De Podwin

 

Grappig, bijna dagelijks kom ik op LinkedIn het verschijnsel tegen dat ik, bij gebrek aan een beter woord, voorlopig de "Podwin" zal noemen. Ik ontleen dat woord aan de naam "iPod", het electronische hebbedingetje dat nu ingebouwd is in de iPhone en de iPad.
 
 
Van internetdiscussies kennen we de "Godwin": het verschijnsel dat vroeg of laat in een discussie waarin opponenten met elkaar twisten, een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog opduikt.
Op dezelfde manier zie ik steeds onderwijsvernieuwers, die al te vaak geen les geven of gegeven hebben, vroeg of laat de volgende "Podwins" produceren: "belevingswereld", "differentiatie in de klas", "ict", "leerstijlen" en recent nu ook "de iPadschool". Erachter ligt een "vulgair-constructivisme", dat afwijkt van het Constructivisme van eminente auteurs als Vygotsky die terecht erkenden dat mensen die leren eigen constructen maken die voor een groot gebied overeenkomen met wat de aanleerder bedoeld heeft, maar toch afwijkingen kunnen hebben die storend kunnen werken voor het leerproces. De vulgair-constructivisten verabsoluteren dat gegeven: alles moet vooral individueel en dus niet klassikaal aangeleerd worden. En dan komt het stellige geloof dat er verschillende leerstijlen zijn goed van pas.  Die leerstijlen van Vermunt blijken echter niet uit enig serieus onderzoek.
En natuurlijk is ook "differentiatie in de klas" geboden. Ik heb nog nooit een leraar gezien die daar echt mee uit de voeten kan, integendeel het loopt leraren steeds weer voor de weg omdat ze het vage onrustbarende vermoeden hebben dat ze voortdurend tekortschieten.
 
 
En vervolgens komt sinds de laatste jaren de deus ex machina tevoorschijn, de god-in-en-uit-de-machine die absoluut gebruikt dient te worden door iedere leerling afzonderlijk, zodat "maatwerk" (ook nog een Podwin) geleverd kan worden. Of het nu de rekenmachine is, ict-apparatuur, de iPad, het mobieltje, het is om het even.
 
 
Op concerten, lezingen, balletvoorstellingen realiseer ik me dat die termen nooit vallen. Klaarblijkelijk zijn er geen hindernissen om in stilte – niet-actief – de muziek, de voorstelling, de taal te ondergaan en hoeft er niet individueel worden bijgesneden. En aan het applaus te oordelen, heeft iedereen zich toch laten meeslepen door het gebodene.
 
 
Ik ken één leraar die vruchtbaar gebruik maakt van ict, een geschiedenisleraar die – nadat zijn leerlingen een stevige kennisachtergrond hebben gekregen – op inventieve manier via mail en elo's zijn leerlingen assisteert in hun uitwerkingen. Hij haalt daar hoge eindexamenresultaten mee.  Maar ik zie tegelijkertijd dat andere leraren in diezelfde ict-school ver onder de maat scoren, zodat de school bij vergelijkingen tot de slechtere hoort. Ik bedoel maar, misschien is innovatie wel erg individugebonden, en hoort het tot de constructies van iedere leraar apart. En daarmee is het cirkeltje rond.

2 Reacties

  1. Die mooie opsommingen die jij

    Die mooie opsommingen die jij te voorschijn haalt, Sympathisant, moeten we maar eens gaan "borgen" en bovendien bekijken of ze wel SMART genoeg zijn.

Reacties zijn gesloten.