Algemeen Dagblad: basisschoolklassen van 24 naar 27 leerlingen

Het Algemeen Dagblad heeft een artikel waarin staat dat basisschoolklassen groter worden:

De PO-raad gaat uit van een groei van het huidige gemiddelde van 24 naar 27. Die groei heeft direct te maken met het snijden in het personeelbestand.

31 Reacties

  1. Ook de NRC schrijft hierover:
    www.nrc.nl/nieuws/2011/08/15/scholen-vrezen-overvolle-klassen/

    “Er moet veel meer geld voor nascholing en extra onderwijsassistenten komen”, zo vindt basisschooldirecteur Peter van Bergen. “Als hierin niet geïnvesteerd wordt is er een reële kans dat scholen vastlopen en ze kinderen die extra zorg nodig hebben eigenlijk nier meer kunnen opvangen.”

    Geld voor nascholing is 1. Kwaliteit van nascholing is 2. Als aan 2 niks gebeurt is 1 zinloos. De sectorraden hebben Den Haag ervan weten te overtuigen dat er met de nieuwe kennisbases van de HBO-raad voor de lerarenopleidingen een flinks stap vooruit is gemaakt. Zie in dit verband

    www.beteronderwijsnederland.nl/node/7786

    Extra geld dient zeker niet via de sectorraden besteed te worden.

    Joost Hulshof

    • Extra onderwijsassistenten…
      …zijn bij frontaal onderwijs helemaal niet nodig.
      Frontaal onderwijs is bovendien goedkoper.
      Een bord en een krijtje en een goede leraar voor de klas.

      • Waarom was bijscholing vroeger niet nodig?
        De goed opgeleide onderwijzers van vroeger kregen voor zover ik weet nooit bijscholing. En toch bleven ze het maar goed doen.
        Seger Weehuizen

        • Logisch
          Toen was een goede opleiding op het juiste niveau een noodzakelijke voorwaarde om voor de klas te mogen.

      • Bord en krijtje
        zijn afgeschaft onder regie van de sectorraden (Hals, lees voor mijn part CDA-bestuurders). Bij de laatste verkiezingen was ik weer eens op de oude basisschool van de kinderen. Alle schoolborden zijn nu weg, vervangen door sowieso al veel te kleine smartboards, waarop niet te werken is en vooral ook niet geschreven wordt. Deze ontwikkeling is voor een groot deel te danken aan het Freudenthal Instituut dat vakinhoudelijke verenigingen er toe heeft weten te brengen hun vak aan fabrikanten als Texas Instruments te verpatsen.

        Bij SLO ga ik op 12 september een voordracht geven over doorlopende leerlijnen, met breukrekenen als casus. Ook bij SLO behoort een schoolbord niet meer tot de uitrusting.

        De volgende ontwikkeling: alle boeken digitaal in je Apple (van harte welkom bij de foute club?) gadget. Door boeken bladeren, laat staan door twee boeken tegelijk, wie doet het straks nog? En hoe leer je dat eigenlijk? Een andere discussie wellicht, maar het overzicht dat een schoolbord, of een echt bureau met ruimte voor een paar boeken kan bieden lijkt me een overlap.

        Joost Hulshof

      • eens, Hals, maar
        Zo denk ik ook over onderwijs. Met betrekkelijk eenvoudige middelen kan een leraar in het bezit van veel kennis (en natuurlijk didactische bekwaamheden; maar daar gaan we van uit) goed onderwijs verzorgen met tevens goede resultaten.
        Het schoolbord is zoveel directer dan het flauwe licht van een namaakschoolbord. Intussen lijkt het me wel erg handig om, tijdens een les, even een aardig filmpje van google tevoorschijn te toveren.

        Maar de politieke maatregel beschouw ik wel als een berg die een keutel baart.
        Nu zitten er al vele jaren zo verschrikkelijk veel mensen zich te buigen over het onderwijs waarbij tonnen rapporten tevoorschijn werden getoverd, en dan rolt DEZE maatregel eruit.

        Speciaal onderwijs afknijpen, speciale kinderen naar de reguliere basisschool sturen, en dan ook nog de klassen gaan vergroten! Hoe verzin je het.
        Dat gaat dus betekenen dat 4 of 5 kinderen ‘voor spek en bonen’ in de klas zitten. Want als 5 kinderen persoonlijk onderwijs nodig hebben naast de ‘gemiddelde’ groep, en als hoogbegaafden ook hun eigen programma moeten kunnen volgen, heeft 1 juf/meester tijdens 1 les zo’n 7 niveaus te bedienen. Dat gaat niet werken.
        Ik ben eigenlijk net zo verbaasd als toen ik hoorde dat de MAVO werd afgeschaft.

        Een gemiddelde klassegrootte van 27 betekent dus ook dat er klassen komen van 30 en meer kinderen. Zulke klassen kun je alleen effectief lesgeven als er sprake is van een redelijke homogene groep.
        Willen individualiseren binnen zulke groepen vraagt het onmogelijke van de gemiddelde juf/meester.
        Extra handen in de klas betekent ook extra werk voor de verantwoordelijke juf/meester. En extra begeleiding blijkt altijd veel incidenteler te zijn dan op het speciale onderwijs het geval kon zijn, met z’n speciale aandacht gedurende ALLE lessen.
        Waarna bij de nieuwe situatie voor de speciale kinderen m.i. veel spek-en-bonen-tijd resteert.
        Een verlies-verlies situatie’
        Ik vind dit verkeerd, ondanks mijn sympathie voor dit kabinet.

  2. “kleinere klassen zijn niet beter”
    Het wachten is nu op iemand die in de kranten gaat roepen dat uit internationaal onderzoek is gebleken dat kinderen in kleinere klassen niet beter presteren dan in grote. Dat onderzoek wordt altijd gretig aangehaald, maar ik heb het nooit kunnen vinden en zou graag willen weten of in dat onderzoek van vergelijkbare omstandigheden is uitgegaan. Hoogstwaarschijnlijk wel.

    Terwijl ik sterk vermoed dat bij kleinere klassen de leraren beter zullen worden. Ik ken mensen die het onderwijs niet zijn ingegaan “omdat ik niet moet denken aan dertig pubers voor m’n neus”. Bij significant kleinere klassen heb je kans dat het leraarsberoep aantrekkelijker wordt, de leerlingen betere leraren voor hun neus krijgen en medunkt dat hun prestaties dan wel degelijk omhoog gaan.

    Dat kinderen in een kleinere klas, die les krijgen van dezelfde minkukel, niet beter gaan presteren wil ik best geloven. Maar is al eens onderzocht of kleinere klassen ertoe kunnen leiden dat we meer niet-minkukels voor de klas krijgen, daar ben ik benieuwd naar.

    • kleinere klassen dus meer docenten
      Kleinere klassen, dus meer docenten. Wedden dat die niet worden gerecruteerd uit de groep hoog opgeleide docenten zonder baan?

      Gelijkblijvende omstandigheden zijn er dus (bijna per definitie) niet. Geef mij maar grotere klassen met goed klassikaal onderwijs, gegeven door goed opgeleide docenten.

      Dan mag desnoods het aantal lesuren minderen. Beter 800 goede lesuren dan 1040 matige.

      • Grotere klassen met goed klassikaal onderwijs
        gegeven door goed opgeleide docenten en dan spreek ik over het basisonderwijs, desnoods met minder lesuren, is een vrome wens. De realiteit gaat steeds meer bestaan uit grotere klassen met leerkrachten op MBO niveau en ’n groeiend aantal kinderen die eigenlijk een speciaal onderwijs nodig hebben. Dat is de basis waar het voortgezet onderwijs het mee moet doen. Jammer genoeg bestaat er vanuit BON alleen ’n theoretische interesse voor het basisonderwijs. Het bungelt erbij, terwijl het het fundament van het onderwijs is.

        • alleen theoretische interesse?
          Leo, kun je deze kritiek toelichten? Is dit een verwijt aan het bestuur of aan de forumdeelnemers? Dat de basisschool als fundament is weggeslagen is wel duidelijk. De sectorraden hebben Den Haag ervan weten te overtuigen dat daar met de nieuwe kennisbases voor de PABO nu wat aan gedaan is. Zoals je weet is dat voor rekenen beslist niet het geval, integendeel. Ook op het taalstuk hebben we inhoudelijke kritiek gegeven die genegeerd is. Of doel je juist daarop met “alleen theoretische interesse”?

          Joost Hulshof

          • In mijn geval is er sprake van praktische interesse,
            omdat ik veel vervangen heb op 25 basisscholen in Eindhoven. De discussie dient wat mij betreft niet te gaan over de grootte van klassen, de opleiding van juffen of de polemieken over hoe staartdelingen wel of niet opgelost moeten worden. De discussie zou moeten gaan over de verandering van (HBO) onderwijzer/juf, voor een redelijk homogene groep kinderen, naar (MBO) juf, voor ’n steeds grotere groep kinderen waarvan ’n groeiend deel eigenlijk speciaal onderwijs nodig heeft.
            Dit is met WSNS begonnen en gaat gewoon (passend onderwijs) verder. Juffen vallen om/worden zwanger en nieuwe cohorten juffen staan (helaas) klaar. Er moet alsmaar meer bezuinigd worden, de oplossingen worden alleen gezocht van achter beeldschermen, dus tel uit je winst. Alleen verlies dus en BON houdt zich alleen bezig met vervolgonderwijs en hoger.
            Helaas zal de toekomst mij gelijk geven.
            Groet, Leo.

          • @Leo
            Passend onderwijs heeft wel degelijk de aandacht, maar misschien niet zo op het forum.

            Met vriendelijke groet, Joost Hulshof

          • @Joost.
            Als WSNS en “passend onderwijs” zo’n enorme negatieve invloed op het basisonderwijs hebben, waardoor dus automatisch het hele secundaire onderwijs en verder vastloopt, lijkt het me noodzakelijk om daar te beginnen.
            Een forum als dit, zou zich daarom eerst moeten richten op dit fundament. Worden die bezuinigingen daar niet teruggedraaid, heeft immers verdere inspanning geen zin. Een lekkende vijver wordt alleen gerepareerd door het lek te dichten. Eindeloos blijven bijvullen zal zinloos blijven.
            Groet, Leo.

          • Leo, ik herken wat je
            Leo, ik herken wat je schrijft. Op de een of andere manier zijn er weinig basisschoolleraren hier op het forum. Zelf ben ik goed bekend met basisonderwijs. Wat nu staat te gebeuren is rampzalig: onwerkbare klassen door teveel en (teveel) speciále leerlingen. Ja, Leo, wat mij betreft ook: ‘Helaas, de toekomst zal jou gelijk geven.’

            Gisteren en vorige week ook nog ‘Levy’ gezien?
            Wat mij het meest verontrustte waren de opmerkingen her en der ná de programma’s. Bijna allemaal stuurlui die aan wal staan, dus NIET werkzaam voor (is ‘in’) de klas met alle verantwoordelijkheid die daar bijhoort. Ik geloof mijn oren en ogen gewoon niet. Wat is Nederland toch een achterlijk land geworden.

        • En respect
          En docenten moeten respect en stilte mogen eisen van een klas. Gebabbel en geloop door de klas moet gewoon strict verboden zijn. Dan kunnen de lessen veel beter verlopen. Er is vééééél te weinig aandacht voor het ordeprobleem. Dat is geen probleem van docenten; da’s een probleem van de lerende jongeren.

          Het leraarsberoep is vooral onaantrekkelijk vanwege het vooruitzicht dat je gigantisch veel energie moet investeren om in 10% van de tijd een piepklein beetje les te mogen geven.

          1: Rust en orde in de klas
          2. Jongeren moeten bereid zijn te investeren in school: tijd, energie (en geld). Zonder dat géén diploma en een slechtere start in de maatschappij
          3. Jongeren die wel willen, maar niet kunnen worden geholpen (bij voorbeeld in het speciaal onderwijs of met extra geld als ouders nalatig zijn)
          4. Jongeren die niet willen krijgen een aparte mogelijkheid om hun leerplicht (tot 16) te vervullen en gaan zo snel mogelijk werken.

      • zoistmaarnet
        … ist es deshalb kontraproduktiv, wenn nun irrtümlicher Weise angenommen
        wird, dass auch in Klassen mit 30 oder gar 40 Schülern vollwertiger Unterricht möglich sei.

  3. Passend onderwijs
    Grotere basisschoolklassen inclusief passend onderwijs.

    Dat wordt een feest voor de onderwijzers.

    • Gepast onderwijs
      Op naar de naoorlogse norm van veertig tot vijftig leerlingen per klas; en de meester met een rietje en de plak.

      • Onzin, Hendrikush…
        Toen werd er gewoon strak georganiseerd lesgegeven, ook zónder rietje en zónder plak. Hoewel een draai om je oren toen wel mocht. Dat blijkt volgens de nieuwste inzichten minder schadelijk dan geestelijke kwelling of dwang.

        • Die 27 leerlingen is een gemiddelde
          Groepen met meer dan 30 leerlingen, ook combinatiegroepen, zijn allang geen uitzondering meer. Een stukje praktijk:
          Combi 5/6, 33 leerlingen, niveau varieert van eind groep 3 tot midden groep 7, dat verschilt per vakgebied.
          Per groep voor 4 vakken (rekenen, spellen, begrijpend en technisch lezen)
          3 groepsplannen (instructieniveaus), dus 24 stuks, daarnaast nog de individuele handelingsplannen (IHP) voor 2 dyslecten (1 in groep 5 en 1 in groep 6), 1 IHP voor een kind met een taal/spraakstoornis en 1 IHP voor een kind met ernstige rekenproblemen, meer is organisatorisch niet mogelijk. Dan zijn er nog 4 kinderen met een taalachterstand en 1 kind dat de taal nog aan het leren is (pas een jaar in Nederland).
          Je zou haast zeggen “gelukkig” is er een leerling met een ASS en met haar als excuus wordt een zeer strikt schema gehanteerd, is alles voorspelbaar en zeer consequent. Deze strakke organisatie en planning komt alle kinderen, ook die met “gedrag”, sociale problemen enz. ten goede. Het wil natuurlijk niet zeggen dat alles altijd op rolletjes loopt, maar gegeven de omstandigheden gaat het heel aardig.
          Toch is daar ook het gevoel dagelijks tekort te schieten, niet in kunnen springen op problemen die wel worden geconstateerd, maar niet op dat moment kunnen worden verholpen, mede dankzij 28 “plannen” die niet alleen organisatorisch maar ook administratief veel tijd vergen. Dan zijn er nog schriften die nagekeken moeten worden en de vele andere (bij)zaken die moeten gebeuren.
          Dit is alleen nog WSNS en opbrengstgericht, vanaf volgend jaar moet het ook nog gaan “passen”.
          Een onderwijsassistent….waar kon je die ook alweer krijgen????
          Marina

          • Onderwijsassistenten
            In vervlogen tijden waren er “kwekelingen met akte”. Ze hadden de kweekschool (voorganger van de huidige P.A.) doorlopen en werkten helemaal voor niets totdat het “hoofd der lagere school” hun bekwaamheid had beproefd en er een plaatsje in de schoolbezetting vrij kwam. Bijvoorbeeld omdat een onderwijzeres ging trouwen en daarom werd ontslagen.

          • Re:Marina..vanzelfsrekend ken ik je verhaal….
            Wellicht is het daarom beter andersom te werken om de problemen vóór te zijn.
            Mijn klassen zijn ook boordevol, maar ik doe niet aan uitzonderingen en ook niet aan administratie met gevolg dat ik tijd genoeg en over heb.
            Je zinsnede ‘Toch is daar ook het gevoel dagelijks tekort te schieten…’ duidt op een gevarenzone, die kan leiden tot frustratie, uitputting en een stresssyndroom.
            Daarom zou je, als het kan, vandaag nog resoluut het roer om moeten gooien.

          • Re: Hals….het roer omgooien???
            Het lijkt zo cliché, maar ik had echt een collega die dit inderdaad deed: geen uitzonderingen maken en weinig tot geen administratie. Hoe was het toch mogelijk dat zij dagelijks om half vier naar huis ging en ik tot vijf uur werk had?????
            Inmiddels werkt zij niet meer en nee…..het ontslag was niet geheel vrijwillig.
            Dit zijn ook de stereotypen waar men het “afgunstig” over heeft als: “die leerkrachten, die eens moeten stoppen met zeuren over werkdruk, die leerkrachten met die lange vakanties en korte werkdagen.”

            Ik ben het in zoverre met je eens dat je jezelf moet beschermen, dat probeer ik ook te doen, al lukt dat niet altijd.
            Het gevoel tekort te schieten heeft meer te maken met kleine dingen, keuzes om naast het schema even tijd te maken om de ene groep of dat ene kind even wat extra aandacht te geven, maar er is nóg een groep en nóg 32 kinderen die de aandacht ook nodig hebben en daar zou ik een onderwijsassistente goed bij kunnen gebruiken. Het wel en wee van mijn leerlingen gaat mij aan het hart en dat is misschien geen wijsheid, maar dat is een beetje mijn aard en dat wil ik eigenlijk ook niet afleren, dat maakt het vak ook boeiend.

            Marina

          • Pas op
            Een ‘meelijdende’ arts is niet beter dan een ‘meelevende’ arts.
            Bewaak je (tijd-)grenzen en houd afstand van je ‘patiënten’.

          • Re: Marina…methodiek veranderen…
            Toch zou je op korte termijn je methodiek moeten veranderen, anders haal je beslist je vijfenzestigste niet.

  4. Herhaling van zetten
    Ik zie geen enkel aantoonbaar voordeel aan het verhogen van de klassengrootte behalve dat daarmee de bezuinigingen kunnen worden doorgevoerd. Alle andere argumenten lijken mij er met de haren bijgesleept en zijn verder een herhaling van zetten. Het is geen onderwijskundige maar een staatsboekhoudkundige kwestie.
    Er schijnt een onderzoek van Mckinsey te bestaan dat zou aantonen dat factoren als klassengrootte en het aantal lesuren totaal onbelangrijk zijn. Ik herhaal ook maar wat ik eerder hierover op dit forum zei(15-1-2009). Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Maar, zeg ik nu, het legitimeert wel iedere verhoging van de klassengrootte.

    • De klassen groter maken is
      De klassen groter maken is gemakkelijker dan meer studenten tot leraar op te leiden. Ik vind het jammer dat de overheid er geen werk van maakt om:
      – meer leraren op te leiden
      – betere leraren op te leiden

      Persoonlijk zou ik het als volgt aanpakken.
      – stapgewijs de toelatingscriteria voor de PABO aanscherpen: eerst HAVO of MBO met een goed gemiddelde verplichten, vervolgens bepaalde vakken verplicht stellen (wiskunde B, natuurkunde, scheikunde en biologie)
      – tegelijk het curiculum van de PABO veranderen: meer nadruk op vakinhoud, minder nadruk op pedagogie (ook belangrijk maar houd het beperkt tot maximaal 20% of iets dergelijks)
      – als het nodig is de salarissen van leraren verhogen en de arbeidsomstandigheden van die leraren verbeteren (waaronder autonomie)

      Het resultaat zou moeten zijn dat betere leerlingen voor de PABO kiezen en dat we betere leraren en meer mannelijke leraren voor de klas krijgen. In het begin krijg je misschien een kleiner aantal leerlingen op de PABO’s maar na die overgangsfase zullen de PABO’s meer leerlingen krijgen doordat ze in een grotere vijver kunnen vissen: leerlingen die nu nog de PABO’s onaantrekkelijk vinden (te veel pedagogisch gezwets, te feminien, te laag niveau, te laag salaris voor het lerarenvak) gaan wel interesse krijgen met die verbeterde opleiding en de betere arbeidsvoorwaarden en het selectievere karakter trekt betere leerlingen aan aangezien geselecteerd worden prestigeverhogend werkt. Zie bijv. de sterke toename van het aantal aanmeldingen voor een bepaalde opleiding naarmate die opleiding strengere toelatingscriteria hanteert (geneeskunde in Vlaanderen, Americaanse en Engelse universiteiten).

Reacties zijn gesloten.