Schoolboeken gratis, het leek zó mooi…


… de titel boven een NRC-artikel gewijd aan een dramatische wending in de schoolboeken muppet-show. [28 februari 2008]
Uiteindelijk komen ze toch in schooljaar 2009/2010, kritische opmerkingen van de Raad van State ten spijt en op een moment dat een financiele crisis Europa treft.

Des te opmerkelijker de regel uit ‘Bruggen slaan’ [regeerakkoord 2012] over onderwijs:

  • De verstrekking van gratis schoolboeken wordt teruggedraaid.
    Het huidig systeem van inkoop van boeken door scholen kan in stand blijven. Een deel van de besparing wordt teruggeven in inkomensondersteuning.
    De maatregel levert per saldo 185 miljoen op.


Uiteindelijk is het dus toch gelukt [6957]
Over de ontwikkelingskosten van WGS maar niet lang nadenken…

De andere punten over onderwijs uit Burgers slaan:

VI. Van goed naar excellent onderwijs Onderwijs en wetenschap in Nederland zijn van hoog niveau, maar onze ambitie reikt verder: wij willen tot de top vijf van de wereld gaan horen. De kwaliteit van de man of vrouw voor de klas of in de collegezaal is daarbij van doorslaggevende betekenis. En die kwaliteit staat of valt met opleiding en selectie van leraren en van directeuren en bestuurders die hun medewerkers stimuleren, belonen en zo nodig sanctioneren. Dit zijn de mannen en vrouwen van wie we het moeten hebben: in hen willen we investeren. Zo kan onderwijs het beste uit kinderen en studenten halen. Talent meer uitdagen en achterstanden verkleinen, ook als je geboren bent in een migrantenfamilie, een gezin met een laag inkomen of deelneemt aan het speciaal onderwijs. Het belang dat wij hechten aan goed onderwijs, wordt onderstreept door het feit dat wij onderwijs buiten de bezuinigingen hebben weten te houden en er in deze crisistijd zelfs in investeren.

Met het onderwijsveld willen wij tot afspraken komen over verbetering van de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Over betere begeleiding van startende docenten en bijscholing van bestaande docenten en schoolleiders. Over professionalisering van het personeelsbeleid met behulp van de Onderwijsinspectie. Over terugdringing van het aantal onbevoegde docenten. Het oordeel van de Onderwijsinspectie over scholen zal zich ook gaan uitstrekken tot de categorieën “goed” en “excellent”. Onderdeel van het akkoord is dat scholen die hun kwaliteit op orde hebben, minder hoeven te verantwoorden dan scholen die slecht scoren. Scholen gaan publieke verantwoording afleggen over behaalde resultaten en gebruikte middelen.

Andere elementen die we betrekken bij te sluiten akkoorden:
– Het zo effectief mogelijk benutten van kostbare onderwijstijd.
– Modernisering van de huidige wettelijke onderwijstijdnorm.
– De ouderenregeling (BAPO) afbouwen om ruimte te creëren voor moderne arbeidsvoorwaarden.
– Het versneld voldoen aan gewenste beloningscodes.
– Vanaf 2017 is voor dit pakket ruim 340 miljoen beschikbaar, op voorwaarde dat het lukt de arbeidsvoorwaarden te moderniseren.

• De eisen rond lerarenopleidingen worden aangescherpt en een groter deel van dit onderwijs moet in de praktijk plaatsvinden.
• De eisen van bekwaamheid uit het Lerarenregister en de bijscholingsplicht van docenten worden met ingang van 2017 wettelijk verankerd.
• De mogelijkheden om slecht functionerende docenten aan te pakken, nemen toe nu de rechtspositie van ambtenaren in overeenstemming zal worden gebracht met die van andere werknemers.
• Het participatie- en vervangingsfonds wordt gemoderniseerd, zodat goed werkgeverschap beter kan worden beloond.
• In het onderwijs zal een stofkamoperatie plaatsvinden, zodat het aantal administratieve verplichtingen en voorschriften voor verantwoording kan verminderen.
• Er komen normen die borg moeten staan voor de menselijke maat in het onderwijs en voor minder overhead. De bekostiging wordt daarop geënt en deze normen zijn ook leidend bij fusies.
• In krimpgebieden moeten alle vormen van samenwerking mogelijk zijn. Denominatie noch fusietoets mag daarbij in de weg staan.
• Het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en het praktijkonderwijs (PRO) worden doelmatiger en gaan vallen onder het gebudgetteerde stelsel van samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs.
• Consultatiebureaus gaan doelgroepkinderen voor wat betreft risico op taalachterstand toetsen en doorverwijzen. Het beschikbare extra geld voor Vroeg en voorschoolse educatie zal in het licht van bovenstaande worden aangewend.
• In het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) gaan we door met actieplan ‘Focus op vakmanschap’, maar op een verantwoord tijdpad. Daarbij betrekken we inkorting en intensivering van de opleidingen en een sterk vereenvoudigde kwalificatiestructuur.
• Er komen minder opleidingen en uitstroomprofielen zodat de kwaliteit in het MBO kan toenemen. Kleine opleidingen worden in principe beëindigd.
• Er is 250 miljoen beschikbaar om te intensiveren in het MBO, gekoppeld aan prestatieafspraken met instellingen. Volle roosters, uitdagende opleidingen, voldoende aandacht voor de basisvaardigheden taal/rekenen en een sterke praktijkoriëntatie dragen bij aan meer kwaliteit.
• De langstudeerdersboete voor studenten wordt afgeschaft.
• Er komt een sociaal leenstelsel in het hoger beroeps- en universitair onderwijs voor de basisbeurs in de bachelor- en in de masterfase. Dit geldt voor nieuwe studenten met ingang van september 2014. De aanvullende beurs blijft buiten het sociale leenstelsel, om de toegankelijkheid van het onderwijs te garanderen.
• De openbaarvervoerkaart voor studenten wordt een kortingkaart in 2015, die ook beschikbaar komt voor scholieren in het MBO. Vervoerskosten vallen (tot een zeker maximum) onder het sociaal leenstelsel.
• De opbrengsten van de maatregelen in de studiefinanciering worden geïnvesteerd in het onderwijs en onderzoek.
• Voor het compenseren van onbedoelde effecten van het vrijgeven van het collegegeld voor een tweede studie is 20 miljoen beschikbaar.
• Er komt 150 miljoen extra beschikbaar voor versterking van het fundamenteel onderzoek, waarvan 50 miljoen door herprioritering.
• In lijn met de motie Van Haersma Buma wordt 256 miljoen uit het gemeentefonds overgeheveld naar de scholen ten behoeve van hun huisvesting.
• Het beleid gericht op bekostiging op basis van kwaliteit wordt voortgezet.
• Toelating tot het hoger onderwijs vindt plaats op basis van een daarvoor kwalificerend diploma. Selectie aan de poort blijft toegestaan voor University colleges, studies waar het aantal aanmeldingen het aantal opleidingsplaatsen overstijgt en voor opleidingen met bijzondere toelatingseisen, zoals in de kunsten.
• Bestuur, beheer en beloningen bij instellingen van hoger onderwijs worden in overleg met de sector versneld op orde gebracht.

8 Reacties

  1. En, las ik, de

    En, las ik, de maatschappelijke stage wordt ook afgeschaft. Hoe spijtig ook voor Marja,

    Zo zie je maar weer: vernieuwlen moet en of het nodig en nuttig is bepalen we achteraf.

    • Zo kunnen we nog meer noemen:

      Zo kunnen we nog meer noemen:

      Verzorging uit de basisvorming.

      Bij de tweede fase:
      Studiehuis niet verplicht, dus ook niet ingevoerd.
      Drie nieuwe vakken ANW, CKV en MMW. Die vakken moesten leerlingen uit de niet-verwante profielen het nodige meegeven uit de profielen die ze niet gekozen hadden. Het laatste vak al meteen afgeblazen, daarin mocht ik nog een belangrijke rol spelen. De andere twee in de loop van de jaren een kopje kleiner gemaakt en tenslotte definitief naar de eeuwige jachtvelden.
      En dat ten koste van mensen die hard gewerkt hebben om er nog iets (moois) van te maken. Veel persoonlijke drama's, veel geld verknoeid.

      Het is onderhand duidelijk dat nieuw bedachte vakken zonder enige duidelijke voeling met universitaire studies gedoemd zijn te mislukken. 

      • Het is onderhand duidelijk

        Het is onderhand duidelijk dat nieuw bedachte vakken zonder enige duidelijke voeling met universitaire studies gedoemd zijn te mislukken.

        Nieuw bedachte vakken zoals realistisch reken-wiskunde? Of moeten we het tegenwoordig het vak `gecijferdheid' noemen? Of het vak `functioneel rekenen'?

  2. regeerakkoord

    Praatjes vullen geen gaatjes…..

    03-11-2012

    LIA-reactie op regeerakkoord 2012

    Geven en nemen, noemen ze dat bij coalitieonderhandelingen. We geven de belangen van leraren weg en nemen op andere dossiers onze winst. Je moet elkaar iets gunnen. Tegelijkertijd roepen we heel hard dat we helemaal niet bezuinigen op onderwijs. Kijk maar naar de cijfers.

    Laten we eerst maar eens even kijken naar de woorden van VVD en PvdA. Het nieuwe regeerakkoord zet leraren nu al voor vier jaar op de nullijn (een nieuw record), maakt de werkdruk voor leraren nog groter door de BAPO af te schaffen en maakt het weer gemakkelijker leraren klem te zetten met een versoepeld ontslagrecht en een verplicht register.

    Zo doe je dat, het verzet uit het onderwijsveld in de kiem smoren. Leraren staan toch al niet bekend als een beroepsgroep die snel in het verzet komt. Leraren kun je voor de verkiezingen gemakkelijk beloftes doen die je daarna weer net zo gemakkelijk breekt. De coalitiepartners hebben het spel goed gespeeld.

    Ondertussen doe je niets aan de hoge werkdruk van leraren. Je zorgt er zelfs voor dat die nog hoger wordt. Door de volstrekt ontoereikende financiering van scholen door de overheid nemen die scholen nu namelijk gedwongen hun toevlucht tot zogenaamde verborgen bezuinigingen. Klassen worden hierdoor nog groter, leraren geven hierdoor nog meer lessen en de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van leraren worden hierdoor nog slechter.

    Tegelijkertijd staan er ook nog veel mooie, loze en gratuite woorden in het regeerakkoord. Het LAKS trapt met open ogen in de gesuggereerde verbetering van de onderwijskwaliteit. De VO-raad ziet de macht van het management over leraren tot haar vreugde nog groter worden. De traditionele onderwijsbonden zijn boos. Nullijn-ondertekenaar CNVO klaagt hypocriet over de nullijn. De AOb keert teleurgesteld over nullijn en de afschaffing van de BAPO terug naar de cao-onderhandelingstafel voor nieuwe ‘verkennende gesprekken’. LIA vreest de uitkomst van de ‘onderhandelingen’ nu al. Waarschijnlijk krijgen de leraren het resultaat weer een dag voor de vakantie te horen, als iedereen op apegapen richting Kerstmis strompelt.

    Hoe gaan Rutte en Samson hun in het regeerakkoord uitgesproken ambitie om bij de top vijf van de wereld te komen eigenlijk waarmaken? Ze willen van goed naar excellent onderwijs en daartoe de kwaliteit van leraren en schoolleiders verbeteren. Naast de hierboven genoemde maatregelen zoeken ze het in het regeerakkoord vooral in prachtige terminologie. Er moet vooral veel ‘gemoderniseerd’ worden. Minder ‘administratie’ door een ‘stofkamoperatie’. ‘Effectieve’ onderwijstijd. ‘Onbevoegdheid’ moet teruggedrongen worden. Lerarenopleidingen moeten ‘aangescherpt’ worden en meer ‘naar de praktijk’ gebracht worden. Minder ‘overhead’. Meer ‘menselijke maat’. ‘Professionalisering’ van het personeelsbeleid. Bekostiging op basis van ‘kwaliteit’. En tot slot de meest raadselachtige formulering van allemaal: er moet versneld voldaan worden aan ‘gewenste beloningscodes’. Praatjes vullen geen gaatjes.

    Staat er verder nog nieuw onderwijsbeleid in het regeerakkoord? De maatschappelijke stage wordt alweer afgeschaft nog voordat hij goed ingevoerd is (misschien kan de heer Dijsselbloem het rapport van zijn eigen commissie nog eens nalezen?). De verstrekking van de gratis boeken wordt nu weer teruggedraaid, maar heeft inmiddels al weer veel schade op scholen aangericht  en leraren kunnen weer opdraaien voor de nodige reparatiewerkzaamheden (meneer Dijsselbloem?).

    Waar in het regeerakkoord verder gesproken wordt over investeren, gaat het vrijwel altijd om geld verschuiven. Aan deze maatregelen zijn echter veel voorwaarden verbonden, die onder het mom van het toverwoord ‘modernisering’ vrijwel allemaal negatief voor leraren uitpakken.

    Nergens lezen we in dit akkoord wat de coalitie gaat doen om het onderwijs aantrekkelijk te maken voor hoogopgeleide, betrokken en goede nieuwe leraren. Nergens lezen we wat de plannen zijn voor verlaging van de werkdruk. Nergens lezen we waar leraren de tijd voor de zo gewenste bijscholing vandaan moeten halen.

    Er blijft op het onderwijsdossier dus nog steeds sprake van zwalkend beleid van een onervaren verkenner wiens kompas het noorden kwijt is. We zien slechts paniekvoetbal van een in een bekerwedstrijd zoekgespeelde amateurclub. VVD en PvdA beuken in op de leraar die als een murwgeslagen bokser in de touwen hangt.

    LIA roept alle partijen op om eindelijk eens op te houden met die modieuze prietpraat over moderniseren. We moeten harmoniseren in plaats van moderniseren, en wel harmoniseren met de cijfers van andere landen waar het onderwijs geen ondergeschoven kindje is. Landen die terecht in de top vijf van de wereld staan bijvoorbeeld, een plek waar Nederland als het zo verder gaat alleen maar van kan dromen.

    Grote klassen, veel lessen, hoge werkdruk, slechte arbeidsvoorwaarden, nullijn, nullijn, nullijn en nog eens nullijn.

    Wanneer trekken wij leraren eindelijk eens één lijn?

    • Houtsnijdend

      Teja's bijdrage (die we ook een LIA-bijdrage kunnen noemen) snijdt hout. Hardhout, zeg ik daarbij. Eens temeer roept deze bijdrage de vraag op: waarom zou BON toch een 'gematigd POSITIEF' signaal afgeven over dit regeerakkoord?

       

      Ik ben er absoluut niet van overtuigd dat dit regeerakkoord met betrekking tot onderwijs een positief signaal verdient. Zo'n signaal kan dus niet uit mijn naam afgegeven worden, inhoudelijk noch strategisch. Ben ik soms een uitzondering?

       

      • Ik begrijp ‘gematigd positief

        Ik begrijp 'gematigd positief' ook niet en stem met die woorden ook niet in. Ik hoop dat we er meer over te horen (lezen) krijgen.

Reacties zijn gesloten.