de discussie van 2 april

Op 02 april wordt er in de politiek gesproken naar aanleiding van het initiatief te strijden tegen te grote klassen.

1 Dag ervoor, heeft een bestuurder, die in de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO raad zit, alle mogelijke moeite gedaan om vooral niet inzichtelijk te maken, over hoeveel tijdbesteding voor een docent wiskunde we nu eigenlijk praten.

Wat morgen mee mag wegen, is dat op bijna alle scholen de hoeveelheid tijd die je als docent voor de verwerking van allerhande zaken krijgt, uniform is.

Een enkele school maakt onderscheid tussen groepsgrootte. Die geven enkele minuten per les extra opslag als de klassen tussen de …. en de …. leerlingen bevatten. Dat aantal minuten lees je als: 3 a 4 minuten per gegeven les extra, voor de aanwezigheid van 4 extra leerlingen. Misschien dat het voor een aantal vakken niet zoveel uitmaakt, hoeveel leerlingen je wel of niet hebt zitten. Bij een aantal andere vakken kost iedere leerling botweg enkele uren meer werk.

Voor die mensen is de huidige, al zeer summier gegeven extra gegeven tijd een aanfluiting. Waak er voor, je uiteindelijk af te laten schepen met een toezegging, die bij voorbaat al onvoldoende is.

 

Grote groepen staan volledig haaks op het gegeven dat elke leerling een bepaalde individuele aandacht nodig heeft en dient te krijgen.

Dat soort prachtige voornemens zie je vooral terug in de invoering van het passend onderwijs. Maar reken het eens gewoon uit. 30 leerlingen, die elk een moment of enkele minuten ( zie gebruiksaanwijzing zorgleerling) per les individuele aandacht nodig hebben.

Naast het feit dat je lesstof te verwerken hebt, huiswerk te bespreken, praktische zaken door te nemen en noem maar op.

Volgens de theoretici past dat alles in een lesuur van 45 tot 50 minuten. Ongeacht de soort groep en soort onderwijs.

De vraag aan de politici: wie wint er bij, om dit soort theoretische onzin als waarheid te hanteren.

Waarom wordt er door elke onderwijssector met hand en tand gevochten tegen het inzichtelijk maken van de feitelijk bestede tijd door een docent. Wat is het voordeel daarvan?

Wie wint er wat bij, de taakbesteding van de docent stelselmatig op te schrijven op een manier die elke realiteitszin tart? De leerling??  De MBO leerlingen hebben zelf allang door dat docenten uitgeknepen worden.

Steeds weer dezelfde vraag: waarom moet het zo? Wat is het voordeel en voor wie geldt dat? Voor wie zou het moeten gelden?

Waarom wordt de normjaartaak van een docent door school tot op de tiende van een minuut uitgerekend, maar als je een specificatie vraagt, ben je zo ongeveer onrein. Waarom wordt een lesuur inhoud veronderstelt, die qua tijdindeling bij voorbaat onmogelijk is?

De oproep aan politici: gezocht wordt een dapper mens m/v. Die, zoals in elke fatsoenlijke cursus time management wordt geschreven, alles grondig inventariseert. Naar waarheid, niet naar theorieën die in de praktijk onzinnig blijken.

Iedere cursus time management vertelt namelijk, dat je het meest efficiënt KUNT werken, als je inzicht hebt in al het te verzetten werk.

Met andere woorden: vaagheid werkt contraproductief.

Morgen:

Willen we grote groepen waaraan op een redelijk klassikale manier les wordt gegeven of wil je groepen waaraan zoveel mogelijk individueel tegemoet wordt getreden. Elke keuze heeft gevolgen. Die eerlijk inventariseren en afhandelen is wat nodig is.

 

10 Reacties

  1. Steeds weer dezelfde vraag:

    Steeds weer dezelfde vraag: waarom moet het zo? Wat is het voordeel en voor wie geldt dat?

    Het kortste antwoord dat ik kan geven:

    Omdat het merendeel van de kiezers twee dingen tegelijkertijd wil, namelijk

    1) hooguit gelijkblijvende kosten voor onderwijs

    2) het gevoel hebben dat het onderwijs goed is

    Ga je docenten normaal betalen voor het huidige aantal daadwerkelijke gewerkte uren, dan komt punt 1 in het gedrang.

    Ga je docenten eerlijk betalen, maar om aan punt 1 te blijven voldoen minder docentenuren inzetten, dan krijgen leerlingen minder les en komt punt 2 in het gedrang.

    Het voordeel zit hem bij kiezers die zich voor verhoudingsgewijs weinig belastinggeld een goed onderwijsgevoel verschaffen. Dat op het in stand houden van dat gevoel allerhande bestuurders (inclusief een onderwijsminister) parasiteren, is natuurlijk een ander verhaal.

    Besef ook dat er zoiets als de Wet van Baumol is: het is ondervermijdelijk dat onderwijs van gelijkblijvende kwaliteit per uur steeds wat duurder wordt, omdat onderwijs veel moeilijker te automatiseren is (productiever te maken is) dan grote delen van de rest van de economie (waar salarissen makkelijker kunnen worden verhoogd) waarmee het onderwijs moet concurreren op de arbeidsmarkt. Die druk wordt niet omgezet in een zichtbaar lager aantal lesuren voor leerlingen (punt 2), en slechts gedeeltelijk in een zichtbaar achterblijvend uurloon (punt 1), maar in een voor de maatschappij onzichtbare hogere werkdruk voor docenten. Totdat het systeem uit elkaar klapt.

  2. Het onderwijs moeilijker te

    Het onderwijs moeilijker te automatiseren?
    Bussemaker en Dekker: "Dat willen we nog wel eens zien!"

  3. Tuurlijk dromen politici

    Tuurlijk dromen politici daarvan, want het mes van het onderwijsautomatiseringsgeloof snijdt aan twee kanten:

     

    1) Ze kunnen zichzelf wijsmaken dat ze ontsnappen aan kostenverhoging (of er zelfs bezuinigingen mee legitimeren)

     

    2) Ze kunnen hun kiezers er het goedonderwijsgevoel mee geven (vernieuwend! modern! 21e eeuw!) 

     

    Overigens zag ik pas, ik dacht in de krant, een staatje met onder elkaar verschillende beroepen en de mate waarin ze bedreigd worden door automatisering. Daarin scoorde onderwijs heel laag: bijna niet te automatiseren. Een ander bekend voorbeeld van niet te automatiseren: klassieke orkesten. Daarvan de kwaliteit laten versloffen valt natuurlijk meteen op, en er de werkdruk verhogen gaat ook al niet lukken, dus wat doe je dan, als je er geen geld voor over hebt: wegbezuinigen. Maar het onderwijs is voor bestuurders echt fantastisch: ongestraft de werkdruk verhogen én doen alsof het goed is en nog veel beter kan terwijl het in werkelijkheid achteruitkachelt: het kan niet op!

  4. @EM70

    @EM70

    De onderwijsfunctie van het onderwijs valt best te automatiseren. Instructie via de computer, opgaven maken op de computer (en nagekeken door de computer). Ik ben er geen voorstander van, maar het is wel mogelijk. En het is wellicht zelfs beter dan les van een juf die niet kan rekenen of spellen. Het is vooral de kinderopvangfunctie van het onderwijs die niet te automatiseren valt.

  5. @Mark: Inspiratie valt niet

    @Mark: Inspiratie valt niet te automatiseren (zeg ik terwijl ik me bezig houd met ICT in het onderwijs).
    Leerlingen kunnen heel veel baat hebben bij geautomatiseerde oefeningen. Of aan digitale instructie (bekijk de examenfilmpjes gs van Jelmer Evers op youtube maar eens – vooral de commentaren). Maar uiteindelijk vragen de leerlingen en ook studenten gewoon om inspirerende docenten, met wie ze kunnen sparren. Daar zal altijd een plek voor moeten zijn, of de techniek moet star trek-achtige vormen aannemen.

  6. @mark79

    @mark79

    Deels heb je natuurlijk gelijk, maar beide functies vallen zeker voor scholieren/kinderen niet te scheiden.

    Maar zelfs als die kinderopvangfunctie ook te automatiseren was, is het bij een aantal vakken, of onderdelen van vakken, nog maar de vraag of je ze kunt automatiseren. Het hangt nogal af van je opvattingen over onderwijs. Hoe stel je je bijvoorbeeld een discussie in de klas bij het vak maatschappijleer voor? Een spreekbeurt beoordelen bij het vak Nederlands, tekeningen beoordelen bij tekenen? Een gymnastiekles? Muziekles? Practicum bij scheikunde? Het begeleiden van een scriptie voor geschiedenis? Excursies? Het is toch allemaal onderwijs. Als je erover na gaat denken, kunnen er dus alsnog heel veel dingen niet, wellicht nog veel meer dan ik nu genoemd heb, ook als het alleen om de onderwijsfunctie gaat. Maar bij volwassenen, waar de opvangfunctie minder belangrijk wordt, is er inderdaad meer mogelijk en gebeurt dat ook al; ik heb zelf ooit ICT-certificaten gehaald zonder ooit één docent gezien te hebben; toetsing ging achter de computer, onder toezicht.

    Maar scholieren die grote delen van de dag achter de computer zouden zitten voor instuctie en toetsing, die worden daar natuurlijk helemaal iebel van, zelfs al zou de opvang daaromheen geen probleem zijn.

  7. Een discussie voor

    Een discussie voor maatschappijleer kan via internet (doen wij toch ook?). Practicum bij Scheikunde: kun je simuleren op een computer (of afschaffen…). Ik zeg niet dat dit goed is, maar het zal waarschijnlijk "goed genoeg" gevonden worden.

  8. Een discussie

    Een discussie maatschappijleer van dertig leerlingen via internet? Ja, het is digitaal, maar daarmee is het nog geen automatisering: zo'n discussie gaat zonder vakkundige docent die alles in goede banen leidt natuurlijk compleet verkeerd. En maak je de aantallen leerlingen per docent groter, dan kunnen er weer minder leerlingen zelf actief deelnemen.

     

    Je kunt natuurlijk van alles simuleren, alleen daarmee wordt het een passieve toestand en boet het dus in aan kwaliteit. De kwaliteit achteruit laten gaan, er iets onechts van maken of dingen afschaffen, het kan allemaal; je kunt ook een cd opzetten in plaats van naar een klassiek concert gaan, of zelf een deuntje fluiten, maar dat is natuurlijk niet hetzelfde.

     

    Overigens, iets anders: nog bedankt voor die verwijzing naar Project Follow Through!

  9. Ik ben het (natuurlijk) met

    Ik ben het (natuurlijk) met je eens Em70, maar het onderwijsautomatiseringsgeloof bestrijden zal nog een heel gevecht worden. Omdat de financieele belangen groter zijn zal dit een nog harder gevecht worden dan dat tegen het geloof in de "zelfsturende leerling".

Reacties zijn gesloten.