Staking 6 maart tegen bezuiniging passend onderwijs

BONbestuursleden en auteurs van de Onderwijsbubbel zijn aanwezig bij de staking van 6 maart tegen passend onderwijs. Wij zijn niet alleen tegen de bezuinigingen op passend onderwijs, maar wijzen het gehele passend onderwijs af. Het is een verkeerde oplossing voor een serieus probleem.
Lees het artikel van Jeanet Meijs “De term passend onderwijs is puur bedrog” uit NRC van 17 februari 2011 en de voor deze gelegenheid gemaakte flyer.

8 Reacties

  1. Vanuit het perspectief van het regulier onderwijs
    De aanhef “geef zorgleerlingen de aandacht die ze verdienen” suggereert dat Jeanet Meijs in het genoemde stuk een lans breekt voor de belangen van “speciale” leerlingen, maar het gaat eigenlijk vooral over de belangen van het reguliere onderwijs. BON is alleen geinteresseerd in het speciaal onderwijs als plek waar “storende” leerlingen naartoe kunnen worden gebonjourd, verder niet. Kan mevrouw Meijs haar beweringen dat de regering het speciaal onderwijs voor zorgleerlingen wil afschaffen of dat het speciaal onderwijs in het verleden is ingekrompen staven? Er zal altijd speciaal onderwijs blijven (wel voor een beperktere groep) en het probleem was nu juist dat de toestroom naar het speciaal onderwijs, met name cluster 4, de laatste jaren fors is toegenomen. Graag zorgvuldige uitingen namens BON in de media.

    • leerplicht en aanwezigheidsplicht
      Het gaat niet over de belangen van het reguliere onderwijs maar over de belangen van de reguliere kinderen. Onderstel dat door de aanwezigheid van zorgleerlingen het rendement van het onderwijs voor de reguliere (normale) kinderen met 20 % afneemt. Dan kun je beter voor een vierdaagse lesweek kiezen en de besparing daarop gebruiken voor onderwijs aan zorgkinderen. De overheid schept er een ziekelijk genoegen in om leerplicht gelijk te stellen aan aanwezigheidsplicht. We moeten ons verzetten tegen de lichtvaardige manier waarop de overheid met de tijd van onze kinderen omgaat.
      Seger Weehuizen

    • ‘De beroepsgroep zegt’
      Uit diverse enquetes onder de beroepsgroep leraren basisonderwijs blijken steeds twee dingen:
      1. De leerkrachten hebben sympathie voor de idealen: elk kind zijn eigen plekje in het regulier basisonderwijs, tevree en volledig door iedereen aanvaard.
      2. De leerkrachten geven aan dit ideaal niet te kunnen verwezenlijken; gedwee als ze zijn, zeggen ze dat het hen aan ‘expertise’ ontbreekt.

      Hieruit blijkt dat de breoepsgroep gevoelig is voor idealen.
      Maar tevens blijkt dat de beroepsgroep voortdurend tegen praktische bezwaren aanloopt: praktische bezwaren die het werk eigenlijk voortdurend frustreren, waarbij zelfs elke leerling de dupe blijkt te worden.

      Mensen die ertoe doen, gaan vooral aan de haal met dat idealisme van die leerkrachten, en beweren vervolgens dat iets als passend onderwijs ‘gewenst wordt door de basis’.
      Sinds de talrijke vernieuwingen toesloegen, is ook de hoeveelheid verkondigde en misleidende leugens over onderwijs dramatisch gestegen.
      ‘Niet- -kunnen-rekenen’, heette nu ‘gecijferdheid’.
      Taalarmoede heette nu ‘geletterdheid’.
      ‘Kinderen-aan-laten-modderen’, heette nu ‘Het Nieuwe Leren’.
      ‘Kinderen-niet-meer-adequaat-kunnen-helpen’, heet nu ‘Passend Onderwijs’.
      ‘Leerlingen met een natte vinger in de lucht beoordelen’, heet nu ‘Competentie Gericht Onderwijs’.
      Enz.
      Voorbeelden genoeg op dit forum.

      • Oh ja, nog zo een: allemaal creatief
        Zo beschouw ik de onderwijssituatie in Nederland volgens gewenste modellen der idealisten die zich ten onrechte hullen in de mantels der waarheid (= de mantel der wetenschap).
        Qua inhoud wordt het onderwijs (PO, VO, HBO) buitengewoon uitgehold. Er beklijft nauwelijks nog iets, en dat wat nog wel beklijft geldt als ‘onnodig’.
        Maar intussen steekt men de verloren Nederlander bij voorrduring veren in zijn achterste kanaal: ‘U bent wellicht een volkomen onbenul als het om kennis gaat, U bent intussen wel heel creatief!’
        En waar wacht de wereld op? Juist: op creatieve mensen.
        En zo levert het Nederlandse onderwijs onbenullen af die in waan verkeren WEL enorm creatief te zijn.
        En dit alles wordt gepromoot door weldenkende lieden. Hoe is dit toch ooit mogelijk geworden, dit lachwekkend perspectief.

      • En de huisarts vulde ook tanden en kiezen
        Ik geloof niet dat een patient (of de inspectie voor de volksgezondheid) erg blij is als de huisarts aanbiedt die kies ook wel even te vullen omdat de tandarts toch te duur wordt.
        Bij het onderwijs is dat de gewoonste zaak van de wereld, met een beetje begeleiding en een traininkje moet het lukken. En in plaats dat de leerkracht ontslagen wordt omdat hij beunt wordt hij de hemel ingeprezen.
        De truc is de glijdende schaal waarop dit gebeurt. Een leerkracht was in het verleden in staat om met klassikaal onderwijs kinderen te leren lezen, schrijven en rekenen. Maar dat moest natuurlijk beter, dus werd verwacht dat hij in staat was om dmv weer en mee, herhaling en extra werk, zwakke leerlingen en sterke leerlingen specifieke aandacht te geven. Met een beetje goede wil kun je nog wel volhouden dat dat binnen de “competenties” van een leerkracht zou vallen. Maar de eisen breidden zich in rap tempo uit en iedere keer werd het gedaan alsof een goede leraar dat best zou kunnen. Maar een goede huisarts kan geen kiezen vullen, en als hij dat wel zou leren, dan wordt hij daarmee geen betere leraar.

        • De truc is ook : boterzachte of zwaar subjectieve eisen
          De medicus die knoeit richt direct zichtbare schade aan.
          De leraar die knoeit (moet knoeien) richt nauwelijks zichtbare schade aan omdat allerlei exameneisen boterzacht werden gemaakt. Met als absolute dieptepunt het Competentie Gerichte Onderwijs, waardoor een stuntelende beginner (en stuntelen is het grootste kenmerk van menig beginner) met voldoende kennis kan worden afgewezen vanwege iets vaags als ‘sociale competenties: niet voldoende’.
          Zolang het voldoende kan zijn dat een leerling ‘heeft aangetoond te kunnen omgaan met culturele verschillen’ (ik verzin maar een allesbehalve surrealistisch voorbeeld), wordt het de buitenstaander niet duidelijk of leerling werkelijk iets geleerd heeft. De schade blijft onduidelijk zolang de eisen ook onduidelijk zijn.

  2. Waarom de goeroe niet deugt.
    Omdat de goeroe altijd uitgaat van een wereld vol levenslustige, nieuwsgierige kinderen, die niets liever willen dan te leren en hun medemens te helpen.
    Zo’n goeroe praat dus met groot gemak over iets als ‘passend onderwijs’ of ‘interactief leren middels ict’.
    Bij Inge Braam (Lachesis) lezen we de nuchtere werkelijkheid.
    Zo schrijft ze over mobiele telefoons in haar klas.

    Inge Braam is eerlijk.
    Ze kijkt werk na tijdens de les.
    Dan vangt ze de blik op van een leerling (interactief meneertje).
    Die leerling wijst naar een paar andere leerlingen die kennelijk met iets anders bezig zijn dan met hun rekenles.
    Dat is klikken.
    Klikken mag niet.
    Maar juf Braam geeft toe dat de hint, hoewel moreel niet 100% correct, haar doet besluiten te bekijken wat die leerlingen zitten te doen. Dit herkent elke leerkracht.
    En wat blijkt: ze loeren naar hun mobiele telefoon.

    De telefoons worden afgepakt tot na schooltijd, omdat er gerekend dient te worden. Immers, zonder ingrijpen van juf zou er alleen nog maar gemobield worden en kwamen rekenlessen nooit meer af.
    Snapt juf niks van die kinderen?
    Juf Lachesis is eerlijk: ze snapt hun hang naar de mobieltjes heel goed. Heeft die zelf ook.

    Tevens wenst ze niet gefilmd te willen worden tijdens nare momenten voor de klas. Ze beseft heel goed dat leerlingen vooral zullen filmen tijdens zulke momenten. Tijdens hoogtepunten van haar lessen al er zeer waarschijnlijk niet gefilmd gaan worden. Het getuigt van een nuchter inzicht in het gedrag van leerlingen en een eerlijkheid t.a.v. de eigen positie.
    En aldus kan een school besluiten tot een verbod van het gebruik van mobieltjes tijdens de lessen.

    De onderwijsgoeroe speelt de verbazing: waarom is het die lieve kinderkens niet gegund, dat intrinsieke leren middels de modernste smartphones? Dat moet ge-integreerd worden in de lessen!
    De Inge Braams van deze wereld weten beter: zij hebben die kinderkens dag aan dag, interactief nog wel, voor hun ogen.

  3. Staken, waartegen?
    Het artikel van Jeanet Meijs is helder en correct. Jammer genoeg wordt het afwijzen van passend onderwijs en beter rekenende juffen als oplossing gezien. Dat zal helaas niet genoeg zijn. Eerst moet wsns teruggedraaid worden. Gewone juf, gewone kinderen, speciale kinderen, speciale juf. Alleen dan is er kans op herstel.

Reacties zijn gesloten.