Juf Godelieve.

 

Juf Godelieve.

 

Als je jong bent loop je met een hoopvolle blik gericht op de toekomst op een drafje het leven tegemoet. Alles is nieuw, alles is als een avontuur, het kan niet snel genoeg gaan dat groot en volwassen worden en we ijlen schielijk voort van kleuterklas tot hogeschool en arbeid. Zonder dat je er weet van hebt is het zover, het rennen maakt plaats voor een tred die langzamer en bedachtzamer is. De blik is onverminderd hoopvol, het zijn de ernstige tijden van naarstig werken, het huisje, boompje, beestje komt binnen bereik waarna het tempo wat langzamer wordt en het vooruitkijken soms afgewisseld wordt met een snelle blik over de schouder. Even stilstaan en kijken naar wat er zoals is uitgespookt in jeugdiger tijden. Van lieverlee wordt er meer en meer over de schouder gekeken tot we op een bepaald moment bijna ruggelings vooruitlopen naar onze laatste dagen in dit aardse tranendal.

Ook ik heb van die perioden dat ik over mijn schouder in de verte tuur, een berichtje in de krant, een paar noten van vervlogen muziek, enkele zinnen van een lang geleden lief gedicht. Een kijkje naar ‘toen’ en dan zie ik kleine Jesse aan de hand van zijn grote zus, klein boekentasje in het andere knuistje, huppelend naar de kleuterschool gaan waar juf Godelieve ons opwachtte.

Juf Godelieve, met de zwarte haren, de lieve bruine ogen en warme glimlach. Juf Godelieve die ons leerde lapjes plukken, gaatjes prikken, matjes van papier vlechten en elke week op woensdagochtend Klaas en Katrijn de olijkste avonturen liet beleven in het rechthoekige decor van de poppenkast. Ze leerde ons de dingen die je leert aan elk kind, een vrolijk rijmpje zingen, hoe je schoenveters bindt.

Pas veel later besefte ik dat al dat gepruts zoals het vlechten van matjes van papier, en gaatjes prikken in vilten lapjes waarbij de ‘besten’ van het klasje een uur lang als beloning in de grote vierkanten zandbak op poten, die in het midden van het lokaal stond, mochten spelen en zandkastelen bouwen een groter doel hadden dan tijd verdrijven.

Al dat ,in grotemans ogen gepruts en geklooi, was de ultieme voorbereiding  op het leren hanteren van de pen en onze eerste stappen in de wereld die schrijven heet. De ABC rijmpjes en het ‘Jantje zag eens pruimen hangen’ moesten ons verleiden om zelf leren te lezen. Nee, nog niet bij Juf Godelieve, straks in de eerste klas bij meester Jos, dan mocht het, dan pas werden de poorten van de wereld van de grote mensen voor ons wagenwijd open gezet. Bij Juf Godelieve mochten we nog kind zijn. Als we stout waren was er de hoek die ons al snel tot inkeer bracht, als we braaf ons best hadden gedaan wachtte de zoete beloning van het zandkasteel.

Gisteren bereikte mij het bericht dat ‘na een werkzaam leven van ons is heengegaan’ Godelieve van Cauter, in de leeftijd van 97 jaar. Geen duizenden maar tienduizenden kinderen heeft zij in dat werkzame leven onder haar hoede gehad en de nodige tactiele vaardigheden bijgebracht, want zo praten pedagogen over lapjes plukken en gaatjes prikken. Tienduizenden zullen net als ik even achterom kijken en met weemoed terugdenken aan lieve Juf Godelieve, de juf waar elke jongen in de klas van beweerde dat als hij eenmaal groot zou zijn met Juf zou trouwen.

Beste juffen in dit land. Als straks zo een olijke blonde krullebol een beetje verlegen in je oor fluistert dat hij later met jou wil trouwen, barst dan niet in lachen uit, doe zoals Juf Godelieve deed en fluister in dat kleine oortje ‘en ik met jou’. Want op de drempel van de grote-mensen-wereld kiest hij niet voor zijn papa, maar voor die andere held, zijn Juf, met hoofdletter.

 

Jesse Jeronimoon   

2 Reacties

  1. Dit vind ik een mooi verhaal.

    Dit vind ik een mooi verhaal. Je maakt maar zelden mee dat iemand met warmte spreekt over zijn oude kleuterschool en de leidsters daar. Voor mijn eigen kleuterschool sluit ik me, mutatis mutandis, helemaal aan bij dit artikel.

  2. Ach ja, die lieve juffen van

    Ach ja, die lieve juffen van ooit. Ook herinner ik mij meesters die ik bewonderde. Maar ik had als kind ook al een uitgesproken hekel aan sommige meesters. In de derde klas (groep 5, voor de jonkies alhier), had ik een meester die mij grote weerzin inboezemde vanwege zijn, voor mij, duidelijke plezier in het vernederen van leerlingen. Ik kwam toen al thuis met mijn weerzin tegen diens grijnzen als hij strafte. Toch zal ik, degelijk en ouderwets, veel van hem hebben geleerd al heb ik daar nauwelijks herinneriingen aan. Een andere meester in de vijfde klas (groep 7, lieve kinderen) was gespeend van elke vorm van humor en had alszodanig toen al niet mijn sympathie. Maar uiteraard: veel daar geleerd natuurlijk.

    Eenmaal schoolmeester geworden, weet ik ook nu dat oud-leerlingen heel verschillende herinneringen kunnen hebben.  Allemaal degelijk les gekregen, dat wel. Ik vind die romantiek toch een beetje bijzaak als het gaat kwaliteitsonderwijs.

     

     

     

Reacties zijn gesloten.