Epiloog

Een cruciaal punt van her experiment met een BBS zou zijn geweest dat het gaat om een school die juist NIET aan de regels voldoet die nu voor het besturen en stichten van scholen gelden.
Een cruciaal punt voor een BBS was immers:
– carte blanche voor het voorbereiden van leerlingen op een staatsexamen of een ander afsluitend examen waar de school geheel buiten staat.
Het lijkt er op dat het bestuur daarvan niet doordrongen is.

Verder nog:
– De deugdelijkheid van een school wordt vastgesteld op grond van de resultaten die de leerlingen op het afsluitend examen halen. Daarbij zal ook gekeken naar de kansrijkheid van een leerling zoals bij voorbeeld het schooladvies op grond van de CITO-eindtoets zou kunnen zijn.
– Tegenover de carte blanche staat dat op de overheidssubsidie gekort wordt als de school niet aan de minimale resultaatsverwachting voldoet. BBSleraren voelen het collectief in hun portemonaie als ze onvoldoende resultaten bereiken.
– Het recht van leerwillige leerlingen op goed onderwijs is zwaarwegend. Leerlingen die door hun gedrag het rendement van de lessen voor andere kinderen drukken moeten van school verwijderd kunnen worden (Dit valt onder Carte Blanche)
– De verwachting is dat leraren en rector eendrachtig zullen samenwerken opdat de leerlingen goede resultaten zullen halen en dat daarom dus de leerlingen goede resultaten zullen halen
– Omdat een school die aan minimale eisen voldoet de maximale subsidie krijgt kunnen scholen waarop goed les gegeven wordt ook andere verwachtingen waar maken
– BBSsen zullen klein en gespecialiseerd zijn. Ze hebben daarom homogene klassen. Omdat er daardoor na het vrijgeven van BBSsen veel scholen kunnen zijn die voor hetzelfde afsluitend examen opleiden en elke school nog ruimte heeft om extra’s aan te bieden kunnen ouders eindelijk keuzes maken op gebieden die er toe doen. De vrijheid van onderwijs wordt zo duidelijker een recht van de ouders en is niet meer het recht van een of andere zuil. BBSsen zouden dus ook een nieuwe verdeling van overheids- -rechten en -plichten, ouderrechten en kinderrechten tot stand kunnen brengen.
– BBSsen brengen de vrije schoolkeuze voor ouders weer tot leven en stellen het recht op goed onderwijs boven het handhaven van de leerplicht. Daarmee wordt tevens de opvatting bestreden dat leerplicht hetzelfde moet zijn als verblijfplicht.
– Omdat er nauwelijks geld voor overhead nodig is en omdat lesgeven op een BBS voor de meeste leraren leuker is kunnen goede hoogopgeleide en daardoor goedbetaalde leraren in dienst genomen worden. Dat verhoogt de kans dat leerlingen goed onderwijs krijgen aanzienlijk.

4 Reacties

  1. Een leesprobleem binnen BON
    Recentelijk stond in een van de vele bijdragen op dit forum dat de overheid probeert om éénpitters uit te schakelen door het besturen van een school zo ingewikkeld en tijdrovend te maken dat onbezoldigde vrijwilligers dat niet meer kunnen en willen doen. Het is mij daarom een raadsel dat het bestuur van BON mij geschreven heeft “Als we het idee zoals je het nu beschrijft dat bij politiek en ambtenaren voorleggen zal dit alleen de reactie ontlokken dat iedereen vrij is overeenkomstig de regels een school te stichten”. Dat ik dat NIET zo wilde voorleggen was uit de brief op te maken en uit de uitvoerige discussie die op de BONsite plaats gevonden heeft.
    Seger Weehuizen

  2. Een bekend geluid voor BONners
    De vertrekkende vice-voorziter van de Raad van State (De koningin is qualitate qua de voorzitter) Tjeenk Willink omschreef in 2007 een „spraakmakende elite” in Nederland die de noodzakelijke veranderingen in het overheidsbestuur tegenhield. Deze „tussenlaag” tussen ministers en mensen die het beleid uitvoeren bestaat uit: „ambtenaren, onderzoekers, rekenmeesters, communicatiedeskundigen, toezichthouders, adviseurs en managers”. Deze mensen vormen een netwerk dat zichzelf in stand houdt. Ze spreken dezelfde taal, denken hetzelfde. „Signalen uit de buitenwereld dringen slechts in aangepaste vorm door”, schreef Tjeenk Willink.
    In Onderwijsland spreekt men over een kleilaag. Met BBSsen had die kleilaag doorboord moeten worden.
    Bron: Herman Staal en Derk Stofmans in de NRC van 24 januari jongstleden
    Seger Weehuizen

  3. mission impossible
    Ik vrees dat veel BON-leden grote waardering hebben gehad voor al jouw inspanningen en wensen.
    Maar dat zij tevens de voorstellen hebben beschouwd als een ‘mission impossible’.
    Zij werken verspreid over het hele land, als zij in het onderwijs werkzaam zijn. Hoe kunnen zij ooit een regionale school oprichten?
    Elke school is afhankelijk van regionale voeding.
    Bovendien zijn veel onderwijzenden al erg druk bezig om beter onderwijs op hun eigen school te realiseren.
    Daarnaast bestaan er echt nog wel scholen die ‘beter onderwijs’ weten te realiseren.
    De inspanningen zouden gericht moeten zijn op het toestaan (van ministerswege) van een experiment.
    Maar juist dan zijn er betrokkenen nodig binnen een regio.
    Ga die maar eens vinden!
    En dat, naast het bestaan van scholen die nog ouderwets degelijk weten te zijn.
    Alle waardering, maar met theorie alleen red je het niet.

    • BBS
      Ik was zeer teleurgesteld dat de schriftvoerder van het BONbestuur mij er niet van op de hoogte bracht of het bestuur wel of niet instemde met de uitgangspunten en de rvw van mijn plan. Het ging mij om het afvinken van kenmerken zoals volledige vrijheid voor de docenten en de rector, het bepalen van de kwaliteit van de onderwijsinstelling voor zover het de overheid betreft enkel door het extern meten van de resultaten, het recht van leerwillige leerlingen om niet gestoord door het wangedrag van medeleerlingen onderwijs te volgen. De eis van goed in hun leervak opgeleide leraren is daarbij verdwenen omdat BON er van overtuigd is dat deze onmisbaar zijn voor het bereiken van het afgesproken minimumresultaat Verder nog dat de school die het afgesproken minimale resultaat niet haalt minder subsidie krijgt en dat de docent dat merkt in de hoogte van zijn salaris en dat bovenminimale prestaties geen extra subsidie opleveren opdat de school ook nog eigen accenten kan zetten die niet extern geëxamineerd worden en dat de zorgplicht van een leerling vervalt op het moment dat de school het wenselijk vindt dat een scholier definitief van school wordt verwijderd. Daarna zou ik mij graag, zoals gevraagd werd, hebben willen bezig houden met de praktische uitwerking die het bestuur vroeg en dan zou vanzelf gebleken zijn of ik werkte aan een “mission impossible”.
      Maar vertel eens, waarom VREES je dat veel BON-leden grote waarderpng voor mijn inspanningen hebben gehad? Vanwege het HEBBEN GEHAD?
      Het gaat niet slechts om een goede school van de grond te krijgen. Het gaat er vooral om om geloofwaardig te maken dat scholen met bovengenoemde kenmerken vanzelf heel goede onderwijsprestaties leveren omdat de docenten die er werken enerzijds in zalige vrijheid werken en anderzijds het zich financieel niet kunnen permitteren onder de maat te werken.
      In de randstad wonen veel mensen dicht op elkaar en zijn de geografische afstanden kort. Daar is echt wel een BBS te realiseren.

Reacties zijn gesloten.