overheid die een manier vindt om betrouwbaar de door de school toegevoegde waarde te meten zou zich helemaal niet met de bedrijfsvoering van een school hoeven te bemoeien.  (Resultaten) Niet goed → Geld terug.

    Seger Weehuizen

  3. Ik ben nog niet overtuigd van

    Ik ben nog niet overtuigd van de schadelijkheid van de lump sum / de verkieslijkheid van geoormerkt geld. Het grote voordeel van lump sum financiering is dat scholen hun eigen beleidsruimte houden. Die beleidsruimte wordt weliswaar nogal eens niet goed benut, maar daar staat tegenover dat er scholen zijn die op hun eigen manier voortreffelijke dingen doen met het geld.

    Welke reden hebben wij om er vanuit te gaan dat het ministerie wijzer met oormerken omgaat dan de huidige besturen met de lumpsum om gaan? Op het moment dat er geld geoormerkt wordt, is het aannemelijk dat de oormerkers (i.c. het ministerie) het onderwijsproces gaan sturen. Zolang de oormerken alleen maar weinig specifieke labels als 'huisvesting' of 'bekostiging personeel' hebben is er weinig aan de hand, maar we zijn aanzienlijk verder van huis als er ook oormerken komen als bijvoorbeeld 'bekostiging onderwijsassistenten' of 'inrichting studiehuis': dan zijn de scholen die er nu voor kiezen om de lump sum in docentensalarissen en echte lessen te steken hun keuzevrijheid kwijt.

    • Het werkt anders

      Het idee dat er gelabeld geld komt om onderwijsassistenten voor het studiehuis aan te stellen is een nogal vergezochte veronderstelling. Ook geloof ik niet dat iemand er voor is om tot op het niveau van de gummetjes de inrichting door de overheid te laten voorschrijven danwel geld tot op dat niveau te laten labelen.

      In de huidige situatie is het zo dat een school(bestuur) geld verdient door een on(der)bevoegde docent aan te nemen. Het loont financieel om onbevoegden aan te trekken. Omdat de school daarover ook geen werkelijke openheid behoeft te geven werkt het financieringssysteem dit ook in de hand. 

      Als je zoals in het verleden een norm stelt voor het aantal docenten gerelateerd aan vak en bevoegdheid, dat een school mag hebben en de salarissen, mits binnen die bevoegdheid) simpel bij de oveheid laat declareren, dan hebben besturen geen enkel belang meer om goedkope leraren aan te nemen en zullen ze dus meer geneigd zijn om goede leraren aan te nemen.

      Er speelt nog iets anders dat hier relevant is. Door de lumpsum krijgen scholen de beschikking over enorme sommen geld. De overheid heeft gemeend dat het type schoolbestuurde uit het verleden onvoldoende professioneel was om dergelijke grote bedragen te beheren. Let wel: het gaat niet alleen om docentensalarissen, maar ook om bv huisvesting. Ik kan me die gedachte wel indenken. Een vrijwilligersbestuur zou wellicht te mager zijn. Dat is een belangrijke reden geweest voor de fusies. Een professioneel bestuur, met CvB-voorzitter en RvT hebben, zo is de veronderstelling, verstand en ervaring van financiiele zaken, maar  een school met 1200 leerlingen kan zo'n bestuur niet betalen. Professionele bestuurders kosten geld. Veel geld. Dus moet er gefuseerd worden. Zet 20 scholen bij elkaar in één bestuur en je bent er. De nadelen daarvan zijn inmiddels gebleken. Nu mag men zelf beslissen het geld aan een skybox uit te geven, of aan waanzinnige nieuwbouw, of aan onderwijsvernieuwingsprojecten of ….. Want die dure besturen willen natuurlijk wel iets te doen hebben. Groots en meeslepend wil men zijn. SImpel op het geld en de gebouwen passen is natuurlijk erg saai.

Reacties zijn gesloten.