Betreurenswaardige gebeurtenissen

x x x 30 jaar geleden kwamen de 14+ leerlingen naar school of werden zij door hun ouders naar school gestuurd om te leren. De scholen accepteerden de kinderen en gaven hen onderwijs onder de stilzwijgende voorwaarde dat de leerlingen zich zo zouden gedragen dat zij zelf en hun medeleerlingen veel van de lessen konden opsteken. Een leerling die zich hardnekkig niet aan die afspraak hield kon van school ophoepelen. Hun leraren waren goed opgeleid en als ze na een jaar lesgeven hadden aangetoond dat zij in voldoende mate de leerlingen de leerstof van hun vakgebied hadden bijgebracht kregen zij het volledige vertrouwen en konden ze bijna niet ontslagen worden.

Maar toen kwamen de onderwijskundigen die vonden dat de leerling centraal moest staan. Alsof dat niet altijd zo geweest was. Maar bij de invulling ervan bleek dat de leraar ook nog eens naar het niveau en de belevingswereld van zijn leerlingen moest afdalen. Ook dat was natuurlijk al lang het geval maar van de leerling werd tot nog toe verwacht dat hij zo nu en dan op zijn tenen ging staan.

Ook werd de leraar verteld dat zijn leerlingen niet meer zo veel hoefden te weten en alles zelf konden uitzoeken. En de school moest hen in de eerste plaats dát leren. De leraar werd zo vernederd, te meer daar de onderwijskundigen en met hen de directie en het schoolbestuur zijn kennis van zijn leervak bijkomstig vonden. En verder mocht hij van de directie niet op zijn eigen wijze les geven en ook dat maakte hem in de ogen van vele leerlingen een zielige figuur.

Het werd zo voor de leraar steeds moeilijker om lastige leerlingen tot de orde te roepen: het respect voor de leraar was weg, directeuren en schoolbestuurders vonden het niet nodig om bij schandelijk gedrag van leerlingen en in twijfelgeval achter de leraar te gaan staan. Op een gegeven moment kon een leerling doen en laten wat hij wilde. Hij kon immers even min van school geschopt worden als vroeger een leraar met vaste aanstelling ontslagen kon worden. Bovendien werd het gedrag van de leerling vergoelijkt; iedereen was tegenwoordig mondiger geworden, dus ook de leerling was op school assertief en daarom moest de leraar leerlingen anders aanpakken dan zoals dat vroeger gebeurde. Als een leraar in de klas geen orde kon houden was dat zijn eigen schuld. En aangezien een leraar nu wel gemakkelijk van school gestuurd kan worden kon hij het beste diep adem halen als er iets in de klas gebeurde of de directie hem onverricht ter zake naar zijn klas terugstuurde.

En onlangs was er een leraar die tegen zijn zin kwam oppassen bij een busuitstapje van leerlingen van zijn school. Jaren lang had de leraar geoefend om als voorwaardelijke reflex op het wangedrag van zijn scholieren diep in te ademen en kalm te blijven. Maar zijn tegenzin als “lesboer” tegen de busreis met vervelend met hem te irriteren een klap tegen zijn smoel. Eindelijk, een jaar vóór zijn pensionering, was het de directie dan toch gelukt om hem in een situatie te brengen waarin hij zichzelf niet meer onder controle had. Vervolgens moest hij van de officier van justitie 1000 EUR0 boete betalen en een werkstraf vervullen alsof hij dronken achter het stuur van zijn auto was weggehaald. Deze vernedering heeft hij terecht geweigerd maar dat leidde wel tot zijn ontslag. Over een eventuele schuld van de directie werd niet gepraat. En die jongen? Die mag volgens de wet op school blijven en opnieuw proberen een leraar in het verderf te storten. Een volledige Umkehrung aller Werte.

x x x Een schoolbestuur speelt het klaar om een groot aantal niet bij elkaar passende en geografisch behoorlijk ver van elkaar gelegen bij elkaar te brengen en komt daardoor en omdat het ten onrechte denkt verstand genoeg van bankzaken te hebben om ongewone dingen met het geld van de scholen te doen voor een dreigend faillissement te staan Het educatief-politieke complex met inbegrip van mevrouw van Bijsterveldt zorgt er voor dat de betreffende scholen gered worden.

Dit is een signaal voor alle schoolbesturen “doe maar wat je wilt”; wij betalen de schade en, schoolbestuur, jullie leden komen vast wel op bij een andere scholen houdende stichting onder de pannen. Ik vind dat de Stichting waaronder de scholen ressorteren failliet had moeten gaan, ter waarschuwing voor andere schoolbesturen en om ruimte te maken voor het toelaten van buitenstaanders in Onderwijsland die dan een kans krijgen om te laten zien hoe veel beter zij het kunnen doen.

Er hadden een aantal BON-scholen voor in de plaats kunnen komen, kleine scholen van één schooltype met weinig overhead en flauwe kul en zelfstandige, zelfbewuste goed in hun leervak opgeleide leraren. Een onderwijspolitiek waarbij megascholen met rare onderwijskundige opvattingen failliet kan gaan door de concurrentie met kleine BONscholen is zowel een praktische als overtuigende manier om van het educapolitieke horrorcomplex af te komen.van