Nijkamp-gate

De zaak Kourtit over mogelijke wetenschappelijk wangedrag (zie hier op de BONsite) heeft zich nu verplaatst naar haar promotor: Peter Nijkamp. Nijkamp kreeg in 1996 de Spinozaprijs (de belangrijkste Nederlandse wetenschappelijke prijs), is lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en was van 2002 tot 2008 de baas van NWO (de belangrijkste subsidieverstrekker voor wetenschappelijk onderzoek in Nederland). Grotere vissen dan Nijkamp bestaan er niet in de Nederlandse wetenschap.

De NRC heeft nu de aanval geopend op Nijkamp. Drie artikelen op 1 dag:

De aantijging van de NRC is dat Nijkamp “zelfplagiaat” heeft gepleegd: het overschrijven van stukken tekst van 1 eigen artikel in een ander eigen artikel zonder dit deel van de tekst tussen aanhalingstekens te zetten. In het tweede hierboven genoemde artikel geeft de NRC hier 4 voorbeelden van. Het is u waarschijnlijk niet opgevallen, maar ik heb hierboven ook zelfplagiaat gepleegd: de 2e en 3e zin van dit blog artikel stonden letterlijk in dit eerdere blog artikel van mijn hand. Had ik er dan aanhalingstekens omheen moeten zetten met een verwijzing? Naar mijn mening niet. De eerste 3 voorbeelden van de NRC zijn wat mij betreft vergelijkbaar met wat ik hier deed: een paar zinnen die je zelf eerder geschreven hebt overnemen in een nieuw stuk. Het vierde voorbeeld van de NRC is veel langer en hier kun je wat mij betreft wel vraagtekens bij zetten.

 

De NRC heeft hier wat mij betreft de plank flink misgeslagen. Om aan te geven waarom zal ik de definitie van Plagiaat op wikipedia eerst maar eens overnemen (in de Engelse versie is die beter):

Plagiarism is the “wrongful appropriation” and “purloining and publication” of another author’s “language, thoughts, ideas, or expressions,” and the representation of them as one’s own original work.

Het gaat hier wat mij betreft vooral om “ideas” en veel minder om “language”. De focus in aandacht voor plagiaat lijkt compleet verschoven naar het gebruiken van tekst van een ander zonder bronvermelding, en niet het doen alsof een idee van een ander jouw idee was. Waarschijnlijk omdat het vinden van gekopieerde tekst relatief makkelijk is en het beoordelen of een idee gestolen is heel lastig is. Maar hierdoor komen de echte wetenschapsboeven weg met hun diefstal.

Bij Nijkamp gaat het zelfs niet eens om het gebruik van tekst van een ander, maar om het hergebruik van kleine stukken eigen tekst. Daar het zware woord plagiaat aanhangen is hetzelfde als een niet gewenste tongzoen “verkrachting” noemen (immers: niet gewenst binnendringen van het lichaam).

 

Is er dan geen Nijkamp-gate? Ik denk dat wel een Nijkamp-gate is, maar het verhaal ligt ergens anders. Peter Nijkamp is op google citations te vinden. Daar zien we dat hij in 2013 een totaal van 90 publicaties op zijn naam heeft staan (de NRC noemt dat hij in 2011 gemiddeld 1 artikel publiceerde per 3 dagen). Er zijn 2 mogelijkheden om zo een hoog aantal publicaties per jaar te halen:

  1. Hetzelfde artikel meerdere keren publiceren; niet zozeer de letterlijke tekst, maar wel hetzelfde idee.
  2. Als afdelingshoofd je naam zetten boven elk artikel geschreven door iemand van jouw afdeling.

Beiden zijn wat mij betreft wetenschappelijk wangedrag; maar beiden zijn natuurlijk veel lastiger te bewijzen dan het kopieren van eerdere eigen teksten (dit laatste is wel een aanwijzing voor “type 1” wangedrag: maar het is niet noodzakelijk en ook niet voldoende bewijs).

 

Ik zal ook nog even uitleggen waarom bovenstaande “auteurschappen” wetenschappelijk wangedrag zijn. “Type 2” is plagiaat: het idee van de echte auteur wordt (gedeeltelijk) gejat door het afdelingshoofd. “Type 1” zorgt dat je collega’s heel veel hetzelfde moeten lezen. Het hele peer review systeem gaat hier tegenwoordig aan onderdoor: door de enorme hoeveelheid artikelen  die opgestuurd wordt naar wetenschappelijke tijdschriften (waarvan de meesten niets werkelijk nieuws te melden hebben) wordt het onmogelijk om de goede wetenschap er nog uit te pikken. Uiteindelijk zal de wetenschap hier kapot aan gaan.

 

De twee bovenstaande vormen van wetenschappelijk wangedrag zijn natuurlijk niet specifiek voor Nijkamp, maar Nijkamp is nu even het middelpunt van de media aandacht, dus daarom heb ik dit verhaal maar aan hem opgehangen.

 

UPDATE 15 Januari 2014: Nijkamp heeft in Ad Valvas een uitgebreide reactie gegeven op de berichtgeving in (met name) de NRC.

15 Reacties

  1. Achter de façade van de

    Achter de façade van de wetenschap zien we steeds meer een werkelijkheid als in romans  als "De koekoek in de klok" (zie artikel van Ton Bastings in het laatste nummer van Vakwerk). De echte wetenschappelijke wereld gaat steeds meer op de fictieve lijken zodat een vervolg op deze roman, die  destijds wegens smaad of zo iets verboden werd, eigenlijk zichzelf schrijft.Het lijkt me dat de wetenschappelijke wereld en bepaalde takken in het bijzonder snel een groot zelfreinigend vermogen moeten tonen, wil het aanzien ervan niet geheel verloren gaan.

  2. Ik had al bedenkingen over de

    Ik had al bedenkingen over de precieze aantijgingen van de NRC. In mijn achtereenvolgende leerboeken heb ik steeds geslaagde passages uit mijn vorige leerboek overgenomen. Maar dan waren die vorige al weer uit de handel. Dat is dus een andere zaken als vakgenoten met tijdrovende klusjes op te zadelen of ideeën en zelfs letterlijke zinnen van collega's in te pikken.

    Overigens ben ik ervoor dat handelingen  van mensen die op facebook of op sites als Dagelijkse Standaard steeds likes aanklikken ook als plagiaat aan te duiden. 

  3. Een uitgebreid NRC artikel

    Een uitgebreid NRC artikel over Nijkamp is te vinden op de site geenstijl. Hierin staat ook dat Nijkamp redacteur is van 29 wetenschappelijke tijdschriften. Ik zal uitleggen waarom ook dit een probleem is. Om dat te doen zal ik eerst uit moeten leggen hoe het Peer Review systeem bij wetenschappelijke tijdschriften werkt.

     

    Auteurs sturen een artikel op naar een wetenschappelijk tijdschrift. Een redacteur (een andere wetenschapper) kijkt er dan naar en wijst het ofwel direct af of stuurt het naar een aantal andere wetenschappers (“reviewers” of “referees”). Die lezen het artikel en geven hun mening erover. Op basis van zijn eigen mening en de opmerkingen van de reviewers beslist de redacteur dan om het artikel te publiceren of af te wijzen; een derde optie is om het artikel terug te sturen naar de auteurs voor herziening (de herziene versie gaat dan weer naar de reviewers en zo kan het een aantal ronden doorgaan).

     

    Dat 29 redacteurschappen van 1 persoon problematisch is wordt dan wel duidelijk; er zijn hier 2 redenen voor:

    1. Zoveel redacteurschappen geeft je heel veel macht binnen een bepaald wetenschapsgebied.
    2. Met zoveel redacteurschappen is het zo goed als onmogelijk om de ingestuurde artikelen daadwerkelijk te lezen.

    Ik ga er hierbij van uit dat deze 29 redacteurschappen van Nijkamp “echt” zijn. Het is helaas de gewoonte van veel tijdschriften om grote namen zuiver voor reclame als redacteur te hebben, deze grote namen beoordelen in dat geval geen artikelen. Dit is natuurlijk fraude, zowel van de kant van het tijdschrift als van de “redacteur”.

  4. Om even wat zelfplagiaat te

    Om even wat zelfplagiaat te doen. Ik heb deze reactie ook al elders neergezet.

    Uit 'Het Platmaken' van Marten Toonder, geschreven in 1969, opgenomen in 'Een groot denkraam', uitgegeven in 1972. 'Ik heb al vaak gedacht: de prof heeft te veel praatjes. Ik heb hem wel begeleid, maar ik heb nooit inspraak gehad. Hoe kan ik hem klein krijgen, dacht ik vaak …' 'Laat maar aan mij over,' gromde Super. 'Hij krijgt eerst de Rommelprijs voor wetenschappen en daarna beschuldigen we hem van plagiaat. Stil maar, ik ben al bezig…'

    De hele 'affaire Nijkamp' heeft een hoog 'Platmaken'- gehalte.

  5. Wetenschappers worden

    Wetenschappers worden beoordeeld op hun wetenschappelijke publicaties; als ze die kunstig vermenigvuldigen (Nijkamp met vele honderden artikelen en boeken) hebben ze daar voordeel van. Deze salami-taktiek schaadt de wetenschap sterk, zie dit blogartikel van Frank van Kolfschooten, en de reactie eronder van Ron Ritzen.
    Heel anders is het om dezelfde reactie in kranten en op blogs in te sturen. Dan gaat het om je mening een groter bereik te geven; het zou niet handig zijn als je een mening maar 1 maal mag uiten, of eerst moet herformuleren.
    In 1988 was er een polemiek in NRC tussen Noam Chomsky en Frits Bolkestein. Chomsky schreef dat Bolkestein een stuk uit de Economist had overgeschreven. Bolkestein antwoordde dat hij zelf de auteur was van het stuk in de Economist. Volgens Chomsky was dat toch plagiaat. Omdat het hier niet om wetenschappelijke publicaties ging maar om de publieke meningsvorming, was er niets mis met Bolkestein's hergebruik van eigen woorden.
    (het grootste deel van deze tekst plaatste ik al eerder op GeenStijl).
     
     
  6. In zijn reactie in Ad Valvas

    In zijn reactie in Ad Valvas maakt Nijkamp een aantal punten.

    Zijn eerste punt is dat in "het moderne onderzoekslandschap" met "wisselende combinaties van onderzoekers die vaak ook nog eens in verschillende netwerken opereren" "wie de ‘auctor intellectualis’ is vrijwel niet meer te beantwoorden valt".

    Ik denk dat Nijkamp hier voor een groot deel gelijk in heeft. Dit betekent natuurlijk dat de belangrijkste eigenschap voor een moderne wetenschapper is dat hij een goed netwerker is. Overigens is het dan wel opvallend dat het paradepaardje van NWO (waar zoals gezegd Nijkamp van 2002 tot 2008 de baas was) sinds 2000 de vernieuwingsimpuls is: dit is nu juist een strikt persoonsgebonden financiering! Ook wordt de Spinozaprijs (die Nijkamp in 1996 kreeg) aan individuen gegeven.

     

    Het tweede punt dat Nijkamp maakt is dat er "sprake [is] van een verticale productiekolom die uitmondt in een finaal product". Ook dat klopt: het is gebruikelijk om iets te presenteren op een conferentie (of conferenties) voordat het uiteindelijke artikel uitkomt. De conferentiepresentaties laten vaak een voetdruk achter (een "abstract", een "extended abstract" enzovoorts). Nijkamp nuanceert zijn eigen productiviteit in zijn reactie: als hij "halffabrikaten" en bijvoorbeeld "populariserend[e] artikel[en] in ESB" weglaat dan komt hij naar zijn eigen inschatting op zo’n pakweg 25 ‘core publications’ per jaar.

    Ook hier valt een kritische opmerking bij te maken. Zoals hierboven te lezen valt kwam ik op basis van google citations tot de conclusie dat Nijkamp in 2013 een totaal van 90 publicaties op zijn naam heeft staan. Een google citations profiel maak je zelf aan: Nijkamp maakt er een groot punt van dat het internet geen "solide bron van degelijke wetenschapsinformatie is" (en daar heeft hij in het algemeen natuurlijk gelijk in), maar zijn google citations profiel zou nu juist wel een goede bron van informatie moeten zijn (hij heeft het profiel immers zelf goedgekeurd). Het is mogelijk om je google citations profiel te bewerken (dingen samenvoegen, verwijderen enzovoorts). Via zijn google citations profiel laat Nijkamp wel degelijk aan de wereld weten 90 publicaties te hebben in 2013 (en dus niet met de nuancering van zo’n pakweg 25 ‘core publications’ per jaar).

  7. De zaak Nijkamp heeft

    De zaak Nijkamp heeft overigens interessant parallelen met de zaak Weijmar Schulz (voor die zaak, zie de NRC, het blog van Frank van Kolfschooten en Retraction Watch).

     

    De zaak Weijmar Schulz in het kort. Voor een overzichts artikel maakten Weijmar Schulz, Van de Wiel en Bouma gebruik van een lijst met relevante literatuur uit het proefschrift van Bransfield. Nadat het artikel geschreven was benaderden de auteurs Bransfield om co-auteur te worden van het overzichtsartikel. Dit is inderdaad gebeurt. In hun latere artikel namen Weijmar Schulz enVan de Wiel enkele zinnen over uit dit overzichtsartikel. Jaren later klaagt Bransfield hierover: ondanks dat zij deze zinnen niet geschreven heeft claimt zij eigendom als co-auteur van het overzichts artikel. De uitkomst is dat (tot op heden) 6 artikelen van Weijmar Schulz geschrapt zijn door de tijdschriften waarin ze verschenen zijn.

     

    Een verschil met Nijkamp is dat co-auteurs van Nijkamp (voor zover wij weten) niet geklaagd hebben.

     

    Het is interessant om te zien hoe de zaak Nijkamp afgewikkeld wordt. Als dit gebeurt zoals in de zaak Weijmar Schulz dan zullen er naar het aanziet tientallen artikelen van Nijkamp geschrapt moeten worden. Als geoordeeld wordt dat in de zaak Nijkamp er niets geschrapt hoeft te worden, dan lijkt het dat in de zaak Weijmar Schulz ten onrechte 6 artikelen geschrapt zijn.

  8. Harrie Verbon (Hoogleraar

    Harrie Verbon (Hoogleraar openbare financiën, Universiteit van Tilburg) heeft de in de NRC genoemde artikelen van Nijkamp gelezen. Zijn oordeel:

    ik heb inmiddels toch naar de vier artikelen gekeken waar FvK zijn pijlen op richtte. Die artikelen gaan over de gevolgen van migratie voor de immigratielanden. Het zijn voornamelijk artikelen met een blijde boodschap: we worden lekker beter van al die immigranten. Wat ook opvalt is dat die artikelen nauwelijks eigen onderzoek bevatten. Er is geen originaliteit te ontdekken: het is allemaal erg in de sfeer van reviews of meta-analyses. In tegenstelling tot wat hij in zijn verdediging suggereert is hij niet grensverleggend bezig, er is geen sprake van kennisontwikkeling, maar gewoon van recycling van ideeën die al in de literatuur bekend zijn. Of het plagiaat is, weet ik niet. Misschien niet, maar het is wel steeds weer oud gehakt gebruiken in de vleesmolen van de slagerij. Even verwerpelijk als plagiaat.

     

  9. “we worden lekker beter van

    "we worden lekker beter van al die immigranten. " 

    Inderdaad! en ze mogen ook het onderwijs verzorgen. 

     

  10. Vandaag kwam een KNAW rapport

    Vandaag kwam een KNAW rapport uit over plagiaat en "hergebruik" van materiaal. Het rapport gaat niet over Nijkamp (zijn naam komt er niet in voor), maar tussen de regels door gaat het natuurlijk wel over Nijkamp.  Op het rapport valt niet zo heel veel aan te merken. De conclusie is:

    [D]at terughoudendheid geboden is bij het beoordelen van publicaties uit het verleden op basis van niet bestaande regels over hergebruik, zeker waar ook ‘ongeschreven regels’, zoals ook dit advies laat zien, de nodige grijstinten bevatten.

    Dus wat deze KNAW commissie betreft hoeft Nijkamp niet op het strafbankje.

    Het enige dat ik op het rapport aan te merken heb is het volgende. In het rapport staat:

    De relatie tussen citaten, citaties en vermeende perverse prikkels in het wetenschappelijk beoordelingssysteem (met name lengte van publicatielijsten en hoogte van citatie-indexen) is in diverse gesprekken genoemd, maar valt buiten het kader van dit briefadvies.

    Daarmee wordt dus het belangrijkste probleem buiten beschouwing gelaten. Als lengte van een publicatielijst essentieel is voor je loopbaan en sommigen ongestraft hun artikelen keer op keer "hergebruiken", dan wordt op den duur iedereen gedwongen om aan deze kwalijke praktijk mee te doen.

  11. Een nieuwe ontwikkeling in de

    Een nieuwe ontwikkeling in de zaak Kourtit/Nijkamp. Zie dit artikel in de NRC. De anonieme klager die een klacht indiende over plagiaat in het proefschrift van Kourtit heeft een nieuwe klacht ingediend: nu over datafraude in 8 artikelen van Kourtit. Het oordeel van de door de NRC geraadpleegde experts:

    Zij beamen allen dat data-analyses van de anonieme klager “hout snijden” en nader onderzoek rechtvaardigen. Zij stellen ook dat een definitief oordeel pas kan worden gegeven met behulp van de ruwe data van de onderzoeken.

    Nijkamp heeft toegezegd deze ruwe data te zullen leveren.

  12. Een rapport van de anonieme

    Een rapport van de anonieme klager is hier te lezen. Dit rapport toont ook in mijn opinie duidelijk aan dat er zeer waarschijnlijk sprake is van "verzonnen onderzoeksresultaten of gemanipuleerde data" in de artikelen van Kourtit en Nijkamp. Hier zal grondig onderzoek naar gedaan moeten worden. Dat de promotie van Kourtit op 25 juni plaats zal vinden lijkt mij onbestaanbaar: de VU zal de promotie weer op moeten schorten.

Reacties zijn gesloten.