Bèta Burgerschap

[Oorspronkelijke text verwijderd]

Dit jaar start het project 'Samen werken aan Bèta Burgerschap't:  Bedrijven, PO- en VO scholen, Hogescholen en Universiteiten werken aan een bèta en techniek-programma dat ook burgerschapsvormend is. 

Bèta Burgerschap zal worden ontwikkeld op basis van vier didactische principes, afkomstig uit het promotieonderzoek van Laurence Guérin:

  • het oefenen en ontwikkelen van argumentatievaardigheden
  • het verbinden van verschillende perspectieven (netwerkleren)
  • het leren groepsgewijs beslissingen nemen
  • het leren samen denken. 

 

'Door uitleggen aan elkaar en door elkaar bevragen, verbeteren en aanvullen, leren leerlingen hun kennis te delen en deze gezamenlijk te verbeteren.'

'Ook vraagt het van de leraren bijvoorbeeld dat ze leerlingen kunnen stimuleren tot nadenken, argumenteren, perspectieven nemen, beslissing nemen en uitdagen om kennis en oplossingsstrategieën te delen in de groep.'

'Om dit alles te bereiken is het noodzakelijk dat leraren zich professionaliseren zodat ze zulke lessen kunnen ontwikkelen en implementeren.'

'In de te ontwerpen leeractiviteiten ontwikkelen leerlingen hun bètageletterdheid (scientific literacy) door groepsgewijs maatschappelijke technologische vraagstukken (socio-scientific issues) op te lossen. De vraagstukken zijn de kern van authentieke leertaken in de klas en buiten school, bij bedrijven en/of maatschappelijke instellingen. De programma’s wisselen leertaken die op school worden uitgevoerd, af met leertaken die in de bedrijven en/of maatschappelijke instellingen worden uitgevoerd, waardoor bedrijven en scholen een geïntegreerde en gevarieerde leeromgeving vormen. '

‘Deze vorm van bètageletterd burgerschap leert leerlingen kritisch meedoen, meedenken en meebeslissen en tegelijkertijd wordt het probleemoplossend vermogen van de leerlingen ontwikkeld. Tenslotte wordt in documenten en onderzoeken over en naar 21ste century skills benadrukt dat probleemoplossende denkvaardigheden (cognitief en meta-cognitief) noodzakelijk zijn om als toekomstige en volwaardige burger te kunnen functioneren in de maatschappij.’

‘Door het leren argumenteren in een context waarin leerlingen samen maatschappelijk-technologische vraagstukken oplossen, verwerven ze bèta- en techniekconcepten (scientific content knowledge) en verfijnen ze hun persoonlijke epistemologie met betrekking tot bèta en wetenschap (personal epistemology, dat wil zeggen: de eigen opvatting over hoe zulke kennis tot stand komt en gerechtvaardigd wordt). Samen met argumenteren worden deze twee elementen gezien als relevante aspecten van bètageletterdheid.’

Dus alweer een nieuwe taak voor docenten. Leerlingen projecten laten uitvoeren kost veel tijd en energie en ze steken er weinig van op. Het levert niets meer op dan wat met een traditioneel bèta-curriculum ook bereikt kan worden: daarmee heb je ook voldoende bagage om je een goed gefundeerde mening te kunnen vormen over maatschappelijk technologische vraagstukken. Discussies over maatschappelijke issues (kernenergie etc.) vinden ook plaats tijdens 'gewone' natuurkundelessen. Of denkt men werkelijk dat leerlingen al kunnen meebeslissen over technologische vraagstukken, dat specialistische kennis onnodig is ? 

 

 

Bronnen: Samen werken aan Beta Burgerschap , Tech your Future

 

 

49 Reacties

  1. Bij welke prof promoveerde

    Bij welke prof promoveerde die pabo-promovendus? Groningen? Twente?

  2. Geachte heer/mevrouw(?) JL,

    Geachte heer/mevrouw(?) JL,

    Uiteraard is het een eer om het voorwerp van uw spot te zijn, maar ik zou u het volgende in overweging willen geven: 

    Het lijkt erop dat u de informatie over onderzoeksproject "Samen Werken aan Bèta Burgerschap" verkeerd begrepen heeft. Het onderzoek volgt een schoolvakkenvriendelijke (en dus discipline-vriendelijke) benadering van burgerschapsvorming die haaks staat op de gebruikelijke gelijkschakeling van burgerschapsvorming met sociaal-emotionele ontwikkeling en morele gedragsvorming. Het project verbindt burgerschapsvorming met zaakvakonderwijs (in het basisonderwijs en onderbouw voortgezet onderwijs) en gaat er niet ten koste van. Maar de verhouding tussen disciplinaire kennis en algemene vaardigheden blijft uiteraard een discussie. Wat mij betreft een zákelijke discussie. 

    Het is niet correct dat u in uw blog de indruk wekt met mij gesproken te hebben ("zij vertelt") en dat u iets weet over mijn motieven voor keuzen in mijn loopbaan (daarom studeerde ze eerst dit en toen dat). Ook als het een blog is, hoort de informatie correct te zijn, neem ik aan. 

    Ik hoop nog eens in de gelegenheid te komen ten overstaan van BON-publiek mijn project en de achterliggende opvattingen over politiek, algemene didactiek en vakdidactiek uiteen te zetten en te verantwoorden. 

    Hartelijke groet, Laurence Guérin

  3. Beste Laurence, fijn (en

    Beste Laurence, fijn (en dapper) dat je je verweert. Het is niet goed als er op een forum stemming wordt gemaakt en dat lijkt hier aan de hand. 

  4. Beste Laurence, ik ben

    Beste Laurence, ik ben benieuwd hoe dit verder gaat. Wat we hebben zien gebeuren in het schoolonderwijs is het invoeren van inhoudelijk zwaar gemankeerde curricula voor de beta-vakken. Ik noem rekenen, NLT, Wiskunde, Natuurkunde. Dit is gebeurd onder regie van de diverse hoogleraren in Utrecht, Groningen, Eindhoven en Twente. Kijk even maar de Dudoc programmaraad om een indruk te krijgen. Ik heb het hier nog niet eens over de guru's van het Nieuwe Leren en het competentie gerichte onderwijs, maar wel over onderwijskundige bigshots als Wubbels en Plomp die toezagen hoe goed het allemaal was met de flauwekul van het FISME (en hun nodes). Wubbels is beschermheer van het circuit rond TALprofessor MvdHP en PABOrekenkennisbasiscoordinator Marc van Zanten. De verwoestende invloed van TAL is onmiskenbaar. Bij hoogleraren die het onderwijs inhoudelijk verwoestten en verwoesten bleef het niet. Met de gelijkschakeling van WO en HBO kwam ook de invoering van de lectoraten en verder kwakzalverij in het onderwijs. Het rekenlectoraat in Utrecht  is een van de trieste voorbeelden. Vervolgens was daar het Talentkracht project, gestart door oud FI-directeur Jan de Lange die een paar UvA-toppers overtuigde met zijn mooie praatjes, maar later uit het project gegooid werd, dat afgemaakt werd door een andere Utrechts lector. U vindt het allemaal wel via het meldpunt klachten over lonesomejoe (de skype naam die ik vroeger gebruikte als login op dit forum). De bewijslast dat het hiet niet om gebakken lucht gaat ligt na Plomp's Toekomst Telt toch echt bij de lectoraten en hun promovendi zelf. Vriendelijke groet, Joost.

  5. Bèta’s willen alleen maar dat

    Bèta's willen alleen maar dat bèta-studies bèteastudies blijven en zo efficiënt mogelijk vorm gegeven worden. Dat houdt in dat sociologen en andere ondeskundige werkzoekenden er met hun vingers vanaf moeten blijven. Pak de bètamens niet dat wat hij leuk vindt in de betastudies af door die studies te vervuilen met allerlei onzin en newspeak.

  6. “Door het leren argumenteren

    "Door het leren argumenteren in een context waarin leerlingen samen maatschappelijk-technologische vraagstukken oplossen, verwerven ze bèta- en techniekconcepten (scientific content knowledge) en verfijnen ze hun persoonlijke epistemologie met betrekking tot bèta en wetenschap (personal epistemology, dat wil zeggen: de eigen opvatting over hoe zulke kennis tot stand komt en gerechtvaardigd wordt). Samen met argumenteren worden deze twee elementen gezien als relevante aspecten van bètageletterdheid."

     

    Met ruim veertig jaar ervaring in bedrijfsleven, onderwijs en lerarenopleiding, in de vakken wiskunde, natuurkunde en informatica, beken ik hierbij mijn beta ongeletterdheid en ontbrekende beta burgerschap. Mea culpa, mea maxima culpa.

  7. @jl Mmm, de oude en prima

    @jl Mmm, de oude en prima tekst (wat ironisch van toon) is weg. Dat is jammer. Natuurlijk zal niemand bij het lezen van die tekst de indruk gekregen hebben dat je met Laurence gesproken hebt. Laat ik nog wat zaken toevoegen. Platform  Beta en Techniek heeft een hoop geld te besteden gehad en daar kwamen de Google gelden die dankzij Wim Berkelmans binnenkwamen na IMO2011 nog een keer bovenop. Die 750.000 euri zijn verpatst via @SLOcommunicatie en een onzinnige leergang over de nieuwe examenprogramma's wiskunde. Een schande voor iedereen die er aan meegewerkt heeft. Sorry Hinke, maar hier weer een link:

    www.beteronderwijsnederland.nl/content/nieuwe-examenprogrammas-wiskunde-het-onderwijzen-en-toetsen-van-wiskundige-denkactiviteiten

  8. Waar hebben we dit eerder

    Waar hebben we dit eerder gehoord? Van bèta naar burgerschap (liefst volgens jaren zestig/zeventig-idealen Nussbaum; lees boek 'Niet voor de winst' – en de kritiek erop, ook uit 'onverdachte hoek').

     

    "While technical skills are important for the future health of nations, Nussbaum [2010; zie; ook] said that they alone do not make for a fully educated student. Without people with a liberal arts background, she said, the world would be filled with "narrow, technically trained workers, rather than complete citizens who can think for themselves, criticize tradition and authority, and understand the significance of another person's sufferings and achievements."

     

    Echo van burgerschap naar bèta (liefst 'kritische burgers', lees: wij leggen u uit wat 'kritisch denken' is)

     

    "Wat hebben Bèta en techniek met Burgerschapsvorming te maken? Onderzoekers waarschuwen ervoor dat lage bèta-geletterdheid ertoe kan leiden dat burgers naïeve ideeën ontwikkelen over wetenschap en technologie en actuele discussies niet meer kunnen volgen. Burgers hebben bèta- en technische kennis en vaardigheden nodig om op gelijke voet en volwaardig te kunnen meedenken, meepraten en meebeslissen over maatschappelijke kwesties zoals schaliegas, gentech, armoede, kernenergie en klimaatverandering."

     

    … "Met recht beschrijft de OECD ['creative and critical thinking skills', zie 'processes' p. 7] het doel van Bèta en techniek als: ‘Doel van wetenschap en techniek is ook het vermogen om kritisch te kunnen na denken over maatschappelijke technologische vraagstukken en het maken van afgewogen beslissingen met betrekking tot maatschappelijke technologische vraagstukken’."

     

    Nieuw zendingsland met nieuwe logica waarom (nu Finland afgevallen is wil OESO Wel voor de winst)

     

    "Would metacognitive pedagogies have positive effects if mainstreamed in mathematics education (and possibly other disciplines)? Singapore is the only country where metacognitive strategies are now one explicit dimension of the mathematics curriculum. That means they are taught in teacher training and teachers are obliged to use them. This might partly explain why Singapore is consistently one of the top performers in mathematics, in both the PISA and the Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) tests."

     

    [zucht, netjes volgens het boekje, dank subsidiegevers. Jullie zijn er weer als de kippen bij.]

  9. Helaas lijkt het erop dat

    Helaas lijkt het erop dat hier niet zakelijk kan worden gediscussieerd: alles wordt door elkaar gehaald. Mijn onderzoeksproject heeft niet als doel zaakvakken te vervangen of een nieuwe methode te ontwikkelen.

    De aggressieve toon in de commentaren nodigen niet uit een nadere inhoudelijke bijdrage.

    Hartelijke groeten, Laurence Guérin

  10. Op deze veronderstelling wil

    Op deze veronderstelling wil ik graag reageren:

    "Dus alweer nieuwe taken voor docenten. Leerlingen projecten laten uitvoeren kost veel tijd en energie en ze steken er weinig van op. Het levert niets meer op dan wat met een traditioneel bèta-curriculum ook bereikt kan worden: daarmee heb je ook voldoende bagage om je een goed gefundeerde mening te kunnen vormen over maatschappelijk technologische vraagstukken. Discussies over maatschappelijke issues (kernenergie etc.) vinden ook plaats tijdens 'gewone' natuurkundelessen. Of denkt men werkelijk dat leerlingen al kunnen meebeslissen over technologische vraagstukken, dat specialistische kennis onnodig is ?

    Dat gebeurt juist niet in het onderwijs. Onderzoeken wijzen uit dat vakdocenten vooral gericht zijn op het geven van het vak en zulke zaken nauwelijks grondig bespreken met leerlingen. En terecht, want het vraagt tijd, specifieke didactische bekwaamheden en verstand van specifieke zaken. Gesprekken die ik heb gehad met PO en VO scholen en vakdocenten bevestigen dit beeld. De leeractiviteiten in dit onderzoeksproject worden daarom buiten de vakuren gegeven.

     

    Als men kijkt naar het leren argumenteren, hebben leraren vaak een beperkt idee erover of denken ze dat ze door een keer een discussie met leerlingen aan te gaan het geoefend hebben. Maar deze denkvaardigheden moeten veel geoefend worden, in verschillende context zowel in de vakken zelf als vakoverstjgend zie al het onderzoeken over leren argumenteren. Ook het onderzoek van Kahneman en Tversky laat zien hoe "slecht" we zijn in het rationeel denken. Of ik met dit onderzoeksproject het argumentatievermogen tijdens het behandelen van complexe maatschappelijke technologische vraagstukken van leerlingen kan verbeteren, valt nog te bezien. Precies daarvoor is het onderzoek bedoeld. Ook interesseren me andere zaken in dit onderzoek die te lezen zullen zijn in mijn PABO-Proefschrift.

    Ik zou het fijn vinden om te weten wie mijn gesprekspartners zijn. Vooral omdat ik met naam en zelfs met voornaam wordt aangehaald in de reacties en ik altijd met een JL en andere patronimen te maken heb. Nu dat de discussie vordert, vind ik het correct om hierover helderheid te hebben.

    Hartelijke groeten, Laurence Guérin

     

  11. Op deze veronderstelling wil

    Op deze veronderstelling wil ik graag reageren:

    "Dus alweer nieuwe taken voor docenten. Leerlingen projecten laten uitvoeren kost veel tijd en energie en ze steken er weinig van op. Het levert niets meer op dan wat met een traditioneel bèta-curriculum ook bereikt kan worden: daarmee heb je ook voldoende bagage om je een goed gefundeerde mening te kunnen vormen over maatschappelijk technologische vraagstukken. Discussies over maatschappelijke issues (kernenergie etc.) vinden ook plaats tijdens 'gewone' natuurkundelessen. Of denkt men werkelijk dat leerlingen al kunnen meebeslissen over technologische vraagstukken, dat specialistische kennis onnodig is ?

    Dat gebeurt juist niet in het onderwijs. Onderzoeken wijzen uit dat vakdocenten vooral gericht zijn op het geven van het vak en zulke zaken nauwelijks grondig bespreken met leerlingen. En terecht, want het vraagt tijd, specifieke didactische bekwaamheden en verstand van specifieke zaken. Gesprekken die ik heb gehad met PO en VO scholen en vakdocenten bevestigen dit beeld. De leeractiviteiten in dit onderzoeksproject worden daarom buiten de vakuren gegeven.

     

    Als men kijkt naar het leren argumenteren, hebben leraren vaak een beperkt idee erover of denken ze dat ze door een keer een discussie met leerlingen aan te gaan het geoefend hebben. Maar deze denkvaardigheden moeten veel geoefend worden, in verschillende context zowel in de vakken zelf als vakoverstjgend zie al het onderzoeken over leren argumenteren. Ook het onderzoek van Kahneman en Tversky laat zien hoe "slecht" we zijn in het rationeel denken. Of ik met dit onderzoeksproject het argumentatievermogen tijdens het behandelen van complexe maatschappelijke technologische vraagstukken van leerlingen kan verbeteren, valt nog te bezien. Precies daarvoor is het onderzoek bedoeld. Ook interesseren me andere zaken in dit onderzoek die te lezen zullen zijn in mijn PABO-Proefschrift.

    Ik zou het fijn vinden om te weten wie mijn gesprekspartners zijn. Vooral omdat ik met naam en zelfs met voornaam wordt aangehaald in de reacties en ik altijd met een JL en andere patronimen te maken heb. Nu dat de discussie vordert, vind ik het correct om hierover helderheid te hebben.

    Hartelijke groeten, Laurence Guérin

     

  12. Beste Laurence, na je reactie

    Beste Laurence, na je reactie heeft jl zijn tekst volledig aangepast, ook al was het verwijt dat hij de suggestie wekte met je gesproken te hebben mijns inziens niet correct. Het is een feit dat veel niet-beta's zich op allerlei manieren met het beta-onderwijs bemoeien, of daar menen inzichten over te hebben. Wie de OECD met kennelijke instemming citeert is niet op de hoogte van wat er inhoudelijk aan de hand is. De OECD is onderdeel van het probleem. Dat mag gezegd worden en dat doe ik ook. Ik wijs op

    www.beteronderwijsnederland.nl/content/unscience-and-education

    Vriendelijke groet, Joost

  13. Het is lastig als de

    Het is lastig als de argumentatie in de discussie steeds verschuift en zonder focus blijft. 
    Nu is het omdat ik in een complex onderzoeksproject refereer naar de OECD, dat alles niet deugt.
     
    Opnieuw moet ik concluderen dat het niet valt te discussiëren over inhoudelijke zaken.
  14. Uit een mail aan Piet van der

    Uit een mail aan Piet van der Ploeg:

    De burgerschapdiscussie is een discussie die ik niet meteen aan beta zou koppelen. Laurence heeft naar ik begrijp geen beta-achtergrond. Ikzelf zou me nooit opwerpen als iemand die wat over burgerschap te zeggen heeft. Andreas Schleicher, wiskundige van huis uit, is verantwoordelijk voor PISA, dat weinig met wiskunde te maken heeft en eigenlijk uit Katwijk komt. Het verwijt van Laurence dat "alles door elkaar wordt gehaald" is wel grappig in dit perspectief. Ik zou zeggen dat de discussie ordening nodig heeft.

  15. @moderatie Soms drukken

    @moderatie Soms drukken mensen twee keer op de knop en staat de reactie er twee keer.

  16. Een advies.

    Een advies.

    Ga eens te rade bij de geschiedenis van de recente onderwijsvernieuwingen. In 4 VWO werd daar indertijd voor alle leerlingen het vak natuurwetenschappen ingevoerd. Het was een 1-uurs vak met apart opgeleide docenten.

    De doelstellingen waren identiek aan die van je promotieonderzoek. 

    Het zou jammer zijn als je de wederwaardigheden van dat vak en de docenten die het gaven niet meenam in je onderzoek.

  17. @ Geachte Laurence,

    @ Geachte Laurence,

    Antwoord op 2 van Uw vragen. 

    “Onderzoeken wijzen uit dat vakdocenten vooral gericht zijn op het geven van het vak en zulke zaken nauwelijks grondig bespreken met leerlingen.”

    Daar kijk ik dan van op. Als het bijv. om millieuzaken, energievoorziening, kernwapens etc. gaat vind ik het belangrijk dat ook bèta-docenten hierover met leerlingen in discussie gaan. Iedere docent zal daar echter zijn eigen mening over hebben. Men moet uitkijken voor indoctrinatie, de docent moet moeite doen om mee te gaan met leerlingen en om niet het laatste woord te hebben.   

    “Als men kijkt naar het leren argumenteren, hebben leraren vaak een beperkt idee erover of denken ze dat ze door een keer een discussie met leerlingen aan te gaan het geoefend hebben. Maar deze denkvaardigheden moeten veel geoefend worden, in verschillende context zowel in de vakken zelf als vakoverstjgend zie al het onderzoeken over leren argumenteren. Ook het onderzoek van Kahneman en Tversky laat zien hoe "slecht" we zijn in het rationeel denken.”

    Ik geef toe, ik ken deze onderzoeken niet. Ik ken eerlijk gezegd in de wis- en natuurkunde maar één manier van redeneren, de mathematisch-logische. Daar is ook maar één uitkomst, die vaak op meerdere manieren verkregen kan worden. Het is een manier van denken die je buiten deze vakken niet veel verder helpt, behalve dan bij het doorprikken van allerlei beweringen, gedaan door b.v. politici. Bij maatschappelijk technologische vraagstukken is er niet één uitkomst. Naar mijn ervaring gaat discussieren vanzelf, is er geen training voor nodig. Veel discussies zijn echter gehandicapt door een gebrek aan vakspecifieke kennis. Het onderzoek van Kahneman en Tversky ken ik niet en het bverbaasd mij, ik kan het moeilijk geloven.      

  18. Een anecdote.

    Een anecdote.

    In 6VWO heb ik ooit een leerling gehad die zeer maatschappelijk betrokken was. Hij was ook uitgesproken anti-kernenergie. Dat ging zo ver dat hij weigerde het onderwerp kernenergie uit het eindexamenprogramma te bestuderen.

    Mijn argumentatie dat je het onderwerp juist moest bestuderen om te weten waar het over ging vond bij hem geen gehoor. Ook het argument dat zijn kans op een goed eindexamenresultaat verminderde door juist dit gemakkelijke onderwerp te negeren legde hij naast zich neer.

    Nét dat jaar zat er geen vraag over kernergie in het eindexamen. Hij haalde een voldoende voor natuurkunde.

    De relevantie van maatschappelijke betrokkenheid voor natuurkunde is voor mij altijd dubieus gebleven.

    Exacte wetenschap berust op nieuwsgierigheid en proefondervindelijk onderzoek. De toepasbaarheid en toelaatbaarheid ervan hoort in een ander domein.

  19. Geachte mevrouw Guerin,Het

    Geachte mevrouw Guerin,
    Het gaat niet alleen om wel of niet meer taken van docenten. Wat ouders voor hun kinderen willen zou ook belangrijk moeten zijn. De voor universitaire beta-studies bedoelde weg was vóór de Mammouthwet de Gymnasium-beta. (Er bestond ook nog een verkorte weg via HBS-B). De eindexamenvakken waren Latijn, Grieks, Frans, Duits, Engels, Nederlands, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie, algebra, stereometrie en analytische meetkunde in combinatie met goneometrie. Ook hoorde bij het schoolcurriculum Aardrijkskunde, Geschiedenis en Tekenen. Ik ben blij dat ik boeken en beschouwingen in Frans, Duits en Enggels kan lezen en ik heb later nog iets met mijn kennis van Latijn en Grieks gedaan. Het moet u wel duidelijk zijn dat dat zo'n programma niet kon worden aangevuld zonder te schrappen. En dat is dan, tot mijn groot ongenoegen, rigoreus gebeurd. Waarom kan ik voor mijn kinderen geen school meer kiezen van een type dat vóór de Mammoetwet bestond? De universiteiten waren tevreden en zouden blij zijn als het oude beta-programma weer terug zou komen! En nu komt u weer met iets nieuws waarvoor de beta-vakken weer een aderlating zouden moeten ondergaan. Het zal u duidelijk zijn dat veel ouders en mensen in de beta-hoek daar niet op zitten te wachten.
    S. Weehuizen
  20. Beste Laurence, OECD lijkt me

    Beste Laurence, OECD lijkt me een leidende referentie in het onderzoekspoject (corrigeer maar als dat niet zo is) en daar spreek ik me dus over uit. Nogmaals, ik spreek voor mezelf, en dus ervaar ik je gebruik van 'opnieuw' als niet terecht. Persoonlijk denk ik dat de keuze voor de term beta-burgerschap ongelukkig is, gezien de expertise in het project. Mijn bijdragen hierboven zijn toelichtend voor wat betreft de stand van zaken in het beta-onderwijs, waar je volgens mij kennis van zou moeten nemen. Vriendelijke groet, Joost.

  21. Terzijde @hendrikush,

    Terzijde @hendrikush, natuurwetenschappen was het vak ANW. Kwam net als NLT uit de koker van Harrie Eijkelhoff, geridderd oud-directeur van het FI, lid van Dudoc, en natuurlijk criticaster van het 3s-alternatief voor de rekentoets. Een van de ondertekenaars van het beruchte pamflet van toen 18 hoogleraren die hun gezag misbruikten om het realistisch rekenonderwijs tegen ieder beter weten in als succesvol te presenteren. Met Eikelhoff zijn we via www.beteronderwijsnederland.nl/content/de-toekomst-telt-tic-toc-dudoc weer terug bij een conclusie van Hinke.

  22. Het onderzoeksproject lokt

    Het onderzoeksproject lokt helaas begripsverwarring uit. De combinatie bèta en burgerschap lijkt als een tang op een varken te slaan. Excuus voor dit taalgebruik. Ik kan het nu niet anders verwoorden. Is dit de eerste uit de reeks economie en burgerschap? Geschiedenis en burgerschap? Oudgrieks en burgerschap? Gymnastiek en burgerschap? Metacognitieve vaardigheden heb je altijd nodig, dat is waar. Ik ben van een andere school. De combinatie bèta en ingenieur plus algemeen gevormd mens spreekt mij aan. Het klinkt minder instrumenteel. Bèta en armoede? (zie citaat hiervoor) Hoezo? Heb je voor begripsvorming 'bèta- en technische kennis en vaardigheden' nodig? Of ligt er een moralistische adder onder het gras verborgen?

     

    Nadat ik het toiletzeepje meerdere keren dacht vast te hebben, is het weer weggeschoten. Als mijn onvoldoende ontwikkelde metacognitieve vaardigheden niet verstek hebben laten gaan, kom ik tot het volgende (gissing). Ik lees het onderzoeksproject als een toetsing van taalbeheersing (argumentatieleer, retorica – al aan het vak Nederlands gedacht?),  debatteren (al aan maatschappijleer gedacht?), tezamen met de ‘prospect theory’ (reële kans en risico-inschatting) van Kahneman en Tversky (al aan economie gedacht?), en een managementteamproeftuin (speltheorie ;). Denkt u dat men in de eurogroepbijeenkomsten van afgelopen week volgens uw rijtje criteria heeft onderhandeld? Wat zouden we dan in een mooie wereld leven.

     

    De leerlingen (lagere school en onderbouw noemt u!) komen bij zaakvakken voor kennis- en begripsverwerving. Ze zijn nog jong, en hun tas zit vol (ook van de leraar!). De verwerving van metacognitieve vaardigheden in de zin van uw onderzoek is prachtig, en toch iets te hoog gegrepen verwacht ik. De zaakvakken eroderen hierdoor. Denken leren is een vreemd proces. Schakers zijn goede denkers. Wiskundigen (de echte) ook. Op maatschappelijk terrein lijkt het echte denken dun gezaaid, omdat het veelal om belangenconflicten gaat. Filosofisch / socratisch denken komt dan – met behulp van de logica – het meest dicht in de buurt. Ik verwacht niet dat de vaardigheden van de 21e eeuw (Socrates vergeten?) enige soelaas zullen bieden, ondanks de ruimhartige subsidie hiervoor vanuit NL, EU, en de sturende denkbeelden van OESO, UNESCO, enz.

     

    U heeft een moeilijk onderwerp uitgekozen. Ik wens u veel succes, en ben benieuwd naar de uitkomst van het onderzoek. [Bedoelt u iets anders dan patroniem? In de tekst op de website staat een Engelse woordvorming zoals voorgeschreven door MS Word. Ik bedoel woord vorming. Hierdoor ontstaat minder zuivere begripsvorming.]

  23. Probeer eerst maar eens de

    Probeer eerst maar eens de term 'burgerschep' te definieren, voordat je er wetenschap aan vast wil hangen.

    Iets als burgerschap is geen natuurwetenschappelijk fenomeen, maar een zuiver subjctief invullen van menselijke wensen. Daarmee worden de verwachtingen en de eisen die men aan 'burgerschap' wil stellen, zuiver arbitrair.

    De USSR had andere opvattingn over burgerschap dan de VS.

    De DDR had andere opvattingen over burgerschap dan Nederland.

    Een refomatorische school heft andere opvttingen over burgerschap dan een humanistische school.

    De atoomsplijtingsonderzokers van de VS hadden andere opvattingn over burgerschap dan de totale pacifisten.

    In Iran hanteert men weer heel andere opvattingen over burgerschap.

    Nazi-Duitsland had ook meningen over goed burgerschap; meningen die wij nu niet delen.

    De man in het leger beschouwt zijn functie als goed burgerschap, hoewel sommige anderen daar weer heel anders over denken.

    Krakers denken wellicht aan goed burgerschap te doen, hoewel bezitters van eigendom daar heel anders over denken.

    Er bestaat dus geen natuurwetenschappelijke concensus over het begrip burgerschap. Toon mij EERST wat u wilt.

    Dan ga ik nadenken over uw wensen en heb, als goed burger, zeer waarschijnlijk veel kritiek daarop.

    Het is hierom dat al mijn stekels overeind gingen staan zodra het  "vak" burgerschap zijn intrede deed. Want dan wist ik: ik moet mij gaan voegn naar lieden met speciale opvattingen over dit begrip. Opvattingen die de mijne zeker niet waren, want zo had ik onze samenleving intussen wel leren kennen.

    Het is de vrijheid van de school dit begrip eventueel in te vullen. Maar dat deden bijzondere scholen al, helemaal vanzelf.

    Wetenschap heeft ons NIETS te melden over een 'juiste' invulling van het begrip burgerschap.

    BON is waarschijnlijk meer pro-burgerschap dan al die vernieuwers.  Maar dat schopt dan weer tegen HUN beeld van goed burgerschap.

    Ophouden met die onderwijsflauwekul die men 'burgerschap' noemt.

     

     

     

     

     

     

  24. Overigens:

    Overigens:

    Als men de discussie zuiver op inhoudelijke gronden wil voeren, waarom zou mn dan namen willen weten? Dan lijkt het alsof het persoonlijke vetes betreft. Zoals kunst genoten kan worden zonder een naam te weten, zo is een inhoudelijke discussie  mogelijk(er) zonder namen te weten. De voornaamste vereiste is dat degene met eenzelfde pseudoniem werkelijk steeds dezelfde figuur is en bekend bj de redactie.

  25. @Laurence Guérin

    @Laurence Guérin

    U heeft in Uw commentaar terecht geklaagd t.a.v. de oorspronkelijke text; er stond een beschuldiging in aan Uw adres, die niet waar te maken viel. Mijn oprechte excuses hiervoor. 

  26. @hendrikush

    @hendrikush

    Geen anekdote.

    Tijdens het werkcollege kernfysica (ca. 1978) kregen we een opgave over de neutronenbom. Een aantal studenten weigerden om deze te maken.

  27. @FriendlyFoe. Het zijn er 38.

    @FriendlyFoe. Het zijn er 38. Er gaat veel geld naar onderzoek inzake het gestuurd stimuleren van creativiteit en (exact) denken, zodat een komende generatie (beginnend op de basisschool) ons naar nieuwe horizonnen zal kunnen voeren. De vaardigheden van de 21e eeuw en burgerschap worden ertussen gevlochten. "terwijl TechYourFuture zich richt primair gericht is [sic] op het opleiden van voldoende goed opgeleide technici." De kindjes worden goed geofferd. De andere beroepen kunnen wel even wachten.

     

    "Er is een groot tekort aan technici. Dat is slecht voor de innovatieve kracht en continuïteit van bedrijven, maar ook slecht voor de groei van de Nederlandse kenniseconomie. Door onderzoek te doen naar welke factoren cruciaal zijn voor de promotie van bèta en technologie, stimuleert TechYourFuture bètatalenten op te leiden tot excellente technici. Hiermee draagt dit Centre of Expertise bij aan overheidsdoelstellingen, die uitgewerkt zijn in het masterplan Bèta en Technologie, de Human Capital Agenda’s en het Nationaal Techniekpact, bedoeld voor de ontwikkeling en stimulering van de Nederlandse economie."

     

    Eerst het rekenonderwijs, dan de banen? 😉 Dit is wel weer positief. Als het tenminste onder het begrip burgerschap valt, want: "onderzoek naar de interactie tussen vloeistoffen en gesteente" (ik lees schaliegas? Al een regio voor ogen?). Haal de metacognitieve vaardigheden maar weer uit de kast.

  28. 39(!) deskundigen; geen

    39(!) deskundigen; geen onderwijzer of leraar te bekennen. Dan zit het wel goed.

    Kunnen die mensen niet gewoon aan het werk gaan in de klas in plaats van onderwijzers de wet voor te schrijven? Daar zouden ze een hoop van bijleren.

  29. L.S.,

    L.S.,

    Het onderzoeksproject Beta-burgerschap van Laurence Guérin roept kennelijk de nodige bedenkingen op. Ik wil graag ingaan op de serieuze commentaren (niet alle reacties lijken serieus bedoeld en de ad hominem reacties zijn moeilijk serieus te nemen). Daarvoor is het handig de discussie te ordenen in vijf aspecten.

    1.    

    Vertegenwoordigers van de beta-disciplines zijn bang dat het project Beta-burgerschap van Guérin een zoveelste poging is van buitenstaanders om het onderwijs in beta-vakken naar hun hand te zetten. Deze vrees is ongegrond, lijkt mij. Het onderzoeksproject ontwikkelt en test een aantal leeractiviteiten waarin leerlingen gebruik maken van beta-kennis en beta-vaardigheden in het kader van burgerschapsvorming. De leeractiviteiten zijn niet bedoeld als vervanging van bestaande onderdelen in beta-programma's.

    Ik neem aan (gegeven de toon en de inhoud van sommige reacties en op basis van wat ik me herinner van discussies en na verkenning van documenten uit de BON-hoek) dat de allergische reactie gevolg is van ongunstige ervaringen met onderwijskunde, pedagogiek, didactiek, onderwijsbeleid, onderwijspolitiek enzovoort. Het onderwijs in het algemeen en het beta-onderwijs in het bijzonder hebben flink te lijden gehad van allerlei kwalijke theorieën, initiatieven, beslissingen en praktijken uit de koker van mensen die er geen verstand van hebben. Althans, "te lijden van", "kwalijk" en "er geen verstand van hebben" naar het oordeel van de BON-aanhang. Zoals bekend wordt daar door anderen anders over geoordeeld: zowel over of het ongunstig is geweest als over de deskundigheid van de "boos"doeners. De controversen hieromtrent zijn intens: fel en ingewikkeld geschakeerd en gelaagd. Lastig voor echte buitenstaander, dus voor publiek dat nog niet in de polemieken (meestal stellingenoorlogen) be- of getrokken werd, is dat, veelal door de sterk retorische inkleding van kritieken over en weer en de technische complexiteit van de zaken waarover het gaat, moeilijk uit te maken is wie gelijk heeft, wie ondeskundig(er) en wie deskundig(er) is én welke deskundigheid eigenlijk relevant is of het meest relevant is. Dit laatste punt, welke deskundigheid is relevant, is geen op voorhand uitgemaakte zaak, anders dan de BON-beta's kennelijk vinden. Neem rekenen basisonderwijs. Wat is daarvoor de meest passende deskundigheid en waarom: de kennis van de hoogleraar wiskunde, de kennis van de hoogleraar rekendidactiek, de kennis over motivatie, cognitieve ontwikkeling en leerprocessen van de onderwijskundige en de leerpsycholoog, de ervaring met leerlingen en leren rekenen van de leraar primair onderwijs? De onduidelijkheid en onenigheid over welke deskundigheid relevant is en dus over welke deskundigen het voor het zeggen zouden moeten hebben, is een bekend fenomeen. Overal in het onderwijs komt het voor, in alle vakdomeinen en op alle niveaus, en niet alleen in Nederland. En het is niet van de laatste tijd: eind negentiende eeuw, begin twintigste eeuw en elk decennium van de twintigste eeuw opnieuw, steeds zijn er dezelfde soort conflicten en discussies (in elk geval in de VS, weet ik uit onderzoek; ik vermoed elders ook).

    Kortom: ik snap de emoties wel en ik kan die plaatsen, maar ik vind ze eerder interessant (onderwijshistorisch, onderwijsfilosofisch en wetenschapsfilosofisch) dan toepasselijk in verband met het onderzoeksproject van Guérin.

     

    2.    

    Projectonderwijs is inderdaad niet ideaal, integendeel (en dat hoeven we niet meer te onderzoeken; dat is door historisch en empirisch onderzoekers al genoeg gedaan). Wat het onderzoeksproject van Guérin ontwikkelt en test, is geen projectonderwijs; het zijn door leerkrachten voorbereide en door leerkrachten ondersteunde leeractiviteiten.

     

    3.    

    De vrees dat beta-burgerschap een nieuwe taak wordt voor het onderwijs en de docenten die toch al overbelast zijn, lijkt me overdreven. Burgerschapsvorming is al een taak. Wat het project beoogt, is die taak te integreren in traditionele taken. Het wil burgerschapsvorming niet realiseren als extra educatie. Dit is onderwijskundigen en onderwijsbeleidsmakers voorstaan: burgerschapsvorming als sociaal-emotionele ontwikkeling en maatschappij- en milieu-vriendelijke gedragsvorming. Met alle risico's van dien, met name die van indoctrinatie in participatoire burgerschapsideologieën (zie voor kritiek hierop onze publicaties, o.a. via onze pagina's op Academia.edu).

     

    4.    

    Een van de commentaren stelt dat de beta-wetenschap los staat van maatschappelijke betrokkenheid. Wordt bedoeld dat beta-wetenschap als praktijk, dus het onderzoek doen, idealiter onafhankelijk is van maatschappelijk engagement? Of dat de beta-onderzoekspraktijk geen maatschappelijke gevolgen heeft en/of niet beïnvloed wordt door maatschappelijke factoren? Het eerste is een boeiende morele kwestie. Het tweede lijkt me moeilijk te verdedigen. Bovendien zouden, volgens hetzelfde commentaar, in het geval van de beta-wetenschappen de toelaatbaarheid van het onderzoek en de toepassing van de resultaten niet behoren tot de wetenschappelijke verantwoordelijkheid van de betrokken wetenschappers. Dit lijken me ethisch en politiek gezien extreme opinies. Maar afgezien hiervan hebben ze weinig te maken met de vraag of beta-burgerschap zinvol is als een onderwijsdoel.

     

    5.     

    De belangrijkste, want mijns inziens de enige echt ter zake doende kritiek op het project Beta-burgerschap komt vooral duidelijk naar voren in de herziene versie van het blog en later in aanvullende reacties van JL. Het onderzoeksproject is gericht op (vooral) het verbeteren van vaardigheden in argumenteren en probleem-oplossen. De kritiek luidt dat hiervoor, net als voor andere "21st century skills" en voor (andere) "metacognitieve vaardigheden", geen apart onderwijs nodig is (geen afzonderlijke leeractiviteiten nodig zijn) omdat leren argumenteren en probleem-oplossen wel vanzelf gaat wanneer leerlingen gedegen onderwijs in beta-vakken krijgen. Dit is een interessante en belangwekkende kwestie. En er zijn allerlei argumenten denkbaar voor en tegen. En de geschiedenis van de onderwijsfilosofie laat zien dat er sinds eind negentiende eeuw inderdaad allerlei argumenten voor en tegen bedacht en bediscussieerd zijn. Maar beta's zullen het met me eens zijn dat empirisch onderzoek de enige adequate manier is om een antwoord te krijgen op de vraag of het zo is of niet. Wel nu, sinds begin twintigste eeuw wordt er uiteenlopend empirisch onderzoek gedaan dat ermee te maken heeft. Het interpreteren en waarderen van zulk onderzoek, het wegen van de resultaten ervan en het bepalen van de praktische betekenis van die resultaten, dit alles is uiteraard ook weer voer voor discussie, maar het geeft in elk geval zakelijk houvast. Mijn voorstel is de discussie over de kwestie tegen deze achtergrond en in deze termen te voeren., dus empirisch en filsosofisch (theoretisch) geïnformeerd. Ik wil zo'n discussie met liefde organiseren. Maar dan buiten de beperkende  kaders van het reageren op een blog en op de reacties op dat blog. Na mijn vakantie kom ik met een concrete suggestie hiervoor (begin augustus, plaats ik hier of elders of stuur ik naar BON).

     

    Groet, Piet van der Ploeg

  30. Creativiteit, Analytisch

    Creativiteit, Analytisch denken, probleemoplossend denken.

    Creativiteit, analytisch denken, probleemoplossend denken ontwikkel je door te doen. En ze zijn vak-afhankelijk: een goed schaker is niet automatisch een goede problem-solver op andere gebieden. Eind zestiger, begin zeventiger jaren was het niveau van het wiskunde-onderwijs op het VWO vele malen hoger. Op de MULO werden meetkunde-opgaven gegeven waar je eerst eens over moest denken hoe je het gaat aanpakken. Hetzelfde geldt voor de wiskunde-2 opgaven in de bovenbouw van het VWO: zeer lange algebraïsche rekenpartijen over kegelsneden, transformaties etc.; vaak kwam je vast te zitten en moest je weer nadenken hoe je het anders kunt aanpakken. Bij complexe getallen (Wiskunde-2-stof) werd ook uitgebreid ingegaan op de existentie, we gebruikten hiervoor groepentheorie, men was toen niet bang voor abstractie. En dat maakt het voor de liefhebber ook tot een mooi vak. Van  dat alles is in het huidige wiskunde-curriculum niet veel meer te merken, bewijzen worden niet gegeven of zijn geen echte bewijzen.  Wil men analytisch denken promoten, begin dan bij de vakken wiskunde en natuurkunde.

     

    Ik ga niet pleiten  voor een terugkeer van het vak meetkunde. Het merendeel dat daar geleerd werd, had geen nut buiten dit vak. Met de invoering van de Mammoetwet verdween het vak. De meetkunde werd meteen axiomatisch opgebouwd, als twaalfjarige moest je op de MULO al exacte bewijzen geven van meetkundestellingen; je leerde er vele aspecten van de wiskunde, het wiskundig redeneren en de werking van wiskunde; velen vonden het een mooi vak (maar andere leerlingen hadden er een gruwelijke hekel aan). Ik had al snel een grote en blijvende passie voor algebra, meetkunde, en later wiskunde en theoretische natuurkunde.

     

    Ik vraag me af of een leerling met wiskundetalent zich aangesproken voelt tot contextsommetjes. We laten hiermee talent verloren gaan.

     

    Er zijn voldoende bèta’s en technici, propaganda hiervoor is niet nodig. Laten we ervoor zorgen dat het ook goed opgeleide technici zijn.      

  31. Dank voor deze reaktie Piet. 

    Dank voor deze reaktie Piet. 

    Mijn bezwaren tegen de term beta-burgerschap worden er niet door weggenomen. Leren argumenteren (logica) is hopelijk geen competentie die beperkt blijft tot de beta wetenschappen of alleen daar wordt beoefend. Bemoeienis van burgers bij de toepassing en toelaatbaarheid van natuurwetenschappelijke kennis hoort in het politieke domein i.c. maatschappijleer. Daar ontkomt geen natuurwetenschapper aan maar het zijn voor hem randvoorwaarden. De wil tot kennis en begrijpen, in de letterlijke betekenis ervan, dat vormt zijn motivatie.

    God beware ons voor burgers die menen de maatschappelijke nuttigheid van wetenschappers als Dirac, Planck, Schrödiger, Bohr, Feynman, Higgs, Veltman, Einstein, … te moeten beoordelen. Ze zouden er zich, terecht, geen moer van aantrekken.

    De hamvraag is nu wat je wilt bereiken met het natuurwetenschappelijke onderwijs. Kennis van natuurwetenschappen of meta-wetenschappelijk gefilosofeer over natuurwetenschappen. Gezien de stand van zaken bij de beta faculteiten is er aan dat laatste geen behoefte en is daar bij de alpha en gamma faculteiten een overschot aan aandacht voor.

    De opmerking dat het nu al tot de taak van de leraar hoort om aandacht te besteden aan burgerschap hoor ik met dezelfde vroomheid aan als de hele verdere litanie van taken die het onderwijs is toegeschoven. Het was niet voor niets dat vroeger kerk en kroeg vlak bij elkaar lagen en dat het na de preek zaak was om voor het zingen de kerk uit te zijn.

    Ik wens je een goede vakantie en hoop dat je ons bij de les houdt in augustus. 

  32. Punt 1 met als conclusie het

    Punt 1 met als conclusie het plaatsen van emoties vind ik minder @Piet. Het is ook voor een buitenstaander goed te doen om de stukken te lezen en zien hoe inhoudelijk gemankeerd die zijn, en dat is bij de keuze van jullie onderwerp als project ook wel een wetenschappelijke plicht. Een plicht waaraan helaas veel van mijn wiskundige collega's zich ontrekken. Als enige heb ik mij verdiept in de stukken, zonder een vooringenomen standpunt over de didactiek. Maar wie met het circuit inhoudelijk van gedachten wil wisselen komt van een koude kermis thuis. Ik heb het op alle mogelijke manieren geprobeerd, zie bijvoorbeeld de mails aan de TALprofessor en de toenmalige FI-directeur. 

    www.beteronderwijsnederland.nl/content/verbied-de-rekenmachine-bij-rekenen-en-wiskunde

    De 17 overgebleven hoogleraren missen inhoudelijke expertise en wetenschappelijke integriteit en dienen zich terug te trekken uit alles dat met het schoolonderwijs te maken heeft.

  33. “propaganda hiervoor is niet

    "propaganda hiervoor is niet nodig"

    Ik wilde hiermee zeggen: wees eerlijk bij voorlichting, ga niet beweren dat er ontelbare onvervulbare techniek-vacatures zijn. Voor zover dit klopt is dit een gevolg van de grote eisen die werkgevers stellen: jong, ervaren en mag niet teveel kosten. Er is natuurlijk niets op tegen om kinderen kennis te laten maken met techniek. 

  34. 1. Er is géén groot tekort

    1. Er is géén groot tekort aan technici. Ik daag een ieder uit om hiervoor met cijfers en bewijzen te komen, anders dan 'ik hoorde', 'ik vind' of 'ik las in de krant'.

    2. Ik ben géén beta en vind toch dat ik wel degelijk mee mag praten over de exacte vakken, zij het dat ik in een aantal opzichten wat voorzichtiger moet zijn dan een echte beta.

  35. Ik denk dat @hinke meer

    Ik denk dat @hinke meer verstand heeft van rekenen en de beta-vakken dan de pseudowetenschappers die elkaar maar subsidies mogen blijven uitdelen om het (niet alleen reken-) onderwijs iedere keer weer op een andere manier te verneuken.

  36. De kern van deze discussie

    De kern van deze discussie volgens mij is, dat hij draait om het idee van burgerschapskunde en niet om wat bèta met burgerschapskunde te maken heeft. Bij dat laatste kun je je van alles voorstellen. Maar burgerschapskunde moet zijn wat het zegt te zijn en om die reden naar mijn mening wel degelijk  worden gezien als een vak, al is het alleen maar om allerlei hybride vormen en discussies te vermijden. Bovendien moet vermeden worden dat het onderwijs weer eens wordt doordrenkt van allerlei bovenmatige pretenties, die het idee van wat onderwijs eigenlijk is verdoezelen. Aanhangers van steeds meer vorming en opvoeding in het onderwijs zouden zich eens wat meer moeten verdiepen in de theorie van de socialisatie en de rol van het onderwijs daarin. Burgerschapskunde als de pretentie die nu door velen wordt voorgestaan en in het onderwijs gedropt is naar mijn mening een illusie. Daarmee wil ik niet zeggen dat je er niets mee kunt en dat allerlei vakken en het hele schoolklimaat daaraan niet op hun eigen manier kunnen bijdragen. Maar als we naar de inhoud van burgerschapskunde gaan kijken zullen we toch eerst de vakinhoud min of meer moeten vast stellen en die een plaats geven in het curriculum. Die inhoud bevat, ik zeg het maar gelijk in de eerste plaats een behoorlijke hoeveelheid kennis en dat geeft meteen al mijn bezwaar aan tegen het woord kunde. Burgerschap is geen kunstje dat maar even aangeleerd kan worden, maar maakt deel uit van een algemene ontwikkeling, die uiteindelijk het resultaat van onderwijs dient te zijn. Argumenteren zonder inhoud stelt niets voor. Daarom zie ik burgerschapskunde toch in de eerste plaats als een kennisvak en zou ik de term maatschappijkennis prefereren. Het vak zou derhalve heel goed geïntegreerd kunnen worden in het vak maatschappijleer. Ik meen dat Huub Philippens daarvoor al eens op dit forum gepleit heeft. Dit vak heeft natuurlijk een sterk alfa accent maar hoeft de meer exacte kennis en kunde zoals logisch en zuiver redeneren, analyse van cijfers en onderzoeksmethoden niet uit te sluiten. In tegendeel. Maar dat is iets anders dan echte  bèta vakken als wis- en natuurkunde.  Wat me tenslotte in het project Bèta Burgerschap irriteert is de betuttelende toon, die weer tegenover leraren wordt aangeslagen. Deze dienen weer eens te worden geprofessionaliseerd en van alles te worden bijgebracht. Hebben we daar de lerarenopleidingen niet voor?  En verder zal een goede leraar er altijd voor zorgen dat hij in de eerste plaats zichzelf bijschoolt.

  37. Precies, laat de beta-vakken

    Precies, laat de beta-vakken erbuiten, tenzij je ook bereid bent om te zien en te beschrijven wat voor rokende puinhopen het circuit rond Theo Wubbels achter laat.

  38. Achtergrondinformatie (het

    Achtergrondinformatie (het woord 'burgerschap' komt niet veel voor):

     

    "In 2020 hebben alle basisscholen wetenschap en technologie structureel ingevoerd in hun onderwijsprogramma."

     

    "In 2020 moeten leerlingen in het gehele onderwijsprogramma worden uitgedaagd om vaardigheden als creativiteit, ondernemingszin, probleemoplossend vermogen, samenwerking, initiatief, leiderschap en ICT-vaardigheden te ontwikkelen."

     

    "Het ministerie OCW heeft opdracht gegeven aan Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) voor de ontwikkeling van de integrale leerlijn wetenschap en technologie (W&T)." [p. 20 pdf hiervoor: overzicht W&T houding, vaardigheden en denkwijzen, kennis, context, generieke vaardigheden] [SLO: PABO] [SLO: tussendoelen en leerlijnen – TULE: mens en samenleving (burgerschap); natuur en techniek; ruimte; tijd] [SLO: verbreding techniek basisonderwijs – onderzoekend en ontwerpend leren]

     

    [Subvaardigheden en denkwijzen bij wetenschap en technologie basis- en speciaal onderwijs, p. 26: "een standpunt innemen, zich verplaatsen in een ander standpunt en wisselen van perspectieven (een cultureel, economisch, historisch, individueel, natuurlijk, politiek, ruimtelijk, sociaal en/of technisch perspectief);"]

     

    "Initiatiefnemer: OCW [convenant; maatregelen Techniekpact; voortgangsrapportage]; Betrokken: SLO, PO-Raad (ook), Inspectie van het Onderwijs [p. 15 monitoren ontwikkelingen in scholen] [TIMMS: p. 45; NL niet geavanceerde niveau natuuronderwijs – groep 6, 2011], Platform Bèta Techniek."

     

    (definitie 'technici' zie linkerkolom) Voorbeeld W&T lesbrief. Techniek in het basisonderwijs – TechYourFuture)

     

    In Nederland is (sociale) wetenschap vaak gericht beleidsonderzoek passend binnen een overheidsbehoefte. Er wordt (internationaal, denk aan EU) enorm veel geld gestoken in de stimulering van exacte (theoretische en praktische) studies. Motivatie: (vermeende) tekorten, kenniseconomie en EU-concurrentiekracht. Resultaat: een hoge berg publicaties van een groot aantal al dan niet ambtelijke organisaties. De dissertatie van mw. Guérin kan hier binnenkort aan worden toegevoegd. In schril contrast met deze hoge uitgaven staat de lage beloning en status van onderwijzers. Met imagocampagnes en landelijke lerarenwedstrijden wordt hiervoor een oplossing gezocht. Het aantal deeltijdonderwijzers is sindsdien niet afgenomen, en het aantal mannelijke onderwijzers niet toegenomen. Is er al in de openstaande vacatures voor leraren exacte vakken met de juiste graad voorzien? Zou het niveau van het onderwijs dan wel kunnen stijgen? Dan kunnen we daarna de onderwijzers en leraren gaan 'professionaliseren' (extra budget boven lumpsum), (p. 8 W&T) wellicht toch in de zin van een hoge berg publicaties? 😉 Zucht. Ja, alles is relatief, en de meningen zijn verdeeld, dus er is nog veel meer onderzoek nodig, hetgeen vanzelf nieuw onderzoek genereert.

  39. Piet van der Ploeg spreekt

    Piet van der Ploeg spreekt van een stellingenoorlog. Maar ik (in de huid van een ouder) wil helemaal geen oorlog en al helemaal geen stellingenoorlog, die, zoals in de eerste wereldoorlog gebleken is, veel slachtoffers maakt en een ongelofelijke verspilling van van tijd en menskracht met zich meebrengt en later tot nog veel meer ellende leidt. Ik denk liever aan een godsdienstoorlog die beeindigd kan worden met de consensus dat iedereen op zijn eigen wijze zalig mag worden. Geef daarom ouders veel meer keuzes m.b.t. de scholing van hun kinderen en laat onerzoekers experimenteren met scholen waarvan zij vinden dat ze het beste zijn. <newline>

    We hadden al eens in 1917 een pacificatie van de schoolstrijd en ook daarbij ging het ook om een verschil in inzicht over wat goed was voor een kind. Laten we eens kijken naar de wijze waarop in het verleden binnenlandse conflicten werden uitgevochten. Hoewel er van alles misging werd Nederland als een land van grote tolerantie beschouwd. En laten we ophouden met pogingen om onderwijs met Europese en mondiale onderwijsstomingen te synchroniseren. Dat is een onderdeel van de Engelse ziekte en die kenmerkt zich, zoals men weet, door zwakke botten en kromme benen.
  40. aanvulling:

    aanvulling: <newline>

    Ik bedacht nog dat veel ouders blij zouden zijn met Vintage Schools , scholen die, m.u.v. de Middelbare Meisjes School, (vintagejaar 1867) lijken op de scholen die voor het in werking treden van de Mammouthwet bestonden. Binnen de puur gedoceerde leervakken zou wegens bezoedeling geen plaats zijn voor de door mevrouw Guerin voorgestelde bèta-inburgering en wegens de zware studielast ook daarbuiten niet. 
  41. Ik houd me buiten de
    Ik houd me buiten de burgerschapdiscussie in relatie tot de beta-vakken. Wat die vakken betreft, die zijn in handen gekomen van een ideologische club die niets van vakinhoud moet hebben en die die vakinhoud ook goeddeels gesloopt heeft. De analogie met het opblazen van erfgoed en verbranden van bibliotheken is evident. Pogingen om die club uit het systeem te krijgen zijn gerechtvaardigd en in het belang van onze kinderen. Dat kun je een godsdienstoorlog noemen, maar dan begrijp je het toch niet helemaal.

Reacties zijn gesloten.