Hoofd van de koepel

JCTraasv2.jpg

Het is mij nog steeds niet duidelijk wie of wat Paul Rosenmöller vertegenwoordigt. In de krant wordt hij voorzitter van de VO-raad genoemd en dat zou een belangenorganisatie voor middelbare scholen moeten zijn. Elders wordt die VO-raad een scholenkoepel genoemd. Er is ook zo’n raad voor het primair onderwijs maar vertegenwoordigt die de basisscholen?

Het democratisch gehalte van deze raden is zeer gering want Rosenmöller werd van de een op de andere dag tot voorzitter gebombardeerd. En natuurlijk, dat mag wat kosten.

Erger nog is dat hij te pas en te onpas – te onpas dus – uitspraken doet over het onderwijs en zich dan presenteert als voorzitter van de VO-raad. Dan komt hij in de krant.

Welke kwalificaties moet men eigenlijk hebben om in aanmerking te komen voor zo’n mooie baan, zo’n ouderwetse regenten-sinecure? De belangrijkste is dunkt mij dat men geen ervaring heeft in de praktijk van het onderwijs. Dat praat makkelijker.

Nu heeft hij weer een oude koe uit de sloot gehaald, nl die van de ‘gemengde diploma’s’. De D66’er Paul van Meenen reageerde triomfantelijk: ‘De tijd van vmbo-havo-vwo is geweest. We moeten uitgaan van de talenten per kind.’

Talenten per kind? Is dat zoiets als spaarzegels bij de boodschappen, krasloten misschien?

En een hoogleraar neuropsychologie met de naam Jelle Jolles zegt gedecideerd: ‘We moeten af van de stempels vmbo, havo, vwo.’

Uiteraard is ook de onderwijssocioloog Dronkers benaderd.  Hij is voor ‘ontschotting’ van scholen , maar hij zegt ook iets verstandigs, namelijk: ‘Als niet duidelijk is waarvoor een diploma staat, gaan vervolgopleidingen letten op de reputatie van de school.’

Heel juist. Dat is de richting die we opgaan met het onderwijs. Tenzij de overheid inziet dat gelijke kansen èn de kwaliteit van het onderwijs het meest bevorderd worden door een strak en dirigistisch systeem van curricula, financiering, bevoegdheidseisen en examens.

Laat men daar nu eens eerlijk over zijn. Want Dronkers heeft wel gelijk als hij zegt: ‘De beste scholen vindt je vaak in goede wijken waar kinderen zitten van hoogopgeleide ouders. Dat vergroot de ongelijkheid; zo zie je in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië’.

 

J.C. Traas

6 Reacties

  1. Wat is een VO-raad? Het is

    Wat is een VO-raad? Het is net zoiets als de club van universiteiten VSNU. De minister regeert zwak en geeft ruimte aan de instellingen. Die vormen dan een eigen club, waarmee ze gaan onderhandelen met die minister. Een sterke minister zou de vorming van die tussenlaag niet toestaan. De tussenlaag produceert leugens over behoeften aan afgestudeerden, waar iedereen met basisschool rekenen doorheen kan prikken. De tussenlaag produceert ballonnetjes over talenten per kind. Wat een zwakte van het centraal bestuur! De veldheer staat iedere sergeant toe zijn eigen strategisch concept te ontwerpen. Elke luitenant zijn eigen veldtocht! Wanneer houdt die belachelijke situatie eens op?

  2. De minister heeft juist alle
    De minister heeft juist alle belang bij die raden. Is financieel afgedekt, hoeft geen probleem aan te pakken en kan volstaan met wat snoepreisjes, liefst samen met haar kritische vrienden. Vergeet niet dat de minister ook een verleden heeft als lid van de hbo-raad

  3. Een leerzaam voorbeeld uit

    Een leerzaam voorbeeld uit Caesar, De bello Gallico, boek 5 nr 27, vertaling Doesburg. De krijgsheer Ambiorix misleidt de Romeinen:

    “De aanval op de Romeinse legerplaats had hij niet naar eigen besluit en wil, maar door zijn volk gedwongen ondernomen, en zijn heerschappij was van dien aard, dat de grote menigte niet minder macht had over hem, dan hij over de massa. (……) Daarvoor was zijn eigen onmacht het beste bewijs; want hij was niet zo kortzichtig, om zich in te beelden, dat hij Rome met zijn macht kon overwinnen.”

    Ambiorix speelt onmacht. Op Onderwijs is de onmacht echt.

  4. Je kunt natuurlijk wel

    Je kunt natuurlijk wel blijven janken over goede wijken met goede scholen, maar waarom eigenlijk? Wees blij dat zulke scholen bestaan en dat zulke begaafde kinderen in hun gezinnen bestaan. Ik vind dat positief en zie niets om te janken. Ik heb gewerkt op scholen in 'arbeiderswijken' en op een school in een dure wijk met kinderen van hoge ambtenaren en ander intellectueel volk. Op de scholen in de 'arbeiderswijke' werd keihard gewerkt; geen inloopkwartiertjes of uitlopende pauzes. Alles strict en hard werken. Op de 'dure' school was er volop ruimte voor inloopkwartiertjes en pauzes die uitliepen tot een half uur. Daarnaast was er volop ruimte voor diverse spielerei. Toch scoorden de leerlingen van de 'dure' scholen altijd beter op de toetsen, ondanks de grote hoeveelheden vermorste tijd, terwijl de leerlingen van de arbeidersscholen veel harder werkten maar desondanks altijd lager bleven scoren. De wereld is vol van verschillen en het streven naar gelijkheid is een illusie.

  5. Jammer, Moby, dat je blijft

    Jammer, Moby, dat je blijft steken in je observatie en niet aan verklaringen begint.

    Op de scholen in de arbeiderswijken werd keihard gewerkt en geen geld verspild. Waarom deden die kinderen  het dan  toch slechter dan de kinderen die in een dure wijk school gingen? Is dat omdat eestgenoemde kinderen minder intelligent waren? Hebben dure-wijk-scholen gemiddeld betere leraren? Komt het verschil vooral door milieu-achterstand en -voorstand? Voor het optimaliseren zijn dat belangrijke vragen om het antwoord op te weten!

  6. Nee, Malmaison, ik heb dus

    Nee, Malmaison, ik heb dus niet de pretentie dat ik wijze woorden zou hebben voor het totaal van het onderwijsveld. Ik heb mijn eigen kleine ervarinkjes en oordeel aldus. Dit is overigens het kenmerk van elke leerkracht: hij/zij heeft talloze eigen ervaringen en heeft op grond daarvan conclusies getrokken. Daarom schrijf ik over eigen ervaringen, want ik kan niet over alle hekken heen kijken. Daarbij is het mij gebleken dat onderwijswetenschappers alleen maar kunnen oordelen over al die zeer diverse situaties van al die zeer individuele gevallen, waaruit zij een zogenaamd gemiddelde zeggen te destilleren.

    Maar als ik weet dat ik bijdroeg aan de vorming van een gemiddelde, voel ik mij niet geroepen mij in het vervolg dat gemiddelde als richtsnoer te nemen. Ik was kennelijk een volwaardig lid voordat men besloot een gemiddelde te destilleren en derhalve wens ik het blijvend volwaardige lid van voor de destillatie te blijven. Ik heb lak aan gemiddelde uitkomsten op grond van ook mijn werk.

    Dit gezegd hebbend, denk ik inderdaad dat intelligentere ouders hogere banen kunnen krijgen (zulke banen vereisen namelijk meestal grotere intellectuele competenties; men moet grote beslissingen kunnen nemen op grond van een grote hoeveelheid gegevens) en dat zulke ouders een grotere biologische kans hebben soortgelijke kinderen voort te brengen. Aangeboren intelligentie is niet "eerlijk"  verdeeld over de mensen. Een waarheid die we onder ogen moeten zien willen we werkelijk iets bereiken. Ons oude onderwijssysteem wist meer uit de zwakkeren te halen dan het vernieuwde onderwijs. Want het vernieuwde onderwijs had een leugen als uitgangspunt: de leugen dat iedereen gelijk zou zijn en dat milieuomstandigheden dat steeds hadden verhinderd.

Reacties zijn gesloten.