Toekomstgericht les geven

Het onderwijs van nu loopt jaren achter. Het weet niet wat kinderen voor de toekomst allemaal nodig hebben.

Neem nu Sophie. Het is 2038. Sophie is op zoek naar een vaste baan. Allerlei interessante mogelijkheden komen langs. Maar die arme Sophie wordt er alleen maar onzeker van. Want voor al die interessante baantjes is ze maar beperkt opgeleid. Op school kreeg ze schrijven, Duits, formules met Excel. Aan de  individuele behoeftes van Sophie werd  tijdens haar schoolperiode geheel niet tegemoet gekomen. Ze kreeg vakken waar ze niet goed in was en kon alleen naar school tijdens de uren dat de school open was, terwijl ze juist ’s avonds  kennis het best  opnam. De lessen waren klassikaal en niet gericht op haar persoonlijke behoeftes. Kortom een ramp.

Zo wordt het toekomstperspectief uitgetekend door vernieuwers, die het huidige onderwijs hopeloos verouderd vinden. Het curriculum, de vakinhoud, de didactiek, er klopt allemaal niets van.

Volgens deze zienswijze  weten leerlingen op jeugdige leeftijd al precies wat hun behoeftes zijn en welke beroepen ze zullen gaan kiezen. School dient hen  daarin tegemoet te komen in geheel op het individu afgestemde programma’s en op tijden waarin de leerlingen het beste kennis opnemen.  Per individu kan worden bepaald wat overbodige vakken zijn. In dit geval dus Duits en netjes leren schrijven.  Het curriculum van de toekomst is een soort cafetaria waaruit leerlingen naar hartenlust op ieder moment datgene kunnen kiezen wat tegemoet komt aan hun actuele behoeftes. Die keuzemogelijkheden zijn dan wel helemaal afgestemd op de toekomst. Onderwijsorganisaties weten, dankzij trendvolgers als Ruut Veltenaar,  precies  wat de keuzemogelijkheden  zijn. En hoe die in overeenstemming te brengen zijn met de behoeftes op dat moment van de leerlingen.

Leraren maken het verschil maar dan moeten ze wel “toekomst gericht lesgeven”. Dat is de titel van een nieuw door Dryade georganiseerd professionaliseringsevenement dat in het voorjaar zal plaats vinden in Utrecht.. Ik weet niet of het meetelt voor het lerarenregister. De boodschap is de tegeltjeswijsheid: “  Als we vandaag onderwijzen zoals gisteren beroven we onze kinderen van morgen”.  Kortom,  de leraren en scholen van nu doen het helemaal fout en maken voor onze kinderen een goede toekomst onmogelijk. Denk aan die arme Sophietje in 2038, die opgescheept zit met Duits en Excel in een wereld waarin de arbeidsmarkt vraagt om datamarketeers, neuroretailers,  afvaldesigners, companyrobot voice imitators etc. of onderwijsconsulenten (voorheen leraren) . Dat laatste is wel grappig. In 2038 heten professionaliseringsevenenten:  “Onderwijsconsulenten maken het verschil”.  Toekomstgericht lesgeven wordt coaching richting de arbeidsmarkt.

Maar laten we nu Suzanne eens nemen. Ook in 2038, ook volstrekte fictie, waarom niet. Suzanne heeft op school een programma gevolgd binnen reguliere lestijden. Dat programma volgde ze samen met haar klasgenoten. Niet alle vakken vond ze even leuk of passend bij haar persoonlijke behoeftes. Maar er waren ook niet zo veel vakken waaraan ze een hartstochtelijke hekel had. Nu ja, tekenen was “haar ding” niet. Talen hadden haar voorkeur boven exacte vakken. Bij  andere  klasgenoten lag dat precies andersom. Als ze er een beetje  moeite voor deden konden de meeste leerlingen met beide kanten  wel overweg. ICT – kennis en vaardigheden hadden ook haar belangstelling en bereidde haar, dankzij op dit gebied bekwame leraren, voor op een leven in een technologisch steeds veranderende samenleving.  Suzanne wist eigenlijk ook niet zo goed wat ze later zou worden. (Laat ik vast verklappen wat ze uiteindelijk geworden is nl. verpleegster .Na het V.O kwam ze daar min of meer toevallig terecht en het bleek goed bij haar te passen. Ze volgde een verpleegstersopleiding waarin ze haar reken- en taalvaardigheden, maatschappijkennis en basiskennis ICT goed kon gebruiken.) Ze wist nadat ze de middelbare school verlaten had even niet zo precies wat ze nu verder ging doen. Maar ze had  niet het gevoel dat deze opleiding haar tekort had gedaan. Op school had ze wel wat voorlichting over de arbeidsmarkt gehad, maar zoals zo velen van haar leeftijdsgenoten twijfelde ze aan de keuze voor een bepaalde beroepsrichting en/of vervolgstudie. Hoe het verder ging heb ik al verteld. Suzanne heeft nog goede contacten met een aantal oud klasgenoten met wie ze gemeenschappelijke herinneringen aan haar schooltijd, goede en minder goede, deelt.

Voor de wijsheid dat het onderwijs moet meegroeien met maatschappelijke ontwikkelingen hebben we geen adviseurs, trendvolgers en goeroes nodig. . Maar ik  weet, net zoals iedereen die geen trendwatcher is, niet hoe de maatschappij en de arbeidsmarkt er in 2038 precies uitzien. De didactiek van het individuele, op het kind gerichte leren is in ieder geval al zo oud als de weg naar Kralingen en ze is tot nu toe niet heel succesvol geweest. En wetenschappelijk weerlegd door o.a. E.D. Hirsch, jr. (Why knowledge matters, 2016).*  Dus daarvoor hoeft u niet naar dit symposium te gaan als u iets geheel nieuws wilt horen. Oude koek. Maar  voor trendgerichte vernieuwers is dit nog steeds de toekomst. We krijgen:  “Tips en handvatten, inzichten in de laatste trends, de vaardigheden, die van jouw leerlingen gevraagd worden en hoe jij je daarop kunt voorbereiden om uiteindelijk te komen tot je eigen toekomsttoolkit”.  De beleefdheidsvorm is ook geheel uit de tijd.  Op onze site maakte b.vanbaar in een mooi commentaar melding van Altman’s lijst van  zeven dingen, die hervormers niet meer tegen leraren moeten zeggen. Dit welgemeend advies is niet aan de samenstellers van zo’n professionaliseringsevenement besteed. Als u toch gaat, veel succes.

  • Lees ook nog even de uitstekende bespreking van dit boek door Ben Wilbrink in het laatste nummer van Vakwerk.

 

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter