Dit bericht van daag in de volkskrant:
02:46
‘Inkomen leraar blijft fors achter’
Van onze verslaggever Robin Gerrits
AMSTERDAM – De koopkracht van leraren gaat stelselmatig achteruit. De verschillen tussen de reële salarissen in het onderwijs en andere sectoren in de arbeidsmarkt, vooral het bedrijfsleven, worden steeds groter. De salarissen in bijna het hele onderwijs lopen sinds 1990 negen procentpunt achter op de gemiddelde loonstijging.
UitlegDeze berekeningen brengt de Algemene Onderwijsbond (AOb) vandaag naar buiten op basis van cijfers van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) en het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Uitgaande van 1990 (index = 100) ziet het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt de inflatie tot en met 2006 met 48 procentpunt stijgen. Het totaal van de cao-lonen komt op dezelfde stijging uit; daar is de koopkracht dus gelijk gebleven.
Cao’s in de particuliere sector zijn iets harder gestegen, maar de publieke sector blijft ver achter: de gezondheidszorg 5 procentpunten, de overheid algemeen 6 procentpunten en het onderwijs dus 9 procentpunten.
Kloof
Voorzitter Walter Dresscher van de AOb stelt vast dat de kloof tussen onderwijs en de rest van de economie groeit. ‘De oorzaak ligt bij de drie vorige kabinetten-Balkenende, die de overheids- en onderwijssalarissen bevroren en de tegemoetkoming in de ziektekosten decimeerde’, aldus Dresscher.
‘Ondertussen krabt de overheid zich op het hoofd waarom te weinig mensen kiezen voor het leraarsberoep. Ik weet het wel: ze kunnen goed rekenen.’
Vorig jaar constateerden ook het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Onderwijsraad dat de lerarensalarissen al lange tijd niet meer marktconform zijn. Zij pleitten vervolgens voor bonussen voor leraren die bijzondere prestaties leveren.
Midden van de markt
Uit gegevens van onderzoeksbureau Hay Group bleek vorig jaar dat leraren ‘in het midden van de markt’ zitten. Peter Langerak van de Hay Group: ‘De politiek moet beoordelen of ze daar thuishoren of dat ze hoger moeten komen te zitten. Maar je kunt niet volhouden dat leraren slecht verdienen. Zeker niet afgezet tegen het aantal gewerkte uren.’
Minister Plasterk van Onderwijs, die vandaag de algemene vergadering van de AOb toespreekt, wilde niet reageren op de verschillen in de loonontwikkeling. Een woordvoerster van het departement verwijst naar de commissie-Rinnooy Kan, die de arbeidsvoorwaarden en het carrièreperspectief van leraren momenteel onderzoekt.
Overigens komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op iets kleinere verschillen uit. Het CBS herkent de uiteenlopende loonontwikkeling tussen particuliere en publieke sector, maar komt uit op een verschil van 3 procentpunt ten opzichte van het gemiddelde sinds 1990. Mogelijk speelt daarbij de verdwenen werkgeversbijdrage voor de ziektekosten een rol.
AOB over geld
zie ook :
www.aob.nl/i.aspx?p=nws&a=6489
www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6489-Itistheeconomy.doc
Leraren in Nederland
Leraren in Nederland verdienen 30% minder dan hun collega’s in Duitsland en aanzienlijk minder dan de leraren in de ons omringende landen.
Van de referentielanden verdienen alleen de leraren in de V.S. nog minder, maar zij houden door de veel lagere inkomstenbelasting toch meer over.
Uiteindelijk zijn de Nederlandse leraren, netto gezien, het slechtste af.
Zie ook hier
Onderzoek
Waarom men zulke dure onderzoeken nodig heeft, begrijp ik echt niet. Je ziet dat immers al op de stallingsruimte voor de Hogeschool. De autootjes zijn van de andere sudierichtingen, de fietsenrekken voor de PABO-studenten (nouja, studentes dan)…
Dan heb je
als bond toch wel iets laten liggen, dacht ik zo. En wordt daar misschien nog iets aan gedaan? In andere sectoren zie ik bonden die wél iets voor elkaar krijgen voor hun leden.
Lijkt mij ook
De Aob geeft hiermee impliciet aan dat zij zelf gefaald heeft. Maar expliciet geen woord.
vakbond
Als de grote meerderheid van de nederlandse docenten zich niet wil organiseren in een vakbond, moet je niet vreemd opkijken dat een vakbond weinig kan bereiken. Los daarvan staat de vraag of de vakbonden er niet meer uit hadden kunnen halen, maar veel zal dat nooit geweest zijn bij zo’n belabberd lage organisatiegraad. Ook nu zal het wel weer zo gaan, dat de werkgevers de CAO op een koopje willen afsluiten. De bonden protesteren en de leraren roeren zich met wat ingezonden brieven en zielige stukjes in de media en daarmee is het verhaal over en uit.
Bondslidmaatschap
Altijd lid geweest van vakbonden, waar ik ook werkte.
“Vroegah” tot 2 keer toe de bond nodig gehad.
Eerste keer prima geholpen toen ontslag boven mijn hoofd hing.
Tweede keer minder goed, gebrek vooral aan doortastendheid, veel meer zelf moeten initieren e.d.
Toen het lidmaatschap prompt op gezegd. Ging om werkzaamheden welke niet tot de taak en salariering behoorden maar adviezen gingen niet verder dan “toch maar doen om de werksfeer niet te bederven” en zelfs “als je het niet doet kan het zich tegen je keren!”
Jammer voor een organisatie die zegt de belangen van haar leden te vertegenwoordigen.
En, oh ja, in al die tijd was de maandelijkse bijdrage behoorlijk verhoogd en de prestatie flink gedaald dus.
Men volgt dus naadloos zelf de trent in Nederland.
En ook hier en nu weer jammer dat er weer over docenten wordt gesproken maar weer niet over OOP-ers.
Misschien toch wel de meest ondergewaardeerde groep in het onderwijs!
En als je ziet wat het moderne management zichzelf toedicht, neemt en confisceert….schandalig!
En die OOP-er voor zijn/haar weinige centjes maar de gaten blijven vullen. Van klassen bezig houden wegens ziekte docenten tot auladienst, weekend, avond en vakantiediensten, enz. enz.
Waar blijven de vakbonden dan voor die ondergeschoven groep personeel?
OOP
Terecht, die jongens zijn van 7.30 tot 17.00 aan het werk, alle rotklussen mogen ze doen, management (en helaas veel collegae) ziet en behandelt ze als voetvegen en dat voor schaal 4 o.i.d. Nog de koffiekoppies ook opruimen van de LD-(bapo)docenten die de hele dag krantlezend hun pensioen proberen te halen !!
Het onderwijsvolk is mak en gezapig. Op mijn brede SG zijn er relatief veel LD-ers die hun tijd wel uitzingen en onverschillig zijn. De overige (jongere) docenten (LB) zijn te onervaren en/of te bang, dus dan blijft er weinig over. De benoemde LC-ers zijn marionetten en totaal niet representatief voor het onderwijzend personeel. Kortom, een schizofrene patstelling die fnuikend is.