Van een kwekeling die niet meer kweken mag

21 Theo Thijssen Rijkskweekschool 450x200.jpg

Veel studenten beginnen aan de Pabo omdat ze ‘iets met kinderen’ willen doen. Ze vinden kinderen schattig of ze hebben zelf al een aantal kinderen grootgebracht. De Pabo bedient deze studenten op hun wenken. Wij Pabo-studenten mogen kinderen observeren, motiveren, stimuleren, analyseren en over hen reflecteren.
Onderwijzen lijkt van ondergeschikt belang te zijn. Het gaat er vooral om de kinderen de vaardigheden bij te brengen waarmee ze later betere mensen kunnen worden dan wij. Daarom mogen wij de kinderen niet teveel besmetten met onze eigen vastgeroeste ideeën. We moeten vooral veel naast de kinderen staan, nooit erboven. We moeten ze leren zichzelf te vinden, zijn en blijven.

Als je kinderen vervelend vindt moet je geen onderwijzer worden. Het is de meisjes en jongens van achttien ook vergeven dat hun motivatie nog niet verder reikt dan ‘iets met kinderen’. Hetzelfde geldt voor de huismoeders die vrezen dat ze tot weinig meer instaat zijn dan ‘iets met kinderen’.
Het zijn de Pabo’s die zich moeten herbezinnen. Wanneer ze op de lerarenopleiding bij studenten een tekort aan intellectuele interesses constateren zou het hun primaire doel moeten zijn om dat aan te pakken. In plaats daarvan laten ze ons onze gang gaan. Wij moeten ons immers op onze eigen manier ontplooien. Het gevolg is dat wie zonder intellectuele interesses aan de Pabo begint, deze waarschijnlijk in dezelfde staat zal verlaten.

Zelf vind ik kinderen ook leuk. Ze kunnen ontzettend origineel en grappig uit de hoek komen. Het is ontroerend om te ervaren hoezeer kinderen zich aan hun opvoeders kunnen hechten. Toch is dat niet de reden waarom ik onderwijzer wil worden.
Ik heb ‘iets met generaties’. Als kind vroeg ik mij al af: ‘Hoe doe je dat toch, dat groot worden…’ Gelukkig hebben mijn opvoeders er alles aan gedaan om mij in de grote wereld in te wijden. Ik heb zelfs, totdat ik naar de middelbare school ging, prima onderwijs genoten. Voor mij draait opvoeding om het doorgeven van de beschaving aan de volgende generatie.

Groot worden, deelnemen aan de samenleving, jezelf de beschaving van je voorouders eigen maken, dat is geen eenvoudige taak. De school kan dat niet in zijn geheel bewerkstelligen. Daarom moet zij zich specialiseren en zich bij haar primaire taak houden; het overdragen van kennis. Niet zomaar kennis, maar de kennis die ons is toevertrouwd door de generaties die voor ons leefden.
Dat maakt onderwijzer ook tot zo’n mooi beroep. Je komt met alle facetten van het leven in aanraking. Je moet weten welke vissen er in de sloot zwemmen, wat Aristoteles over ethiek heeft geschreven, waarom Mondriaan een groot kunstenaar is, hoe je een schroevendraaier vasthoudt, wat het verschil is tussen een majeur en een mineur akkoord. Je moet weten hoe je deze kennis vertaalt naar de wereld van het kind. De onderwijzer is de brug tussen de tijden, hij draagt de essentie van de kennis van de filosoof, de visser en de timmerman over aan de volgende generatie.  Helaas vind ik dat de Pabo ons niet op deze taak voorbereidt.

Op de Pabo vertellen ze ons dat leren een levenslang proces is. Wij moeten kinderen ‘leren leren’. Kennis, die nemen ze dan vanzelf wel op, als ze er aan toe zijn, als het past bij hun persoonlijke leerweg. Belangrijker is dat wij ze leren om vooral intrinsiek gemotiveerd te handelen, hun eigen weg te gaan, op hun manier. Hoe ze dat doen, dat mogen ze zoveel mogelijk zelf uitzoeken.
Natuurlijk is leren een levenslang proces, maar niet elke vorm van leren staat gelijk aan het opdoen van waardevolle kennis. Dáár moet de school in voorzien zodat de kinderen alles wat ze buiten de school leren in de juiste context kunnen plaatsen.

Ondanks mijn kritische houding wil ik de Pabo bij dezen ook een compliment maken. Ze zijn namelijk wel consequent in hun visie. Ze laten ook mij mijn eigen weg gaan. Op een enkele dogmatische rekendocent na word ik door niemand teruggefloten als ik het opneem voor het traditionele onderwijs. Integendeel, ik krijg vaak veel steun van mijn docenten. Maar lesgeven, mij vertellen hoe je een goede onderwijzer wordt, dat doen ze nauwelijks nog op de Pabo. Daarmee zijn ze trouw aan de onderwijsvisie die ze uitdragen.

Het gevolg is dat wij,studenten, niet voldoende worden ingewijd in het ambacht dat wij moeten gaan uitoefenen.  Het beroep van onderwijzer zal op deze manier steeds meer aan inhoud inboeten. Wij weten niet meer wat we aan de volgende generatie moeten overdragen. De canons zijn ontkracht. Didactische kennis verdwijnt met iedere onderwijzer die met pensioen gaat.

De generatie die ‘iets met kinderen’ wil doen voelt zich nauwelijks verantwoordelijk voor de overdracht van onze beschaving. Dat kan veranderen. Maar als niemand het ons gaat onderwijzen zullen wij het nooit leren.

 

17 Reacties

  1. Ik kreeg op twitter (

    Ik kreeg op twitter (@bestuurbon) reacties op deze column van @ronaldheidanus, een "onderwijziger REC4 en autismespecialist" volgens zijn profiel met een passie voor verwonderen en inclusie. De disussie: @R 

    @ronaldheidanus: zelfs het compliment mondt uit in deceptie. Wel mooi de #diversiteit, die is er in de samenleving ook 🙂 En Nu? De uni?

    @bestuurbon: ik begrijp niet wat je wil zeggen

    @ronaldheidanus: Dat een klas ook niet vol met kennisslikkers zit en misschien dat de schrijver(ster) naar de universiteit gaat, kennis snuiven! 

    Ik vond dat laatste opmerkelijk, dus :

    @bestuurbon: kennisslikkers en snuivers? Zoals in pillenslikkers en cokesnuivers? Wat een opmerkelijke visie op kennis en onderwijs

    @bestuurbon: Die visie past in de visie over kennis die door onderwijsvernieuwers is uitgedragen. Hoopte dat we dat voorbij waren.

    Voor mij geeft het aan dat de schoen van de kwekeling de aangesproken twitteraar kennelijk perfect past. Maar het is enige tijd geleden dat ik met zoveel dedain over kennis hoorde spreken. Dus Kwekeling: je hebt nog heel wat regels te schrijven voordat die minachting van kennis uit de onderwijswereld is verdwenen.

  2. Kwekeling schrijft: op een

    Kwekeling schrijft: op een enkele dogmatische rekendocent na. Moet ik dit lezen als: op een enkele dogmatische docent na, namelijk de rekendocent?

  3. Lonesome Joe, bedankt voor de

    Lonesome Joe, bedankt voor de opmerking. Dat komt inderdaad niet helemaal duidelijk naar voren uit mijn stuk. Ik zal het kort toelichten. Wat ik bedoel is een rekendocent die dogmatisch vast wil houden aan zijn eigen geloof in het realistisch rekenen.
    Mijn ervaring is dat er goed te praten valt met mensen die er een andere visie op onderwijs op na houden. Ik ken bijvoorbeeld prima docenten in het OGO onderwijs die, volgens mij, vooral moeten doen waar zij in geloven.
    Met een enkele rekendocent heb ik andere ervaringen gehad. Dat realistisch rekenen ligt erg gevoelig. Bij de docent in kwestie zelfs zo gevoelig dat een discussie niet mogelijk was en een andere visie niet werd getollereerd. Daarom koos ik voor het woord dogmatisch, al is het misschien niet helemaal op zijn plek hier en heb ik het ook vooral als krachtterm gebruikt.
    Het gevaar is dat zulke docenten zich gesteund voelen (voelden?) door het bestuur en de politiek. Ze kunnen het idee krijgen dat ze op een heilige missie zijn, om de heidenen van het traditioneel onderwijs te bekeren.
    Mij persoonlijk stoort het niet dat er voorstanders van het realistisch rekenen zijn. Het stoort mij wel als er geen ruimte is om er anders over te denken.

  4. Redactie,

    Redactie,

    Ik kom niet helemaal wijs uit de discussie met @ronaldheidanus. In elk geval is de reden waarom ik niet naar de universiteit ben gegaan eenvoudig. Ik wil onderwijzer worden en dat is geen academisch beroep.

  5. Voor ieder kind moet er
    Voor ieder kind moet er onderwijs beschikbaar zijn dat bewezen effectef is, dus ’traditioneel’ en vooral op kennisoverdracht gericht onderwijs. Dat geldt ook voor het speciaal onderwijs. Want welke kinderen zijn vooral de pineut van dat ‘leren leren’? Toch vooral die kinderen die thuis minder mee (kunnen) krijgen? Dat er alternatieven zijn voor ouders die perse iets anders willen voor hun kind is ok.

  6. Ik kwam er ook niet goed uit

    Ik kwam er ook niet goed uit 😉

    De discussie is nog verder gegaan, maar het ging me om de opmerking over kennis slikken en snuiven. Wat mij verbaast is dat er zo vreselijk veel mensen in het onderwijs werken die menen dat kennis een vies woord is. Het gaat namelijk om informatie delen en zelf zoeken of wat dan ook, Die antipathie tegen kennis komt tot het hoogste niveau voor. Sterker: om hoog te komen is die antipathie zo'n beetje voorwaarde. Lekker post modern. Lees de woorden maar van bv Sjoerd Slagter op het blog van jl. En Slagter is toch zo'n beetje de baas van het VO. Hoe kan het zijn dat er een sector is met mensen die een hekel hebben aan waar het in die sector over gaat, daar dan ook nog eens de baas van worden en dat allemaal doen met ruime vergoeding, direct of indirect betaald met belastinggeld van mensen die hopen dat die sector hun kinderen wat kennis bijbrengt

  7. Volgens mij is de huidige

    Volgens mij is de huidige generatie die de Pabo volgt, op de basisschool helemaal opgeleid met rekenmethodes die realistisch rekenen als uitgangspunt hadden. Die methodes (RR; Wereld in Getallen b.v.)  maakten opgang in  de negentiger jaren van de vorige eeuw, als ik het mij goed herinner. De kinderen van toen volgen nu kennelijk op de Pabo dezelfde rekenmethode en moeten dezelfde gedachtengangen volgen.

    Ik vraag mij dus af hoe een student anno 2013 kan vinden dat die methode niet deugt. Die student weet immers niet beter dan dat er RR bestaat? HIj is niet opgeleid als de baby-boomers die stevig traditioneel rekenen hadden geleerd op de lagere scholen. Ook heeft hij/zij geen weet van traditionele methodes als 'Nieuw Rekenen' (traditioneel) of een eindtoets die het zuivere reken- en cijferwerk toetste.

    Ouderen die weet hebben van het traditionele rekenonderwijs kunnen zuchten als zij zien hoezeer die vaardigheden van ooit achteruit zijn gehold terwijl er nauwelijks iets beters voor in de plaats is gekomen. Maar hoe kan iemand die is opgegroeid met realistisch rekenen dit zien? Dat vraag ik mij af.

    Verder geeft het artikel een fraai inzicht in de opleiding tot meester/juf anno 2013. 'Vorming' is het allerbelangrijkste element geworden en met klassen die dankzij WSNS hun redelijke homogeniteit verloren hebben, wordt het stellen van eisen natuurlijk ook al veel lastiger. De politiek heeft dit gewild. Liever een 'nieuwe mensch' dan het beheersen van vaardigheden. Zelfs als de geschiedenis ons VOOR ALLES leert dat de mens niet te vernieuwen is.

  8. @moby

    @moby

    Ik kan wel een aantal manieren bedenken hoe iemand op de hoogte kan zijn van niet realistische rekenmethoden. Via de ouders die in het verleden misschien wel hebben geholpen met rekenen of door de rekendiscussie die uitgebreid het nieuws heeft gehaald en een geïnteresseerder pabo student er toe zal aanzetten er wat meer over te weten te komen. Maar ik kan niet namens de kwekeling spreken natuurlijk.

  9. www.openuniversiteit

    www.openuniversiteit.nl/eCache/DEF/2/50/612.html .

    UIt onderwijskundig onderzoek blijkt……..

    Emmy Vrieling:

    “Leren leren zorgt voor motivatie en succes van pabo-studenten. Niet alleen weten wat je leert, maar ook hoe je het beste leert, zorgt ervoor dat pabo-studenten gemotiveerder zijn en het geleerde beter kunnen toepassen in de praktijk. En hoe je het beste leert, kun je niet zelf leren. Het onderzoek heeft uitgewezen:  leraren in opleiding zetten meer metacognitieve leervaardigheden in, zoals het nadenken over eigen leerdoelen, en krijgen meer zelfvertrouwen in hun werk.”  

    Op 20 november 2012 promoveerde Emmy Vrieling aan de Open Universiteit. Ze werkt bij LOOK: het Wetenschappelijk centrum Lerarenonderzoek.

     

  10. @Moby Bij mij werd het

    @Moby Bij mij werd het realistisch rekenen ingevoerd in groep 5. Dat was tenminste de bedoeling. Er zit een mooi verhaal van onderwijzersverzet achter. Dat verhaal zal ik in een volgend blog met iedereen delen.

    @JL. Ik ben het er helemaal mee eens dat pabo-studenten moeten leren-leren en inzicht moeten hebben in meta-cognitivie vaardigheden. Kinderen nog niet, die hebben eerst een gedegen basiskennis nodig.

  11. En inmiddels assistant

    En inmiddels assistant professor die Emmy. Voordat ik studeerde had je ook allemaal promovendi die al een baan als assistent professor hadden voor hun promotie. In de onderwijskunde is het kennelijk nu hetzelfde. Dit deugde toen niet en het deugt nu niet.

Reacties zijn gesloten.