Prof in ruste

Prof in ruste.

 

Vanochtend las ik in de krant het overlijdensbericht van Professor Dr. Bob Smalhout. Hij hield er aan om aangesproken te worden met zijn titel en niet met meneer Smalhout. Wie toch de vergissing beging om hem met meneer aan te spreken mocht zich verheugen in een licht hoofdschudden een korte glimlach en ‘even opnieuw’. Als de vermaledijde journalist of anderszins het dan nog niet begrepen had was de kous snel af. Geen gesprek, interview of wat dan ook. Het hele Nederlandse journaille kende al snel de reputatie van Prof. Smalhout, sommigen lachten er om maar wisten dat de in hun ogen hoofse manier van begroeting essentieel was om een goedgemutste en praatgrage Professor aan de tafel of de telefoon te krijgen. Alleen intimi mochten ‘Bob’ zeggen, tot die graad van intimiteit heb ik het nooit gebracht. Ook heb ik hem jammer genoeg nooit in levende lijve mogen ontmoeten. De paar afspraken die we ooit gemaakt hebben werden door de ziekte van zijn eerste echtgenote in de wielen gereden en och over de telefoon kan je ook een en ander kwijt.

De eerste keer dat ik Professor Smalhout aan de telefoon kreeg was na de publicatie van mijn eerste boek ‘het nieuwe leren van de Keizer’ waarin Professor Smalhout op vraag van mijn toenmalige uitgever een voorwoord had geschreven. Het werd een urenlang gesprek over het onderwijs in Nederland, wat er mis was gegaan, de managerscultuur, hoe het vroeger was en wat er aan gedaan moest worden. Niet dat de Professor een aanhanger was van het oude klassikale onderwijs of erg conservatief wat vakkenkeuze betreft dat allemaal niet, ik praatte met een man die begaan was met het onderwijs, goed onderwijs, de leerlingen en de docenten. Op het einde van het gesprek beloofde ik hem om met enige regelmaat op de hoogte te houden van het reilen en zeilen en veranderingen in het onderwijs hij sloot af met ‘pas goed op jezelf want dat boekje zal jou in zekere kringen niet in dank afgenomen worden’ en ‘lees zaterdag maar de telegraaf’. Ik las de telegraaf en het hele voorwoord uit het boek stond er als zijn wekelijkse column, inclusief de waarschuwing aan mijn adres.

Met enige regelmaat belde ik hem of hij mij. Soms was hij er niet en kreeg ik Nanda ( Historica Nanda van der Zee auteur van ( ook al een omstreden werk)  ‘om erger te voorkomen’  over de Jodenvervolging in Nederland) zijn tweede echtgenote aan de lijn. Ook bij haar dezelfde betrokkenheid omtrent Nederland, want daar ging het eigenlijk altijd om bij de Professor. Elke column, elke lezing, altijd was de ondertoon van zijn betoog betrokkenheid bij Nederland en de Nederlandse bevolking en dat maakt van hem een uniek persoon, zeker in het licht gezien van zijn lijdensweg na zijn uitgesproken felle inaugurale rede ‘met de dood op tafel’ waarin hij zonder schroom en scherp de mis- en wantoestanden van de zorg in die tijd aan de kaak stelde. In het boek ‘gesprekken met Prof Smalhout’ geschreven door Nanda is de verbittering over de uitsluiting bij de ‘vakbroeders’ wegens ‘bevuilen van het eigen nest’ duidelijk te lezen, het zat diep in de Professor geworteld ondanks de volledige rehabilitatie een aantal jaren geleden, de verbittering bleef.

Zijn zware hartoperatie een aantal jaren geleden maakte hem boos en opstandig, hij kon niet meer zoals hij vroeger kon en dat zat hem dwars, een jonge geest in een ouder lichaam, nog wel willen maar niet meer kunnen. Het overlijden van Nanda een dik jaar geleden gaf hem de volgende klap en toch bleef hij, gedisciplineerd als hij was, trouw zijn wekelijkse column schrijven voor de telegraaf even vilein, even gedreven, even betrokken, de jonge geest had niets ingeboet en hij bleef trouw aan zijn mening en overtuiging. Toch was er een zekere melancholie te bespeuren in zijn laatste columns. De melancholie van de beschouwer die zijn hele leven en doen ruggelings vooruitlopend naar zijn einde toe bekijkt, overpeinst en beschouwt. De melancholie van de beschouwer die vrede wil met het leven en de dood.

J.J.

 

 

 

1 Reactie

Reacties zijn gesloten.