Taakverdelingsmodel in het voortgezet onderwijs: een hele enge toverdoos

Wij ontvingen van Sandra Hoedeman uit Almelo een bijdrage voor onze website die we u niet willen onthouden.

Taakverdelingsmodel in het voortgezet onderwijs: een hele enge toverdoos.

 

De werkdruk van docenten in het voortgezet onderwijs blijft een groot probleem. In de meest recente CAO is er sprake van 50 uur om werkdruk te verlichten. Docenten kunnen kiezen voor een les minder. Echter, het zwakke punt in het voortgezet onderwijs zit hem in het taakverdelingsmodel. Docenten hebben bij een full-time baan een normjaartaak van 1659 uur, verdeeld in lessen, scholing en taken. Het aantal uren dat docenten moeten maken verschilt sterk per school, evenals de honorering per taak. Helaas willen veel scholen geen keuzes maken, maar overal aan mee kunnen doen, leerlingen van alles kunnen bieden. Dat betekent dat er in de loop der jaren steeds meer taken zijn ondergebracht in het taakverdelingsmodel. De enige manier om zoveel mogelijk te kunnen doen als school is de honorering voor taken te verlagen. Waar het 20 jaar geleden nog genoeg was om naast lessen mentor te zijn en op werkweek te gaan, is dat nu allang niet meer het geval. Begeleidingslessen voor leerlingen die zwak zijn in een bepaald vak waren ooit gewone lesuren op een rooster, maar werden op een gegeven moment op veel scholen ondergebracht in het taakverdelingsmodel. Als je dat maar met genoeg begeleidingslessen doet, kun je docenten meer reguliere lessen laten geven en zo besparen op FTE’s. Vervolgens de honorering voor vakbegeleiding terugbrengen met diverse uren met als argument “Je hebt nooit correctie”. Nee, dat zal best, maar wel veel voorwerk! Op diverse scholen werden onder allerlei namen zg. “keuzewerktijd”-uren geïntroduceerd, aanvankelijk als lessen. Op sommige scholen mochten die uren maar voor 3/4 meetellen als les, want wederom was de redenering “Het brengt geen correctie met zich mee”. Op andere scholen werden keuze-uren ondergebracht in het taakverdelingsmodel.

 

Wat er verder zoal aan nieuws is bedacht de afgelopen jaren……alles moest worden ondergebracht in het taakverdelingsmodel: multimedia, zingeving, kwaliteitszorg, taal, rekenen, werkweken, activiteitenweken, mentoraat, musical, begeleiding LOOT-leerlingen, examentraining, cultuurbeleid, internationalisering, begeleiding profielwerkstukken etc. etc.  Als een docent teveel van deze taken deed, betekende dat destijds vaak lesvermindering. Dat was natuurlijk duur voor scholen. Het was natuurlijk veel handiger om taken minder te honoreren, dus bv. voor de voorbereiding en begeleiding van een werkweek geen 40 uur, maar slechts 20, voor begeleiding van profielwerkstukken per leerling geen 10 uur, maar slechts  2 1/2 uur. Als je een leerling in HAVO-5 of VWO-6 goed wilt begeleiden in het maken van een profielwerkstuk, heb je daar meer dan 2 1/2 uur per jaar voor nodig. Toen ik dat aan mijn leidinggevende vertelde, kreeg ik als reactie “Maar als ik jou meer uren geef per leerling, betekent dat dat we andere taken niet kunnen doen”. Mijn interpretatie is dan “Als we roofbouw plegen op docenten, kunnen we lekker alles doen wat we maar willen”. En die “we”, dat zijn dan schooldirecties die hun school aantrekkelijk willen maken voor leerlingen ten koste van docenten. Dit loopt spaak. Part-timers maken veel meer uren dan waar ze voor zijn aangesteld. En bij full-timers loopt het gierend uit de hand omdat ze zoveel meer uren maken dan ze krijgen voor bepaalde taken en op een bepaald moment constateren “Hé, de dag/week is voorbij en ik heb nog lang niet alles af!”

 

Het leek mij overigens zeer redelijk en eerlijk om docenten met grote groepen en veel correctie (Dit geldt vaak voor de vakken Engels en Nederlands) te compenseren via het taakverdelingsmodel. Immers, iedereen kan bedenken dat elk uur lesgeven aan groepen van 30-32 leerlingen intensiever is dan aan groepen van 8-10 leerlingen (bij sommige vakken) en ook de correctie van werk gemaakt door grote groepen vergt fors meer tijd. Ik heb al een paar jaar geleden aan mijn directie voorgesteld om docenten met grote groepen te compenseren via het taakverdelingsmodel. De reactie was “O nee, dat is veel te ingewikkeld!” Dit van het zelfde directielid dat iedereen elk jaar tot op het uur nauwkeurig kon vertellen hoeveel hij/zij te weinig had gewerkt! Zo ingewikkeld is compenseren overigens niet. Gewoon kijken naar de gemiddelde groepsgrootte. Docenten die boven het gemiddelde zitten, hoeven minder te doen in het taakverdelingsmodel, docenten met kleine(re) groepen en minder correctie zouden meer kunnen doen.

 

Het probleem met het taakverdelingsmodel is de wildgroei. Je bent als docent overgeleverd aan een directie. Er zijn ongetwijfeld directies die wel serieus werk maken van het verlagen van de werkdruk. Andere directies zijn totaal verblind door ambitie; dan ben je als docent wel vogelvrij. De verschillen zijn te groot en directies kunnen redelijk ongestoord hun gang gaan. Een MR kan instemmen met een bepaalde systematiek, maar zal de exacte invulling van taken binnen een taakverdelingsmodel niet uitvoeren, maar dat overlaten aan teamleiders. Een CAO-VO dient zaken als taakverdelingsmodellen en honorering van taken veel strakker te regelen. Op die manier kan er daadwerkelijk iets worden gedaan aan de werkdruk in het voortgezet onderwijs en kunnen scholen gedwongen worden keuzes te maken en niet overal maar op in te zetten over de rug van onderwijzend personeel. Er valt op dit gebied nog veel werk te doen voor vakbonden! Een en ander aan scholen zelf overlaten is wel het slechtste scenario.

 

Sandra Hoedeman,

Almelo

 

6 Reacties

  1. Vergeet de vakbonden. Daar

    Vergeet de vakbonden. Daar hoeven we -gezien de gestage afbraak van de arbeidsvoorwaarden en de toenemende taakbelasting- niets meer van te verwachten. Steun Denise. Kijk op iemanddoetiets.nl

     

  2. Taakbelastingsbeleid is pure

    Taakbelastingsbeleid is pure dorre bureaucratie, opgelegd door de overheid.

    Gelukkig heb ik de tijd meegemaakt dat we zonder zo'n "beleid" werkten. Ieder werkte toen, naast de lesuren, gewoon naar eigen behoefte.  Je had klaplopers naar eigen behoefte en uitslovers naar eigen behoefte en alles wat daar tussenin zat. Het was aan de schoolleiding om wantoestanden persoonlijk aan de kaak te stellen.

    De school, maar ook de leerkracht, had hier nog veel eigen inbreng al naar gelang de omstandigheden.

    De modellenmakers hebben die sfeer en die zelfstandigheid totaal verziekt.

    Dorknopers moesten al die leerkrachten worden.

    Minutentellers.

    Veel werk in het onderwijs doet men uit puur genoegen en enthousiasme. Ander extra werk wordt weer gehaat.

    Laat het dus gewoon over aan de school en het onderling overleg binnen die school. De school alleen kan taken verdelen onder enthousiastelingen en/of vrijwillige taakverzakers (let wel: ik heb het over extra taken; extra taken die niet noodzakelijk  hoeven te zijn).

    Al dat geneuzel op de vierkante minuut: wat heb ik dat gehaat.

    De leerkracht hoort tot op zekere hoogte een vrij mens te zijn en geen dorknoper-ambtenaar.
    En het is de autonome school die de vrijheid van die leerkracht mag bepalen!!

     

     

  3. Toch leuk om je eigen
    Toch leuk om je eigen gegevens weerspiegeld te zien in de bevindingen van een collega aan de andere kant van het land. Sandra, voor he werkgever die het allemaal ” te gecompliceerd ” vindt. Zie op iemanddoetiets.nl voor uitgewerkte tijdmodellen. Staat het allemaal
    Je hebt gelijk. Het punt is het ZICHTBAAR maken. Te gecompliceerd is het meest gebruikte excuus voor : we willen niet dat het transparant en te begrijpen is dus houden we het achter. Half november sta ik weer bij de rechter. Met DIT onderwerp.

  4. En natuurlijk Denise breng je

    En natuurlijk Denise breng je ook dit verslag van mevr. Hoedeman onder de aandacht van de rechter, het heeft de waarde van een getuigenis. 

  5. @Moby 

    @Moby 

    Je constatering "veel werk in het onderwijs doet men uit puur genoegen en enthousiasme" is levensgevaarlijk. Straks krijg je te horen: dus dat rekenen we niet mee bij het taakbelastingsbeleid.

    Je kunt het immers niet maken om zowel financieel via taakuren en inherent via werkplezier een dubbele beloning te eisen.

  6. In het MBO betekende dat

    In het MBO betekende dat taakbelastingsbeleid dat docententeams onderling mochten uitvechten hoe ze de taken binnen de beschikbare uren onderling zouden mogen verdelen. Behalve dat er natuurlijk teveel taken voor te weinig uren waren gaat het dan toch om het recht van de sterkste en het recht van de meerderheid. Docenten technische vakken die één klas -pakweg- 12 lesuren hadden beweerden met droge ogen dat ze evenveel voor-en nawerk hadden als docenten Nederlands die zo'n zelfde klas (of soms zelfs gecombineerd met nog een klas) maar één uur in de week hadden.

    Van dat model begint men nu terug te komen gelukkig. Het oude model met een standaardopslag voor voor- en nawerk gaf nog iets van bescherming.

Reacties zijn gesloten.