Slecht onderwijs bij de politieacademie

Een bericht in de NRC over de crisis bij de politieacademie. Een rapport van voormalig korpschef Vogelzang heeft de problemen blootgelegd. Opvallend (of niet wanneer je de situatie in het onderwijs kent):

Vogelzang wijst er in zijn voorwoord op dat zijn studie “overbodig” was, omdat er de afgelopen twee jaar al zo’n zestig rapporten en documenten zijn opgesteld waaruit blijkt dat het politieonderricht niet deugt.

De voorzitter van het college van bestuur (een oud generaal) is ontslagen door minister Opstelten en Vogelzang wil ook het ontslag van het (enige) andere lid van het college van bestuur (Pieter Tops, hoogleraar bestuurskunde). De leiding van de politieacademie moet volgens Vogelzang voortaan in handen van `een gezaghebbende politieman of -vrouw’ komen.

 

Ook opvallend voor buitenstaanders, maar niet voor mensen die bekend zijn met de situatie van het huidige onderwijs is de volgende passage:

Belangrijkste klacht binnen de politie is dat bij het onderricht te veel aandacht gaat naar onderwijskundige zaken en te weinig naar de praktijk. “De theorie heeft in negen van de tien gevallen geen aansluiting met het politievak”, zegt Han Busker, voorzitter van de Nederlandse Politiebond.

9 Reacties

  1. Tja Mark, het bekende verhaal

    Tja Mark, het bekende verhaal. Goed dat je dit hier meldt. Vriendelijke groet, Joost

  2. Er staat ook nog een BON

    Er staat ook nog een BON-achtig stukje in de NRC, geschreven door representanten van het platform van verontruste VU’ers, waaronder Boris Slijper met de titel: “Geef de universiteit terug aan het onderwijs” Zij stellen:

    “Deze crisis legt een veel breder en structureler probleem bloot: de volkomen uit de hand gelopen ‘vermarkting’ van het academisch onderwijs en onderzoek, en het daarbij behorende model van de ‘managersuniversiteit’. …. de problemen spelen op alle Nederlandse universiteiten”

    Het beleid van vermarkting van de universiteit rust op drie pijlers:

    1.Bedrijfsmatig bestuursmodel, in 1998 ingevoerd met de Wet Modernisering Universitair Bestuur. Einde  van de autonomie van faculteiten en de MR. Professionele managers, New Public Managemen doen hun intrede. Studenten werden cliënten, diploma’s het product, wetenschappers en docenten de productiemedewerkers.

    2.Financieringssysteem beloont diplomaquantiteit. Diplomaqualiteitshandhaving legt een grote druk op de docenten (NB de auteurs onderstrepen dat door het hoge verantwoordelijkheidsgevoel van de docenten de diplomaqualiteit OP DE VU niet achteruit gegaan is, zoals zij eerder benadrukten dat het toch gelukt was om het wetenschappelijk niveau te handhaven). Te laat met een voldoende beoordeeld werkstukken van studenten  beschouwt de universiteit als no cure en dat betekent no pay voor de begeleider.

    3.Door de ‘financialisering’ moeten de universiteiten steeds meer geld lenen op de kapitaalmarkt voor o.a. nieuwbouw. Banken zijn daardoor achter de schermen belangrijke financiers van universiteiten geworden. Credietwaardigheidseisen van banken beïnvloeden het beleid van de universiteit. Gevolgen zijn:

    grote hoorcolleges en beperking van intensieve begeleiding,

    neiging tot grote, brede opleidingen met catchy maar nietszeggende titels,

    de inzet van goedkope jonge onervaren docenten met tijdelijke contracten.

    kleinere en specialistische opleidingen verdwijnen

    “De hoogst opgeleide beroepsgroep van Nederland wordt als inwisselbare arbeidskracht beschouwd en krijgt in toenemende mate te maken met uniformering, disciplinering en soms zelfs regelrechte surveillance”

    “De – deels door onszelf veroorzaakte – bestuurlijke crisis aan de VU moet daarom als positieve publiciteit worden opgevat. Het is een teken dat hier de medewerkers de coping strategy van cynische berusting van zich afgeschud hebben, en de universiteit willen teruggeven aan de wetenschappers, hun ondersteunende collega’s en de studenten”

    “Wij hopen daarom dat deze bestuurlijke crisis niet zal worden gesust …. maar het begin zal vormen van een fundamentele omslag. Nodig is een realistisch alternatief. Uit Den Haag zal dat niet komen. Daarom nodigen wij alle universitaire medewerkers in Nederland uit daarover met ons mee te denken”

  3. Naar aanleiding van de

    Naar aanleiding van de processen en gebeurtenissen op de Vrije Universiteit van Amsterdam stelt Louise Fresco dat de overheid beter de universiteiten opnieuw kan uitvinden. Ze wijst daarbij op de gratis on-line colleges van Harvard en Yale en de mogelijkheid om over de inhoud van die colleges examens af te leggen onder supervisie van die universiteiten. Nederland zou beter de hoorcolleges in het hoger onderwijs kunnen schrappen en al dan niet eigen online colleges moeten combineren met vormen van kleinschalig onderwijs, werkgroepen en practica zodat er weer tijd komt voor intensief persoonlijk contact en het overdragen van normen en waarden. Zo is voor de fractie van de prijs die studenten nu kosten een complete studie mogelijk die die niet per se samengebald hoeft te worden in de 5 jaar dat een student tussen de 18 en 24 jaar oud is. Horen wij niet in de zin van Fresco “Als we niet oppassen, worden onderwijsinstellingen een broedplaats voor het gebruik van kennis als dekmantel, in elk geval in de ogen van de samenleving” de woorden van Pof. Heertje van 4 jaar geleden toen hij het (hoger) onderwijs een organisatie met maffiose kenmerken noemde?

  4. @Malmaison. Of misschien

    @Malmaison. Of misschien beter @Fresco.

    Hoorcolleges zijn spotgoedkoop. Die vervangen door internetcolleges, maar werkgroepen, practica en nakijkwerk laten doen door "locale" mensen is het paard achter de wagen spannen. Ik geef op het moment college aan 130 studenten; 3 uur hoorcollege per week. Omdat ik het vak al een aantal jaar geef kosten de hoorcolleges mij met voorbereiding en al niet veel meer dan die 3 uur per week. Het nakijken van huiswerk kost me ongeveer 15 minuten per week per student: dat is dus iets meer dan 30 uur per week. Verhouding hoorcollege:nakijken is dus 1:10. Hoe helpt het vervangen van het hoorcollege door een internetcollege van Harvard of Yale om dit efficienter en goedkoper te maken?

  5. Ik heb ook nog het artikel

    Ik heb ook nog het artikel van Prof. jaap Dronkers gelezen in “Het Onderwijsblad” nr 4 anno 2013. Hij schrijft daarin “het onderwijs is geen privaatbedrijf dat producten maakt voor een markt met open open conurrentie, volledige informatie en vrije toe- en uit-treders van kopers en producenten. Een belangrijk valide argument is dat “onvoldoende gesocialiseerde leerlingen niet teruggestuurd kunnen worden naar de fabriek en vervangen kunnen worden door een beter exemplaar zonder verzendkosten” (onder gesocialiseerde leerlingen  verstaat Dronkers waarschijnlijkbehalve leerlingen die onvoldoende waardeen- en normen-besef hebben opgedaan ook alle leerlingen aan wie de school te weinig kennis en vaardigheden heeft overgedragen). Hij kan hooguit, wat de gebrekkige opleiding betreft tenminste,  gerepareerd worden of met al zijn gebreken een plaats in de maatschappij vinden. Maar dat repareren kan natuurlijk niet binnen 2 weken en het is maar de vraag of snelle vervanging mogelijk is. In elk geval is zo’n gang van zaken niet ethisch. Iets anders is dat hij schrijft dat het met het onderwijs misgelopen is omdat daar het bestuursmodel overeenkomt met dat van het bedrijfsleven dat daar niet geschikt voor is. Maar hij veronachtzaamt in zijn vergelijking dat in de “markt” van het onderwijs geen “vrije toe- en uit-treders van kopers (dat zijn naar ik aanneem ouders, leerlingen én bedrijven)en producenten” bestaan. Ook menen sommige scholen dat zij vanwege hun signatuur vrijgesteld zijn van de verplichting om volledige informatie te verstrekken. Daardoor vervalt zijn conclusie dat het bedrijfsmodel voor scholen ongeschikt is. Hij zegt dat een school geen concurrenten heeft die bij een faillissement de vraag naar onderwijs kunnen overnemen. Het wordt natuurlijk bemoeilijkt omdat het stichten van scholen door de overheid zo moeilijk gemaakt wordt.  Maar er is altijd wel een concurrerende school die het onderwijs geven in het geval van een faillissement kan overnemen, vooropgesteld dat zij ook een direct benodigd gedeelte van de faillisementsboedel kan overnemen. Bij vervoersbedrijven gaat het bij het wisselen van exploitant ook zo. Maar daarnaast, als een school failliet gaat, vervallen plotseling vele beletselen voor het stichten van een nieuwe school. Om te watertanden! De in de onderwijsraad verenigde bestaande scholen verliezen even hun grip op nieuwkomers.

    Bestuurslidmaatschap van een school is een veilige schuilplaats voor goudzoekers die weten dat ze het in het bedrijfsleven niet zullen kunnen ‘maken’. Het duurt lang voordat blijkt dat het niet goed gaat met een school en bestuurders die gefaald hebben komen gemakkelijk ongestraft weg met een dikke bonus. Óók om die reden werkte het bestuursmodel van een bedrijf niet in het onderwijs. 

  6. Ik ken het systeem van

    Ik ken het systeem van hoorcollege, huiswerk maken en nakijken door de professor helmaal niet. In de tijd dat in studeerde kon je wel naar instructie gaan waar de leerstof door wetenschappelijke medewerkers nog eens uitgelegd werd en waar je je kon oefenen in het maken van opgaven. Een systeem waarbij je na het collge opgaven mee naar huis krijgt zonder dat je over een syllabus beschikt waarin de leerstof overzichtelijk, zij het beknopt, terug te vinden is zou voor mij een ramp zijn. Mijn aandacht fluctureert veel te veel zodat ik vaak de inhoud van het ollege niet goed meekrijg. Gelukkig dat het in de tijd dat ik studeerde anders ging.

    Maar dit is natuurlijk een "naar aanleiding van". Ook als je iemand wilt helpen bij het maken van opgaven is het lastig als die persoon geen syllabus heeft waarin de collegestof terug te vinden is, het liefst nog met enige uitgewerkte opgaven.

    Als je de hoorcolleges on line zou kunnen volgen scheelt dat de universiteit natuurlijk een collegezalencomplex en zouden er alleen maar klasselokalen nodig zijn. Maar dat geeft waarschijnlijk ook geen levensgrote besparing. Compleet afstandsonderwijs voor het theoretisch gedeelte van de studie misschien wel maar het lijkt er op dat toch veel mensen gemakkelijker leerstof onder de duim krijgen als er bij het leerproces interactie is met anderen. Maar het eerstgenoemde is niet wat Fresco voor ogen stond dus het ziet er naar uyit dat ze wat dit betreft ongelijk heeft.

  7. @Malmaison.

    @Malmaison.

    Mijn vak is een laatste jaars vak en daarom zijn er geen werkcolleges (die hebben we voor de eerste 2 jaar wel). Er zijn dus ook geen werkcollege docenten om het huiswerk na te kijken (dat doen ze voor de eerste 2 jaar wel). Het idee was natuurlijk dat laatstejaars vakken "klein" zijn; maar inmiddels hebben sommige laatstejaars vakken hier dus meer dan 100 studenten.

     

    Ook voor de eerste 2 jaar is het hoorcollege overigens spotgoedkoop; het zijn de werkcolleges die veel geld kosten (omdat de groepen veel kleiner zijn).

  8. @ malmaison @mark

    @ malmaison @mark

     

    Ik kende het ook niet, tot ik (na NL afstuderen) de kans kreeg voor een fellowship in Amerika ; daarbij een ticket Holland-Amerika Lijn (10 dagen one way including sea sickness) en verder met de trein, niks jet air traffic, Viruly (KLM) vloog met propeller planes en een tussenstop in Ierland in 15 uur naar New York, niks 9/11.

    Het was wel ff wennen, na het NL studenten-dolce far niente. Maar het wende snel, het was een effectief systeem, het tempo lag hoog, de hoogleraren waren zeer committed, ze deden alle courses zelf, geen drop-out studenten (die waren eerder uitgezeefd), de class exit-te met A+ tot B- marks, routine kwestie.

    De eerste semesters zaten we, zelfs als MSc en PhD studenten, mondays-fridsays tot 12 uur ’s nachts in de Library  –  studeren, practica uitwerken, tempo tempo. Daarnaast kleine object-oriented werkgroepen, een individuele research opdracht, de thesis, nog wat keuze-onderwerpen, alles in intensieve wekelijkse uitwisseling met de hoogleraren.  Maandelijks een halve zaterdag vertier football, baseball, roeien, tussen de semesters een paar dagen trekking, tempo tempo.

    Later diverse malen teruggeweest, capita selecta gegeven, research begeleid.  Er is veel veranderd, het systeem bestaat nog, het is ook nog steeds effectief, maar het is relaxter, meer loop holes, meer off-time, wijder gestrooide focus, meer kansen op middelmatiger nivo, dat weer wel. De top haalt het nog steeds, daaronder meer variaties. Ook in Amerika is Amerika de weg kwijt ; net als hier maar dan anders.

    Of Louise Fresco gelijk heeft ? Theoretisch ja, maar hoe ? Ze is tenslotte ook al es gesjeesd bij de FAO en in het NL eco milieu, en dit (haar) universitaire idee zal ook niet werken  –  ze is deel van het probleem, niet van de oplossing.  

Reacties zijn gesloten.