Veramerikanisering van de Toelating tot de Universiteitn

Geen loting meer, laat maar zien wat je kunt is de titel van een beschouwing van Maarten Huygen in de NRC van vandaag. Hij beschrijft hoe langzaam het eindexamen VWO van voldoende voorwaarde voor toelating tot de universiteiten verandert in een noodzakelijke voorwaarde. M.m. geldt dat ook voor HAVO en hogescholen. De overheid vraagt zich niet af of teveel mensen zich voor hoger onderwijs willen inschrijven omdat het niveau van de genoemde schooltypen gedaald zijn en daarbij soms ook van de instituten voor hoger omderwijs en dat daarom het VWO teruggebracht moet worden op het niveau van de HBS en het  vroegere gymnasium en de HAVO naar het niveau van de vroegere MULO zou moeten worden opgekrikt maar laat de instellingen voor hoger onderwijs extra aan de gekozen studierichting gelieerde noodzakelijke voorwaarden vaststellen. Sommige betreffen motivatie of persoonlijkheidskenmerken van de kandidaten. Andere de gemaakte keuzes van de vakken op de middelbare school en het niveau ervan. Voor het laatste valt wel iets te zeggen als je vakken kunt kiezen die nu nog niet in het secundair onderwijs gegeven worden en als je de vakken die nu wel gegeven wordenop hoger niveau of anders gericht zou mogen volgen Men denke daarbij aan wiskunde en de keuzetalen zoals Frans en Duits. En je moet natuurlijk Latijn, Oud-Grieks, Hebreeuws,  Sanskriet en Mandarijn op niveau kunnen volgen. Als het voor toelating tot bepaalde universitaire studierichtingen ook toegestaan zou worden bepaalde vakken op HAVO-niveau af te leggen ontkom je niet aan monsterlijk grote scholen, ambtenarij en een onpersoonlijke omgeving. Maar als je in de toekomst vanaf de eerste klas vakken op een hoger niveau dan dat van het huidige VWO zou kunnen studeren weegt dat er misschien tegen op.

2 Reacties

  1. Het is een testimonium

    Het is een testimonium paupertatis dat de regering van 2 specialisaties in het VWO,  Alfa en Bèta vier heeft moeten maken, de huidige profielen. Kinderen komen het VWO binnen met minder kennis van rekenen en taal dan vóór de afschaffing van het toelatingsexamen. Door de experimenten met de basisvorming is het niveau van de onderbouw VWO achteruitgeggaan en vervolgens laag gebleven. Tegenwordig moetem de leerlingen in 3 jaar bovenbouw VWO rijp gemaakr worden voor het WO. In de tijd van de vroegere HBS was dat 5 jaar, te beginnen bij de eerste klas.

    Maar nu de universiteiten extra criteria aan het invoeren zijn voot toelating tot bepaalde studies en goede eindexamencijfers maar ook bijzondere vakken kan men ook verder doorschuiven en de universititen laten beslissen welke configuraties van vakken waarin met succes eindexamen is gedaan toegang tot bepaalde studies geven. De bestaande VWO-vakken zouden daarbij op 3 niveaux kunnen worden afgelgd, HAVO, (huidige) VWO en Boven-vwo. Daarnaast zouden op verzoek van de universiteiten nieuwe vakken kunnen worden ingevoerd, die voor het hoogste examenniveau worden onderwezen. Voor de universiteiten kan het interessant zijn om op grond van de samenstelling ván en de resultaten bíj de verschillende horizontale deelexamens door verhoging van het studietempo beter bachelors te kunnen afleveren of bepaalde studies op twee niveaux aan te bieden.

    In die gevallen waarin een leerling sommige schoolvakken al in het eerste jaar hun einxamenvak mag kiezen kan hij/zij de  daarin een hoog niveau bereiken. Zo zouden leerlingn kunnen ontsnappen aan de verplichting om in de onderbouw Freudentalonderwijs te volgen.

  2. Ik heb in deze maand 2

    Ik heb in deze maand 2 teleurstellende ervaringen ondergaan. De eerste was dat het bestuur van BON in bewoordingen zoals wij die van onze tegenstanders kennen ons wil wijsmaken dat we in de strijd om het lerarenregister een belangrijke overwinning hebben behaald. De tweede dat de NRC mijn brief waarin ik aan de hand van het voorbeeld van het verbod op thuisonderwijs aannemelijk wilde maken dat de Tweede Kamer het alleen maar geen toetsing aan de grondwet wil om het zichzelf bij de wetgeving gemakkelijker te kunnen maken niet heeft willen plaatsen. Verder voel ik mij in BON geïsoleerd en te ver af van de plaatsen waar de beslissingen van het BON-bestuur worden genomen en van de personen die daarbij betrokken zijn. Mijn conclusie is dat ik door gebrek aan capaciteiten via BON of op andere wijze te weinig kan bijdragen aan beter onderwijs om grote inspanningen te rechtvaardigen. Ik zal daarom in de toekomst op de website van BON weinig van me laten horen.
    Als positief gevolg van mijn via BON bezig zijn aan onderwijsverbetering is dat ik de politieke processen beter begrijp en inzicht gekregen heb in de manier waarop politici en handelen en denken. Dat "leren" was leuk maar wat ik geleerd heb was bedroevend.
    In de discussies op de BONsite zijn vele goede en gemotiveerde "debaters" actief. De site en de daarop  gevoerde discussies zijn een goede bron van informatie en inzicht. Ik hoop dat dat zo blijft en wens de actievelingen van het blok daarbij veel succes
     

Reacties zijn gesloten.