Socialisme en democratie

JCTraasv2.jpg

‘En wie als kind van laagopgeleide ouders wordt geboren, heeft een grote kans om ook zelf relatief opgeleid te blijven. Ook wie een hogere opleiding voltooit dan zijn of haar ouders, zal veelal, doordat het algehele opleidingsniveau stijgt, toch geen hogere sport op de maatschappelijke ladder weten te bereiken. Maatschappelijke achterstand krijgt daarmee weer steeds meer een erfelijk karakter.’’

Aldus Paul de Beer in het jongste nummer van Socialisme & Democratie. Het artikel verdient het in zijn geheel gelezen te worden maar de geciteerde zinnen bevatten  al voldoende stof voor commentaar. Het valt op dat de vroeger gebruikelijke indeling in arbeidersklasse, middenstand  en bovenlaag nu vervangen is door termen die een  bepaald onderwijsniveau aangeven. Het is een wat grove indeling maar het geeft wel aan hoe sommige mensen hun plaats – en die van anderen- in de samenleving markeren.

Ondanks diploma-inflatie op elk niveau in het onderwijssysteem, hanteren we een meritocratisch systeem – dat ongunstig uitpakt voor de lager opgeleiden. Zoals de Beer het hier stelt is het een bijna statisch gegeven: ‘maatschappelijke achterstand krijgt weer  een erfelijk karakter.’

De Beer gelooft in de ‘overerfelijkheid van talenten’, waarvan hij zegt dat het niet alleen gaat om genetische, ‘maar ook om sociale en culturele overerving, via de opvoeding en het socialisatieproces.’

Dat is ongetwijfeld waar, maar daar is niet mee gezegd dat er geen sociale mobiliteit is in onze maatschappij. Wie zich enigszins verdiept in wat bekend is over de verdeling van het IQ weet dat de ‘wetten’ van de erfelijkheid ervoor zorgen dat ook laagopgeleiden kinderen krijgen met een hoog IQ en omdat er méér laagopgeleiden zijn  houden ze , kwantitatief, de intelligente kinderen van de hoger opgeleiden in evenwicht. Bovendien, hoger opgeleide ouders krijgen niet alleen begaafde kinderen maar ook minder begaafde kinderen. Er is het verschijnsel van de ‘regression to the mean’, de regressie naar het midden, waardoor een soort ‘opgaan, blinken en verzinken’ in veel families een onvermijdelijk gebeuren is.

Welke rol speelt het onderwijssysteem hierin?  Ja, uiteraard , dat moet gelijke kansen bieden. Dat doet het mijns  inziens het best door hoge eisen te stellen aan de prestaties, veel te laten leren en streng te toetsen. Weinig franje. De slimme en ambitieuze leerling uit een ‘laag’ milieu kan zich het beste waarmaken in een dergelijk systeem, terwijl de niet echt intelligente leerling uit het ‘hogere’ milieu door de mand valt. Het systeem dat wij nu hebben bevoordeelt nog te vaak kinderen uit bevoorrechte milieus: scholen met een hoge ouderbijdrage, dure extra’s in de vorm van excursies en ‘fancy’ schoolreizen. En de vaak wat slappe mentaliteit, ook in examenklassen, waardoor slecht gewerkt wordt, met als gevolg onvoldoende prestaties, die nog net op tijd door dure bijlessen en stoomcursussen kunnen worden weggewerkt – is eveneens ten nadele van kinderen uit minder draagkrachtige milieus.

 

J.C. Traas

 

 

 

3 Reacties

  1. Al dat gebeuzel over milieu e

    Al dat gebeuzel over milieu e.d. kon ik in eigen kring al geloochenstraft zien. Zowel van de kant van de vader als van de kant van moeder (beide afkomstig uit eenvoudige milieus) waren er broers en zussen die matig konden leren terwijl er in hetzelfde gezin ook broers of zussen waren die juist heel goed konden leren. Hetzelfde gezin bracht een arts en een eenvoudig handelaar voort. Hetzelfde gezin bracht een eenvoudige productiemedewerker en een docent HO voort.

    Misschien daarom heb ik al dat gepraat over een voorbeschikking vanwege 'het' milieu' altijd al een belachelijk idee gevonden. Mijn mening daarin werd gesterkt toen we overal zagen hoe 'lagere' burgers met succes die formidabele opleiding van de 'Hogere' Burger School wisten af te ronden!

    Laten we daarom voorgoed afscheid nemen van dat idee dat 'milieu' 'vroeger' (VOOR de totale onderwijsvernieuwing) leidde tot een vanzelfsprekende voorbeschikking. Het was een waanidee, gevoed door ideologen.

    Eigenlijk is het juist het vernieuwde onderwijs dat jongeren in hun aanwezige beperkingen gevangen houdt: want die jongeren worden aangemoedigd niet verder te kijken dan de eigen neus lang is!!

  2. Graag hier een opmerking over

    Graag hier een opmerking over “regression to the mean”.  Is die “gemiddelde IQ” wel een onveranderlijke IQ-waarde in die zin dat er geen intelligentie wegevolueert?  Als in populatie A een paar generaties lang de “dommen” gemiddeld 3 kinderen hebben en de “knappen” 1 kind zou het gemiddelde zich daar op een IQ-A-waarde stabiliseren die tevens een onveranderlijk gemiddeld begripsvermogen aangeeft. In populatie B waar beide groepen even veel kinderen per ouder hebben zou het zich op IQ-B stabiliseren. IQ-B moet wel een hogere intelligentie beïnhouden dan IQ-A maar als populatie A na enige generaties zo zou veranderen dat het aantal kinderen per ouder in beide groepen even groot is beïnhoudt dan IQ-A een paar generatie later weer hetzelfde begripsniveau als IQ-B in groep B ????.

    In elk geval is populatie B dan toch enige tijd in het voordeel geweest.

    Ten slotte: linkse mensen hebben bewust of onbewust nooit iets willen weten over de rol van erfelijkheid. Het is mogelijk in dit verband leuk nog eens te vermelden hoe het ikoon van van de “nurture”-opvatting uit de Sovjetunie, Lyssenko, zijn dood als wetenschapper vond:

    Lorsqu'il fut décidé de se séparer de Lyssenko, ce dernier fut convoqué devant le comité de l'Académie des sciences soviétique, section Biologie ; les minutes de cette séance sont assez « croustillantes » en reprenant bien le mode de pensée du « pragmatisme soviétique » :
    – Le secrétaire général : Vous dites qu'un caractère biologique acquis se transmet à la descendance ; alors comment expliquez-vous que les Juifs mâles qui sont circoncis à la naissance depuis des milliers d'années n'aient pas transmis à leur descendance le caractère spécifique de naître circoncis ?
    – Comment expliquez-vous que les femmes naissent vierges, alors que leurs mères ne l'étaient plus au moment de leur conception ?
    Et ce fut la fin de Lyssenko.
    (uit Wikipédia Frans)

  3. De vroegere socialisten

    De vroegere socialisten hadden als ideaal: Zo veel mogelijk arbeiderskinderen naar het Gymnasium. Bedoeld werd Gymnasium in ruimere zin: een vooropleiding voor de universiteiten. Iedereen ongeacht zijn afkomst moest langs deze weg toegang krijgen tot de interessante en lucratieve banen van de bovenlaag en de cultuur van die bovenlaag. Jazeker, cultuur hoorde er ook bij. Max Pam beschrijft ergens het jubileumfeest van de vroegere diamandwerkersbond. Vol met klassieke muziek en serieuze toneelstukken. Ik geloof niet dat er nog één vakbond is die haar jubileum met zo’n programma viert. De vroegere HBS bloeide door dat streven. De vroegere PvdA zou ook niet geduld hebben dat de kaartjes voor uitvoeringen van klassieke muziek met meer BTW belast werden. Het ideaal van gelijke kansen maakte de socialisten blind voor verschillen in aangeboren capaciteiten en toen er een eind kwam aan de stormachtige groei van het VWO zocht zij de oplossing daarvoor in het verlagen van het niveau van en de hoeveelheid VWO-kennis. Gelijkwaardigheid moet!

    In de tijd dat ik op het VWO zat was in mijn herinnering op de HBS het aantal jongens veel groter dan het aantal meisjes. In de hogere sociale lagen was het toen al geaccepteerd dat ook meisjes die moeilijke Gymnasiumopleiding deden maar in arbeiderskringen en in de middenstand was een VWO-opleiding voor meisjes nog steeds een overbodige luxe. Maar voor het snel laten verdwijnen van vooroordelen was het niet nodig om een voortreffelijk onderwijssysteem op te doeken en intelligente arbeiderskinderen een gedegen VWO-onderwijs te ontzeggen. Het idee van gelijke kansen leefde, zoals ook Moby stelt, daarvoor al bij de veel mensen.

Reacties zijn gesloten.