Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet volgens BON liggen bij leraren en docenten. Maar ook willen de meeste BONners dat elke docent binnen de muren van zijn lokaal grote vrijheid houdt om zijn lessen naar eigen inzicht gestalte te geven. Ook de beoordeling van een leerling voor een bepaald vak moet in de eerste plaats geschieden door de vakdocent die hij heeft.
De politiek heeft juist besloten om de macht in Onderwijsland bij de schoolbesturen en als afgeleide daarvan bij de schoolleiding te leggen. In onze vrije markt economie blijft er meestal nog wat handelingsruimte over voor ondernemende individuen en omdat BON de leraar binnen de vier muren van het klasselokaal als kleine zelfstandige ziet zou zij moeten uitzoeken hoe dat gebruik van die ruimte gemaximaliseerd kan worden. Zou bij voorbeeld een leraar zoals een kleine zelfstandige ondernemer met een eenmansbedrijfje een contract met een schoolbestuur kunnen sluiten om een klas vol leerlingen binnen één jaar een bepaalde hoeveelheid leerstof bij te brengen?. Zoals een particulier of een woningcorporatie aan een aannemer de opdracht geeft om in een huis nieuw sanitair aan te brengen of een garage aan een huis te bouwen? Wat nu steeds meer gebeurt is dat een leraar niet in dienst is van een school maar door een intercedent wordt uitgezonden? Voor een leraar het toppunt van machteloosheid. Voor de leraar is het veel interessanter om, beschermd door een organisatie van medeleraren die in dezelfde situatie verkeren, zelf met een schoolbestuur te onderhandelen over voorwaarden. De schoolbesturen zijn via hun raden immers ook georganiseerd.
Om dit te bereiken zou er natuurlijk eerst een machtsstrijd met de schoolbesturen plaats moeten vinden. Maar de grootste handicap is de belastingwetgeving die ongunstig is voor free lancers en te vaag is wat betreft haar toepassingsregels. Van de belastingdienst kun je niet te voren een garantie krijgen dat je als je iets zus en zo doet je onder bepaalde regels valt. Zou BON daar niets aan kunnen doen? Het is immers fair dat als de scholen ondernemertje mogen spelen ook leraren dat recht krijgen.
Seger Weehuizen
Reacties zijn gesloten.
Collectieve onderhandeling
Zo een organisatie van medeleraren opgericht met de bedoeling om met de schoolbesturen te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden bestaat al: de vakbond.
Helaas zijn de klassieke vakbonden in het onderwijs (Aob en CNVO) onderdeel van het probleem. De bestuurders van deze vakbonden hebben meer op met de schoolbesturen dan met de leraren.
Schoolbesturen
Mark, juist het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voorgezet Onderwijs is op bestuursniveau verweven met de VO-raad (en met IVLOS/FI).
Joost Hulshof
Vakbond
Tja, die vakinhoudelijke verenigingen zijn ook een ‘vakbond’ geworden. Blijkbaar waren de Aob en CNVO toch nog iets te zelfstandig voor de besturen. Met niet-traditioneel doelde ik op LIA, niet op PVVVO.
Als een vakbond genoeg leden
Als een vakbond genoeg leden heeft dan krijgt zij vanzelf ook invloed.
Hoe zit het met het aantal leden van LIA?
Tip voor de webmaster van LIA: wanneer je via Google op die website klikt dan wordt het laden van de ´homepage` van de website bij een normale beveiliging van de browser automatisch geblokkeerd, je moet eerst nog toestemming geven aan je browser om die homepage te laden doordat je op www.lerareninactie.nl/ wordt doorgestuurd naar www.lerareninactie.nl/home
In het belang van laagdrempeligheid zou ik daar eens even naar kijken (zien dat de homepage zelf geïndexeerd wordt door google of van www.lerareninactie.nl de homepage maken), je weet maar nooit ofdat je mensen hiermee afschrikt om die website te laden.
LIA: leden en website
@Bart
LIA heeft ongeveer 500 leden. We groeien tergend langzaam, maar we groeien en onze invloed groeit – durven we te stellen – meer dan proportioneel. Dat de vakinhoudelijke verenigingen ook ‘vakbond’ zijn geworden is betreurenswaardig. Ik ben lid van Levende Talen omdat ik graag op de hoogte blijf van de ontwikkelingen in het vak waar ik les in geef en omdat ik graag wil dat zij opkomen voor de belangen van dat vak.
Voor het behartigen van de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden van de leraar in het voortgezet onderwijs is LIA opgericht. Dit is een taak die bij een vakbond hoort en niet bij een inhoudelijke vakvereniging. Iedere leraar zou eigenlijk zowel lid van een vakbond (uiteraard liefst LIA) als van een vakvereniging moeten zijn. Wat mij betreft zou het laatste zelfs een automatisme moeten zijn.
Je technische tip geef ik graag door aan de webmaster. Op de plekken waar ik zelf inlog heb ik deze hinder nog niet ervaren.
Teja Bodewes
secretaris LIA
Oprichten van vereniging
Waar een wil is, is een weg. Denk aan de vereniging Beter Onderwijs Nederland. Oprichten van vereniging*.
Hire and Fire
Scholen en SchoolBesturen verkondigen weliswaar ambities waarvoor het hebben van een team van vaste medewerkers gewenst is maar ze houden graag zelf de touwtjes in handen en willen zich graag van deloyale medewerkers ontdoen. De onderwijsbonden kunnen of willen daar weinig tegen doen. Intercedenten zijn bij SB populair want zo zijn leraren gemakkelijker te ontslaan. Schoolbesturen willen easy hiring, easy firing en eigen bevoegdheidseisen. Zo lang regelgeving i.p.v. productcontrole domineert kunnen SB Schoolbesturen hun gang gaan. Deze voor een markeconomie binnen een vermarkte bedrijfstak atypische toestand zal bij stagnerende economie niet blijven bestaan. Als zelfstandige ondernemers zouden dan leraren, beschermd door en samenwerkend in een juridisch bureau, zelf een contract met een schoolbestuur kunnen opstellen en afsluiten. Zodra onderwijs weer resultaatgericht wordt kan eenieder die voldoende kennis heeft van het te doceren vak en in staat is om die kennis over te dragen aan de betreffende doelgroep les gaan geven als hij er zin in heeft en ook weer mee ophouden. Scholen worden om hun bestaan veilig te stellen gedwongen om leraren op bekwaamheid te selecteren in plaats van op hun Gefüglichkeit. Lesbevoegdheid gaat weer van de kennis van het te doceren leervak afhangen (want die is onontbeerlijk om goed les te kunnen geven) maar voor de rest geldt de bekwaamheid, het gebleken vermogen om die kennis over te dragen. De schoolbestuurders en hun managers hebben immers ook geen bovenbaasbevoegdheid en worden aangenomen op grond van veronderstelde bekwaamheid. Een beginnend leraar kan zo van school naar school zwerven en eventueel na een paar jaar op zijn eigen voorwaarden bij een school in vaste dienst komen. Net als zijn bazen.
Seger Weehuizen