De rechten van de ouder en de plichten van de gemeenschap

Toen ik zelf schoolging gingen kinderen van hoogopgeleide of maatschappelijk geslaagde ouders, zeker als het jongens waren, naar het Gymnasium of de HBS om later aan een universiteit te kunnen studeren. Zonen van laagopgeleide ouders gingen naar lagere vormen van onderwijs tenzij ze de meester opvielen door hun intelligentie. Intelligente meisjes van lage komaf kwamen nog wel eens op een kweekschool terecht voor het geval dat ze niet zouden trouwen. Daaraan is sedert dien veel veranderd en er zijn nog maar weinig mensen die naar de oude toestand terug willen.Ik ook niet.

Maar nu zijn we duidelijk doorgeschoten naar de andere kant, Dat vind ik wel! Ik vind het oude Gymnasium-β-programma van vóór de Mammoetwet het beste voorbereidend onderwijs voor toelating tot de universiteit. Dat programma is al lang geleden de nek omgedraaid. Voor zo ver ik weet niet op verzoek van de universiteiten en aan de ouders is niets gevraagd. Uit het jubileumboek "Steeds minder leren" van de oudevereniging van zelfstandige Gymnasia meen ik wel met zekerheid te kunnen opmaken dat de meerderheid van die ouders tegen was. Maar met ingang van 1 september a.s. mogen ik en andere ouders helemaal geen invloed meer uitoefenen op het niveau waarop mijn/hun kind secundair onderwijs mag volgen. Groepsleraren met soms slechts MAVOachtergrond gaan op grond van de door hen afgenomen testen en opgestelde grafieken uitrekenen welk niveau mijn kind aan zou kunnen en dat komt dan in het vervolgonderwijs automatisch daar waar de groepsleraren vinden dat het thuis hoort. Recht om daartegen in beroep te gaan heb je als ouder helemaal niet. Je moet er niet alleen op vertrouwen dat de juffen de mogelijkheden van jouw kind goed inschatten maar ook nog op vertrouwen dat de onvolkomenheden van gegevens waaruit de juffen hun conclusies trekken niet eerder wijzen op de ongeschiktheid van de juffen om jouw kind les te geven. Om een voorbeeld te geven: veel juffen rekenen zelf te slecht om alle kinderen op een gepaste wijze daarin les te kunnen geven. Als je je kind in deze omstandigheid wilt helpen door het naar bijles te sturen krijg je vaak geen medewerking van de school. Mijn conclusie is dat de ouders nu werkelijk alle rechten met betrekking tot de opvoeding van hun kinderen en zeker het onderdeel scholing daarvan verloren hebben. Bovendien komen op school steeds vaker niet-cognitieve onderwerpen aan de orde die traditioneel aan de ouders werden overgelaten.

Als zeldzame en ongunstige uitzondering kunnen in Nederland wetten niet door een rechter aan de grondwet getoetst worden. Maar Nederland heeft wel veel internationale wetten ondertekent die ouderrechten erkennen m.b.t. de opvoeding van eigen kinderen. Het wordt tijd om van de parlementariërs te vragen hoe de grenzen zouden moeten liggen tussen de door hen of hun voorgangers erkende opvoedingsrechten van ouders en de leerplicht binnen een overheidsprogramma als collectief belang.

5 Reacties

  1. De meeste ouders van

    De meeste ouders van gymnasiumkinderen hebben niet zoveel met het gymnasium curriculum. Ze doen hun kinderen op het gymnasium omdat dit een "witte" school is met voornamelijk Ons Soort Mensen. Maar het zijn de laagopgeleide PVV stemmers die discrimineren…

  2. @mark79: kunt u voorgaande

    @mark79: kunt u voorgaande stelling onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek? Is naar uw mening, want zonder onderzoek blijft het een persoonlijke mening, het streven naar kennis en cultuur – het categoriale gymnasium is niet de eenvoudige weg – in wezen een streven van ouders naar het uitsteken van de ogen van de buren? De kinderen 'worden op het gymnasium gedaan' (zonder intrinsieke motivatie?). De uitverkorenen dienen als slachtvee de status van de ouders op te houden. Arme kinderen dat ze niet met de totaalnivellering mee mogen, maar OSM moeten worden, zelfs elitair gymnasium-OSM. De CITO-scores werken discriminerend voor laagopgeleide PVV stemmers, de schurken. Ik ben benieuwd naar de uitkomst van het onderzoek (waarin de begrippen 'ons soort mensen', en 'wat ziet u in het gymnasium curriculum' nader worden gedefinieerd en uitgewerkt). U verwoordt zo'n weergaloos cliché dat het bijna waar wordt. Zo werkt propaganda. Hetzelfde als dat kinderen van laagopgeleide PVV'ers hun plek op het VMBO vinden. De school als een onwrikbare bevestiging van status. Een treurige wereldopvatting. Gelukkig is de moraalpolitie er nog.

  3. Ik vind het heerlijk om een

    Ik vind het heerlijk om een erudiet gesprek te voeren wat er toe doet maar ook wel als Spielerei. Voetbal en roddel interesseert mij niet. Ik ervaar klassieke muziek als haast goddelijk en wil mijn kinderen niet zien opgroeien in een ambiance waar men jeugdcultuur ziet als iets dat alle jongeren aanspreekt en klassieke muziek als iets voor excentrieke oudjes beschouwt. Ik hoop dat mijn kinderen in literatuur geïnteresseerd zijn en op zijn minst bij 3 uitheemse moderne talen boeken in de oorspronkelijke taal kunnen lezen. Als  mijn kinderen naar mij aarden en voldoende capaciteiten hebben gun ik hen zo’n ambiance. En natuurlijk is ook kennis van Grieks en Latijn een verrijking voor je leven en een bijdrage aan je gevoel voor en je inzicht in taal. De Griek Euklidès verrijkte ons met de eerste echte wiskunde die nu door het Freudenthalinstituut weggesmeten is en waarvoor het wat gefröbel in de plaats gesteld heeft. In Aegypte en Mesopotamië werd veel timmermanswiskunde gebruikt (o.a. een 12-knopentouw om rechte hoeken af te passen) en naar dat niveau is de meetkunde in de onderbouw VWO teruggekeerd. Aristotelès is de vader van de Logika. De gedachten van de Griekse natuurfilosofen zijn indrukwekkend. De Socratèsfiguur van Platoon en de tragedies van Aischilos, Soofoklès en Euripidès boeien ons nog steeds.

    Eleanor Roosevelt heeft ooit gezegd

    Great minds discuss ideas

    Average minds discus events

    Small minds discuss people

    Ik wil graag mijn kinderen voor zo ver hun mind groot genoeg is laten voorbereiden op het eerste.

    Dat er ook ouders zijn die hun kinderen om andere redenen naar een Gymnasium sturen is geen reden om kinderen die op een prae-mammoet gymnasium op hun plaats zouden zijn de mogelijkheid daartoe te ontnemen

  4. “Nakijkbaarheid is

    “Nakijkbaarheid is belangrijker geworden dan wat de leerling leert” staat in de beschouwing De dood van het opstel” van Lisette Douma in Het Onderwijsblad 17  anno 2014. Dat triggerde mij.

    Bij het schrijven van een opstel komen vele vaardigheden aan bod die bij het vak Nederlands horen en onder de noemer schrijfvaardigheid van groot belang zijn om een gedachtegang of genuanceerde gevoelens goed onder woorden te brengen. Het is uit het eindexamen gehaald omdat het schrijven van opstellen slecht past in het bedrijfsmatige voorbereiden van leerlingen op een vervolgopleiding. Een opstel vraagt veel correctietijd en is dan toch nog moeilijk (objectief) te beoordelen. Doordat de overheid het opstel uit het eindexamen heeft gehaald komen de schoolbesturen er mee weg voor Neerlandici geen extra correctietijd ter beschikking te stellen voor het nakijken van opstellen. Of het maken van opstellen wel of niet belangrijk is voor het vervolgonderwijs , het goed functioneren in de maatschappij of het beschermen van de demokratie speelt blijkbaar geen rol meer en eventuele andere bezuinigingen op het onderwijs die de toplaag in onderwijsland niet tot voordeel strekken worden niet in overweging genomen. Waarom mogen we niet opt out voor het door de overheid aangeboden krakkemikkirige onderwijs zoals dat geldt bij financiële aansprakelijkheid voor godsdienstig bezwaarden!? Waarom ontstaat er in Nederand geen opt out party zoals er in de VS een tea party ontstaan is die verspilling van overheidsgelden zat is? Daarbij zouden ouders natuurlijk ook geld voor de scholing van hun kinderen (mits die aan bepaalde voorwaarden voldoet) moeten krijgen, en wel het bedrag dat de overheid uitspaart doordat hun kind niet aan het overheidsonderwijs meedoet. (Een percentage van de betaalde inkomstenbelasting zou in strijd zijn met het beginsel van gelijkheid van kansen bij het onderwijs). Een Nederlandse opt out party die zijn zin zou krijgen maakt ook een bloei van onderwijs volgens de beginselen van BON mogelijk.

  5. De overheid verwacht van de

    De overheid verwacht van de burgers dat ze zich meer gaan bekommeren om hun eigen welzijn. Maatschappelijke zorg wordt minder, kinderen moeten zelf meer doen voor bejaarde ouders en als we ons willen verzekeren van een oude dag zonder financiële problemen mogen we niet meer vertrouwen op de pensioenfondsen. Waarschijnlijk mogen wij in de nabije toekomst onze pensioenvoorzieningen boven de AOW geheel zelfstandig regelen. Heel inconsequent: Voor onze oude dag moeten we steeds meer zelf gaan zorgen maar over het groot brengen van onze kinderen krijgen we steeds minder te zeggen. Ook omdat vroeger onze kinderen onze oudedagsvoorziening vormden en de overheid in die richting weer een stukje wil gaan is dat vreemd. Overal krijgen we weer eigen verantwoordelijkheid terug behalve als het om de opvoeding waaronder scholing van onze kinderen gaat. Scholing van kinderen blijft het domein van de opportunisten. De nieuwe verdeling van plichten en rechten tussen overheid en burger bevalt mij niet en ik hoop dat dat voor meer BONners geldt.

Reacties zijn gesloten.