22 Reacties

  1. Bravo Jeannet…
    Anders gerangschikt:

    1. Feminisering van het onderwijs op laag niveau.
    2. Belabberde kwaliteit van de pabo’s, grotendeels bevolkt door mbo-meisjes.
    3. Onderwijsassistenten en onderwijsgevenden nog steeds ‘competentiegericht’ opgeleid. Vage competenties belangrijker dan kunnen rekenen, goede spelling, kennis van geschiedenis, aardrijkskunde enz.
    4. Op de pabo is de student meer bezig met een slecht voorbereide zoektocht naar zichzelf dan met kennen en kunnen.
    5. Niet zozeer het lesgeven of de kennis zijn van belang, maar samenwerken en hoe de juf of meester voor de klas overkomt . Maakt die elk jaar wel een persoonlijk ontwikkelingsplan (pop), een persoonlijk aanpakplan (pap) of een persoonlijk informatieplan (pip)?
    6. Overbelasting en tijdsverspilling. Juffies en de enkele meester bedolven onder vernieuwingen, veranderingen, vergaderingen, scholingsdagen, toetsen, testen, beleidsplannen enz.
    7. De juffen werken in deeltijd en hebben geen tijd meer om het werk van de kinderen na te kijken en zeker niet om de gemaakte fouten klassikaal met de kinderen te bespreken.
    8. De pabo levert jaarlijks competentie-gerichte leerkrachten af en de ellende begint van voren af aan.
    9. Oefenen is uit de mode. Als de school maar leuk is.
    10. Toetsgekte. Leeerkrachten klampen zich vast aan toetsen en testen. Vaak kijken ze met een mal die toetsen na en beoordelen ze de kinderen alleen op de uitslag van die toetsen.
    11. Ver doorgevoerde individualisering van het onderwijsaanbod maken dat veel leerlingen ‘voor zichzelf’ bezig zijn. Het is geen uitzondering meer dat iedereen bezig is met zijn of haar taak.
    12. Gebrek aan structuur.
    13. Passend onderwijs. Die term is misleidend. Het suggereert onderwijs dat ‘past’, maar komt in werkelijkheid neer op totale afbraak van het speciaal onderwijs.

    Dat er op basisscholen nog iets goed gaat, is te danken aan veelal oudere leerkrachten en schooldirecteuren die zich niets aantrekken van al die veranderingen.

    • Jeannet
      Ik ben zo’n oudere leerkracht maar dat valt niet mee, je niets aantrekken van veranderingen. Het is toch buigen of barsten.

      Bernard

    • Nog anders gerangschikt,
      1. Terugdraaien wsns en passend onderwijs
      2. HBO opleiding voor leerkrachten basisonderwijs verplicht.
      Klaar.

  2. basisonderwijs
    Jeanet Meijs noemt een complex van problematische toestanden in het basisonderwijs. Als deze analyse op de meeste basisscholen van toepassing is, dan gaan de doorlopende leerlijnen van Meijerink daar dus niets aan verhelpen. Misschien wel integendeel: zij leveren nog meer bureaucratische overlast op. Zie ik dat te somber?

    • Of je dat te somber ziet,
      is niet te beantwoorden. Om dat te te zien moet je echt naar het basisonderwijs kijken.

  3. Uitstekend verhaal!
    Een uitstekend verhaal van Jeanet Meijs. Bijna wilde ik Hals feliciteren met zijn uitstekende analyse, maar gelukkig zag ik op tijd dat de teksten van Jeanet Meijs waren.
    Honderd procent mee eens.
    Wel merkwaardig dat er zo weinig verzet komt vanuit het basisonderwijs.
    Alles wordt maar lijdzaam aanvaard; dat heb ik steeds erg vreemd gevonden.
    Ik vermoed dat al die ‘ingewikkelde’ procedures en bureaucratie een beroep doen op de ijdelheid van mensen: kijk eens hoe indrukwekkend wij bezig zijn! Waarbij de wartaal der bureaucratie ook nog eens een verdoezelende functie heeft: als de vlag op de modderschuit.
    Geen meester of juf wil al die werkzaamheden van de eigen school publiekelijk te kijk zetten.
    Daarom heeft BON een goede functie: die kan publiekelijk zaken aan de kaak stellen. Een mogelijkheid die de particuliere leerkracht niet heeft, omdat er altijd een beroep wordt gedaan op zijn ’teamgeest’.
    Wie ‘niet past’ binnen het team, wordt al gauw de gebeten hond onder de collega’s, maar ook onder ouders en leerlingen die haarfijn aanvoelen hoe de positie is van iemand die ‘eruit’ ligt.
    Stug volhouden is het devies (dit zal opgemerkt en uiteindelijk gewaardeerd worden), maar het is geestelijk slopend, aangezien het streven naar goede resultaten ook veel energie vreet.
    Ik meen dat BON de mening vertolkt van grote delen van de bevolking.
    Voor die mensen is het geluid van BON allesbehalve vreemd.
    Het zijn echter vooral de ‘hogere kaders’ die van BON niet willen weten.
    BON strijdt vooral tegen die kaders.
    Want ik ben ervan overtuigd dat de meerderheid van leerkrachten en ouders precies hetzelfde denkt over onderwijs als wat BON te berde brengt.
    Denk maar eens aan al die gein die leerkrachten maken over talloze vernieuwingen: ze lachen er in wezen om, maar zien echter geen mogelijkheid zich te verweren.

    • Re:moby…
      Vanzelfsprekend van Jeannet Meijs (alle eer), maar even ontdaan van alle versiering en BON binnengehaald voor de mensen die te lui zijn om het hele artikel te lezen.
      Overigens uitputtend op BON besproken de afgelopen ‘vijfentwintig jaar’.
      Maar de minister, die doet niets. Ja, ze bezoekt af en toe de jaarvergadering, met een zogenaamd luisterend oor…..

    • De beerput en zijn bewakers
      Dat er zo weinig verzet vanuit het basisonderwijs komt is helemaal niet zo verwonderlijk. De meeste jonge leerkrachten op de basisschool zijn niet in staat aan de eisen te voldoen die vroeger aan een onderwijzer gesteld werden. De allerjongste juffen hebben er bovendien geen voorstelling van hoe het vroeger in een klas toeging. Bedenk verder dat een half time onderwijsbaan zoals vele juffen die vervullen zwaarder is dan een halve hele en dat de juffen nauwelijks nog aan het corrigeren toekomen, laat staan aan het houden van een klassikale bespreking van de gemaakte opgaven. En een opstand organiseren kost veel tijd. Lodewijk XIV verplichtte de adel om veel te feesten en Stalin liet zijn arbeiders lang bij de supermarkt in de rij staan. Terug naar vroeger kan met het huidige docentencorps niet meer en ook willen de jonge onderwijzeressen liever niet À TITRE PERSONEL als onbekwaam voor gek staan. Het gemoed wordt minder bezwaard als je toegeeft aan de lokstem van de bureaukratische wartaal. Bewustzijnsvernauwing en solidariteit bieden de juffen de beste bescherming tegen schaamte en onbevoegdverklaring.
      En waarom doen de ouders niets? Daarop is het antwoord snel te geven. De meeste ouders zijn laag opgeleid en vinden boven al het zich op school wel bevinden van hun kinderen belangrijk. Daar hebben de scholen hun mond van vol. Ook de ouders laten zich liever meezuigen door de zoetgevooiste propaganda van de schoolleiding en het schoolbestuur. En Den Haag? In het beste geval willen de Haagse poltici liever niet ten hele keren nadat ze voor ⅞ gedwaald hebben. Wel doen zou een enorme afgang en een torenhoge morele schuld betekenen. In het slechtste geval zijn ze blij met de enorme banenmachine rondom het onderwijs geven die ze opgebouwd hebben. Een leuke en financieel profijtelijke vrijplaats voor het geval dat…
      Seger Weehuizen

      • Frequ. toetsen in het BO en per’ieke examinering in het SO
        Er is een groot verschil in aard en doel tussen de vele toetsen die onderwijzers op de basisschool moeten afnemen en de externe centrale toetsen die mij bij het secundair onderwijs voor ogen staan. De frequente toetsing in het basisonderwijs dient om de vooruitgang van de individuele leerlingen te meten en is daarmee indirect één van de vele middelen om de prestaties van de leerkracht en de school te meten. De periodieke, veel minder frequente examinering in het secundair onderwijs die helemaal in centrale handen gehouden moet worden dient in de eerste plaats om de prestaties van leraren en scholen op het gebied van kennisoverdracht te meten en zou de verwezenlijking van mijn concept voor een nieuwe onderwijsstructuur mogelijk moeten maken waarin vrijwel elke andere controle en verder alle voorschriften en regels voor docenten en scholen overbodig zijn geworden. Dan zou in het secundair onderwijs de overheid zich absoluut niet meer met het HOE bemoeien en alleen maar controleren of de leerlingen het WAT aan kennis waarvan met de overheid overeengekomen is dat het overgedragen moet worden ook in voldoende mate overgedragen is. Vrijwel alleen daarvan zou de erkenning en het wel of niet subsidieren van een vervolg school moeten afhangen. Ik schrijf dit hier omdat het veelvuldig toetsen in deze draad naar voren komt en ik wil voorkomen dat lezers denken dat ik mijzelf tegenspreek.
        Seger Weehuizen

      • vanuit het basisonderwijs
        Misschien dat er uit het basisonderwijs ook om praktische redenen niet veel tegenstand komt voor de situatie van het onderwijs. Als je vroeger je baan verloor dan ging je gewoon solliciteren bij een ander bestuur. Nu zijn de scholen in de omgeving vaak van het zelfde bestuur. Bovendien zijn er niet veel banen te verkrijgen binnen het onderwijs en zeker niet als je niet rechtstreeks van school komt. Besturen kijken immers naar kosten, niet naar kwaliteit.

  4. Twee van de vele lovende reacties in de VK…
    Ik citeer (1):’Na 39 jaar in het Speciaal Basisonderwijs ben ik geneigd te stellen dat dit artikel verplicht leeswerk moet zijn voor alle managers, beleidsmakers, bovenschoolse directeuren, adviesorganen enz. [……]
    De werkelijke oorzaken van het falende onderwijs wordt in het artikel van Jeannet Meijs zeer helder geformuleerd. Als Den Haag het onderwijs echt wil verbeteren, hoeft er geen nieuwe onderzoekscommissie te komen, maar kan dit artikel als uitgangspunt genomen worden. Hulde aan deze mevrouw!’

    Ik citeer (2):’In haar stuk geeft J.M. een prachtig overzicht van de improductieve chaos in het basisonderwijs. Een van haar punten betreft de matige opleiding van de pabo-studenten van mbo-niveau. Is mbo een voldoende niveau voor een leerkracht? [ ……………]
    Is het veel te duur om een universitair geschoolde leerkracht voor de klas te zeten? Het rijk trekt 5.000 euro per jaar per leerling uit voor basisonderwijs. Per klas van 25 leerlingen is dat 125.000 euro. Stel dat de universitaire leerkracht, incl. sociale lasten 60.000 kost, dan moet een beetje schoolbestuur van de resterende 65.000 het overige toch kunnen organiseren?’

  5. Ron Ritzen
    Ron Ritzen komt in de Volkskrant in reactie op Meijs weer eens met zijn bekende verhaal dat er niets mis is in het onderwijs. Lees ook de reacties van everwoerd op het stuk van Ritzen.

    • Herinnert u zich deze nog…?
      JO RITZEN (PSP/PvdA en econoom).

      -Bracht in 1991 diverse wijzigingen (Stbb. 280-285) van de Wet op de studiefinanciering tot stand. Hierdoor werd onder meer de studiefinanciering na de cursusduur en 1 jaar in de vorm van een lening verstrekt.
      -Bracht in 1994 de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma’s (Stb. 29) tot stand. De totstandkoming van de gemeenschappelijke Europese markt en het daarmee samenhangende vrije verkeer van personen en diensten maakte verdere onderlinge erkenning van diploma’s wenselijk. In plaats van erkenning per beroepsgroep kwam er een algemene erkenningsregeling, met als uitgangspunten de beginselen van wederzijds vertrouwen, vergelijkbaarheid van universitaire studies en wederzijdse erkenning van graden en diploma’s.
      -Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 742) van de Wet op de studiefinanciering tot stand, tot onder meer invoering van ouderinkomensonafhankelijk lenen, alsmede tot verlaging van de basisbeurs (‘student op eigen benen’)
      -Bracht in 1996 een wet (Stb. 227) tot invoering van de prestatiebeurs in het wetenschappelijk onderwijs tot stand. Studenten moeten in het eerste jaar van hun studie 70 procent van hun jaarlijkse studiepunten halen om voor een beurs in aanmerking te komen. Om voor het tweede, derde en vierde studiejaar een studiebeurs te krijgen, moeten studenten binnen zes jaar hun einddiploma halen. Als zij daaraan niet voldoen, behouden zij alleen een lening. De kinderbijslag voor studerende jongeren van 18 jaar en ouder wordt afgeschaft. In 1995 verwierp de Eerste Kamer een eerder voorstel over de prestatiebeurs.

      Een econoom die als minister weinig inhoudelijks heeft gepresteerd.
      Wat u zich ook moge herinneren, hij was als minister niet geliefd.

    • Met wat wordt ‘verbetering’ vergeleken?
      Vergelijkt men de verbetering van het onderwijs met de negentiger jaren van de twintigste eeuw, denk ik dat er best wat verbetering te zien is. Die negentiger jaren waren het hoogtepunt van de vernieuwingsresultaten dunkt mij. Daarna is de kritirk op vernieuwingen aangezweld en hebben scholen zich begin deze eeuw ook vragen gesteld waarna zij wellicht op sommige schreden zijn teruggekeerd. Ik merk heel duidelijk hoe diverse scholen weer eisen aan gedrag durven stellen. iets dat ongeveer twintig jaar geleden nog als enigszins verdacht werd beschouwd (in het algemeen).
      Maar veel BON-ners vergelijken het onderwijsniveau met de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw, en zien bij deze vergelijking een duidelijke achteruitgang.
      Als drie stappen terug worden gedaan om daarna een stap vooruit te zetten kan men dus zowel vooruitgang als achteruitgang zien. Het blijkt afhankelijk van het moment van uitgangspunt.

  6. Breng basisscholen WEL de genadeklap toe
    Een genadeklap is tevens een doodsklap. Het basisonderwijs is als een waanzinnige koning die zijn onderdanen terroriseert. Dood de koning en probeer iets nieuws. Als het basisonderwijs verder verslechtert MOETEN de ouders wel in het geweer komen. Een schietgeweer om een genadeschot te geven. Dan kan er eindelijk iets nieuws komen en dat kan nauwelijks slechter zijn. Zijn er middelen om het rottingsproces te versnellen?
    Seger Weehuizen

    • Het basisonderwijs is rot noch waanzinnig,
      het is alleen niet in staat om goed werk af te leveren. En dat komt omdat enthousiaste jonge leerkrachten geconfronteerd worden met steeds meer onhandelbare kinderen. Dat komt vervolgens, doordat het kostenplaatje niet toestaat, dat die kinderen adequaat begeleid worden. Te duur. De oplossingen van de beeldschermmanager werken niet, het enige dat werkt is ’n gewone meester (juf) met gewone kinderen en ’n speciale meester (juf) met speciale kinderen.
      Wat klopt niet in dit verhaal Seger?
      Groet, Leo.

      • stervend enthousiasme
        Of het basisonderwijs al rot is of op weg is om dat te worden heb ik in het midden gelaten.
        Nu zijn er nog onderwijzers die zich willen inzetten. Maar hun inzettingsbereiheid zal bij blijvende tegenwerking een keer bezwijken, weggerot zijn. Daarna is de enige wens van de onderwijzers om elke dag zonder kleerscheuren door te komen.
        Seger Weehuizen

        • Elk jaar staan er cohorten
          jonge juffen klaar om te beginnen binnen het basisonderwijs. Om ze voor langere tijd te behouden en meer meesters aan te trekken, dient hun werk “werkbaar” te zijn. En dat kan alleen door ze niet steeds meer op te zadelen met meer leerlingen die eigenlijk op een speciale manier onderwijs dienen te krijgen. En steeds te bezuinigen.
          De onderwijzers die er nu nog zijn en zich willen inzetten, gaan binnen een paar jaar met pensioen of vallen eerder om.
          Weg met wsns en passend onderwijs.
          Groet, Leo.

Reacties zijn gesloten.