Een monument voor de onbekende docent

Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en voorzitter van de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon heeft een goed advies voor Ronald Plasterk en de onderwijsboekenuitgevers: dunnere boeken en ‘dikkere’ docenten.
Hij geeft vandaag in de Volkskrant drie adviezen om de kwaliteit van ons onderwijs te bevorderen: dunnere boeken, beter docenten en meer algemene vorming.
Ten eerste moeten we saneren in de dictatuur van de methode. De leraar is de methode.
Schoolboeken moeten slanker en goedkoper. Minder plaatjes, cd’s en bandjes; veel liever slim samenspel met Internet. Grootscheeps terugdringen van werkboeken en andere voorgedrukte invuloefeningen. Leer de leerlingen liever fatsoenlijk notities maken, een zeer nuttige vaardigheid voor de rest van hun leven.
De ontwikkeling van lesmethodes wordt slechts in beperkte mate gestuurd vanuit de vraagzijde van de markt, maar vooral door de belangen van de aandeelhouders, en dus door de behoefte aan permanente winstgroei.
De gemiddelde kosten van schoolboeken zijn in de laatste drie jaar bij het vwo met 70%, bij de havo met 90% en bij het vmbo met 100% gestegen.
De prijsopdrijving kan in onderwijsland gemakkelijker dan waar dan ook, omdat de school de boeken voorschrijft, maar ze niet hoeft te betalen. Aan koperszijde kan op vrij vuige wijze worden gespeculeerd op het feit dat de ouders op alles wel willen bezuinigen, behalve op de scholing van hun kinderen.
Dus ze zuchten en tandenknarsen, maar zetten uiteindelijk hun handtekening onder de incassomachtiging aan Van Dijks Boekhuis.
Ten tweede moeten we veel meer investeren in de leraar, diens rol en kwalificaties.
Meer inhoud en van daaruit meer vertrouwen, ruimte en gezag.
Het dikke boek hoort bij een ‘dunne’ leraar.
Het een wordt zelfs geregeld gerechtvaardigd met het ander.
De leraren zouden te zwak zijn om op hun eigen kompas te kunnen varen en het boek als bijbel broodnodig hebben. Dat de leerlingen de canon niet meer kennen, komt minstens ten dele omdat hun leraren, vooral de jongere docenten, hem ook niet meer beheersen.
Er moet dus behoorlijk in de lerarenopleidingen geïnvesteerd worden.
Ten derde moeten we de algemene ontwikkeling als leerdoel herwaarderen.
Als type kennis staat tegenwoordige geprofessionaliseerde deskundigheid ver boven algemene ontwikkeling. Geschiedenis en aardrijkskunde zijn in het voortgezet onderwijs niet meer verplicht in de bovenbouw en sterker nog: ze gelden als de vakken van het pretpakket.
Dat wil ook zeggen: meer oog voor onderwijs als vorming tot mens en burger, en niet alleen als beroepsvoorbereiding.
We moeten elkaar durven aanspreken op de inhoud van het onderwijs. Ook moeten we werkelijke kwaliteit durven benoemen en het gesprek daarover niet laten verstommen in een vacuüm tussen cynisme op de werkvloer en hogere modelbouw in het management.
Tenslotte moeten alle spelers, ouders en leerlingen incluis, beseffen dat het publieke domein niet een volstrekt vrij speelveld is, maar dat het toezicht, bezieling en onderhoud behoeft, als zaak van algemeen belang.
Op het plein van het Ministerie van Onderwijs zou een gedenknaald moeten worden opgericht met een eeuwigdurende vlam voor de onbekende docent, want er gaat niets boven een inspirerende docent, aldus Van Oostrom.

(Bron: De Volkskrant, 24 maart)

40 Reacties

  1. dunnere boeken en dikkere docenten
    Ik ben het helemaal eens met Frits van Oostrom. Schoolboeken zijn tegenwoordig allesbepalend.
    Bij ons op school wordt letterlijk gezegd tegen lesgevers in leergebieden (die klagen dat ze onvoldoende weten van een bepaald
    vak of onderwerp): “Als je maar zorgt dat je een hoofdstuk voorligt.” Dit is een enorme belediging van de vakkennis van andere
    docenten, maar er spreekt ook een gigantisch vertrouwen uit in het boek.
    Docenten moeten zover boven de stof staan, dat ze de fouten uit het boek kunnen halen (want er zitten er altijd wel een paar
    in). Ze moeten het boek gebruiken als hulpmiddel en niet als zaligmakende leidraad.

    Margootje

    • Vragen over de uitwerkingen bij de opgaven bij de theorie
      Voor mijn vak, natuurkunde, is het nog erger. Er is een theorieboek, er is een opgavenboek en er is een boek waarin de uitwerkingen van de opgaven staan. En voor de ‘docent’ is er een internet-site waar hij vragen kan stellen als hij de uitwerkingen in het uitwerkingenboek bij het opgavenboek bij het theorieboek niet snapt. Schande!

      • Nog een andere kant
        Het belangrijkste is de goed degelijk opgeleide leraar. Op universitair niveau betekent dat dat hij een wetenschap beheerst. Zo’n leraar weet ook wat een goed methode is.
        Als dat niet het geval is, kiest hij een “bezighoudsboek” met veel afwisselende plaatjes. Die boeken zien eruit als “tijdschriften” zoals een 5vwo-er het pas doeltreffend omschreef.
        (Terzijde: het houdt in dat vakken die niet van een wetenschap zijn afgeleid of uit een aantal vakken zijn samengenaaid, de school uit moeten. De nieuwe plannen van het SLO voor de volgende nieuwe Tweede Fase bevatten het voorstel om in plaats van maatschappijleer een nieuw vak waarin elementen Aardrijkskunde, Economie, Maatschappijleer, Filosofie, enz zitten, neer te zetten. Moet het SLO niet wegbezuinigd worden?)

        • Ja, en
          niet aleen de werkgelegenheid van alle onderwijsvernieuwlers wegsaneren, maar ook de vraag stellen:
          “Welke basisvakken horen in het funderend-onderwijs thuis en welke verleukvakken horen buiten het schoolgebouw?”

          • Tja
            Nu heb ik me wel wat op mijn Hals gehaald; maar ik doe een poging.
            Basisvakken: Nederlands, Frans/Spaans, Duits, Engels, Economie, Aardrijkskunde, Geschiedenis/Staatsinrichting, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie, Tekenen/Beeldende vorming.

          • Ja GP
            Die mag je zoeken bij de niet-genoemde. Een deel is facultatief, een deel is overbodig. Kies maar.

          • Sorry Leo
            Dit was weer een geval van blikvernauwing. Wat is jouw voorstel voor het fundament onder mijn lijstje?

          • ’n Blikopener.
            Roestvrij staal.
            De werkelijkheid opensnijden.
            Ruiken dat ’t rotten begint onderin.
            De onderste sardientjes eerst verversen.
            Dan pas olijfjes toevoegen.
            En even schudden.

          • Wakker worden, dichtertje…
            Kom op man! Er wordt een serieuze vraag gesteld! Moet er niet gewoon antwoord gegeven worden?

          • De vraag is eerder,
            wie er droomt.
            Ik houd mij niet bezig met VO en verder.
            Alleen met het basisonderwijs, het fundament waar de rest op staat/wankelt.
            Mijn antwoorden zijn ongewoon helder, vergeleken met veel discussies over salarisschalen en HNL.
            Bijvoorbeeld WSNS terugdraaien en de positieve invloed die dat verder zou hebben.
            Dichtertje ben ik niet, opener wel.
            Dichters zingen en dromen.
            Openers openen dingen.
            En anderen bomen.

          • Dat is even schrikken.
            Aambeeld was ik alweer vergeten.
            Strafregels:
            Ik zal voortaan in heldere taal mijn mening geven. Ook voor VO docenten. En hoger.
            (plus 99 keer)
            Hopelijk ben ik dat na het eten, ook niet weer vergeten.

          • Gewoon Hendrikush,
            de vakken binnen het basisonderwijs.
            Staan al jaren vast: Rekenen, taal, lezen, schrijven en zaakvakken.
            Beetje gymnastiek en handenarbeid. Wat crea en projecten.
            Daarnaast al datgene, wat Jeronimoon (dank) vrolijk opsomt in zijn blog van 29/3/07.
            Echt de moeite waard voor eenieder, die nou eens echt zou willen weten wat er tegenwoordig zoal binnen het basisonderwijs aan het gebeuren is.
            Overigens ben jij vast geen onderdeel van de Moloch. De Moloch schrijft niet dikgedrukt. Het wacht, dut en gaapt. Polemieken over salarisschalen en HNL komen en gaan. Het “pruttelt en poldert” gewoon verder, vandaar de gaap.
            Weg met WSNS!

        • Is SLO dan niet zo’n nieuw vak?
          Hè? Ik dacht dat SLO zo’n nieuw drieletter-vak was….

      • Mystery subject
        Wat een mysterieus vak zeg, als de docenten het al niet meer begrijpen ;-). Toen ik een tijdje wiskunde gaf werden de proefwerken standaard door de uitgever aangeleverd. Makkelijk hoor, maar anderzijds verbaasde ik me erover hoe vanzelfsprekend dit werd gevonden. Een docent kan toch ook wel zelf proefwerken maken?

        • Zelf doen
          Ik verbaas me erover hoe makkelijk er over wordt gedacht dat docenten vanalles zelf zouden moeten doen (let wel, ik heb het niet over kúnnen). Niet alleen in dit discussiedraadje, maar ook elders op dit forum. Toetsen maken, lesmaterialen maken (op papier, digitaal) etc. etc. Een docent is dus blijkbaar behalve vakinhoudelijk deskundig, ook nog toetsenmaker, uitgever, schrijver, reproshop, web-designer … en misschien ook nog wel reisleider, ehbo-er, politieagent, hulpverlener, sociaal werker enz enz

          Ik chargeer natuurlijk een beetje maar behalve dat ik echt niet over AL die competenties (…) beschik, bestaat er ook nog zoiets als een factor TIJD. Ik weet niet hoe het met de rest van lesgevend Nederland is, maar met de invoering van de 2e Fase heb ik het aantal lesuren én de opslag daarover drastisch terug zien lopen (want vanwege het zelfwerken hoeft er blijkbaar ook minder voorbereid te worden ….).
          Natuurlijk zie ik het verschil tussen een goede en een slechte methode en goede of slechte toetsvragen – maar ik ben bijvoorbeeld maar wát blij dat de uitgever me een stapeltje toetsvragen aanlevert waaruit ik kan putten. Omdat ik gewoonweg ook nog wel eens wat tijd aan mijn gezin wil besteden, ofzo.

          • Helemaal mee eens. Wat mij
            Helemaal mee eens. Wat mij betreft behoren docenten ook meer tijd te krijgen voor onderwijszaken die niet onder lesgeven vallen. Bijvoorbeeld studie, het schrijven van artikelen, het maken van lesmateriaal enzovoorts. En een eigen kamer met bureau, computer en telefoon vind ik ook normaal.

          • Meer les- en voorbereidingstijd
            Gewoon weer meer les ipv ‘zelfstudie-uren’ en daarover een fatsoenlijke opslag. Het gevolg is dat je in je jaartaak toch geen ruimte meer hebt voor allerlei zinloze neventaken.

          • Echt waar?
            Ik ken anders collega´s die nog niet eens een eigen kast hebben. Laat staan een eigen stoel, bureau of computer. Ondertussen hebben hun baasjes de mond vol over professioneel gedrag e.d., vanuit hun goed verwarmde, gestoffeerde, geventileerde en geoutilleerde vertrekken. Niet voor niets verlaten die collega´s de school zo snel mogelijk, na lestijd. Thuis hebben ze die materialen wel (op eigen kosten aangeschaft weliswaar…). Als het niet zo treurig was, bleef je lachen.

          • Geschiedenisleraar,
            Welke opleiding heb je dan genoten?
            Alle zaken die je boven noemt, zijn toch niet meer dan vanzelfsprekend?
            Ik verbaas me over je verbazing.

          • Wat heeft opleiding …
            … met beschikbare tijd te maken?
            En wat heeft geschiedenis met webdesign, SPW of beveilingingswerk te maken – om maar ’n dwarsstraat te noemen.

            Ik vraag me af of je nu gewoon cynisch reageert, of zelf tijd teveel hebt.

          • Tuurlijk …
            horen toetsen (toetsvragen) maken en verzorgen van eigen lesmateriaal tot de kunde van een docent (ik neem gemakshalve maar even aan dat je daar – o.a. – op doelt). Daar is in de lerarenopleidingen ook uitgebreid aandacht voor (de mijne althans wel). Maar als ik een praktijkvoorbeeld mag geven: een aantal jaren geleden was ik betrokken bij een project om digitaal lesmateriaal t.b.v. profielwerkstukken/profielen E&m en C&M te maken. Daar zaten docenten ec, ak en gs bij – voor de vakinhoud, voor het formuleren van vragen en opdrachten. Daar zaten docenten vakdidactiek bij, ter ondersteuning. Daar zaten tekstschrijvers bij, om de aangeleverde teksten geschikt te maken voor een digitaal medium. Daar zaten filmmakers bij, die een gigantisch filmarchief ter beschikking hadden. Etc. etc. En vervolgens ging het hele zooitje aan teksten, films, plaatjes icm draaiboeken naar een ontwerpbureau. Die er een fantastische cd-rom van heeft gemaakt.
            En als ik dan nu zie hoe er gerommeld wordt met elektronische leeromgevingen, waarbij van docenten wordt verwacht dat zij dit allemaal zelf doen omdat er gewoonweg geen geld voor uitgetrokken wordt, dan denk ik: ik heb geleerd voor een beroep en dat beroep is docent (geschiedenis). Waarom wordt er dan van uit gegaan dat ik dat andere ook allemaal beheers? Wie heeft het onzalige idee dat een docent een soort duizendpoot moet zijn? Op de bouw werken toch ook vakspecialisten als timmerlieden naast metselaars en elektriciens – waarom kan dat in het onderwijs dan niet?

          • En …
            Overigens is het maken van (goede!) toetsvragen of het schrijven van (goed!) lesmateriaal nog geen sinecure. Zie alleen al de jaarlijks terugkerende kritiek op de vragen in de eindexamens. En in lang niet elke docent huist een goed schrijver (we heten niet allemaal Geert Mak). Ben je dan een slecht docent als je je eigen beperkingen kent en gebruik maakt van andermans materialen? “Beter goed gejat dan slecht zelf verzonnen” is een uitspraak die ik in vele vakgebieden tegenkom – waarom dan niet bij “ons”?

          • tijd en geld
            U hebt helemaal gelijk dat er geen tijd en geld meer worden uitgetrokken voor die taken die er bij komen. Toen in de jaren ’90 de fysische informatica werd ingevoerd in het vak natuurkunde waren er complete studiemiddagen met uitgebreide instructies. Nu wordt het elektronisch ‘compex’ eindexamen ingevoerd en iedereen wordt geacht zich alles in zijn eigen tijd en op zijn eigen computer eigen te maken.

          • Vak apart
            Lesmateriaal schrijven, werkvormen ontwerpen en toetsen maken is een vak apart. Het zou één van de doorgroeimogelijkheden kunnen zijn. Het is geen vanzelfsprekendheid dat elke docent het kan.
            Docenten die dit wel moeten doen, moeten daarvoor (véél) uren krijgen! Efficiënt is het natuurlijk niet als elke docent lesmateriaal voor dezelfde onderwerpen zelf gaat maken. Dat kan slimmer.

          • L E S M A T E R I A A L Z E L F M A K E N ?!?
            Als je voor een uitgever iets maakt, moet je goed weten waar je aan begint.
            Er werd hiervoor ergens beweerd dat je ruim wordt betaald. Het tegendeel is het geval. Je krijgt maar een paar procenten. Een heel groot deel gaat naar de tussenhandel.
            Als je niet wilt dat je een poot wordt uitgetrokken, wordt dan lid van de Vereniging Educatieve Auteurs.
            www.educatieveauteurs.nl/
            Hier leer je ook dat je geen voorlopig contract moet tekenen, voordat je dit aan de deskundigen van deze vereniging hebt laten zien.
            Je krijgt hier gratis advies.
            Steek hier dus je licht op. Meld je ook als je als docent wel eens een artikel schrijft, want artikelschrijvers zijn ook educatieve auteurs en die hebben zélfs geen contract.
            Óf en wanneer hun artikel geplaatst wordt is een terugkerende vraag.
            Veel leraren zijn onbezoldigd educatieve auteur zonder dat ze het zelf in de gaten hebben. Je maakt soms compleet nieuw lesmateriaal, maar je krijgt er geen €cent voor.
            De directie is wel blij met deze werknemers. Er is toch geen verschil in betaling tussen leraren die wel en leraren die geen nieuw lesmateriaal ontwikkelen.

          • De zaken die Hinke noemt,
            ik vind dat je dat als docent wél zelf moet kunnen en doen.
            Daar heb je echt geen ander voor nodig.

          • Weer een verschil Hals
            Zijn we het alweer oneens Hals. Ik heb als projectbegeleider lesmateriaal moeten ontwikkelen met zéér goede docenten. Slechts een deel van hen bleek ook een goede lesmaterialenontwikkelaar. Toch kan het onderwijs de genoemde goede docenten niet missen. Natuurlijk zijn er mensen die dit wel kunnen, maar niet iedereen. Het is dan ook geen basisvaardigheid voor een docent, maar een extra vaardigheid.

          • Andere vaardigheid
            Lesmateriaal maken is een andere vaardigheid dan lesegeven, geen extra vaardigheid zoals Hinke schrijft. Er zijn mensen die heel goed zijn in lesmateriaal maken, maar die het als je ze voor een klas leerlingen zet niet goed doen.

          • Toetsen maken en lessen ontwerpen
            zijn wel zaken die je in je opleiding leert. Of iedereen er een ster in wordt, hangt natuurlijk ook af van de vraag of je een aantrekkelijke tekst kunt schrijven.

          • We mogen het…
            … dan volgens jou oneens zijn Hinke, ik heb het altijd zelf gedaan en heel normaal gevonden en realiseerde me niet dat het volgens jou bijzonder was:)

Reacties zijn gesloten.