Zien wij niet dat keizer van de rekentoetsen geen kleren aan heeft?

Als lerares wiskunde ben ik naar een regiobijeenkomst geweest in het kader van de verplichte rekentoets aan het eind van de middelbare school. Hier waren ongeveer 30 wiskundeleraren aanwezig.

Een onderwijskundige /orthopedagoge presenteerde een door haar opgesteld rapport. Dit rapport bevatte analytische en statistische fouten. Er werden door een “rekenadviseur” allerlei vage modellen met rondjes en conceptmappen gepresenteerd. De adviseur zei tegen ons dat we in de klas met leerlingen moeten gaan “praten” over rekenen. Met een knip- en plak-practicum zouden wij wiskundeleraren er achter kunnen komen wat wij belangrijk vinden aan rekenen. Nog een advies: “Laat leerlingen rekenwiskundig redeneren en communiceren tijdens samenwerkend leren.” Op deze wijze zou reflectie ontstaan. Bovendien zou dit bijdragen aan een goede werkhouding.

Deze mensen hebben nu dus ook in het middelbaar onderwijs veel macht gekregen. Via het rekenonderwijs op de basisscholen zijn ze nu aanbeland bij het rekenonderwijs op de middelbare school. De laatste tijd heb ik mij veel dingen afgevraagd. Ik weet eigenlijk niet meer waar ik moet beginnen:

Hoe kan het zo zijn dat wiskundeleraren bij dit soort bijeenkomsten als makke schapen in de zaal zitten? Waarom merken de leraren de gemaakte niet fouten op? Zien zij niet dat de keizer geen kleren aan heeft? Waarom laten wij ons door dit soort “deskundigen” adviseren?

Waarom is er überhaupt een geldverslindend, ondoorzichtig systeem met “referentiekaders” ontwikkeld, zo onduidelijk dat niemand het meer begrijpt? Waarom is het nodig dat er een “doorlopende leerlijn 1F, 2F, 3F” bestaat? Misschien een rare vraag, maar waarom heet de rekentoets voor het vwo niet gewoon “rekentoets vwo”? Waarom zijn er niet gewoon eindtermen rekenen voor een vwo-leerling en een paar voorbeeldtoetsen?

Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Wie weet de antwoorden?

wiskundejuf

6 Reacties

  1. de antwoorden
    De antwoorden zijn niet erg bijzonder, vrees ik. Alle hoog opgeleiden zijn relatief makke schapen, het zijn de slimme jongens en meisjes vroeger die op het schoolplein minder vaak aan vechtpartijtjes deelnamen, de werknemers die altijd wat twijfelen over hun eigen zekerheden, bereid zijn zich in de plaats van de ander te verplaatsten, het zijn de mensen die interesse hebben in een bepaald wetenschappelijk domein, bepaald niet de mensen die het leuk vinden om vergaderingen voor te zitten of beleidsproblemen door te spreken en papier of iphones te schuiven. Kortom: het zijn mensen met andere interesses en dientengevolge andere houdingen dan de typische managers of politici. Leraren zijn daardoor ongeschikt om voor zichzelf op te komen, ze weten niet hoe dat moet. Heb je ze wel eens gezien op een vakbondsbijeenkomst, zich generend voor het debiele petje dat op moest?

    Tot 15 jaar geleden hadden leraren (en artsen en …) dat ook niet nodig. Hun autoriteit was min of meer vanzelfsprekend en ze vonden de autoriteit van schoolleiders ook vanzelfsprekend. Schoolleiders waren die figuren die dat stomme werk wilde opknappen om welke reden dan ook.

    De positie van de onderwijskundigen en coaches en meer van dat grut dat zich tegenwoordig hinderlijk binnen zichtsafstand bevindt is relatief nieuw. De aloude houding van laat maar lullen werkt niet meer, want de gezagsverhoudingen met de schoolleiding zijn veranderd. Leraren weten gewoon niet hoe daar mee om te gaan.

    Daar komt bij:

    • secties zijn vervangen door teams (verdeel en heers)
    • er zijn teveel collega’s met een mindere opleiding, vaak onbevoegd, die een eventuele eenheid van leraren knap verstieren
    • de moraal is veranderd, veel jonge collega’s vinden het vanzelfsprekend dat de manager de baas is en bepaalt hoe het onderwijs er uit zou moeten zien, ook al heeft die baas geen enkel verstand van jouw vak

    Er is vast nog veel meer, maar dit komt er zo boven borrelen. En zoals gezegd, het geldt ook voor andere hoogopgeleiden. Ik sprak laatst een arbo-arts die was opgezadeld met een nieuw computer registratiesysteem dat uiterst onhandig was en ook zij vocht daar niet tegen, maar gebruikte het nieuwe systeem, wat mopperend, toch gewoon maar zoals geïnstrueerd. De overmacht van de moderne managerskaste is simpelweg te groot en ze hebben weinig anders te doen dan nieuwe onzin te bedenken waar je als docent dan opnieuw tegen moet vechten, maar die proefwerken moeten wel nagekeken worden.

    • Van de leraren hoeven we dus niet veel te verwachten
      Beste lonesomejoe en 1_1_2010,

      Bedankt voor jullie reactie. Van de leraren kunnen helaas we dus niet veel verwachten. Ik begrijp dit wel, want zij hebben het gewoon druk (personeelstekort) en moeten de volgende dag weer zes lessen geven. Bovendien is het best spannend om een kritische houding aan te nemen. Inschaling in LC of LD is immers niet meer vanzelfsprekend.

      Maar hoe is het mogelijk dat onze scholen zogenaamde “experts” mogen inhuren en dure toetsen mogen inkopen? Dit terwijl de klaslokalen vies zijn en er geen geld is om alle (schaarse) universitair geschoolde leraren in schaal LD te plaatsen?

      Zou dit de toekomst zijn? Vernieuwing van het scheikunde-onderwijs, met “doorlopende leerlijnen”, hier en daar wat overlap, met moeilijke naamgeving, onduidelijke eindtermen, niemand snapt het meer en dus kopen de scholen per leerjaar scheikunde-toetsen van “onderwijsadviesbureau’s” in? Welk vak volgt?

      Ik zie als enige mogelijk om deze gekte te stoppen: het afschaffen van de lumpsum. Dan zijn we af van het duur inkopen van toetsen en malle adviezen.

      Daarmee zijn we er nog niet. We hebben ook nog gesubsidieerde adviesbureaus. Daarover een andere keer.

      wiskundejuf

      • Precies, juf,
        let ook op: ook schoolleiders gaan budgetten krijgen om cursussen te volgen ivm het register. Meer dan leraren en dat druk je niet in procenten uit maar in factoren, en daar de logaritme weer van….

  2. De drempels van Meijerink danken we aan
    Anne van Streun en het TAL-project. Met welwillende medewerking van het besturenkartel van cTWO, NVvW en FI, en de expertisecentra, zie node 8111 en verder. De Stichting Goed Rekenonderwijs herstelt de schade. Doet Wizwijs dat ook?

    • Hoe zit het eigenlijk in het buitenland?
      Heeft eigenlijk iemand een idee of dit soort zaken ook in het buitenland spelen? Dus: geld weghalen bij scholen? En: “expertise” buiten de scholen?

Reacties zijn gesloten.