1 Reactie

  1. Ut desint vires tamen est laudanda voluntas

    In de partijprogrammata zijn wensen die grootschaligheid vereisen (A) en wensen die verhinderen dat een school op meetbare resultaten wordt afgerekend (B). Maar bijna overal is onduidelijke of ongeloofwaardige  grootspraak te vinden. Ook worden contradicties verzwegen.(C). Neem bij voorbeeld het CDA:

    CDA

    “De school van de kinderen is de plaats waar vorming tot verantwoordelijke medeburgers plaats heeft”. — Of een school daarin slaagt is moeilijk vast te stellen en al helemaal niet door een afsluitend examen: B

    “De vrijheid om scholen te stichten wil het CDA verbreden tot nietreligieuze gronden” — Dat is al mogelijk. De echte problemen voor het oprichten van scholen zijn gelegen in de overige, meestal quantitatieve voorwaarden en loodzware regelgeving. Maar ook in de eendrachtige tegenwerking door de besturen van bestaande scholen (A,B).

    “Onderwijs en onderzoek op universiteiten en in het bedrijfsleven moeten hun internationaal vooraanstaande positie behouden dan wel verbeteren.” — Het is het een of het ander: Als je waardevolle universitaire diploma’s wil uitreiken moet je streng selecteren. De qualitatieve verbetering gaat dan ten koste van de diploma-productie. Lissabon exit. Het VWO moet bovendien zwaarder en theoretischer worden. (C)

    “Wij geven leerlingen, studenten, leerkrachten en onderzoekers de kans om Nederland weer op de kaart te zetten als Top 5 van de kenniseconomieën”. — Onwaarschijnlijk. Welke genieën van het CDA hebben de betrouwbare weg daarheen gevonden? (C)

    “Wij kiezen voor ambitieus en kleinschalig onderwijs”. — Ut desint vires tamen est laudanda voluntas (C)

    "Wij vinden het belangrijk dat voor het behalen van een onderwijsdiploma hard gewerkt moet

    worden".—  Zou dat een appel zijn voor het laten schrijven van veel werkstukken? Zo kun je alle leerlingen goed aan het werk houden. — Of krijgt voortaan elke leerling onderwijs dat aan het randje van zijn kunnen ligt?

Reacties zijn gesloten.