84 Over het King’s College in Londen, scheefgroei en andere zaken

Dit is geen snobverhaal, het kan ook gelezen worden als een meditatie hoe de vruchten van de vooruitgang nogal willekeurig met een cumulatief effect ergens terecht komen als in een loterij. De leidende draad is het verloop van de studie van onze dochter die in Frankrijk, net als haar 2 broers, nog een zeer degelijke middelbare schoolopleiding heeft volbracht met het accent op taalbeheersing, wiskunde en algemene kennis. Het systeem steunt op de lange traditie van de ‘mérite républicain’ (blog 62) en de ‘laïcité’ (blog 83) en uiteraard op de Verlichting van Rousseau, Voltaire, Condorcet enz. Haar studiecomfort staat wel heel ver af van mijn eigen wat ploeterende studententijd in Rotterdam, maar ik zou er niet over gepiekerd hebben om geld te lenen….

 

Samengevat komt de opleiding van dochterlief hier op neer: Na de middelbare school en RK internaat in de provincie, 2 jaar école préparatoire, ook RK, in Parijs in de economische richting (blog 24). Over die Christelijke doctrine moet men niet lacherig zijn: in onze westerse Weltanschauung is die doctrine nog dominant aanwezig. Na het concours toegelaten tot ESSEC in de hoofdstad (de 2e  handelshogeschool van het land) die een 3-jarig programma heeft dat tot minimaal 4½ jaar uitdijt vanwege de verplichte stages en buitenlandse universitaire semesters, in haar geval grotendeels in Berlijn en München. De intellectuele inspanning ligt voornamelijk bij de école préparatoire (60 uur per week), waar het niet alleen gaat om intelligentie, maar ook om doorzettingsvermogen, methode, regelmaat en aanpassing, noem het maar zelfdiscipline. De hogeschool is veel meer op praktijk gericht met allerlei specialisaties. In het 2e jaar van de hogeschool vindt er een zijinstroom plaats (zowat een verdubbeling) uit de universiteiten (allerlei disciplines van farmaceuten tot veeartsen), meest 4e jaars. In het Franse duale systeem zijn de écoles préparatoires voor de technische, literaire en economische richtingen in concurrentie met de universiteiten, waar men sowieso terecht komt voor rechten, talen en artsenij. Er hebben zich gaandeweg hogere beroepsscholen ontwikkeld (schone kunsten, cultuur, allerlei technieken, kinesitherapie en zelfs psychologie) die soms zeer betalend zijn en die ook concurreren met de universiteit. Universiteiten zijn ook zeer selectief, maar gaan anders te werk. Uiteindelijk convergeren de 2 systemen, maar in de arbeidsmarkt behouden de ‘grandes écoles’ een voorsprong, niet alleen vanwege een betere profilering, maar ook omdat men weet wat voor vlees men in de kuip heeft qua intelligentie en werkcapaciteit.

 

Sinds de Mammoetwet werd ingevoerd is men in een fase terechtgekomen waarbij Frankrijk en Nederland qua onderwijs uiteenlopen. Met de feitelijke afschaffing van het Frans en de oriëntatie op de VS is niet alleen een heel paneel van ons collectieve geheugen en culturele invloed uitgewist, maar is ook dat soort diepgang verloren gegaan die in Frankrijk (en Duitsland) nog wel redelijk aanwezig is. Dat merk je in allerlei discussies van het openbare debat, en bij het onderwijs in het bijzonder zoals de klakkeloze appreciatie van PISA-metingen (blog 77), het dolgedraaide publicatiestakhovisme bij sommige instellingen en uiteraard de vernauwende (= uitsluiting van kennis en visies van de buurlanden) onnozelheid Engels als universitaire voertaal te gebruiken. De Engelstalige ‘university colleges’ moeten doorgaan als summum van poldersophistication.  Als je in Nederland The Economist leest ga je al door voor intellectueel *… It is me what. (gepiekt bij          )

Bij onze dochter en haar 2 broers (24 tot 30 jaar) vind ik kleinschalig terug wat ook Frankrijk in de loop der tijd is scheefgegroeid. De oudste die als civiel ingenieur voor een paar jaar in Hong Kong gedetacheerd is, verdient beduidend minder dan zijn geëxpatrieerde leeftijdsgenoten in de financiële wereld. Zijn dag begint om 06:30 en eindigt om 19:00 ergens ver weg in een modderveld, 2x anderhalf uur pendelen met jeans en nikes, ook op zaterdagen. Het lijkt op het vooroorlogse Deli van zijn grootvader, van zonsopgang tot zonsondergang de kebon in en eens in de 10 dagen, zelfs geen zondag, een hari besar, velen zijn daar aan ten onder gegaan ** Als je comfortabel met vaste werktijden voor een bank werkt en fluitend in 20’ naar kantoor gaat in costuum, zonder das, maar wel met manchetknopen, en modieuze puntschoenen en ook nog met secondaire voorwaarden verwend wordt, dan heb je geen idee meer wat zoiets betekent. Zijn baas is een Javaan en hij heeft een paar Europese collegae, ook een Nederlander die over de globe zwerft. Daar tegenover staat dat zijn werk interessant en leerzaam is. Maar niet echt avontuurlijk. Ten slotte is het een groot geluk dat het Hong Kong is, want het net zo goed iets boven de poolcirkel kunnen zijn of in de akeligste provinciale uithoek van de VS… De tweede werkt na een V.I.E. (Volontariat International en Entreprise, blog   ) in Frankfort op het hoofdkantoor van een grootbank en heeft alle keuzen, geneugten en gezelligheid van de hoofdstad letterlijk aan zijn voeten. De aantrekkelijk intelligente juffrouwen ook. Anders dan vroeger vervult hij een functie in het organigram als een smakelijk gekleurd hokje in een Excelveld. Het is afwachten of het ooit een carrière wordt… Het is niet eens een mooie observatiepost. Globaal betaalt de financiële sector hun gekwalificeerd personeel nog steeds een stuk beter dan wat er voor ingenieurs is weggelegd. Making fat profits by trading bonds or creating television shows seem high status; making buildings as an engineer do not (FT van 15 februari 2014). Daar wringt de economische aanpassing en heeft het geen zin te weeklagen dat er zo weinig animo is voor moeilijke STEM subjects (science, technology, engineering and maths). Zolang dat zo blijft is het dweilen met de open kraan…

 

Hun zus profiteert mooi van de schoolervaring van haar 2 oudere broers om zich naar eigen kunnen en smaak ‘boven gemiddeld’ te profileren. Daar hoort tegenwoordig een mention très bien bij voor het eindexamen. Door inflatie is die hoogste categorie in 10 jaar gestegen van 2 tot 6% van alle eindexaminandi…. Ze is van het type zoals ik dat zelf in de mannenwereld van mijn studententijd in Rotterdam zo node gemist heb: meisjes met een hoge droomwaarde voor de eenvoudige jongens van haar dorp. De emoties over pariteit en geslachtelijke ongelijkheid ten spijt, moet men constateren dat de methodiek van het onderwijs ten goede komt van de meisjes die stug, geconcentreerd, regelmatig en toegewijd het curriculum volgen. In sectoren als de magistratuur en de artsenij zijn zij nu verre in de meerderheid, om van de universiteit nog maar te zwijgen. Zoals zo velen met dezelfde achtergrond, heeft zij nog de charme van de ‘cultivated girl’, waarvan het verlies in Angelsaksische landen soms diep betreurd wordt (….From Reading Novels to Talking Trash on Campus…. foxhunt.blogspot.fr/2008_03_01_archive.html)

 

Haar verzorgde jonge vrouwelijkheid is nog geen masker zoals men dat vaak op de TV tegenkomt bij Bloomberg, BBC of CNN, van wie men aanvoelt dat ze gescheiden en bikkelhard zijn. Ze buit onbewust een vorm van ‘insider information’ uit, want naarmate ook de onderwijswereld steeds complexer wordt, wordt het steeds belangrijker hoe je vanaf de kleuterschool doorschuift. Het zijn de ouders die van de codes op de hoogte zouden moeten zijn: Zij beheren de sleutels van iedere hogere verdieping. In de Franse samenleving zijn het de leraarskinderen die het beste de weg weten te vinden tussen de valkuilen, persoonsmijnen en katapulten van onderwijswereld. En ook met de minste kosten. Is het onrechtvaardig? Gaat het tegen de alom gepreekte gelijkheid in? Hoe goed men van hoger hand van alles probeert, de gelijkheid gaat gewoon de mist in. En niet alleen door de marktwerking. De vraag is of ‘men’ die gelijkheid ook echt wil, als men ziet hoe pervers goedbedoelde maatregelen uitwerken. En of het compatibel is met een complexe samenleving. En ook als men zich realiseert hoezeer de massa zich krampachtig verdringt om aan een dreigende declassering te ontsnappen. Binnen vele families voelt het onderhuids aan als een veenbrand…  Ik ga er niet verder op in, behalve dan dat het in het veel geprezen en geïdealiseerde Amerika, Amerika! het nog veel en veel erger is.

De scheefgroei is er ook in de perceptie van een ‘internationale carrière’. Het begint al met de misconceptie dat een multinationale onderneming ook apatride kan zijn waar iedereen die zich in boekhouderig ‘globish’ kan uitdrukken gelijke kansen heeft. Het is heel iets anders door een Nederlandse bank naar een mooie hoofdstad gestuurd te worden of dat je als ingenieur ingehuurd wordt door een Turks bedrijf en in Libië terecht komt, goed betaald maar uiterst precair, en sociaal op een houtje moet bijten en nooit aan het stuur komt te zitten. Culturele verschillen wegen zwaar mee bij het opklauteren in de hiërarchie en nog veel meer in het privéleven: Van veelbelovende vrouwen kan men niet meer verwachten dat ze automatisch hun man volgen, vooral als haar eigen carrièreperspectieven beter en niet verplaatsbaar zijn. En terecht, de lol om ’s morgens al om 10:30 te gaan bridgen onder de doerianboom met soortgelijke njonja’s, is er snel af. Er zijn heel veel spanningen op dat gebied. Het internationale manageriale vedetteriaat monopoliseert de aandacht, maar als permanente expat blijft men meestal op middelniveau hangen, zoals ik dat dagelijks om me heen zie. Wat het privéleven betreft, hangt er misschien in Nederland nog iets van de koloniale geest: vermenging met een dominante Westerse verankering, ik ben er zelf uitvoortgekomen. Maar het hedendaagse cosmopolitisme is heel iets anders, je bent een huurling, zonder vaderland of echte moedertaal meer, alleen nog maar met een hunkering naar geld, veel geld. In welk land  hoor je dan nog thuis. Het is vaak zeer destabiliserend voor de kinderen…. Ik kan er ruimschoots van getuigen.

 

——————————————————————————————

 

Ondertussen is dochterlief binnen het kader van haar hogeschool van richting veranderd. Ze completeert haar economische studie met een rechten studie. Zij is niet de enige. In de passerelle met een lokale universiteit, konden ze in een paar weken tijds 3ejaars ‘rechten’ valideren (bachelor niveau). Het zegt wel iets over de methodische werkkracht van die jongelui. Met een niveauverhoging profiteert de locale universiteit daar ook van. Voor haar 2e Masterjaar heeft zij  zich dit academische jaar ingeschreven in het King’s College, smack in the middle of London, voor een ‘LLM’, niet enkelvoudig ‘LM’. Desalniettemin is de gewichtigheid van het meervoud ‘Master in Laws’ omgekeerd evenredig is met relatieve armoede van het programma met 6 college-uren per week. Het King’s College is niet vies van uiterst gehaaide handelshype met zijn exceptional teaching reputation; unique, sought-after expertise, with strong links to research mixed with contemporary experience and connections with the wider London legal community, een glamour brand  dat behendig inspeelt op het appeal of self interest. Reuze goed voor je competitive edge to take your career to the next level. *** Hoewel het niet expliciet vermeld is, geeft het King’s College de indruk dat het zeer selectief is. Dat is onzin. Als je normaal bent en £ 12.000 betaalt met al dan niet geleend geld, ben je welkom. Exciting scholarship opportunities zijn er voor de ‘Bühne’.’ Bij het denken in competenties staat niet meer de kennisoverdracht centraal. Dan zou je ook kunnen stellen dat universitaire diploma’s aan inflatie onderhevig zijn’, las ik ergens. Dat is er wat op het King’s College gebeurt. Maar ssssst! niemand weet het nog behalve de insiders. Oordeelt U zelf www.kcl.ac.uk/prospectus/graduate/master-of-laws. Het is een zeer winstgevende bisnis. Onze Britse relaties hadden ons al gewaarschuwd: Anders dan het Franse systeem gebaseerd op vergaarde kennis en het inhoudelijke, ligt in Engeland het accent op ‘in de praktijk je weg weten te vinden’. Is dat beter? Hoe het ook zij, het academische jaar verdampt daar tot 20 weken, dan wat zelfstudie en examens in mei en juni. Bij de 300+ ingeschrevenen, zijn Vlamingen, Fransen, Turken een paar Latino’s, maar geen enkele autochtoon… En geen Nederlanders. Zouden die waar voor hun geld willen hebben? Het is duur betaald om een beetje met ‘common law’ te worden ingewreven. Ik ben er zelf nog steeds niet achter wat het verschil precies is tussen de common law en onze code Napoléon die geïnspireerd is op Romeins recht. Ik ril bij de gedachte wat het niveau moet zijn van Engelstalige rechtenmaster bij een prijsvechtende Nederlandse universiteit. Maar ach, misschien is dat een oerdom vooroordeel.

Gelukkig maar dat het in het belang van het College is dat hun ‘klanten’ het examen halen. Het vrouwelijke betaalvee wordt er aangesproken als ‘Miss’ desnoods als ‘honey’, in Frankrijk is dat een beetje geforceerd ‘Madame’…  Van het Franse veeleisende ‘savoir’ is geen sprake. Zo kon ze haar balie-examen in Parijs tijdens het eerste semester goed voorbereiden en er ook nog voor slagen, ondanks het feit dat 50% de hecatombe niet overleefde en zij niet beschikte over de juridische ‘tournure d’esprit’ die bij de universitaire juristen er jarenlang in wordt gepompt. In Parijs waar al veel te veel advocaten zijn, is het balie-examen het sesam dat vele deuren opent naar glorie of stille armoede. De tendens is om het aantal gezalfden steeds verder af te knijpen door de eisen steeds verder op te schroeven. De democratische doorstroom komt daardoor nog meer onder druk. De procedure en wat er allemaal verdrietig meespeelt is een blog waard. Degenen die zijn toegelaten, komen in principe als redelijke betaalde junior op een advocatenkantoor terecht en volgen dan nog weer een post-universitaire cursus over iets waar ik geen idee van heb.

De combinatie van een (dubbel) diploma van een handelshogeschool en rechten is zeer gewild. Ze is geflatteerd door de aandacht die zij krijgt van de meest prestigieuze (Oh, my God!) advocatenkantoren, die ik ooit zelf in het bankwezen heb meegemaakt toen ze nog klein waren. Ze kreeg trouwens te horen dat haar Londense jaar geen enkele professionele meerwaarde had, het is de combinatie met ESSEC die determinerend is. Ze weet nu al waar ze volgend jaar in het echt terecht zal komen….

 

—————————————————————————–

 

Als ik met andere vaders spreek over onze dochters met soortgelijke opleidingen en ambities en het verifiër bij advocaten die het ver geschopt hebben, dan houd ik daar iets wrangs van over. Het is voor onze dochters bij een groot zakenkabinet eerder een Via Dolorosa dan Amoro$a. Het is een beroep dat heel moeilijk te combineren is met een evenwichtig privéleven. Al zijn ze de ruggengraat van ieder kantoor en numeriek ver in de meerderheid, ze worden zelden gecoöpteerd in de maatschap. Als men van een kristallen plafond kan spreken is dan is dat hier. Indertijd was er een blog ‘ZoZuidAs’ van 3 ‘thirty something’-dames waar een diep gelegen, verdrietig onbehagen in doorklonk. Het was heel goed voor het inzicht…. Ondertussen  zijn wij als ouders allang blij dat ze niet bezweken is voor één of andere opklopte numerieke dienstenverlening met een  team zoals deze www.port4growth.nl/over-ons/het-team.html of in één of ander opgedrongen verbeteringscircuit terecht is gekomen zoals deze zeer zelfvoldane instelling www.plusdelta.nl/vacatures-lean-six-sigma/vacature_master_black_belt_lean_six_sigma.php. ‘We binge on junk’ of ‘Where is the beef? zou hun devies kunnen zijn. Het verbaast me dat er kennelijk zoveel emplooi is voor zelfbenoemde problem solvers waarbij een echte ervaring bij een maakindustrie niet nodig lijkt te zijn: Als je je babbel, doorspekt met waffle words, maar goed weet te brengen. Een goed bedrijf is een bedrijf met goede mensen. Blijkbaar is nu overal het personeel prut en komen er allerlei soorten duur betaalde prothesen aan te pas om nog wat goede sier te kunnen maken. Brrr….

Avec un cœur bondissant de jeunesse, elle est impatient de vivre quelque chose très intense. Het zij haar en haar leeftijdsgenoten van harte gegund en ik hoop dat ze voldoende afstand zal weten te bewaren met waar ze mee bezig is.

 

—————————————————————————–

 

De meerwaarde van het jaar in Londen, die ook de meerwaarde zou moeten zijn van iedere goed doordachte en intens beleefde Erasmusbeurs (niet als reisbureau) ligt op het persoonlijke vlak. Dochterlief was veel meer op Duitsland georiënteerd. Haar Engelse jaar is een soort culturele onderdompeling: cultuur, mentaliteit, methodes, taal… Met haar onafhankelijke  basement in het Franse deel van Kensington bij een familie gezegend met ease, elegance, authority and whispering wealth en herinneringen aan de verzonken multinationale aristocratische wereld die in Galicië, de Boekovina, Moldavië en Walachije de toon aangaf, staat in schrille tegenstelling met mijn eigen Londense ervaring op haar leeftijd. Ik herinner me de zeer sjofele bed-sitters met gerafelde wall-to-wall carpeting tot in de WC toe en de pennies die je in de gasmeter moest doen voor de verwarming en warm water, maar waarvan de tijdsduur zo was afgesteld dat het apparaat sowieso niet de hele nacht kon functioneren… en uitzicht op het cheape asfalt, waarmee de Britten hun daken waterdicht maken. Als je dat hebt meegemaakt dan weet je dat ‘shabby’ onvertaalbaar is. Een vriend van mij vertelde mij dat dat tot 1980 geduurd heeft.

 

x-x-x-x-x-x

 

)* Als je dat blad regelmatig leest dan word je ongenuanceerd kleurenblind; ben je voor de toetreding van Turkije (= het perfide Britse divide et impera); veeg je de scherpe kanten van de  Islam onder het tapijt; ben je voorstander van ongebreidelde immigratie; ga de barricaden op om de marktwerking overal door te drukken; heb je een wat jaloerse minachting voor alles wat Frans is en ben je bovenal unsurreptitiously unobjective.

 

 

)** Bij de koloniale bellettrie is ‘Rubber’ (1931) van Madelon Székely-Lulofs één van de bekendste meningvormende boeken over de Nederlandse ‘Wild West’ in Deli. Minder bekend is dat haar man Laszlo Székely ook een boek heeft geschreven in het Hongaars (± 1930) dat later een Engelse bestseller werd. Dat boek werd onlangs opnieuw in het Frans uitgegeven met de titel ‘Délire des Tropiques’. Anders dan bij zijn echtgenote komt de enorme fysieke inspanning van het ontginningswerk naar voren (tientallen koelies en contractarbeiders waren nodig om één woudreus uit te graven) en ook de eenzaamheid in rimboe met zijn vrouwenperkara’s. En tenslotte laat hij de euforische stemming impliciet tot uiting  komen bij het zien van het resultaat na al het zweet, de ontberingen, de modder, de eindeloze regens en de pikzwarte beangstigende duisternis van de tropische nachten….

 

)*** dit zou er ook mooi in passen: a sensational brand momentum gets you mesmerized in a giant fireball of greed 

2 Reacties

  1. Wederom een mooie blog,

    Wederom een mooie blog, Wilmont!

    Nergens voel je je meer Nederlander dan in het buitenland, waar je na een bepaalde periode als 'expat' bemerkt dat de nuances van de moedertaal je in de vezels zit, en de andere taal een vreemdheid behoudt. De taal van de moeder die je heeft gevoed met liedjes, spel, en cultuur. De beeldspraak en uitdrukkingen, verbonden aan omgangsregels, beroepen, en geschiedenis van een land, dat alles zit in een taal verborgen. Hoeveel jaar je er ook woont, ergens blijf je een vreemde. Hoogbejaarden die een leven 'in den vreemde' hebben gewoond vallen wel eens automatisch terug op de moedertaal. Hoe wonderlijk de menselijke geest werkt, of meer concreet (?) de hersenen werken.

     

    Hoe verloopt dit proces bij mensen die een volledig 'expat'-leven van telkens drie tot vijf jaar in steeds een ander land hebben gewoond? Als je geen 'eigen' gezin hebt om op terug te vallen, moet dit vervreemdend werken. Je 'thuis' in het moederland kan ook verdwenen zijn. Niemandsland. Dat verklaart de internationale cultuur waar men slechts 'international English' spreekt en men in wolken de wereld beschouwt. Deze mensen zijn onze internationale wetgevers, opgenomen in de OESO, EU, UNESCO, enzovoort. Een abstracte wereld van mensen die losgezongen zijn (soms letterlijk 😉 van hun vaderlanden. Wie verklaart dit: moedertaal en vaderland.

     

    Mag ik een correctie aanbrengen? De 'in-laws' bezitten wellicht een 'Master in Law'. De juiste benaming is 'Master of Law' (LLM).

  2. Als de ouder wordende mens

    Als de ouder wordende mens zich steeds meer van het verleden blijkt te herinneren, blijkt daaruit hoe enorm belangrijk de opvoeding en de scholing zijn in de jeugdjaren. Het is dan ook geen wonder dat tal van groeperingen zich in de eerste plaats op het onderwijs storten.

    En als de ouder wordende mens ook geen energie meer heeft om een of andere status op te houden, zie ik ook het enorme belang van een degelijke opvoeding volgens regels in de jeugdjaren; die ingeslepen regels kunnen de latere seniliteit en zwakheid alsnog overheersen waardoor een mens een zekere mate van beschaving kan blijven behouden zonder terug te vallen op een dierlijk infantiel niveau.

    Maar mensen blijken niet hetzelfde te willen en daarom is het niet aan een overheid hier de beginselen vast te stellen. In die denktrant kon iets als het begrip 'vrijheid' ontstaan: het overheidsmisbruik leidde ertoe dat mensen eigen vrijheden wilden laten erkennen door overheden. Amerika heeft m.i. het succes van zulk denken aangetoond.

    Het is niet aan een overheid om te bepalen of de beginselen van ene Rudolf Steiner of en Jezus Christus wel of niet geschikt zijn om in onderwezen te worden. Het is aan de ouders, want hun kinderen zijn geen staatseigendom.

    Aldus kon vrijheid van onderwijs bestaan, maar heden ten dage zien wij, in een EU-kader nog wel, een omgekeerde beweging: de overheid denkt te weten wat goed is voor elk kind (en dus elke ouder).

    Misstanden worden als getuige opgeroepen, maar ook die zogenaamde misstanden zijn tot op zekere hoogte aan de hand van een overheidsmaatstaf vastgesteld. Ik blijf mij verbazen over de Kees Boekescholen van destijds  waar zelfs de Oranjes hun kinderen naartoe stuurden. DAT kon toen gewoon! Ik houdt zoiets in deze zogenaamd modernere tijden niet meer voor mogelijk: zoveel vrijheid.

Reacties zijn gesloten.