BON heeft de verkiezingen verloren

Mogelijk onder invloed van de presidentsverkiezingen in de VS zijn de Nederlandse parlementsverkiezingen ontaard in een strijd om welke partij het grootste wordt en “het Torentje” mag bezetten.  Binnen “links” en binnen “rechts”gold in de laatste week vóór de verkiezingen “the winner gets all” en voor  ”links” werd de winnaar van “de voorverkiezingen” de PvdA. Dit is een ernstige tegenslag voor de pluriformiteit in Nederland en ook voor het restauratie-offensief van BON. De laatste partij waarvan we op onderwijsgebied iets goed te verwachten hebben op onderwijsgebied is wel de PvdA. Voor die partij is onderwijs, behalve een middel tot zelfontplooiing en een staatshuishoudkundig netto asset, vooral een breekijzer om het egalitaire karakter van ons land te versterken. Na de dramata van de middenschool en de basisvorming wilde de laatste PvdA-minister van Onderwijs, Plasterk, opnieuw wetgeving om differentiëring in leerprogramma en leerniveau later dan op 12-jarige leeftijd van de leerlingen laten ingaan. De SP had geloofwaardige concrete plannen waarmee de kleilaag van overhead en adviesbureaux kon worden weggeschraapt maar haar shovels gaan waarschijnlijk voor 4 jaar naar een remise.

De onverschilligheid van de meeste politieke partijen, die zichtbaar wordt in verheven kletspraat, maakt duidelijk dat BON alleen maar resultaten kan halen als ze in een of andere vorm meedoet met de verkiezingen voor de tweede kamer; of dat nu in de vorm is van een eigen politieke partij of als “vriend”van een politieke partij die het wel ziet zitten om met BON samen te werken. Als BON daartoe zou besluiten heeft zij weer 4 jaar de tijd om na te denken over de manier waarop dat het beste zou kunnen gebeuren. De kracht van haar argumenten is te klein gebleken om zonder politieke samenwerking voldoende resultaat te halen.

9 Reacties

  1. Op weg naar 2016

    De politici hebben de ontzuiling van Nederland misbruikt om zich steeds meer rechten van de ouders toe te eigenen. De geslaagde cover up door het politiek-educatieve complex van alle mislukte onderwijsvernieuwingen (en daar horen vrijwel alle onderwijsvernieuwingen toe) heeft er voor gezorgd dat de ouders hun marginalisering geslikt hebben. BON heeft te weinig gedaan om dat de ouders helder te maken en hen vervolgens tot bondgenoten te maken. “Aufklärung” van de ouders zou voor het komende quartennium het hoofddoel van BON moeten worden.

    Veel leraren waren de miskleunen van de PvdA moe en voornemens om i.p.v. op de PvdA op de SP te stemmen. Zou het BON kunnen lukken om de ouders duidelijker te maken wat hen er toe bewoog? BON beschikt niet over e-mailadressen van twijfelende ouders maar er is één grote groep ouders die als lid van een collectivum wel te bereiken zijn en die als doorgeefluik voor de ideeën van BON zouden kunnen gaan fungeren. Dat zijn ouders die op scholen in de ouderraad of medezeggenschapsraad zitten. Zij zouden als leden van een ouderraad of van een geleding van een medezeggenschapsraad uitgenodigd kunnen worden voor een lezing van BON in hun stad met b.v. als titel “Goed onderwijs volgens BON en de daarheen te volgen weg” Als proeven daarmee slagen zouden BON-leden in andere steden ook zulke lezingen kunnen organiseren. Als neveneffect zouden er stedelijke vertegenwoordigers van BON kunnen ontstaan.

  2. Dat Goed Onderwijs de

    Dat Goed Onderwijs de verkiezingen verloren heeft lijkt me duidelijk. Zowel de VVD als de PvdA vinden het wel prima zoals het er nu in het onderwijs aan toe gaat. De poppetjes maken echter veel verschil. Ook na verloren verkiezingen kan de formatie nog gewonnen worden. Laten we hopen op een goede minister en staatssecretaris(sen).

    • Natuurlijk hoop ik op een

      Natuurlijk hoop ik op een voor BON gunstige kabinetsformatie en een BON goed gezinde minister en BON goedgezinde staatssecretarissen voor onderwijs. Dan zou Plasterk gepasseerd moeten worden en dat lijkt mij onwaarschijnlijk,

      Dus zou ik nu, na de verkiezingen, toch graag van het BON-bestuur het antwoord willen weten op vragen zoals:

      1.Heeft BON misschien voorafgaand aan de verkiezingen te veel afstand genomen van de politieke partijen? Stel dat BON samen met de SP een route map voor onderwijssanering zou hebben ontworpen en de SP zou er een majeur punt in haar verkiezingsstrijd van gemaakt hebben, zou daarmee de banjir van PvdA en VVD, waarvoor een duidelijk omslagpunt nodig was, niet plaats gevonden hebben? Partij kiezen zou BON in dat geval niet zo erg veel leden hebben gekost want het meeste onderwijspersoneel was al van de PvdA naar de SP ovrgelopen.

      Ook samenwerking met D66 zou voor beiden gunstig hebben kunnen zijn.

      2. Wil BON uiteindelijk dat al het onderwijs BONs wordt of is het haar voldoende dat overal in den lande elke ouder/leerling kan kiezen voor BON-onderwijs?

      3.Is een eventueel opkomen door BON voor de vrijheid van Onderwijs principieel of praktisch-tactisch gemotiveerd?

      4. Veel onderwijspolitici en vele leiders uit hun (ex)cliëntele hebbe geen belang bij mij machts- en inkomens-verlies als gevolg van het terugdraaien van veranderingen en zijn daardoor pienter boesoek als het om BONse antiveranderingen gaat. De mogelijkheden om met behulp van overtuigingskracht in de top door BON gewenste veranderingen door te voeren is daarom beperkt.

      5. leraren op de werkvloer kunnen moeilijk hun stem tegen hun bazen verheffen. Daarom vereist een down-top revolutie het winnen van de ouders voor de ideeën van BON

      • Plasterk was in zijn periode

        Plasterk was in zijn periode als minister alleen verantwoordelijk voor het hoger onderwijs en had 2 waakhonden als staatsecretaresses. Wellicht dat hij het een 2e keer beter doet….

         

        Ook bij de SP komt onderwijs niet op de 1e plaats ben ik bang. Had de SP gewonnen, dan hadden ze onderwijs wellicht ook als wisselgeld gebruikt …

        • Met een feestneus op

          Wat Plasterk wel in het domein van de staatssecretarissen gedaan heeft is het verhogen van het salaris van eerstegraads docenten m.b.v. geoormerkt extra geld. Op het moment dat de overheid om te bezuinigen de schoolbesturen minder  geld geeft is het nog maar de vraag of de salarisverhoging onomkeerbaar is. Ik meen ook dat niet alle toegezegde salarisverhogingen ooit plaats gevonden hebben. Misschien moeten in de toekomst de docenten harder werken om recht op  het verhoogde salaris te houden. [Denk b.v. aan pasbeginnende leraren. Omdat ze nog niet optimaal functioneren krijgen ze minder salaris. Omdat het lesgeven zo zwaar is kiezen ze voor een part time baan. Maar zo worden ze wel 2 maal voor hetzelfde gepakt]. Door dan voor hun oude pensum te kiezen komen ze ook weer in hun ouder salaris terecht. Als te gelijker tijd met de salarisverhoging de bestaande lump sum met eenzelfde bedrag gekort zou zijn zouden de eerstegraders daarvoor wat minder hoeven te vrezen. Plasterk heeft gegokt op een toename van de welvaart.

          Maar de rompslomp om docenten de maat te nemen opdat ze  recht krijgen op meer salaris zal ook veel geld opslokken en tot ontevredenheid en spanningen op de werkvloer leiden, dus ook schadelijk voor het onderijs zijn. Mij lijkt het enige rechtvaardige kriterion voor salarisverhoging voor een leraar de mate waarin leerlingen tijdens de lessen de leerstof opnemen en verwerken. De leraar is er om kinderen te leren (lehren). Je kunt verwachten dat de directie ook met andere, bizarre en modieuze, kriteria voor de dag zal komen.  En wat echt belangrijk is is moeilijk te meten.

          Plasterk wordt een katastophè.

          Het risico dat de SP haar onderwijswensen zou gaan inwisselen is reeel en groter naarmate de SP die wensen minder prominent in hun partijprogramma plaatst.

  3. Weer poitiek.

    Met enige treurnis zie ik steeds weer een discussie gestart worden, waarin de initiatiefnemer met name de PvdA op de korrel neemt. Het maakt niet uit hoe vaak op een rijtje gezet wordt dat alle partijen die in de regering gezeten hebben (CDA, VVD, PvdA, D66, PVV, LPF – volgorde is zittingsduur in kabinetten), meegedaan hebben aan maatregelen die slecht waren voor het onderwijs. Zo partijen de mogelijkheid hadden, werden de maatregelen niet teruggedraaid.

    Het lijkt veel op de blinde woede zoals Wilders die ook voor de PvdA voelt. Argumenten zijn niet belangrijk of er wordt geshopt in argumenten en feiten en dat is nog erger.

    Slecht voor BON, dit soort discussies. Ze hebben niets met goed onderwijs te maken en alles met BON in diskrediet brengen.

    Klaas Wilms

    • De Wisselgeldlegende

      De wisselgeldlegende,

      Ik baseer mij bij mijn kritiek op de PvdA op de “wisselgeld”-legende van Leo Prick. De PvdA zou onderwijs erg belangrijk vinden en de andere partijen zouden concessies op onderwijsgebied gedaan hebben om van de PvdA op andere beleidsterreinen medewerking te krijgen. Voor de PvdA waren die concessies belangrijk maar voor de andere genoemde partijen waren het niet meer dan fopspenen waarmee men een zeurderige kleuter zoet houdt. Dit opportunisme is de andere partijen zeker kwalijk te nemen. Of Prick en daarmee ik gelijk hebben zou vele werkuren aan onderzoek kosten die ik zelf liever wil gebruiken voor de toekomst van het onderwijs. Mijn vertrouwen in Prick is gebaseerd op de kolom die hij jarenlang wekelijks voor de NRC geschreven heeft alsmede het in der tijd ontbreken van tegengeluiden op dit gebied. Wat volgens mij niet tegengesproken kan worden is dat vooral de PvdA minder in goed onderwijs op zichzelf geïnteresseerd was dan als middel om een egalitaire maatschappij op te bouwen. En dat is iets dat mij razend (maar niet raaskallend) maakt.

      Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.