Proefschrift Overheid en onderwijsbestel

Ria Bronneman, medewerker van het Sociaal en Cultureel Planbureau, heeft een proefschrift geschreven met de titel: ‘Overheid en onderwijsbestel’ en ondertitel ‘Beleidsvorming rond het Nederlandse onderwijsstel (1990-2010)’.

BON wordt ook een aantal keer genoemd. Maar gezien de karakterisering die Bronneman geeft van BON heb ik niet veel vertrouwen in de rest van haar proefschrift. Want wat schrijft ze zoal over BON? Ten eerste deelt ze BON in bij Organisaties van docenten in primair en voortgezet onderwijs (pagina 102), en schrijft ze de in 2006 opgerichte vereniging Beter Onderwijs Nederland (bon), die vooral de mening van oudere, academisch gevormde leraren vertolkt (pagina 276), en dan later nog eens in 2006 werd de vereniging Beter Onderwijs Nederland (bon) opgericht, die vooral eerstegraads leraren met een academische achtergrond vertegenwoordigt (pagina 384). Ze lijkt BON te zien als vakbond voor eerstegraads leraren in het voortgezet onderwijs…. Wat een onbenul van iemand die met dit proefschrift pretendeert de deskundige op het gebied van Beleidsvorming rond het Nederlandse onderwijsstel (1990-2010) te zijn.

Bronneman is overigens al eerder te sprake gekomen op het forum. Ze schreef een deelrapport voor de commissie Dijsselbloem en mocht na afloop in de NRC komen vertellen dat die commissie te weinig met haar rapport had gedaan. Dat rapport lijkt ze nu uitgewerkt te hebben tot dit proefschrift.

3 Reacties

  1. proefschrift van Bronneman als registratie van onbenul
    deel 1 (vanwege de lengte)

    Niet alleen de commentaren van deze promoverende academica, voorzover ze BON betreffen, zijn onbenullig ; hetgeen Mark79 terecht signaleert.

    Ik vrees (zie, lees) dat veel van de rest van haar proefschrift dichtbij (al te dichtbij) het nivo van onbenulligheid blijft ; wat op zichzelf niet nieuw is in academische kringen.

    Ik vrees voorts dat de constatering van onbenulligheid ook kan gelden voor sommige andere voortbrengselen van het (door velen, niet door mij, bewonderde) Sociaal en Cultureel Planbureau ; de directeur ervan niet te na gesproken. De toekomstige epigonen van de laatste bewegen zich niet automatisch op hetzelfde nivo, integendeel ; als regel niet.

  2. proefschrift van Bronneman als registratie van onbenul
    deel 2

    Het academisch theater zowel als ‘de’ maatschappelijke gevolgen, dat alles heeft een prijs – een hoge prijs, zowel in geld als in maatschappelijk derailleren, dat laatste een meervoud van het eerste. Onbenul kost altijd te veel. Reken maar uit wat ze kosten : linkse zowel als rechtse politieke utopien, tussen Bos (Amro, Fortis, ING) en Wellink : “we hebben de crisis niet zien aankomen”, de 2011 variant van “wir haben es nicht gewusst”.

    Daarbij vergeleken is, wat vBijsterveldt (‘de minister’) dezer dagen debiteerde, een kattebelletje : ‘ouders zijn mede-verantwoordlijk voor hun kinderen’.

    Wie denkt dat deze kattebel gaat over ouderbesef, heeft het mis. Het gaat gewoon over geld, namelijk het overhevelen, d.i. metamorfoseren van een tekort (geld) in iets anders, naar anderen (‘de ouders’) ; die verweten wordt dat ze te weinig doen voor ‘hun kinderen’.

    Het zal best. De minister heeft in haar myope uitzicht het grootse gelijk van een bezem : iets metamorfoseren in iets anders :
    [1] geld weg halen bij ‘de scholen’,
    [2] daarbij laten weten dat ‘de ouders’ meer verantwoordelijk zijn.

    Cheaper idea, cheap problem, zo werkt dat, en daar is ze goed in.
    Het gaat immers, altijd-en-altijd over geld, ook als ‘geld’ verpakt wordt in ‘verantwoordelijk’.

    Ook hier weer onbenul, deze keer cum laude : de minister van nu is niet noodzakelijkwijs haar vroegere nivo (staatssecretaris, daarvoor onderwijzer) ontstegen ; zelfs niet als ze toen een hoger competentie-nivo had dan haar politieke tweelingzuster (Sharon D.), die van onbenul haar specialisatie had gemaakt. Ministers zijn niet qualitate qua in hun vakgebied doorkneed.
    Een minister die gratuit geld transformeert in verantwoordelijkheid, en daarbij de door haar gesanctioneerde organisatie- en financieringsstructuur van ‘het onderwijs’ onverlet laat (mega-scholen, school organisaties) : hoe noem je die ?

    Off topic : goed onderwerp voor een promotie.

    maarten

  3. proefschrift van Bronneman als registratie van onbenul
    deel 3

    Hoela ! Vanochtend zei een ouder, in weer zo’n uitdijend praatprogramma op radio 1 : hem, als ouder, werd al bij binnenkomst (de eerste klas) door de school duidelijk gemaakt dat toelating van zijn kinderen impliciet betekent dat van hem (‘van alle ouders’) actief meedoen in de school werd verwacht : ouderavonden incluis. Dat was (zo werd duidelijk) een Montessori school.
    In onze eigen ervaring (na repatriering, kinderen naar school, maar naar welke school ?) ging dat net zo – meedoen in school, medezeggenschapsraad, oudercontact commissie (voor conflicten), schoolbestuur, stages regelen en bewaken. Ja, dat waren scholen in het ‘bijzonder neutraal onderwijs’, waar ook de Montessori scholen in zitten. Dat meedoen van ouders is daar ‘normaal’.

    Die lieve vBijsterveldt zag even over het hoofd dat ‘ouders’ allebei ‘moeten’ werken om de hypotheek (en de flat screen, de afwasmachine, de derde auto en vierde vakantie) te kunnen betalen ; nog afgezien van judo, hockey, expressie en andere voetbal-noodzakelijkheden.

    En dan die andere onbenul uit het ‘onderwijskunde’-veld. Die liet deze week in deVolkskrant weten, kennelijk in respons op de minister, dat ouders zich in ieder geval maar beter niet met het leren-rekenen van hun kinderen kunnen bemoeien – ‘hun kennis van het rekenen is hopeloos verouderd’. Ze doen er beter aan zich te beperken tot taal.
    Mogelijk komt er deze week een onderwijskundige onbenul die ons vertelt dat dat evenmin een goed idee is.

    Overigens, ik heb lang niet van mij laten horen, hier ; wat te maken had met ander onbenul, uit academische bron, over zeker onderzoek van academisch nivo, wat weggezet werd als ‘on-relevant’, ergens op de pagina’s van BON.

    maarten

Reacties zijn gesloten.