81 Filosofie in het kader van het Franse baccalaureaat

La diversité des cultures sépare-t-elle les hommes? Worden door de verschillen van cultuuur de mensen van elkaar gescheiden? Het is één van keuze onderwerpen van het eindexamen filosofie, ‘Technologie’, van dit jaar.
  Met zou deze opgave voor moeten leggen aan al degenen die dwepen met de verengelsing van het hoger onderwijs om te zien wat ze er van maken als ze dat in het Engels moeten doen.

—————————————————————————————————

De nationale eindexamens van de Franse middelbare school (lycées) hebben vorige maand plaatsgevonden en deze week zijn de resultaten bekend gemaakt. Men zij er aan herinnerd dat de 3 jarige lycée volgt op het 4-jarige collège. Er zijn 3 hoofdrichtingen. (1) De algemene richting (litteratuur ‘L’; economie en maatschappij ‘ES’; de edelfilière ‘sciences’ ‘S’) met 338.186 eindexaminandi. (2) de kwalificerende professionele richting (bac pro) voor allerlei ambachten (handel, boekhouding, maroquinerie, beveiliging, plasturgie, bakkerij, grafische industrie enz.) en ook de landbouw met 183.688 kandidaten en (3) de voorbereidende technologische richting (bac techno), waar normaliter een hogere vakopleiding van 2 jaar aan vastzit (hotellerie, muziek & dans, agronomie, duurzame ontwikkeling enz.) met 142.835 kandidaten. In totaal dus 664.709 kandidaten, let op de precisie, op een lichting van ongeveer 800.000 zielen, van wie minstens 110.000 het systeem verlaten zonder enige kwalificatie.

Het verschil tussen een ‘bac pro’ en een ‘bac techno’ is dat eerste meteen toegang geeft tot de arbeidsmarkt en de tweede een vervolgopleiding impliceert. Geografisch zijn de ‘bac pro lycées’ van de andere lycées gescheiden. Om deze enorme examenfabriek in goede banen te leiden moesten 170.000 correcteurs en examinateurs gemobiliseerd worden die 4 miljoen kopieën moesten corrigeren met cijfers van één tot 20, waar ze € 5/kopie voor kregen € 9,60/uur voor de mondelinge examens. Mondelinge examens zijn er voor de ‘rattrapage’ (= herkansing) van de twijfelgevallen die het gemiddelde van 10 niet haalden, waarbij de schoolresultaten betrokken worden.

 

Anders dan in Nederland, maakt men in Frankrijk geen onderscheid tussen ‘hoger’ en ‘universitair’ onderwijs. Met een ‘bac en poche’ kan men zich in principe op elke universiteit inschrijven, al was het om de werkeloosheid te ontgaan. De elkaar opvolgende ministers moeten regelmatig ad hoc maatregelen nemen om de perverse effecten van teveel gelijke kansen in goede banen te leiden: als de dijk doorbreekt kan men niet meer irrigeren, maar moet men het hoofd bieden aan een overstroming…. Zo zijn er quota ingesteld bij de vervolgopleidingen ten gunste ‘bac techno’ abituriënten die er anders massaal door de ‘bac S’ studenten (die niet voor die opleidingen bestemd zijn) er uit gedrukt worden. Een voorganger heeft gedecreteerd dat voortaan het resultaat van het hoofdvak opgevijzeld mag worden met het mooie resultaat van (flut)bijvakken. Met zo’n toverstok gaat de schrikbarende universitaire uitval aanzienlijk omlaag… En nu zal er wel iets in de maak zijn om het fenomeen van de ‘faux étudiants boursiers’ tegen te gaan. Blijkbaar wordt een basisbeurs van € 400/maand op sociale criteria nogal vlot vergeven, waardoor nepinschrijvingen interessant worden voor vakken als sociologie, rechten en bedrijfskunde (= administration économique et sociale). De geur van heiligheid van de universiteit lijdt daaronder en het is daarom geen wonder dat er een run is op de betere vakopleidingen en voorbereidingscycli die meest schools en soms zeer betalend zijn. Dit zijn de 2-jarige (in principe nog gratis) ‘écoles préparatoires’ voor de economische en technische topscholen met een zware intellectuele bagage en 60-urige werkweken en het accent op wiskunde, taalbeheersing en ‘culture générale’, maar ook de betere beroepsopleidingen in richtingen als psychologie, media, kinesitherapie e.d. De selectie in de universitaire filières als rechten en medicijnen vindt aan het einde van het eerste jaar plaats, waar de slachting kan oplopen tot 70 à 90%…. De ‘ecoles préparatoires’ representeren ongeveer 7% van de aankomende studenten en dat cijfer is al jarenlang stabiel. De socialistische regering heeft nu bedisseld dat de beste leerlingen van een lycée het recht hebben op een plaats in een école préparatoire. Met zo’n maatregel vangt de universiteit weer achter het net en ze zijn er zeer terecht boos over. En het is dubbelop pervers omdat zoiets van de onjuiste premisse uit gaat dat van iedere school het baccalaureaat de zelfde waarde heeft. Tegelijkertijd heeft de regering de meritebeurzen afgeschaft, waarbij de beste leerlingen (mention très bien) 2 of 3 jaar lang het recht hadden op een jaarlijkse beurs van € 1.800. De regering ziet er dus vanaf de beste elementen te stimuleren, want niet compatibel met de socialistische doxa van een ‘partage égalitaire’. Het uitgespaarde geld zou ten goede moeten komen aan beurzen verleend op basis van sociale criteria… Een typisch ‘links’ fausse bonne idée dat indruist tegen de vele particuliere en ook overheids en gemeentelijke initiatieven die juist de positieve kant en de voorbeeldfunctie (emulatie) van de zich inspannende leerling willen stimuleren.

 

———————————————————————————————————-

 

Sinds 1985 is de officiële doelstelling dat 80% van een lichting het eindexamen gehaald moet hebben. Men kan zeer grote vraagtekens plaatsen bij dit soort kwantitatieve maatstaven die hun doel voorbij schieten, maar daar zal ik het niet over hebben. Eigenlijk zijn er maar 2 wegen om dat doel te bereiken: of wel met enorme inspanning het gemiddelde niveau van alle leerlingen opvijzelen tot op het traditionele niveau van het eindexamen (algemene richting), of wel via de weg van de minste weerstand het niveau over de hele linie te verlagen. Het laatste werd eerder opgedrongen dan dat er bewust voor gekozen werd. De Mammoetwet is daar ook een voorbeeld van. Of dat echt heel erg is, valt nog te bezien. Frankrijk met zijn universele pretentie maakt er zich druk over. Nederland heeft allang geen eigen boodschap meer en gedraagt zich subaltern in het kielzog van Amerika, Amerika!, en communiceert over ‘top universiteiten’, ‘excellente studenten’, Chinese belangstelling, ‘totaal leuk’ University Colleges e.d. en tutoyeren graag Californië, Harvard en MIT, terwijl het eigen bibit qua kwaliteit lang niet toereikend is voor een universitair gidslandrol, het grootste deel is nep. Het land speelt heel handig in op ‘rankings’. Dat wel.

 

Intellectueel inhoudelijk is het ‘bac’ dus achteruit gegaan vooral op het niveau van wiskunde en taalbeheersing. Desalniettemin houdt men vast aan het ideaal dat het eindexamen verdiend moet zijn en het resultaat is van een persoonlijke inspanning. Bovenal moet het een eerlijke en rechtvaardige graadmeter zijn. De procedure die per onderwijsdistrict (= académie) wordt uitgevoerd is daarom zeer ingewikkeld, juist om iedere vorm van voortrekkerei de kop in te drukken en de subjectieve beoordeling zo rechtvaardig mogelijk te laten verlopen. (*) Oordeelt U zelf: www.education.gouv.fr/pid25535/bulletin_officiel.html?cid_bo=59783 In de eerste plaats worden alle kopieën anoniem gecorrigeerd. Er worden testkopieën tussen geschoven om de beoordelingen te harmoniseren. Correcteurs krijgen oekasen dat ze niet te lage cijfers mogen geven. Tenslotte is er per district een jury die de uiteindelijke uitslag bepaalt. Pas in dat stadium worden de schoolresultaten bij de beoordeling betrokken. De jury heeft alleen de mogelijk de individuele en algemene resultaten naar boven bij te stellen. Dat is niet alleen zeer belangrijk voor de (vele) marginale gevallen en de herkansing via een mondeling examen na de zomervakantie, maar ook voor de eervolle ‘mentions’ assez bien 6 tot 7, bien vanaf 7 tot 8 en très bien vanaf 8, die steeds belangrijker worden bij de selectieve vervolgopleidingen. Ondanks alle inspanning  kan men niet zeggen dat een eindexamen in ieder van de 31 onderwijsdistricten hetzelfde waard is. Daarvoor zijn de scholen en hun sociale omgeving, afhankelijk van het district, te zeer verschillend. Het eindexamen van de beste openbare- en privéscholen (die overigens 99 à 100% succes scoren) meet meer dan het eindexamen van een banlieue school in een ander district, waarvan de scores misschien fiks zijn bijgesteld, want als ‘ze’ merken dat aanpalende districten veel betere uitslagen hebben, is de verleiding groot de curseur te verlagen…

 

De jaarlijkse resultaten van geslaagden lijken steeds meer op de verkiezingsresultaten van wat vroeger de Sovjet Unie was. Dit jaar was het 86,9% (+ 2,3%) aangevoerd door de algemene richtingen L, ES en S met gemiddeld meer dan 90%. Het is geen wonder dat er stemmen opgaan die zich afvragen waar men mee bezig is als en wat dat examen nog waard is. Binnen die globaliserende cijfers gaat een inflatie schuil van de toegekende ‘mentions’ (bijna voor de helft) en met name die van ‘très bien’ het sesam dat vele deuren opent. Was dat in het jaar 2000 slechts 2% nu is het al 9% van het totaal. Ik ga er er niet op in waarom dat zo is. Wat is ‘très bien’ dan nog waard? Het schept heel wat verwarring. En er wordt steeds meer neergekeken op een ‘kaal’ eindexamenresultaat…. Niet mooi in een CV!

 

——————————————————————————————————–

 

Traditioneel begint het eindexamen met een filosofische dissertatie, de koningin van alle disciplines. De Franse beleidmakers zijn er (nog) zeer aangehecht. Die eerste positie wordt overigens alleen gerechtvaardigd om dat het nakijken van alle kopieën zo tijdrovend is. Voor de letterkundigen van ‘L’ is het een zware discipline, bij de wetenschappers ‘S’ is het niet een vak dat je de nek omdraait. Het is het laatste overblijfsel van de klassieke humaniora, een peillood neerlaten op datgene waar we mee bezig zijn, wat de zingeving van ons leven is.

 

De kandidaten moeten een opstel (=dissertation) schrijven en hebben de keuze uit 2 probleemstellingen en een tekstuitleg, waarbij ze niet alleen coherent moeten nadenken, maar hun gedachten ook op schrift moeten stellen. Ze hebben daar 4 uur de tijd voor. Het is een veeleisende intellectuele oefening. Van de leerling wordt verwacht dat hij binnen het kader van de probleemstelling zijn eigen gedachten ontwikkelt. Afgezien van de methodologie (probleemstelling, uitwerking en parafrasering, conclusie) steunt zo’n opstel altijd op parate algemene kennis en wordt er van de leerling verwacht om met een kritische geest de gedachten met elkaar te confronteren. Het is heel wat. En het staat haaks op de verslonzing van de basiskennis die vanaf de lagere school het hele systeem van binnen uitholt. Toch worden de leerlingen redelijk goed voorbereid en worden bakens uitgezet waar ze tussen door moeten laveren en leren ze rotsen vermijden zoals eigendunk, teveel zekerheid, relativisme, opsomming van  referenties, het herkauwen van de lessen en uiteraard het ‘hors sujet’.

 

Hier zijn de probleemstellingen voor het filosofische eindexamen van dit jaar, die ook in uitgebreide vorm in de bijlage zijn opgenomen.

Serie S : 1. Peut-on agir moralement sans s’intéresser à la politique? (Kan men in morele zin handelen zonder zich voor de poilitiek te interesseren?) ; 2. Le travail permet-il de prendre conscience de soi ? (Wordt men van zich zelf bewust door te werken?) ; 3.Geeft een tekstuitleg van een citaat uit La pensée et le mouvant, door Bergson

Serie L : 1. Le langage n’est-il qu’un outil? (Is de taalbeheersing niet meer dan een werktuig?) ; 2. “La science se limite-t-elle à constater les faits ? (Beperkt de wetenschap  zich tot het vaststellen van feiten ?) ; 3. Geef een tekstuitleg van een citaat uit de Lettre à Elisabeth door Descartes.

Serie ES : 1. Que devons-nous à l’Etat? (Wat hebben wij aan de overheid te danken? Men zou het ook kunnen vertalen met: Wat zijn we aan de overheid verplicht?) ; 2. Interprète-t-on à défaut de connaître? (Interpreteeert men als men iets niet weet?); 3. Geef een tekstuitleg van een citaat uit De la concorde, door Saint-Anselme

Als men dit leest dan voelt men aan dat de meesten op hun tenen moeten gaan staan en zich zelf moeten overtreffen om er iets van te maken. Wat ervan beklijft, is moeilijk te zeggen, het heeft iets met de wat navelstarende volksaard te maken… Het is een onderdeel van de zeer gewaardeerde ‘culture générale’ die men in het hogere bedrijfsleven terugvindt in de vorm van de gecultiveerde manager….

Voor de correcteurs is het een zware taak alle kopieën consciëntieus na te kijken. Veel prut zit daartussen. Spel- en taalfouten mogen ze niet te veel aanrekenen tenzij het de tekst onbegrijpbaar maakt. Ik denk (maar kan het niet waarmaken) dat ze geen ‘nullen’ mogen geven en uiterst soepel moeten noteren.La production  écrite rendue ne s’apparente pas à un plat élaboré, mais souvent à une bouillie insipide, quand ce n’est pas du recraché mal digéré schreef een correcteur…

Tenslotte moet men zich voor ogen houden dat om te slagen op een zichzelf respecterende universiteit de verbale en de schriftelijke uitdrukking van het grenzenverleggend nadenken heel belangrijk is, want ‘C’est par le travail sur la langue que l’on donne une forme à la pensée’ (Levi-Strauss). Als men daar van uitgaat is het met de ‘pensée néerlandaise’ slecht gesteld…

 

(*) Kan men waardenvrij examineren? Dan moet men eerst definiëren wat ‘waardenvrij’ precies betekent. In de VS leunt men  zwaar op ‘SAT-scores’ om tot de betere instellingen toegelaten te worden. Het is zeer de vraag of het daar eerlijker toegaat. Au fonds is daar met geld alles te koop. Given the heterogeneous nature of applications often compiled with external help, American universities rely heavily on the SAT, a much less comprehensive measure of knowledge, often prepared for by students (at a heavy financial cost) outside school. The SAT assesses rapid responses, whereas the bac compels candidates to develop ideas. (New York Times van 3 juli 2013). Bovendien creëert ieder systeem zijn ongeschreven codes die niet kwantificeerbaar zijn. Hier is een mooie: “Si l’on ne garde que les prénoms qui apparaissent plus de 30 fois dans la base, ceux qui sont associés à un taux énorme de mention ‘TB’ sont : Ulysse, Guillemette, Quitterie, Madeleine, Anne-Claire, Ella, Sibylle, Marguerite, Hannah, Irene, Octave, Domitille (qui sont entre un quart et un tiers à obtenir une mention), écrit le chercheur. À l’opposé, moins de 2 % des Asma, Sephora, Hakim, Kimberley, Assia, Cynthia, Brenda, Christian, Bilal, Brian, Melvin, Johann, Eddy, et Rudy ont obtenu mention ‘TB’.” Het is anekdotisch, maar het televisie-kijkend volk dat zijn kinderen spontaan Kevin, Beyonce of zelfs Barack noemt zit qua codes meteen al in de verkeerde hoek. En het is ook merkwaardig dat men beter geen jongen moet zijn om uit te blinken. Het stemt tot nadenken.

2 Reacties

  1. N.a.v.

    N.a.v.

    Wilmont maakt in zijn doorwrochte verhandeling over het Franse schoolsysteem een klein zijsprongetje naar de Mammoetwet. Bij de invoering van de Mammoetwet verdween de HBS als 5-jarige voorbereidende school en werd vervangen door een 6-jarige school met de naam VWO. Een langere voorbereidingstijd maakt in eerste beschouwing een opleiding gemakkelijker. Het slachtoffer van deze verandering was de Gymnasiale opleiding die niet verlengd maar gelijkgeschakeld werd. De verlichting van de Gymnasiale opleiding vond niet plaats door haar 7-jarig te maken maar door het in de praktijk voor leerlingen haast onmogelijk te maken om eindexamen af te leggen in zowel Latijn als Grieks. Zo werd niet al te opvallend “overbodige, “middeleeuwse” leerstof uit het secundair onderwijs verwijderd. Vooral voor niet-β-abiturienten werden de eisen voor die ene niet-klassieke taal nog eens flink teruggeschroefd.

    Het zou hoogst interessant zijn als de overheid eens serieus en a-politiek zou laten uitzoeken of het niveau van het op wetenschappelijk onderwijs voorbereidende onderwijs (het prae-universitaire onderwijs, met de pretentieuze naam VWO die aangeeft dat het zelf al wetenschappelijk is) bij de invoering van de Mammoetwet en daarna in verloop van tijd flink gezakt is. Daarbij kan veel onder tafel geveegd worden omdat bij de losse vakken ook vaak de doelstelling veranderd is. Neem het moderne vreemde talen onderwijs. Dat leek op het klassieke talen onderwijs. De talen werden vooral onderwezen om het de bestudeerder van die taal mogelijk te maken litératuur en beschouwingen in de oorspronkelijke taal te lezen en deel uit te gaan maken van een Europese culturele elite. Maar nu gaat het om communicatie in die taal, een soort vakantiecursus voor verblijf in het buitenland met een veel sterker accent op mondeling taalgebruik. Eigenlijk zouden de leerlingen alleen nog maar Engels hoeven te leren en is de rest flauwe kul. Wat het onderwijs in klassieke talen betreft is niet alleen het aantal lesuren sterk verminderd maar moet er bij de lessen ook meer aandacht besteed worden aan de klassieke samenleving. Op zich een goed idee maar dan in combinatie met minder lesuren zakt de kennis van de klassieke talen zo zeer, dat zelfs een proefvertaling waarbij de auteur te voren bekend is niet meer haalbaar wordt. De wiskunde is popie-jopie geworden; de herinnering dat er geen Koninklijke wiskunde bestaat is vervaagd. (Koninklijke wiskunde is gemakkelijkere wiskunde voor vorsten waarmee zij toch zonder beschamende momenten van niet begrijpen op hetzelfde begripsniveau zouden kunnen komen als hun getalenteerde onderdanen). Het VWO is eigenlijk een voorbereidende handelsschool met een gedegen cursus Engels geworden en hoe wil je het niveau van zo’n opleiding vergelijken met de oude monnikenscholen van vroeger? Het onderwijs in de eigen taal is afgezakt tot het beantwoorden van multiple choice vragen. Geen opstel meer en ook geen tekstverklaring meer en ook niet meer het wegen van woorden op een goudschaaltje. Voor wie het oude onderwijs liefhad is er in het huidige VWO alleen maar vervlakking maar dat er nu zo veel mensen het hoogste secundair onderwijs type volgen zal vast wel goed zijn voor de commercie. Een officiële beschouwing door de overheid over een niveaudaling van het VWO zal er wel niet komen maar is eigenlijk ook niet mogelijk. Hoe wil je het vóór en tegen van appels en peren gaan vergelijken?

  2. Goed stuk, Wilmont ! Zelfs

    Goed stuk, Wilmont ! Zelfs erg goed.  Dit plaatst de discussies hier over onderwijs in een vergelijkend daglicht.

Reacties zijn gesloten.