Wie kent de CBEgroup?

In de berichtgeving over het Da Vinci College in Purmerend komt de naam van de CBE group Nederland. Wie kent deze club?
Op de website staat o.a.: CBE HR maakt onderdeel uit van CBE International, een internationaal netwerk van lokale partners dat zich met name richt op strategie, organisatie en HRM adviestrajecten en de werving en selectie van personeel. Met lokale partners in Vietnam (CBE Vietnam), Suriname (CBE Caricom) en Mozambique en Angola (CBE Southern Africa)..

Een opmerkelijk allegaartje van internationale vestigingen.

Ook:
CBE presenteert Navigatieplan hoger onderwijs


Op de Amsterdamse Studiemarathon heeft CBE het Navigatieplan hoger onderwijs gepresenteerd aan PvdA-fractievoorzitter Job Cohen. Gevat in een two-pager levert het Navigatieplan een ambitieus alternatief voor het huidig hoger onderwijsbeleid.

134 Reacties

    • BON
      Ze noemen BON ook nog, wij zijn blijkbaar ‘de nieuwe orthodoxie’.

      Opvallend: drs. Henk Post, directeur VO Ministerie OCW, is ook verbonden met deze onderwijskamer. Het lijkt mij toch niet de taak van zo een man om zich voor deze geldklopperij te lenen…..

      • er wordt ook nog gesuggereerd
        “De samenleving verandert, kinderen veranderen en daarom zal onderwijs wel moeten veranderen”.Met evenveel (on)logica kan bovenstaande zin eindigen met EN DAAROM MOETEN WE ER VOOR WAKEN DAT DE HOGE KWALITEIT VAN ONS ONDERWIJS NIET WORDT AANGETAST.
        “De veranderingen in het onderwijs gebeuren vaak ongepland en misschien niet tijdig en effectief genoeg”. Deze zin kunnen we ook wel veranderen in SLECHTE VERANDERINGEN IN HET ONDERWIJS VINDEN MEESTAL MET VOORBEDACHTEN RADE PLAATS; ZE ZIJN NAAR HUN AARD OP GENERLIJ PLAATS EN TIJD GEWENST EN VAAK KATASTROPHAAL IN HUN EFFECTIVITEIT. Leidende maar niet gezaghebbende oriëntaties zou men met “gezag”in de betekenis van “overtuigende kracht” vooral in een dictatuur verwachten.
        Vooral kwalijk vind ik dat het CBE suggereert dat BON geen “goed onderwijs gebaseerd op maatschappelijke verantwoording” wil.
        Welke associatie zouden de makers van het reklameproza gehad hebben toen ze als doelgroep portefeuillehouders [in het] onderwijs noemden? Geen portfoglio denk ik.
        Seger Weehuizen

      • En waar gaat het over
        tijdens die 9 hele en dure dagen? Percepties, emoties, management, social learning, orientaties, attitudes, concepten e.d. Psychologie en prietpraat over ‘de maatschappijlke verantwoording’. Dit alles zou de school enorme verbeteringen gaan brengen!
        Intussen krijgt het neo-klassikale onderwijs een sneer, terwijl dat onderwijs nog altijd het meest gangbaar is en nog voor een laatste restje kwaliteit weet te zorgen.
        Negen dagen in therapie en reflectie. Psychotherapie is een ‘modern’ (ander taalgebruik dan in de jaren zeventig) jasje?

        Gelukkig zijn dit soort cursussen vrijwillig. Ik vrees echter dat mensen als McDaniel graag dit soort humbug willen verplichten bij de nascholing van leerkrachten.

        • Declarabel
          Hartstikke declarabel hoor, dit soort met luxe omrand gebabbel door hobbyisten zonder ervaring en vakkennis.

  1. ESB, Job Cohen en ho
    CBE innoveert mensen, en helpt graag om organisaties sinds 1986 te professionaliseren. Werkelijk een gat in de markt: met terugwerkende kracht professionaliseren. Zouden we deze lui kunnen vragen het CGO sinds 1986 weg te professionaliseren?

    Zou Job Cohen zich een oor laten aannaaien? Hij is staatssecretaris ho geweest, anders dan de huidige staatssecretaris met een stevige staat van dienst. Enige jaren daarvoor legde hij PvdA-ideeën over hoger onderwijs vast:

    M. J. Cohen en anderen (1990). Hoger onderwijs in de jaren negentig. Een sociaal-democratische visie op het stelsel van hoger onderwijs en wetenschapsbeoefening. Wiardi Beckman Stichting.

  2. CBE en BON
    De CBE groep noemde in 2007 BON ook al. Zie het artikel (met titel ‘Beter onderwijs vraagt om lerende docenten’) op pagina 3 van hun foldertje.

    Er is ook nog een alumnidag flyer uit 2000 waarin staat:

    Er zijn veel signalen die erop wijzen dat Nederland zich op een kantelpunt bevindt met als inzet de toekomst en vormgeving van het maatschappelijke middenveld. Niets minder dan de wijze waarop onze democratie is georganiseerd staat ter discussie. En wie heeft er de regie in dit debat? Laten we de politiek beslissen hoeveel bezuinigd gaat worden op onderwijs of mobiliseren we zelf voldoende kracht om juist nu grote investeringen af te dwingen om het primaire proces sterk te verbeteren en om nieuwe scholen te bouwen?

    De CBE groep wil blijkbaar de politiek buitenspel houden en zelf alle beslissingen nemen (met CBE-vrienden Sjoerd Slager en Kete Kervezee van de VO-raad en PO-raad).

    Een hele gevaarlijke en enge club die CBE-groep.

    • Laten wij innoveren!
      Het Strijdlied van de Internationale Arbeidersbeweging (1892) kan weer uit de mottenballen. De verworpenen der aarde zijn altijd weer een handig wapen in de strijd om de alleenheerschappij van de voorhoede te vestigen.

      …….en de Internationale
      zal morgen heersen op Aard

      De wereld steunt op nieuwe krachten
      begeerte heeft ons aangeraakt…

      • “Een opmerkelijk allegaartje van internationale vestigingen.”
        Vietnam*, Mozambique* en Angola* hebben sinds half jaren zeventig van de vorige eeuw een maatschappelijke beweging met elkaar gemeen. De Nederlandse ontwikkelings-samenwerking heb ik (nog) niet kunnen vinden. De CBE Groep doet er *innovatieprojecten*. Het betreft democratiën* met eensgezindheid.

        Ontwikkelingssamenwerking kan een hoog goed vertegenwoordigen. De managing partner* (1956, pedagogische academie, onderwijskunde, PvdA) Amsterdam office*; de bestuursvoorzitter Amsterdam*, ‘schaduw-SG’* c.s. innoveren.

        De CBE Groep zal inkomsten van bijeenkomsten delen met vestigingen*. Beroeps-onderwijs in Suriname*.

      • “Een opmerkelijk allegaartje van internationale vestigingen.”(2)
        “Sinds 2000 maakte OCW gebruik van maar liefst 98 bureaus voor organisatieadvies en interim-management, meldt het ministerie desgevraagd. Opvallend aanwezig, zeggen veel ambtenaren, was tot voor kort vooral CBE Group van Pim Pollen. De huidige plaatsvervangend secretaris-generaal, Diane Keizer-Mastenbroek, kwam bij het ministerie binnen via de headhunters van CBE. De directeur onderwijs van CBE, Olaf McDaniel, werkte tot acht jaar geleden op het departement. Het bureau voerde in de periode juni 2001-december 2003 projecten uit voor in totaal 5.574.642 euro. De gemiddelde uurprijs van consultants bij deze projecten was 173 euro. Pollen bestrijdt dat hij duur is: ,,Een consultant is goedkoper dan een ambtenaar met wachtgeld, dat vergeten mensen altijd.” – Wie heeft hier de leiding?*, p. 6

        • Indertijd
          Het ministerie van Onderwijs stond in die tijd niet voor niets bekend als het Rode Bastion.
          Ook al zijn de ministers en staatssecretarissen van diverse politieke pluimage, ze hadden de leiding over een ministerie waar pvda ideeën het onderwijsbeleid in grote mate bepaalden. Mede dank zij het benoemingsbeleid van vKemenade en Wallage.

          • Inname door de Roden van een verlaten bastion
            Ik ben er niet zeker van dat dat helemaal juist is, Hendrikush. Ik herinner mij een bericht op de voorpagina van de NRC en commentaren op daarop volgende pagina’s dat de grote veranderingsprojecten werden uitbesteed aan een task force en bijna alle goede ambtenaren het departement van onderwijs verlieten omdat daar geen enkele eer te behalen viel. Misschien werd het een rood bastion nadat vrijwel alle bekwame en hoger geplaatste ambtenaren naar andere departementen waren gevlucht.
            Seger Weehuizen

          • CBE
            Seger, al die hoger PvdA ambtenaren waren naar die externe bureaus (zoals de CBE groep) gegaan aan wie de grote veranderingsprojecten werden uitbesteed. Konden ze een stuk meer verdienen dan bij het ministerie.

  3. CBE congres volgeboekt
    600 Aanmeldingen van bestuurders en schoolleiders voor congres in de Beurs van Berlage

    11 oktober 2011 – Making Shift Happen
    Op 11 oktober in de Beurs van Berlage organiseert CBE het Making Shift Happen-congres met onderwijsgrootheden als Michael Fullan, Andy Hargreaves en John West-Burnham die met elkaar en u in gesprek gaan over het Nederlandse onderwijs. Het congres is inmiddels volgeboekt!
    cbeacademica.nl/congres/

    Deze CBE groep richt zich volgens mij voornamelijk op het onderwijs. Eigenlijk lijkt het vooral het bureau van onderwijshervormer Olaf McDaniel te zijn. Bij een aanbevolen doorklik zag ik een interview met hem (op YouTube). Die moeite had ik me kunnen besparen. Een soort voorlezing uit ministerienota’s.
    Het bureau biedt ook een assessment met 300 vragen te verdelen over vier gekleurde compartimenten. Zoiets herinner ik me van een jaar of twintig geleden. Toen waren die compartimenten in vieren verdeelde hersenen.

    Een Amsterdams bureau met internationale contacten, ook in Purmerend en Haarlem.

      • Medeschuldig
        “Ik heb in het verleden een flink aantal jaren bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gewerkt. En heb daar o.a. het genoegen gehad om te mogen bijdragen aan de ontwikkeling van de regelgeving systemen in het hoger beroepsonderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs.”

        • Het bekende verhaal…..
          Volgens zijn linkedin pagina heeft Olaf McDaniel sociale wetenschappen gestudeerd aan de UVA (1977-1984) en is daarna bij het ministerie van OCW gaan werken (1984-1997) om vervolgens bij CBE terecht te komen (vanaf 1998). Op deze website staat:

          McDaniel is regelmatig adviseur voor het Ministerie van OCW op verschillende terreinen (o.a. nieuwe wetgeving hoger onderwijs, innovatie in het onderwijs, wetgeving voortgezet onderwijs, voortijdig schoolverlaten.

          Hij laat zich dus nog regelmatig door zijn oude vrienden bij OCW inhuren (vast tegen een veel hogere gage dan een ambtenaar krijgt).

          En het zal eens niet: Olaf McDaniel is fractievoorzitter van de PvdA in Leiderdorp.

          • politici bashen
            Mark,

            Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? Jij wilt onze democratie afschaffen? Mark79 waarschuwt voor de laatste keer alle ambtenaren en ex-ambtenaren die politiek vrijwilligerswerk doen?

            Je schrijft; Hij laat zich dus nog regelmatig door zijn oude vrienden bij OCW inhuren (vast tegen een veel hogere gage dan een ambtenaar krijgt).

            Wat is hier mis mee? Moet de overheid zijn deskundigheid in eigen huis houden, in plaats van deze te outsourcen? Zeg dat dan, in gewoon Nederlands.

          • Democratie afschaffen
            Nee hoor Ben, ik wil de democratie helemaal niet afschaffen. Dit citaat uit de flyer van CBE lezend willen zij dat het liefst wel.

            En ja Ben, ik vind het een probleem dat een ambtenaar ontslag neemt, bij een bedrijf gaat werken en zich dan door zijn oude ministerie in laat huren. De schijn heb je dan heel erg tegen je, dat zul jij toch ook moeten zien?

          • Ah, I see
            Dus de burger die liever niet afhankelijk is van overheidsuitkeringen is ook iemand die de democratie wil afschaffen? Eng hè?

            Jij veronderstelt dat CBE vooral bestaat uit oud-ambtenaren van OCW, en dat CBE vooral leeft van opdrachten van OCW.

            Zou je dat eens hard willen maken? Volgens mij is Olaf McDaniël de enige CBE-er die van OCW afkomstig is, wat geen schande is. En werkt CBE niet voor OCW maar voor het onderwijsveld.

            Kunnen we wel een beetje reëel blijven? In je eigen vak speculeer je er toch ook niet zomaar op los?

          • Idealist
            Van de gelijke spreiding van macht, inkomen en kennis is vooral dat laatste uitstekend gelukt: Iedereen krijgt nu hetzelfde vage onderwijs.

        • de woorden zijn anders: de wens nog steeds HNL
          Kennelijk heeft men een aantal kernwoorden nodig om bij de overheid het geld los te krijgen. Het vernieuwde onderwijs wordt nu met andere woorden aangeprezen dan, zeg, ruim dertig jaar geleden. Nu springt de geldbuidel open bij termen als ‘innovatief’, ‘duurzaam’, ‘creatief’, ‘uitval voorkomen’, ‘professionalisering’, ‘integratie’, ‘kansen voor de samenleving’, ‘een leven lang leren’ en meer van zulke lege hulzen.
          Intussen wil men nog steeds de leerling laten leren volgens een ‘Nieuw Leren’ model dat het uitstippelen van de ‘eigen’ leerweg (in hoeverre is een leerweg ‘eigen’?) als een soort ideaal ziet. Een slecht werkend systeem dat uitval zou helpen voorkomen. Intussen wordt het slecht werkende systeem aangeprezen waarbij tegelijk voor Nederland een toppositie in de wereld wordt beloofd.
          Wat een leegheid alom.

      • McDaniel wil ook al verplichte bijscholing
        Mijn ervaringen met bijscholingscursussen zijn niet geweldig; achteraf beschouwd waren ze vooral tijdverlies.
        Veel bijscholing dient ervoor om leerkrachten ‘rijp’ te maken voor de holle leuzen van het ‘vernieuwde’ onderwijs en om schijnoplossingen te bieden voor maatschappelijke modeproblemen (integratie, seksuele intimidatie, hoogbegaafdheid, burgerschap, duurzaamheid e.d.). Zelfs een bijscholingscursus Engels voor leerkrachten basisschool richtte zich vooral op allerlei leuke didactische werkvormen die konden worden toegepast. Echt goed Engels leren was er niet bij en het tekenen van een aanwezigheidsregister was voldoende om een certificaat te verkrijgen.
        Ik volgde twee keer een computercursus omdat ik echts iets concreets wilde bijleren. Ik heb er echter weinig mee gedaan.
        Als er op die cursussen echt iets concreets geleerd kan worden (inhoudelijk qua leerstof) kunnen zulke cursussen een verrijking zijn.
        Maar meestal is er sprake van veel lucht en leegte.

      • uitval helpen voorkomen
        Ooit was er op scholen een goede controle op het absenteisme en het leren van het huiswerk. Vernieuwers vonden die controle maar niks en wilden af van die gezagsstructuren. Dat willen ze kennelijk nog steeds, want uitvallende leerlingen moeten in hun ogen niet gecontroleerd worden, maar vooral tegemoet gekomen worden: als zij hun eigen leerproces mogen bepalen zullen zij zich eindelijk ‘begrepen’ voelen en zullen hun talenten eindelijk de kans krijgen op te bloeien.
        Want traditioneel onderwijs met al die controle verstikt die leerlingen alleen maar. Dat is het beeld dat na veertig jaar nog steeds springlevend schijnt te zijn.
        Dat is als het bestrijden van de criminaliteit door iets niet langer crimineel te noemen. Uitval bestaat niet als de leerling de norm wordt, want uitvallen uit jezelf dat gaat niet. De leerling als norm en, voila, geen uitval meer.

        • Actueel: voortijdig schoolverlaten
          In de doelstellingen voor Europa 2020 is de vermindering van schooluitval opgenomen. ‘Paying lip service’ door bijvoorbeeld CBE Group Nederland aan OCW moet dus kunnen helpen.

          “(14) Met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel kan een Europees kader voor een breed beleid inzake voortijdig schoolverlaten de lidstaten behulpzaam zijn bij het evalueren van bestaand beleid, het opstellen van hun nationale hervormingsprogramma’s in het kader van de Europa 2020-strategie en het uitvoeren van strategieën met een hoog rendement en een goede kosten-batenverhouding. Het kan ook de basis vormen voor samenwerking via de open coördinatiemethode en als richtinggever voor het gebruik van EU–financieringsinstrumenten dienen.” – hier en EU 2020-strategie – hier .

          Speciale website van OCW – hier.

        • Onderwijs is nationaal beleid. O ja?
          In beginsel is het onderwijs een nationale aangelegenheid.

          De Europese Unie heeft een omweg gevonden in ‘aanbevelingen’ met deadlines aan lidstaten, zodat deze aanbevelingen door ambtenaren van nationale staten als ware het een wèl verplichte richtlijn kunnen worden uitgewerkt en aan het nationale parlement worden voorgelegd (liefst stemmen bij acclamatie) – hier.

          In dit soort gevallen wordt verwezen naar artikelen 165 en 166 van het Verdrag van de Europese Unie waarin o.m. de volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten tav o.m. inhoud en opzet van onderwijs(stelsel) worden genoemd – hier.

          Via deze constructie zijn ook CGL en kerncompetenties – ingevoerd.
          Aanbeveling 2008/C 111/01, Europees kwalificatiekader (deadline 2010)
          – hier en Aanbeveling 2006/962/EG, acht kerncompetenties; Europees referentiekader – hier en – hier en andere ‘EU instrumenten’ – hier en – hier.

          ‘Competence creep’, zie ‘L. Uitbreiding EU-bevoegheden’ – hier en ‘F. Het Europese Project; 2. Competence creep’ – hier.

          Enfin, een nieuwe loot aan de stam van de EU:
          AANBEVELING VAN DE RAAD van 28 juni 2011 inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten (2011/C 191/01) – hier.

          Let wel: op zich is het uiteraard prima dat omtrent schooluitval beleid wordt geformuleerd, ware het niet dat er (ook) een EU-luchtje aan hangt. Het is maar dat u het weet.

  4. CBE en Navigatieplan hoger onderwijs
    @2010

    Het CBE, de onderwijspoot daarvan, is een doodgewone adviesclub zoals er meerdere zijn in Nederland, die klussen doen voor iedere instelling die daaraan behoefte heeft.

    Je kunt natuurlijk dit CBE, met al die andere bureaus (zoals die van Jo Kloprogge) verantwoordelijk houden voor de huidige armoede in het onderwijs, en een bestuurscultuur die is losgeweekt van wat er op de onderwijsvloer gebeurt en nodig is, maar daar heeft de rest van Nederland dan bij staan kijken zonder in te grijpen. Natuurlijk totdat BON op het strijdtoneel verscheen.

    Wie het CBE wil aanpakken op argumenten, kan dat Navigatieplan voor het hoger onderwijs nemen. Subtitel: Kennis en innovatie als grondvest voor een grensverleggend Nederland. Totale lengte: 2 A4. Auterus: Pim Pollen, Jaap Oosterwijk, Max Patelski. Evidence-based: nee. Een enorme riedel van uitspraken en claims, die de lezer maar moet geloven (hoe hebben ze het allemaal op 2 A4 gekregen?). Is dit dan misschien een samenvatting van ‘Het Plan’? Nee, ik zie alleen deze 2 A4.

    Studiemarathon Comité’ tekent er eveneens voor. En bevestigt dat het om een two-pager gaat. Dat doet me denken aan die keer dat ik bij de VSNU solliciteerde: beleidsnotities mochten niet langer zijn dan een half A4-tje. Een two-pager vraagt dan wel een enorme investering van leestijd.

    Toevoeging: dat ‘Navigatieplan’ is geen CBE-stuk, en is van de website verwijderd.

    • Over de verantwoordelijkheid van dergelijke bureau’s
      De politiek en daarmee heel Nederland is verantwoordelijk voor de teloorgang van het onderwijs. “Wij” hebben het toegestaan.
      Toch verdeel ik de wereld graag in drie groepen:
      1. zij die daadwerkelijk aan de (politieke) knoppen hebben gedraaid waarmee de ellende mogelijk is gemaakt of waardoor de ellende is veroorzaakt;
      2. zij die dankzij deze mogelijkheden een dikbelegde boterham hebben verdiend als adviesbureau/trainingsinstituut/goeroe/quasi wetenschapper of bestuurder, kortom de groep die verdiend heeft aan de ellende zonder enige positieve activiteit te verrichten
      3. de groep van docenten en ouders die zich onvoldoende verzet hebben tegen de overname van hun beroep en verantwoordelijkheden door groep 2.

      BON is een aparte groep: de groep van mensen die zich verzetten, vaak ten koste van hun eigen professionele situatie.

      In termen van schuld (en hopelijk boete;-) leg ik de schuld bij groep 2. Het zijn de dieven die gebruikmakend van het feit dat de politiek justitie heeft afgeschaft en de burgerij naief de deuren openliet (of niet dorst te sluiten wegens bedreigingen) rovend en intimiderend de huizen zijn afgestroopt.

      Wat ik maar wil zeggen is dat het in mijn ogen meer is dan een losgezongen bestuurscultuur, het is erger, men werkt alleen aan de eigen portmonnaie en de eigen macht, niet aan datgene waaraan men zegt te werken: beter onderwijs. Het zijn de tweedehands autoverkopers in net pak die opgepoetste wrakken verkopen en daarna verdienen aan noodreparaties om die dingen tegen hoge kosten op de weg te houden. Het zijn de Jomanda’s die naieve mensen bedotten en werkelijke medische hulp ontraden ten faveure van ingestraald water, te betrekken bij de goeroe zelf. Dreigt de patient het loodje te leggen, dan is die niet gelovig genoeg geweest en heeft getwijfeld of onvoldoende zijn best gedaan met de opdrachten die uitgevoerd moesten worden.

      Het zal allemaal wel legaal zijn, maar ethisch is het beneden ieder peil. Wellicht zijn er binnen die groep een paar naievelingen die werkelijk menen dat ze het goede doen, maar die zitten niet op de bepalende posities.

      • Groep 4. cognitieve dissonantie
        4.a. De groep die heftig lijdt aan cognitieve dissonantie, en, na wakker geworden te zijn, zich ten opzichte van de ‘peer group’ en andere ‘stakeholders’ niet kan veroorloven een andere kant op te lopen. Redenen: carrière, subsidiestromen, vriendjes, groepshistorie, ijdelheid, macht, ‘group think’ en gebrek aan moed. Doorgaan op de gebaande weg. Gedeeltelijk te vinden in groep 2. van 1_1_2010.

        De ego-documenten van regisserende ‘babyboomers’ – de revolutionairen voor wie alles anders moest – zouden na hun pensioen op gang kunnen komen. De spijtoptanten die de wijziging van inzicht indertijd zelfs niet aan zichzelf durfden te vertellen. Zij kunnen nu met een nieuwe stroom meezwemmen en ‘sorry, excuus, het spijt me’ zeggen om de ijdelheid te strelen en het geweten te sussen. Of zich tezamen met hun sekte in verongelijktheid terugtrekken en een fles wijn in Frankrijk opentrekken. De teloorgang van idealen, en toch dat oude vuur nog willen voelen. Overstappen van onderwijsidealen naar ‘duurzaamheid’? 😉 Opportunisme moet kunnen om het vege lijf te redden.

        4.b. Hiernaast is er de (kleine?) groep die heftig is blijven lijden aan cognitieve dissonantie. De leden ervan houden elkaars hand stevig vast, zodat het geloof beleden kan worden in dikke studies. Hoe verder weg van de werkelijkheid, hoe beter. Woordenkunstenaars.

        Mooi artikel: Martin A.Kozloff, ‘Constructivism in Education: Sophistry for a New Age’, May, 1998. Hier.

        Mooi boek – in ieder geval de titel – geen interesse in een discussie over ‘links’ en ‘rechts’, wel over gesloten bastions -: Thomas Sowell, ‘The Vision of the Anointed, Self-Congratulation as a Basis for Social Policy’, 1995. Hier.

        • Dank: mooi artikel van Kozloff
          Ook in Amerika dezelfde problemen met ‘nieuw constructivitisch’ leren. Het artikel zet de onzin en leegheid van de (New-Age-achtige) vooronderstellingen van het constructivistisch onderwijs fraai op een rij.

          • Nederlandse vertaling van deel artikel Kozloff (1)
            www.onderwijskrant.be/docs/Constructivisme-Okrant-nr.-113.doc .

            Kozloff:

            Constructivisten beweren dat iets ‘waar is als het door de groep als waar wordt verklaard’. Dit is het installeren van ‘een tirannie van de meerderheid’ gemaskeerd door een quasi-therapeutisch jargon, waarin inzicht betekent instemming met de meerderheid en waarheid betekent conformisme.

            Constructivistische geschriften starten met een intellectueel oneerlijke en oppervlakkige kritiek op het instructiemodel. Deze vernietigende kritiek en karikatuur is een retorische truc waarmee de auteur dan zonder meer aanspraak maakt op moreel respect en de lezer ervan probeert te overtuigen dat hij belangrijke en verlossende dingen te zeggen heeft. Het instructiemodel wordt steevast geassocieerd met ‘technologisch’, ‘artificieel’, ‘onecht’, ‘versplinterd’, machtsuitoefening, bevorderen van externe controle en hiërarchie. Het constructivistisch model garandeert het ‘natuurlijke’, het ‘authentieke’, het niet versplinterde geheel.

            De constructivistische theorie berust op een mislukte combinatie van overlappende vanzelfsprekendheden en absurditeiten, lege woorden en poëtische metaforen. En een lange lijst met uitdrukkingen: b.v. ‘kennis is een constructie’. Afzonderlijk genomen zien de constructivistische voorstellen er vrij ondoordacht uit. Nemen we ze samen dan zijn deze voorstellen vergelijkbaar met het verbaal gedrag van een persoon die aan chronische schizofrenie lijdt.

            Bepaalde woorden en woordcombinaties worden door de vele constructivistische volgelingen slaafs herhaald als mantra’s. Deze mantra-methode kan een zeker gevoel van opluchting verschaffen aan mensen die weinig intellectuele inspanning willen leveren. Merkwaardig genoeg onderwerpen de constructivisten het constructivisme niet aan kritisch onderzoek. Wellicht weten ze zelfs niet hoe ze dat moeten doen.

          • Nederlandse vertaling van deel artikel Kozloff (2)
            Kozloff (vervolg):

            De constructivistische theorie berust grotendeels op fantasierijke beweringen omtrent leren:
            -De meeste van de kernbegrippen zijn vaag en dubbelzinnig.
            -De constructivisten maken geen onderscheid tussen de vele soorten kennis, de vele soorten leerprocessen, de leeftijd van de leerlingen.
            -Erger is nog dat de constructivisten niet in staat blijken om concreet te zijn. Ze blijven meestal steken in algemene en abstracte uitspraken. Constructivisten weten dus niet precies waarover ze aan het praten zijn als ze het hebben over constructie, kennis, leren, gesitueerde kennis.

            Typisch is ook dat constructivisten meestal hun betoog beginnen met autoriteitsargumenten. Alsof het om een soort geloof gaat, beroepen ze zich op losse citaten van filosofen, Piaget en natuurlijk ook Vygotsky. We merken dan dat de constructivisten heel zwak zijn in het begrijpen van hun ‘totemic ancestors’, en vaak willekeurig en opportunistisch passages knippen en plakken die hun afwijkende opvatting zouden moeten ondersteunen. Aandachtige lezing van de ‘verwante grondleggers van het constructivisme’ (Vygotsky, Wittgenstein, Plato etc.) wijst al uit dat de meeste van deze grondleggers het constructivisme niet zouden steunen.

        • Verdachtmaking
          Aha, een generalisatie over de babyboomers. Dat hoort niet! Het speelt weliswaar niet op de persoon maar suggereert met grote vanzelfsprekendheid een leugen over een hele generatie. Dat is een zeer onhygiënische manier van argumenteren.

          Ik ken er nog wel een paar: 95% van de verkrachters zijn mannen, bijna alle daders van financiële misdrijven zijn blank, alle privacy-overtredingen komen van medewerkers bij een krant. Zegt dat iets over mannen, blanken of journalisten?

          Forumdeelnemers toch: kom met argumenten en geef niet af op gehele groepen.

          • Terecht
            Het waren inderdaad meer mensen dan alleen de regisserende ‘babyboomers’. Laten we ook die erbij betrekken. Ik weet niet waar ik de allergie van gekregen heb. Ik vind hiernaast dat de termen ‘links’ en ‘rechts’ een hygiënische manier van argumenteren op weg helpen. 😉

            Hinke, hoe is BON in het begin behandeld? Vind je ook niet dat decennialang in één adem de termen ‘autoritair’, ’traditioneel’, ‘fascisme’ enz. oneigenlijk zijn gebruikt om discussies te winnen? Dat bevlogenen iedere discussie trachtten dood te maken (karaktermoord; buitenparlementaire actie)? En wie waren die mensen dan? Ik kan ze één voor één in gedachten uittekenen. Nadat je zoiets zeer vaak hebt waargenomen, komt er per ongeluk wel eens een generalisatie uit vallen. De goeden niet te na gesproken.

            Ik heb het in dit geval over de mensen die hoogdravende theorieën hebben bedacht waar de praktijk helaas niets mee kon. In mijn veldwerk ben ik een bepaalde geboortedatum (1945 en wat later), bepaalde studie (sociologie) en partijlidmaatschap (PvdA) bij toeval tegengekomen. Wat raar. Niet generaliseren.

            Ik ben het met je eens dat de gevleugelde term regisserende ‘babyboomers’ een subgroep onderwijsvernieuwlers vertegenwoordigt die, en nu hebben we het inderdaad over het onderwijs, oververtegenwoordigd is. We gaan inmiddels richting ‘flexicurity’ zonder pensioen.

            Volgende keer gaan we weer vol in op de foute ‘neoliberalisten’ in de geglobaliseerde EU-wereld. 😉 Volg de EU website, en zie hoe de besluiten tot stand komen. Je zult versteld staan dat er niet zomaar zondebokken zijn aan te wijzen.

          • Vermoeden
            Ik vermoed dat het grootste deel van de actieve BON-ners tot babyboomer gerekend mag worden (geboortejaar tot 1955) Misschien zijn het net mensen, die babyboomers. Er zit van alles tussen: linksen, rechtsen, mazzelaars, pechvogels, machtigen of onmachtigen.

          • Statistiek
            De navolgende mensen zijn sinds jaar en dag prominent aanwezig. Hoe zal de generatie erna het doen? Anders? De (mode)studie sociologie zal in ieder geval niet meer zo vaak als basis dienen voor een onderwijsloopbaan. Is het toeval?

            Jaap Dronkers 1945, socioloog, geen PvdA; Sjoerd Karsten 1940, socioloog, PvdA; Jozef Kok 1946, onderwijskunde; Fred Korthagen 1949, didaktiek; Frans Leijnse 1947, socioloog, PvdA; Leo Lenssen, 1947, Nederlands, onderwijssociologische studie (proefschrift), PvdA; Trude Maas 1946, Frans, PvdA; Wim Meijnen 1940, socioloog, PvdA; Tineke Netelenbos, 1944, mulo en lerarenopleiding, PvdA; Jules Peschar 1944, socioloog; Jo Ritzen 1946, onderwijsplanning en -economie, PvdA; Robert Jan Simons 1948, onderwijskunde; Luc Stevens 1941, pedagogiek; Wim Veen 1946, lerarenopleider; Ankie Verlaan 1948, literatuurwetenschap, GroenLinks; Jacques Wallage 1945, socioloog, PvdA; Rein Zunderdorp 1946, socioloog, PvdA, enzovoort, en zoverder.

            Het beschrijven van kloven in de maatschappij en de studie naar het zelflerend vermogen van mensen in een notedop. De ideologisering en verwording van academisch onderwijs sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw intrigeert me. Het gaat ten koste van de kwaliteit. Het voorwerk is inderdaad door de kleinere generatie voor hen gedaan.

            Disclaimer: iedere verwijzing naar ‘babyboomers’ berust op louter toeval. De lijst is willekeurig en bevat niet enkel ‘boosdoeners’. Wikipedia ‘wetenschap’ 😉 – Babyboomer cohort #1 (circa 1946-1955): ‘experimental, individualism, free spirited, social cause oriented’; Babyboomer cohort #2 (circa 1956-1964): ‘less optimistic, distrust of government, general cynicism’. Het tweede cohort past veel beter bij BON. 😉 Hier en hier. Sociologie.

          • Kennelijk
            Sym

            Kennelijk moet je socioloog zijn om te begrijpen dat BN-ers in politiek en wetenschap al gauw tot de wat oudere generatie behoren. Toevallig in anno 2011 de wat oudere generatie dus geboren na 1945.

            Ik ben geen BN-er, maar pas wel in het verdomd eenzijdige lijstje dat hierboven produceert:
            Ben Wilbrink 1944, psycholoog, PvdA. Netwerk: Jaap Dronkers, Sjoerd Karsten, Wim Meijnen: oud-collega’s, Jaap en Wim ook bestuurlijke sparringpartners; Tineke Netelenbos mede door mij opgestoten in de hiërarchie van de PvdA. Dat valt dus nog wel mee.

            Links-basher Hals heeft eerder al eens zo’n eenzijdig lijstje gegeven, waar Michel Couzijn een aanvulling heeft gegeven: post 6761#comment-55040″>

          • Dubbelzinnig
            ‘Forever young’ nietwaar? 😉 Het weg relativeren van de invloed op grote onderwijshervormingen. De hervormers baseren zich op goede intenties. Selectieve herinnering heet dat. Kruip-door-sluip-door in optima forma. Jammer voor Nederland, dat weer wel. Parlementair onderzoek (2007)?

            De mantra ‘de selectie van leerlingen op twaalfjarige leeftijd is te vroeg’ hoor ik weer regelmatig. Kijk naar Finland (verhulde boodschap: middenschool). De sociale wetenschap [sic] toont het aan. Kom op, coalitie, de tijd dringt. De adviesclubs van sociologen (WRR e.d.), journalisten, en ‘de maatschappij’ melden hetzelfde. We mogen mensen toch niet aan hun lot overlaten? Kom nou. Typische asociale CDA en VVD plannen die basisvorming, tweede fase en VMBO. Lees de Contourennota – op helft blog (1975) van Van Kemenade (1937, sociologie, PvdA) er op na. Schrijvers zijn blijvers.

            Omdat we als EU-lidstaat niet op de pof in een centraal gestuurde planeconomie leven, moet er zo nu en dan hard bezuinigd worden. De Herziening Onderwijssalarisstructuur (Hos-nota; 1985) van Deetman (1945, politicologie, CDA) ruikt naar nivellering. Welke partij is ook alweer een fervent voorstander van nivelleren? Even denken… Het was een mooi akkoord met de vakbonden. Laten we de hete aardappel volledig naar de verantwoordelijk minister doorschuiven.

            “Van de laatste [Van Kemenade] kon Deetman een pasklaar plan overnemen: de Herziening onderwijssalarisstructuur (Hos), een bezuinigingsmaatregel die het onderwijs tot op de dag van vandaag zou tergen.” Hier. ABOP en NGL.

          • De hervorming naar het VMBO in de praktijk
            Op de MAVO-school in mijn regio moesten leerlingen ineens in zeecontainers les volgen op een kwartier fietsen afstand van de school en kwamen ze in een grote kantine terecht waarin ze niet meer met een paar klassen tegelijk pauze hadden maar waarin ze ineens omringd werden door vele honderden jongens waarvan een deel zeer agressief naar je keek en die regelmatig uithaalden naar iemand met als gevolg dat de mavisten zich onveilig voelden.
            Fijn hoor, voor al die toenmalige mavisten.
            Nadat ze (sociologen en politici) dat flikten werd dan even besloten dat leerlingen tijd moesten besteden aan nog meer doevakken (verzorging en techniek) in plaats van dat ze hun tijd konden besteden aan die vakken die ze nodig hebben voor hun studie.

            Inderdaad, wat verder ook de motivaties waren, dit waren ronduit asociale plannen die onnodig leed veroorzaakten voor veel leerlingen.

          • Dubbelzinnig (2)
            Onderschat de onderwijsvakbonden niet met bestuurders als Ella Vogelaar (1949, onderwijskunde, oud-CPN, PvdA) en Jacques Tichelaar (1953, HAVO, pabo, PvdA). Zie ook: Onderwijshervormingen en kabinetscoalities sinds WO II.

            Het wegblijven van de academisch gevormde leraar (inclusief vermindering kwaliteit van onderwijs; zie onderzoeken) is bij de Hos-nota (1985) begonnen. De uitkomst van de invoering van het VMBO is welbekend, enzovoort enzoverder.

            De decentralisering (‘lump sum’) is ingevoerd als reactie op de weerstand op ‘top down’ centraal gestuurde onderwijshervormingen en als bezuiniging. De bestuurlijke hervormingen zijn niet geslaagd. Dit had kunnen worden voorzien (risico voor gebouwen; personeel; decentralisatie vervangingsuitgaven en bovenwettelijke wachtgelduitgaven; uitbreiding taken; fusies; relaties schoolbesturen en gemeenten; commerciële tarieven van zelfstandige onderwijsadviesbureaus en andere adviseurs).

            Raadzaam is een duidelijk kader met controle en sancties in te voeren of de hervorming gedeeltelijk terug te draaien – geïnitieerd door het democratisch gekozen parlement na advies van relevante belanghebbenden (‘stakeholders’). De tijd is er rijp voor.

            Het morele gidsland en koopmansland Nederland zit onder de OESO norm voor wat betreft het percentage BNP voor onderwijs (1975 NL 8%; 1985 NL 6,5%; 2009 NL 5,6% bij OESO 5,7% ) en boven EU19 5,3%. (op 1/3: ‘Financiering Sociale Politiek’; en zie ‘Education at a glance’ 2010).

          • Dubbelzinnig (3)
            De laatste jaren worden EU aanbevelingen omtrent het onderwijs (inclusief streefdata en richtgetallen; ‘kenniseconomie’) door OCW uitgevoerd. De invloed van kabinetsbeleid op het onderwijs is hierdoor verminderd “met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel en van hun culturele en taalkundige verscheidenheid”. Zie artikelen 165, 166 en 9 van het verdrag betreffende de werking van de EU (VwEU) en overzicht EU-verdragen. Voorbeeld. ‘Neoliberalisme’? Subsidiariteitsbeginsel? Nationale autonomie?

            Artikel 9 VwEU: “Bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden houdt de Unie rekening met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid.”

            Ben, fijn dat je zoals verwacht de lijst hebt aangevuld. 😉 Ik had eerder een *antwoord* op Couzijn geformuleerd.

            Gedane zetten… 😉

          • En dan?
            Beste Sym,

            Met zo’n tirade kan ik niet uit de voeten. Geef me goede argumenten, dan kunnen we verder. Ik zie in je opsomming een berg associaties en toedichtingen, en de bhoefte om zondebokken aan te wijzen. Ik kan hier helemaal niets me, en wil dat ook helemaal niet.

            De middenschool is een concept dat prima functioneert in Scandinavische onderwijsstelsels. Ik zie niet wat er mis is met een experiment om dit in ons onderwijsstelsel uit te testen. Dat experiment is destijds getorpedeerd. Dat is niet handig, verstandig, of democratisch. Bij dit experiment hadden gewoon de resultaten kunnen worden afgewacht. Dat had een hoop gezeik en frustratie achteraf voorkomen.

            Je stenigt politici die jou niet bevallen. Dat is niet de bedoeling in onze democratie: het volstaat om er niet meer op te stemmen, om lid te worden van een andere partij, een eigen partij op te richten, zelf de politieke mouwen op te strope en het risico te lopen te worden afgebrand door wie het niet met je eens is. Doe dat. En rapporteer je ervaringen.

          • “Democracy and Its Critics: Ancient and Modern”
             
            The Political Thought Specialist Group of the Political Studies Association of the United Kingdom will be holding a conference on the theme of “Democracy and Its Critics: Ancient and Modern” at St. Hugh’s College, Oxford University on 22nd October 2011. The conference programme is as follows:

            zie hier

          • Het democratisch deficit
            In onze democratie dient onderwijsbeleid zorgvuldig te worden uitgevoerd, met inspraak van de ‘stakeholders’ (belanghebbenden). Hierbij dient men te kunnen vertrouwen op de neutraliteit van de (beleids)adviseurs die zich in een wetenschappelijke mantel hullen. Ook dient men ervan uit te kunnen gaan dat de vakbonden representatief zijn voor de gehele beroepsgroep en niet slechts een minderheid met een bepaalde activistische inslag representeren. Men verwacht dat ambtenaren een neutrale positie innemen en niet activistisch op een stoel van een bepaalde politieke partij willen plaatsnemen. De inspraak van raden die pretenderen het gehele onderwijsveld te representeren, zou achteraf niet alleen het werkgeversbelang moeten weergeven.

            Indien in dit democratisch proces iets spaak loopt, heeft dat invloed op de werking van de democratie. Dit is wat er in mijn mening bij de grote onderwijshervormingen is voorgevallen. We weten nu dat zowel de wetenschappelijke (beleids)adviseurs, ambtenaren van het ministerie van OCW, bestuurders van de vakbonden als veel journalisten van de ‘mainstream media’ ten tijde van de onderwijshervormingen één bepaalde ‘democratiserings’doctrine aanhingen dan wel niet gehoord werden. Let op: ik noem de leraren en ‘zwijgende meerderheid’ niet.

            Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw zijn de studies sociologie en politicologie (en het *lijkt* in mindere mate de onderwijskunde – constructivisme past uitstekend bij de creatie van ‘de nieuwe mens’) gebruikt als vehikel richting activistische politiek. Deze mensen zijn oververtegenwoordigd geweest in de hiervoor genoemde organen. Het woord ‘obstructie’ schiet mij zo spontaan te binnen als ik denk aan de media-oorlogen, schandpalen, buitenparlementaire acties enz. in die periode.

          • Het democratisch deficit (2)
            Je kunt het de mensen van andere politieke partijen en ‘de zwijgende meerderheid’ verwijten, dat zij destijds te weinig hebben ingegrepen. Men leefde in een tijd van explosieve welvaart en een nieuwe horizon, zo na het einde van WO2. Er heerste euforie – totdat de donkere jaren tachtig aanbraken.

            Het kwam denk ik niemand in het hoofd op dat die extreme marxistische theorieën van de jaren zeventig van de vorige eeuw ook daadwerkelijk in de maatschappij zouden worden geïmplementeerd. Nederland is geen Scandinavië.

            Het verbaast me tot op de dag van vandaag dat de activistische minderheid waar jij – indirect – deel van zegt uit te maken, zo’n grote invloed op de democratie heeft gehad. “Der Wille zur Macht” was blijkbaar zo onverzadigbaar dat het democratisch proces daarvoor heeft moeten boeten. Het grootste verwijt maak ik echter de ‘wetenschappers’ die met een heilig gezicht hun marxistische theorieën wisten te verhullen in ‘neutrale’ wetenschappelijke rapporten en die wisten te verkopen aan de politiek. ‘The long march through the institutions’ was geslaagd. In de sociale wetenschap heeft een natuurlijke selectie plaatsgevonden, lijkt het wel. De studie sociologie spreekt niet iedereen aan. 😉 De mensen die anders dachten zijn niet aangenomen, overstemd dan wel verjaagd.

            Ben, we hebben het niet zomaar over ‘lid worden van een politieke partij’ maar over een beweging die alle middelen naar de macht heeft willen inzetten, en over haar schouder kijkend heeft bemerkt dat het klapvee is afgehaakt. De mensen van andere politieke partijen en tegenstanders van de beweging zijn in het verleden op zo’n weergaloze wijze verketterd en zwartgemaakt dat er een grote zwijgende meerderheid is ontstaan, die via internet de stem heeft hervonden. Wie doet het internet op slot? We leven toch niet in de Duitse Democratische Republiek?

          • Eens met sympathisant
            Wat hij/zij beschrijft, komt overeen met de redenen van mijn diepe afkeer voor veel vernieuwend onderwijs. Ik onderschrijf de idealen ervan eenvoudig niet en verlang de vrijheid voor ouders en leerkrachten te kunnen blijven lesgeven op basis van eigen ‘geloof’.
            Dat beschoow ik als de kern van de vrijheid van onderwijs.
            Maar ik heb gezien hoe ook het bijzonder onderwijs steeds meer capituleerde (en soms MOEST capituleren) voor de wensen en verlangens van ideologisch gedreven ‘vernieuwers’.
            Omdat ik begon te zien hoe ik steeds meer in dienst kwam van idealen die de mijne niet waren, heb ik dat onderwijsveld verlaten. Er komt een moment dat het niet meer vol te houden is: die dubbeldunk tussen wat je zelf gelooft en wat ‘men’ van je verlangt te geloven.
            Mijn afkeer van de vernieuwingen is vooral ideologisch bepaald en werd versterkt door het feit dat ik zag hoe de mooie woorden tegengestelde uitkomsten opleverden in de gewone lespraktijk.
            Aangezien BON a-politiek wil zijn, schets ik dus voornamelijk de tegenvallende praktijk. Maar op de achtergrond van deze uitlatingen speelt steeds een persoonlijke levensovertuiging de grootste rol, hoewel ik deze nauwelijks ter sprake breng op het forum.

          • Experiment
            Nederland hád al een middenschool, sinds de invoering van de Mammoetwet in 1968, en wel in de vorm van de mavo. Door drammen, dreigen, draaien en geknutsel is een goed functionerende schoolsoort te gronde gericht! Doodzonde

          • Drammen, dreigen, draaien
            en geknutsel zijn inderdaad geen bijzonder democratische methoden. Daar tegenin drammen, dreigen, draaien en knutselen zal dus ook niet opschieten. In West-Europa hebben we geleerd om de samenleving met de wetenschappelijke methode (Stevin, Huygens, enzovoort) te verbeteren, en langs filosofische weg (Spinoza en de radicale Verlichting) de maatschappelijke structuren die afkomst belonen/straffen, af te breken. De klus is nog niet geklaard, er is nog werk aan de winkel.

          • Wetenschappelijke methode
            Zoals je weet Ben geloven de onderwijsvernieuwelers niet in de wetenschappelijke methode. Het zijn immers constructivisten. Dat is 1 van de grote problemen: onze tegenstanders verwerpen de wetenschappelijke methode (de basis van onze beschaving).

          • Onderwijskrant over Finland
            “Het Finse comprehensieve systeem vond zijn oorsprong in de jaren zeventig en in de jaren negentig kregen ook kinderen met een handicap via inclusie toegang tot het gewone onderwijs. In aparte scholen voor speciaal onderwijs zitten op dit moment zo’n 2 % leerlingen; de andere kinderen met speciale onderwijsbehoeften gaan naar gewone scholen, maar verblijven de meeste tijd in aparte klasjes. Tijdens de geplande schoolbezoeken bezochten we zulke klasjes met maximaal 10 leerlingen; ze werden begeleid door een tweetal leraren bij het leren van de basisvaardigheden lezen, rekenen en schrijven. We zouden dus eerder over ‘LAT’-inclusie – learning apart together – dan over echte inclusie kunnen spreken. Voor muzische vakken, wereldoriëntatie e.d. mochten ze wel de ‘gewone’ kinderen vervoegen.” – Onderwijskrant 135 (oktober-november-december 2005), p. 10 e.v.
            *Onderwijskrant* en *naar* beneden *scrollen*).

            Herhaling van zetten… 😉

            Ben, kun je ons onderzoek aanreiken waaruit de uitstekende werking van de middenschool blijkt? Hoe komt het dat jij als psycholoog tot dit standpunt bent gekomen?

          • middenschool
            Sym,

            Er bestaat niet zoiets als ‘de uitstekende werking van de middenschool’: het functioneren van een middenschool — een specifieke school, of middenscholen generiek — hangt immers af van de inbedding in het specifieke onderwijsstelsel, en de maatschappelijke cultuur (traditie). Als niemand erin gelooft, zal het een gedoemde onderneming zijn, simpel genoeg.

            De Scandinavische landen doen het prima in internationale studies (ze doen niet altijd allemaal mee), zie Jan van Ravens La Niña pdf. [Redacie: is deze file verdwenen/verplaatst?] Dat is bepaald geen bewijs tegen de middenschool.

            Tegenover de middenschool hoeft natuurlijk niet de splijting op 12 jaar tussen beroepskolom en algemeen vormende klom te staan, zoals in Nederland het geval is. We zijn daar extreem in. Gezien dit extremisme, is het niet verstandig iom in Nederland meteen de sprong naar een middenschool te maken (experimenten en bestaande goed functionerende middenscholen daargelaten). Misschien is dat een misschatting geweest van Van Kemenade en zijn ambtenaar-sociologen.

            Mijn standpunt? Ik ben al een kleine halve eeuw geïntrigeerd door selectieve processen in de samenleving. Wat wij in Nedeland met onze twaalfjarigen doen, deugt gewoon niet.

          • Stuk Jan van Raven
            We kregen het verzoek van van Raven zijn stuk van deze site te verwijderen. Toen we zeiden daar toch problemen mee te hebben, ook al omdat hij het er zelf onder eigen naam had geplaatst, is wat over een weer gemaild. Dat werd minder plezierig en uiteindelijk hebben we besloten aan zijn vraag te voldoen.

          • La Niña, Jan van Ravens
            Wie dit fantastische rapport, boordevol informatie, zelf nog niet heeft gedownload, kan van mij de pdf krijgen.

            Remember. Jan van Ravens is op dit forum destijds behoorlijk afgezeken. Zoiets is altijd onterecht, en het maakt geen vrienden.

            Ben Wilbrink

          • Afgezeken?
            Aangezien de discussie hierover verdwenen is, kan niet meer achterhaald worden of de term “afgezeken” hier niet beter vervangen kan worden door bekritiseerd.
            Ik kies voor het laatste, maar de discussie over de toon inhoud en toon van de posts nav van Raven gaan we hier niet voeren, ik wil alleen hier de nuancering aanbrengen dat wat Ben Wilbrink afzijken noemt door anderen anders is geïnterpreteerd.

          • Allemansvriend?
            Encyclo geeft voor “afzeiken” de definitie “informeel voor schut zetten, treiterige opmerkingen maken tegen” Vooral als dat laatste het geval is geweest heb ik er geen bezwaar tegen dat Ben het woord “afzeiken”gebruikt. De beeldspraak zou dan immers kloppen. Maar met vrienden maken moet je wel voorzichtig zijn. Dat kan zich tegen je keren. Ik heb ook niet de behoefte om iedereen tot mijn vriend te maken. dat argument zegt mij dus weinig.
            Seger Weehuizen

          • Brugklas
            “Wat wij in Nederland met onze twaalfjarigen doen, deugt gewoon niet.”

            Ben, wat is er mis met een *brugklas*? – zonder ingrijpen van centrale regisseurs van het leven. Was dit bekend toen jullie de rapporten opstelden? Of hadden jullie er geen tijd voor? Hadden jullie contact met het onderwijsveld?

            Hiernavolgend een citaat van een ervaringsdeskundige:

            ‘Hat man nichts aus dem Sozialismus gelernt?’

            “Man kann nur hoffen, dass sich die Politiker ihr letztes Bisschen an Verstand bewahrt haben und der Einheitsschule die Rote Karte zeigen. Was in Deutschland dabei herauskommen würde, kann man bestens am bestehenden “Niveau” derzeitiger Gesamtschulen ablesen – sie hinken weit hinter dem Leistungsvermögen der Gymnasien und Realschulen, die G-Kurse sogar hinter den Hauptschulen hinterher. Das dreigliedrige System differenziert wesentlich besser als der Einheitsbrei deutscher Gesamtschulen – nur linke Ideologen wollen das nicht wahrhaben! Hohes Bildungsniveau interessiert die nicht – sie verfolgen andere Ziele… ” [‘Einheitsschule’ = ‘École unique’]
            Einheitsschule in Frankreich, „Das Niveau ist dramatisch gesunken“, Freitag, 27.06.2008, 06:13 • von FOCUS-Redakteurin Caroline Mascher [klik bij ‘Leser-Kommentare (37)’; 30.08.09, 17:09]

            Er komt een dag, in Het Land van Ooit [*failliet* verklaard], dat de ‘wetenschappers’ de verplichting nakomen waarvoor zij betaald worden: het doen van wetenschappelijk onderzoek. Komen zij dan nog door de ‘het moet eerlijker en socialer’-test?

          • ‘jullie’
            Sym,

            ‘Jullie’? Tot welke congsi reken je me?

            Heb ik ooit ergens de oost0Europese dictaturen bejubeld? Het woord ‘Socialisme’ heeft zich makkelijk laten misbruiken, zoals de geschiedenis heeft geleerd. Ik wens van dat misbruik verschoond te blijven, respecteer dat eens.

          • Reactie
            Opmerking 1: ‘jullie’, omdat jij zoveel ‘prominenten’ lijkt te kennen. Niet zo letterlijk bedoeld.

            Opmerking 2: het voorgaande artikel in Focus Schule gaat over een (niet-functionerende) middenschool (école unique) in het hedendaagse Frankrijk. Duitse lezers kunnen opmerkingen plaatsen. Men verwijst naar de hedendaagse ‘Gesamtschule’ in (vh West-)Duitsland. De Oostblokscholen betreffen ‘Einheitsschule’.

            In het door mij gekozen citaat van een bijdrage van een Duitse lezer wordt het meerlagige systeem een betere differentiatiemethode genoemd. De titel ‘heeft men niet van het socialisme geleerd?’ lijkt meer een verzuchting van de lezer te zijn dan dat deze verder wordt uitgewerkt.

          • Kijk
            Sym,

            Ik ken Jos van Kemenade. Hij is lid geweest van de begeleidingscommissie van het onderzoek naar de tweefasenstructuur, een onderzoek waarin ik deelnam. Hij is voorzitter geweest van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam, in die functie ben ik hem ook tegengekomen. Hij is lid van de PvdA, maar in die kring heb ik hem nooit persoonlijk ontmoet. Hij is socioloog, ik ben psycholoog, die twee disciplines zijn als water en vuur. Hij was minister van onderwijs in een tijd dat er nog sprake was van een enorme expansie van het onderwijs, en in de samenleving van een enorme opwaartse mobiliteit. Hij heeft het middenschoolexperiment op zijn naam staan.

            Je vereenzelvigt mij met de daden van Van Kemenade, omdat ik hem ooit ontmoet heb? Wat zullen we nou hebben?

            Ik heb geen donder te maken met ingezonden brieven van Duitse lezers.

            Ik lees in je reactie een verdediging van je tekst, die ik als respectloos heb ervaren, geen excuus.

          • Vragen
            Voor mij is het verwarrend dat je enerzijds beter onderwijs in de zin van BON zegt te willen nastreven, anderzijds bepaalde onderwijshervormingen lijkt te willen verdedigen. Zo komt het tenminste op mij over.

            Jij zegt: “Mijn standpunt? Ik ben al een kleine halve eeuw geïntrigeerd door selectieve processen in de samenleving. Wat wij in Nedeland met onze twaalfjarigen doen, deugt gewoon niet.” en “langs filosofische weg (Spinoza en de radicale Verlichting) de maatschappelijke structuren die afkomst belonen/straffen, af te breken. De klus is nog niet geklaard, er is nog werk aan de winkel.” Hierop waren toch juist basisvorming, tweede fase en VMBO gericht?

            Vragen:
            1. Brugklas
            2. Riposte op jouw idee dat middenschool in beginsel in Nederland te *weinig tijd* is gegund, kijk naar Scandinavië (herhaling van zetten; hoeft niet persé – de resultaten van bijvoorbeeld de Leon van Gelder-middenschool liggen er: iedereen VMBO-diploma, en daarna kun je HAVO en VWO doen. Andere Nederlandse data heb ik niet paraat).
            3. Selectie van kinderen op 12-jarige leeftijd tussen beroepskolom en algemeen vormende kolom is te extreem volgens jou. Hoe zie jij de oplossing?

            Het gaat inmiddels meer om de toon dan om een inhoudelijke discussie lijkt het. De Verlichting was erop gericht om via de rede en wetenschap (ipv religie en autoriteit) de wereld te begrijpen. Hiervoor is discussie nodig. Als je dat in dit geval niet wil, moet je dat duidelijk zeggen.

          • re. Sympathisant
            Dan is er kennelijk toch sprake van een ideologisch bepaalde wetenschap, als wetenschap wordt bedreven op grond van de mening dat maatschappelijke structuren afkomst zouden belonen of bestraffen. Want zo’n constatering lijkt mee eerder een subjectieve interpretatie van de werkelijkheid dan een objectieve wetenschappelijke waarheid.
            De twee belangrijkste maatschappelijke structuren zijn onderwijs en bedrijfsleven. Stellen dat onderwijs en bedrijfsleven afkomst belonen of bestraffen, beschouw ik als een persoonlijke mening en niet als een feit.

          • enzovoort?
            Ik denk dat het bij het koningshuis blijft steken. Het bedrijfsleven beloont of bestraft geen afkomst: het beloont of bestraft verdiensten of wanprestatie. Idem in het onderwijs.
            Hals liet zien dat de PvdA langzaam maar zeker af wilde van wat men een ‘kapitalistisch systeem’ noemde. Ik zie de onderwijsvernieuwingen in dat kader. Tal van traditionele scholen en conservatieve milieus zaten helemaal niet te wachten op de nieuwe wereld van de hippies. Desalniettemin drong het gedachtengoed overal langzaam maar zeker door, mede dankzij het demoniseren van tal van conservatieve mensen en systemen.

          • Enzovoort
            Moby,

            Mensen leven ongelooflijk lang omdat oma’s een evolutionair voordeel zijn gebleken. De opa’s mogen dan meedoen in het feestje langleven.

            Je denkt misschien dat ik hier flauw zit te grappen?

            De radicale Verlichting.

            Jonathan I. Israel (2010). A Revolution of the Mind: Radical Enlightenment and the Intellectual Origins of Modern Democracy. Princeton University Press. books.google.com | Reviewed by John Heard

            Je denkt waarschijnlijk ook dat grote erfenissen goeddeels worden wegbelast?

            Een rechtvaardige samenleving — a just society — zou bijvoorbeeld een samenleving kunnen zijn waar het jou niet uitmaakt waar je geboren wordt, en met welke erfelijk bepaalde talenten en handicaps, gesteld dat je op voorhand die vrije keuze zou hebben. Ik mag toch aannemen dat het jou, met de kennis van nu, wel degelijk uit zou maken waar en hoe geboren te zijn. Zie verder: John Rawls (A Theory of Justice), Amartya Sen (The Idea of Justice).

          • All animals are equal, but some animals are more equal than othe
            rs

            “Het bedrijfsleven beloont of bestraft geen afkomst: het beloont of bestraft verdiensten of wanprestatie. Idem in het onderwijs.”

            Tot op zekere hoogte. Vergelijk de salarissen van ingenieurs (de echte ingenieurs, niet de technische bedrijfskundigen, innovatiewetenschappers, industriële ontwerpers enz.), natuurkundigen, wiskundigen, …, maar eens met die van de notarissen, advocaten, orthodontisten, medische specialisten en orthodontisten.
            Het gaat niet alleen om wat je presteert. Advocaten krijgen bijv. veel betaald omdat er grote belangen op het spel staan bij rechtszaken, notarissen, medische specialisten en orthodontisten krijgen veel betaald omdat er een kunstmatig gecreëerd tekort is.

            Via de juiste connecties kan je heel wat gemakkelijker bepaalde banen krijgen en zelfs bepaalde opleidingen binnen geraken. Op de lagere school in een welvarende buurt zal het onderwijs ook al snel wat beter zijn dan op een lagere school in een volksbuurt (kijk naar de percentages van de leerlingen die naar bepaalde opleidingen gaan). Wanneer de directeur van het gymnasium toevallig in jouw straat woont of jij kent hem van de golfclub dan krijg je je kind gemakkelijker in dat gymnasium dan wanneer dat niet het geval is.

          • Gymnasium
            Wat jij stelt over het gymnasium is niet juist, sterker nog neigt naar popu*, als ik dat woord mag gebruiken. Gymnasiaal onderwijs is er voor iedereen: ‘arbeiderskinderen’, ‘middenklasse’, ‘elite’, kinderen van mensen die autorijden, fietsen, motorcrossen, piano spelen of gitaar, met computers spelen en Harry Potter-films geweldig vinden. Maar niet voor kinderen die niet kunnen spellen, rekenen en denken.

            Het gymnasiumonderwijs kan met een combinatie van hard werken, een goed verstand en een klassieke belangstelling worden bereikt. De ‘elitekinderen’ (definitie?) gaan niet altijd naar het categoriaal gymnasium, want niet iedereen is even slim. Sterker nog, veel kinderen volgen ander onderwijs. Hiernaast sneuvelen klassieke talen vaak bij de keuze van het vakkenpakket, waardoor een scholengemeenschap in zicht komt.

          • Gymnasium (2)
            Classificatie en etiketteren van mensen laten we aan de sociologen over. Onze vaderlandse bevolking is divers samengesteld. Als jij definities geeft die verder reiken dan geld en status, hoor ik het graag. De ‘nature’-‘nurture’ discussie is in dit verband ook interessant. Golfen is overigens met circa *300.000* golfers de derde populaire sport van het land. De maatschappelijke kloven (‘tweedeling’) geven een grove vertekening van de werkelijkheid. Onze maatschappij van 16.669.112 (2011) mensen polair door tweeën gedeeld. Als je naar jezelf zou kijken, zou je beurtelings aan de ene kant, vervolgens aan de andere kant van een kloof staan, waardoor je uiteindelijk als individu overblijft. 🙂

            Het gymnasium is inmiddels zo populair, dat het als volgt gaat: *kort geding* en *loting* en *achtergrondartikel over lotingen op gymnasia*.

            Ik zou me dus niet druk maken om het gymnasium: gelijke monniken, gelijke kappen (CITO-score). Schiet dan maar op de CITO-toets. Als we nu eens iedereen in Nederland goed onderwijs proberen aan te bieden, dan hebben we deze jaloersige discussies niet nodig. Hiernaast heb je scholengemeenschappen waar klassieke talen worden aangeboden. Iedereen kan aan bod komen. Het klinkt vervelend, maar een land heeft een intellectuele elite nodig. We gaan richting derdewereldland als we normen laten varen.

          • Kansenverschillen zullen altijd blijven bestaan
            Het begint al met het milieu waarin je geboren wordt. Onderwijzen je ouders je ook, beginnende met simpelweg voorlezen, later door kennis over te dragen, eens samen huiswerk te maken, rekenen te oefenen enz.?
            Ga jij naar een basisschool in een villawijk of in een volkswijk? Vergelijk maar eens de CITO-scores van beide scholen. Het maakt toch verschil ofdat de leraar eerst nog een taalachterstand moet bijwerken ofdat hij de leerlingen in diezelfde tijd kan leren ontleden, extra kennis kan overdragen enz.?
            Als je toevallig een sibling (bij gebrek aan een Nederlands woord), vader of moeder hebt die naar het gymnasium ging dan wordt je bij veel gymnasia automatisch aangenomen, anders moet je loten. Dan ga ik nog uit van het optimistische scénario dat Pieter-Jan het kindje van zijn buurman of het kindje van zijn golfvriend niet tevens automatisch plaatst, ofdat dat terecht is weet ik niet.
            Wanneer je in een prettig huis leeft, een prettige slaapkamer met een mooi bureau enz. hebt dan kan je prettiger studeren dan wanneer je in een krot leeft waar er veel lawaai is en waar je slecht meubillair hebt.

            Ik kan nog even doorgaan. Ik geef hiermee geen vrijbrief aan mensen die het minder goed getroffen hebben om niet het beste uit zichzelf te halen, ik wijs er simpelweg op dat er verschillen zijn en dat die altijd zullen bestaan. De taak van de school is om die verschillen zoveel mogelijk te neutraliseren door iedere leerling zoveel mogelijk de kans te geven om zich optimaal te ontwikkelen. Het is natuurlijk aan de leerling om wel of niet gebruik te maken van de aangeboden faciliteiten.
            Als je uit een lager sociaaleconomisch milieu komt dan moet je harder werken dan wanneer je uit een hoger sociaaleconomisch milieu komt om hetzelfde te bereiken. Je mist de faciliteiten, je mist de netwerken.

            Wat betreft het golfen, het is inderdaad in opkomst maar er zijn twee soorten golfclubs: voor de rijken en voor de gewone mensen.

          • “gelijke monniken, gelijke
            “gelijke monniken, gelijke kappen”

            Niet dus: siblings, zoons en dochters van een oud-gymnasiast of een huidige gymnasiast zijn bij veel gymnasia “meer gelijk dan de andere dieren”.
            Een land heeft inderdaad een intellectuele elite nodig, de nadruk moet dan wel op dat intellectuele liggen. Het is niet intellectueel om op andere factoren dan capaciteiten (inclusief geluk) te selecteren wat nu wel gebeurt.
            Als bij gymnasia daadwerkelijk het doel is om een intellectuele elite te kweken, waarom worden dan zoveel leerlingen die minstens even geschikt zijn geweerd via de loting? Zo’n kunstmatige krapte in stand houden wijst eerder op het doel om een elite in stand te houden dan op het doel om een intellectuele elite in stand te houden. Ook het aanbieden van dat ene vak wat leerlingen op geen enkel ander schooltype kunnen volgen, of eigenlijk juist andersom, het niet aanbieden van dat vak op die andere schooltypes, wijst op het in stand houden van klasses binnen het onderwijs die niet voldoende gebaseerd zijn op verschillen in talent en prestaties. Je maakt het zodoende onmogelijk voor talentvolle leerlingen om in een later stadium alsnog op het gymnasium terecht te komen en voor gymnasia wordt zo de verleiding groter om de zwakkere eigen leerlingen toch maar over te laten gaan omdat ze anders leerlingen verliest. Het lijkt mij wenselijk voor het niveau van de gymnasia wanneer zwakkere leerlingen sneller worden weggestuurd en sterkere leerlingen van het HAVO en het VWO kunnen instromen, dan ga je echt voor een intellectuele elite.
            De gymnasia leggen immers de grens op de 16% leerlingen die de hoogste CITO-scores behalen (545+). Let wel, dit is waar de gymnasia in de praktijk voor kiezen, niet een grens die ik kies of die ik uit mijn duim zuig.

            Begin eens met cursussen Grieks en Latijn aan te bieden voor leerlingen van het HAVO die hen in staat stellen om na het HAVO aan het gymnasium hun opleiding voort te zetten, bij voldoende prestaties.

          • niet-bestaand probleem opgespoord?
            Komt het ooit wel eens voor dat een HAVO-leerling in staat is om Latijn en Grieks te leren in het tempo en op het niveau van een Gymnasiast zonder dat de HAVO voor die leerling zo gemakkelijk is dat hij ook in staat is om VWO te volgen? Het ligt natuurlijk anders als je HAVO scholieren Latijn en Grieks gaat aanbieden om vast te stellen of ze VWO-geschikt zijn.
            Seger Weehuizen

          • Ja, dat komt voor. Ik heb
            Ja, dat komt voor. Ik heb zeer soepel mijn VWO-diploma behaald, ik heb een IQ van rond de 130 en ik heb op het HAVO heb gezeten. Ongetwijfeld zullen er nog veel meer mensen zoals ik zijn.
            Het komt voor dat een leerling met gymnasium-intelligentie of hoger op het HAVO belandt. Dat kan zijn omdat hij een gewone laatbloeier is (sommige leerlingen krijgen met 14 a 15 jaar ineens een ´intellectuele groeispurt`), het kan zijn omdat iemand toevallig de combinatie van (hoog)begaafdheid en autisme heeft.
            Belangrijker dan dat: waarom zouden we HAVO-leerlingen niet de kans geven om Latijn en Grieks te leren? Zou dat zijn omdat sommigen graag de deur naar het gymnasium gesloten willen houden omdat ze willen garanderen dat het beschermde milieu beschermd blijft?
            Ik pleit er voor dat het gymnasium een ware intellectuele elite wordt door de sterkste leerlingen van het HAVO en het atheneum ook in de vierde of de vijfde klas nog toe te laten, onder de voorwaarde dat ze voor een bepaald toelatingsexamen zijn geslaagd. Een extra voordeel: het wordt gemakkelijker om de leerlingen die eigenlijk niet op het gymnasium thuishoren in het derde of vierde leerjaar alsnog naar het HAVO te sturen.

          • Onwaarschijnlijk probleem?
            Latijn en Grieks worden ook door Gymnasiasten als moeilijke vakken beschouwd. Of een leerling die nog niet zijn intellectuele groeispurt afgelegd heeft of nog geen mogelijkheid gevonden heeft om met zijn autisme om te gaan en om één van deze 2 redenen op de HAVO op zijn top zit toch op dat moment Latijn en Grieks zou kunnen leren komt mij onwaarschijnlijk voor. Ik zie daarom meer in inhaalscholen!
            Mij ontbreekt natuurlijk kennis van casussen.
            Seger Weehuizen

          • het lijkt wel een 19e-eeuwse karikatuur
            De werkelijkheid is vele malen gedifferentieerder.
            In hetzelfde gezin volgt de een het gymnasium en komt de ander niet verder dan LTS. In hetzelfde gezin wordt de een arts en blijft de ander kantoorklerk. In hetzelfde gezin blijft de een fabrieksarbeider en wordt de ander docent HBO.
            Dit heeft allemaal weinig met ‘milieu’ of ‘afkomst’ te maken, maar alles met de gegeven vaardigheden van de betrokkenen.

          • Het is niet omdat de
            Het is niet omdat de verschillen veel kleiner zijn geworden dat ze er daarom niet meer zijn. Ik wil die verschillen niet uitvergroten maar ik verzet me tegen een bagatellisatie van die bestaande verschillen. Weliswaar zijn er weinig mensen meer straatarm (dat aantal neemt in Nederland echter wel rap toe!) maar de rijken zijn net als de armen veel welvarender geworden en de kloof is er dus nog.
            Het is nuttiger om die verschillen te erkennen en je af te vragen hoe je zonder het niveau te verlagen zoveel mogelijk die kinderen kan helpen dan om die verschillen te ontkennen.
            Ja, een talentvolle leerling heeft vandaag de dag voldoende mogelijkheden om het minder goede maatschappelijke milieu waaruit hij komt grotendeels te compenseren maar hij moet er meer voor doen om dit te bereiken.

            Er zijn inderdaad gezinnen waarin toevallig de een wel en de ander niet talent heeft voor leren, er zijn eveneens gezinnen waarin iedereen intelligent of dom is, het is maar net hoeveel ´intelligentie-genen` zich in de loop van de generaties hebben opgehoopt.
            Nogmaals, ik streef er niet naar om die verschillen te nivelleren (althans niet door de talenten te hinderen in hun ontwikkeling), ik streef er naar dat er oog is voor die verschillen en dat kinderen die wel begaafd zijn maar die toevallig niet uit een goed milieu komen in ieder geval via het onderwijs de maximale kans krijgen om hun eigen leven vorm te geven en niet afhankelijk te zijn van dat milieu waaruit ze komen.

          • Dickens
            Enerzijds stel je dat jij graag naar het gymnasium had gewild vanwege de kleinschaligheid, anderzijds verwijt je gymnasia dat ze onvoldoende klaslokalen in het gebouw hebben om de aanwas van leerlingen sinds de onderwijshervormingen te herbergen. Het gymnasium heeft het gered ondanks dat het op het ’to-do’-lijstje van de onderwijshervormingen stond. Uit jouw woorden begrijp ik dat jij de democratiseringsgolf van hogerhand maar niets vond?

            Een paar jaar geleden werd gemeld dat veel gymnasia in Nederland vol zaten. Initiatief: *gymnasium*.

            Advies: probeer de persoonlijke emotie uit deze discussie te halen. Als je een werkelijk intrinsieke motivatie hebt om de klassieken te leren, kan niets jou tegenhouden zelfstudie te doen dan wel cursussen te volgen. Er zijn meer mensen die dat doen. Scholengemeenschappen bieden ook klassieke talen aan. Of is het bij jou toch iets anders?

            Nederland is één van de meest egalitaire landen ter wereld. De sociologen werken overuren om een nieuwe kloof te ontdekken waarop beleid, mensen en geld kan worden ingezet. Nieuwe immigratie veroorzaakt een nieuwe emancipatiebehoefte, enz. Utopia bestaat niet.

          • “Als je een werkelijk
            “Als je een werkelijk intrinsieke motivatie hebt om de klassieken te leren, kan niets jou tegenhouden zelfstudie te doen dan wel cursussen te volgen. Er zijn meer mensen die dat doen. Scholengemeenschappen bieden ook klassieke talen aan. Of is het bij jou toch iets anders? ”

            In veel gemeentes bestaat er helemaal geen scholengemeenschap voor het atheneum en het gymnasium, mijn gemeente is een van de vele voorbeelden. Ofdat het op een scholengemeenschap voor het atheneum en het gymnasium überhaupt mogelijk is om Grieks en Latijn te volgen als je het atheneum volgt zou ik niet weten.
            Gelukkig kan je inderdaad grotendeels zelfstandig de klassieke talen leren. Er bestaan in het Engels gratis boeken (vervallen copyright, denk er aan dat het Engels al meer dan een eeuw weinig is gewijzigd) die volgens oud-gymnasiasten sterk superieur zijn aan de gymnasiumboekjes: www.textkit.com/
            Het is helaas wel erg lastig om zelfstandig met 100% zekerheid de juiste uitspraak te leren.

          • Pleidooi voor meer goed onderwijs voor meer geschikte mensen
            “Advies: probeer de persoonlijke emotie uit deze discussie te halen. ”

            Dat doe ik (mijn suggestie van elitarisme was ontdaan van emoties, het is mijn oprechte indruk), ik constateer dat onnodig veel leerlingen in Nederland de kans niet krijgen om Grieks en Latijn te volgen op school en ik bekritiseer dat (natuurlijk is het huidige aantal leraren in de klassieke talen afgestemd op het huidige onderwijsstelsel en moeten veranderingen geleidelijk worden doorgevoerd).
            In Vlaanderen bijv. mag elke leerling die dat wil Grieks en Latijn volgen vanaf het tweede leerjaar van het ASO. Waarom bieden wij in Nederland niet eens Grieks en Latijn aan als keuzevakken aan op de havo’s en de athenea. Het HAVO- en het VWO-onderwijs worden daar alleen maar sterker van. Indien de overheid dit geleidelijk invoert (eerst als optie voor de scholen, uiteindelijk een wettelijke verplichting) en de arbeidsvoorwaarden zijn goed genoeg dan zullen vanzelf wel meer gymnasiasten, en later ook andere VWO’ers de klassieke talen gaan studeren aan de universiteit. Misschien duurt zo’n proces 20 jaar maar dat maakt niet uit.

            Ik moedig de oprichting van nieuwe gymnasia van harte aan: iedereen die de capaciteiten heeft moet het gymnasium kunnen volgen, het oprichten van nieuwe gymnasia faciliteert dit, maar wel nog in onvoldoende mate aangezien het geen oplossing is voor de laatbloeiers die pas in het vijfde leerjaar mogen instromen in het VWO. In 4-HAVO met een vak starten lukt nog wel m.b.v. zelfstudie (ik spreek uit ervaring), dan heb je nog 4 jaar onderwijs waarin de achterstand kan worden weggewerkt. De gymnasia zullen terecht niet eraan willen meewerken dat iemand van 5-HAVO instroomt in 5-gymnasium wanneer hij geen onderwijs in de klassieke talen heeft gehad.
            Daarom is die tweede oplossing naast het oprichten van extra gymnasia eveneens nodig: het aanbieden van Grieks en Latijn op het HAVO.

          • Het aanbod van klassieke talen
            Bart, ik ben het met je eens dat er vanwege legio redenen meer mensen dan nu kennis zouden kunnen nemen van de klassieken. Op voorhand vrees ik echter dat de vraag naar klassieke vakken bij HAVO-leerlingen gering zal zijn. Jij bent een ‘gelukkige’ uitzondering op de regel, en hebt de pech gehad dat er voor jou onvoldoende mogelijkheden waren.

            Ouders zijn informeel goed op de hoogte van hetgeen bij bepaalde scholen speelt. De huidige grote populariteit van gymnasia is voornamelijk terug te brengen op de – al dan niet vermeende – kwaliteitsdaling, en vermijding van massale VWO’s (onderwijshervormingen). Leerlingen gaan verbeten met deze moeilijke vakken door tot het eindexamen, want laten vallen betekent dat je van de school (en klasgenoten) af moet en je ergens anders opnieuw moet beginnen. Om deze reden herbergen gymnasia ook leerlingen die matige resultaten voor de klassieken boeken.

          • Het aanbod van klassieke talen (2)
            Hiernaast meen ik een cultureel verschil tussen België en Nederland te kunnen waarnemen. Het zou heel goed kunnen zijn dat Belgen, meer dan Nederlanders, waarde hechten aan een degelijke klassieke opleiding. Bijvoorbeeld: één van de voertalen is Frans (Romaanse taal – Latijn).

            Indien het in de huidige constellatie haalbaar zou zijn, zouden meer mensen van de klassieken kunnen kennisnemen. Het tekort aan leraren klassieke talen (oorzaak?), de Nederlandse pret- en zesjescultuur (oorzaak? waarheid?) en de gymnasia hebben te weinig capaciteit (oorzaak?) lijken het tegenovergestelde te tonen. Hiermee komen we terecht bij waar jouw commentaar om begonnen is: het volgen van klassieke vakken is elitair. 😉 Het is een kip- en ei discussie: waarom bestudeert slechts een minderheid van de Nederlanders een klassieke taal? Omdat…. 😉

          • Niet blijven zitten op wat gered is.
            Zelfstandige Gymnasia vragen voor toelating vaak een hogere CITO-score dan andere scholen die VWO-onderwijs verzorgen. Hoewel de CITO-score geen intelligentietest is en ook nooit als zodanig ontworpen is betekent dat dat men, zeker in de lagere klassen, hogere eisen kan stellen. In de lagere klassen is dat ook nodig omdat de lesuren klassieke talen bij elkaar gesprokkeld worden uit vrij te besteden lesuren en bij andere vakken weggehaalde uren. Klassieke talen worden door de onderwijshervormers getolereerd maar daar blijft het dan ook bij. Laten wij aannemen dat het bizarre toelatingskriterion CITOscore er voor zorgt dat leerlingen v.d. ZG meer dan gemiddeld intelligenter of ijveriger dan andere VWO-leerlingen zijn. Dan zitten de ZG nog wel met het probleem van Leerlingen die zonder intrinsieke motivatie verbeten tot het eindexamen doorgaan met het moeilijke vak Latijn. Dat bedreigt het niveau en de inhoud van Latijn. Ter bescherming van de leerlingen die wel intrinsiek gemotiveerd aan Latijn en Grieks werken is het wenselijk om alternatieven te bieden die net als de Klassieke Talen boven het huidige VWO-niveau liggen. Dat tast m.i. het Gymnasiale karakter minder aan dan de aanwezigheid van al die sloevers die zich zonder enthousiasme naar het eindexamenonderdeel Latijn voortslepen.
            Een belangrijke reden voor het tekort aan leraren Klassieke Talen lijkt mij de middenschoolexperimenten en de basisvorming. Waren de middenscholen er gekomen dan zouden de kinderen tot hun 16-de levensjaar geen les in KT krijgen. Op de basisvorming werden de KT afgeknepen. Lessen in de onderbouw zouden niet meer eerstegraads betaald worden. Wie durft er onder die omstandigheden Klassieke Talen te studeren? Bijna alleen nog maar vrouwen!
            Seger Weehuizen

          • Verschil tussen leerlingenpopulaties binnen het VWO
            Seger, ik denk niet dat dat verschil al te groot is.

            1. Het verschil in punten op die eindtoets van CITO is erg klein.

            2. Echt moeilijke vragen zijn er niet in die eindtoetsen van CITO, de moeilijkste vragen worden altijd nog door minstens een kwart van de leerlingen correct beantwoord. Ik baseer dit op tabellen die CITO op haar website had (verleden tijd!) staan. Een leerling die net wat meer punten scoort lijkt eerder net wat geconcentreerder te zijn of net wat beter te zijn opgeleid dan dat hij net wat intelligenter is.

            3. De kinderen zijn nog erg jong, ik zou het maar wat interessant vinden als er 4 jaar later nog eens zou worden getest. De verschillen tussen de leerlingenpopulaties zouden in die paar jaar tijd best wel eens kleiner of groter kunnen worden. Ik ben geneigd te denken dat ze kleiner worden aangezien op 11-jarige leeftijd het ouderlijke milieu nog erg veel invloed heeft op je intellectuele ontwikkeling, naarmate je ouder wordt is dat meer afhankelijk van je talent.

            4. Slechts 6/15de van de leerlingen die een voldoende hoge CITO-score behaalt gaat naar het gymnasium. Een deel van hen wil niet naar het gymnasium, een deel van die leerlingen mag niet naar het gymnasium aangezien er volgens die gymnasia een gebrek aan plaasten is. Dit verkleint het verschil tussen de beide groepen leerlingen.

            Voor zo ver er een belangrijk verschil is tussen de leerlingen van de gymnasia en die van de athenea is m.i. het belangrijkste verschil dat de groep VWO-leerlingen gevarieerder is: variërende van de top-1% tot de top 25% terwijl dit op gymnasium varieert van de top-1% tot de top-16% (het percentage leerlingen wat op die eindtoets van CITO een score van 545 of hoger behaalt).
            Moeten de athenea niet hun niveau wat verhogen zodat de top-15% van de leerlingen geschikt is voor het atheneum? Het verschil in talent binnen de huidige groep athenea-leerlingen is wel erg groot.

          • trend setten
            Ik meen dat de Zelfstandige Gymnasia zich in de beste uitgangspositie bevinden om intellectueel en pre-academisch trendsetter te worden. O.a omdat om te beginnen een VWO binnen een scholengemeenschap zichzelf moet doorzetten tegenover de andere schooltypen en het bestuur. Als op de ZG de klassieke talen van fixatiepunt in hoofdpunt zou veranderen zullen er nog veel meer leerlingen naar het Gymnasium willen en worden de scholengemeenschappen gedwongen om speciale voorzieningen voor hun goede VWO-leerlingen te treffen. Bij de ZG vermindert vervolgens de druk van leerlingen die wel een zwaar en intellectueel programma willen maar niet speciaal ook klassieke talen. Ik verwacht van de scholengemeenschappen geen spontane opsplitsing van het VWO die tot een aparte topgroep van VWO-leerlingen met intellectuele akademische grondhouding leidt.
            De CITO-toets is een zeer onbetrouwbare methode om typische Gymnasiumtypen te scheiden van de andere leerlingen. Daarover verschillen wij niet van mening. Ook zijn we het, denk ik, er over eens dat de wens om leerlingen met een verlate cerebrale groeispurt of een ongunstig ouderlijk milieu niet achterop te laten komen er niet toe mag leiden dat leerlingen die al wel aan moeilijk en abstract onderwijs toe zijn geen passend programma krijgen. Weg met Plasterk! Er moeten wel betere voorzieningen voor stijgers komen. Voor groep 8 moeten betrouwbaardere determinatiemethoden gebruikt worden. Ik ben er voor om te testen of opnieuw testen van een leerling na 2 jaar voortgezet onderwijs op geschiktheid nuttig is.
            Seger Weehuizen

          • nee
            Onderwijs beloont of bestraft geen milieu, maar vaardigheden.
            De basisschool selecteert niet op milieu evenals het vervolgonderwijs.
            Ondernemingen selecteren ook niet op milieu want die hebben op de eerste plaats belang bij vaardigheden.
            De derde structuur is de overheid en die selecteert ook al niet op milieu.
            Als beweerd wordt dat ‘maatschappelijke sctructuren’ afkomst belonen of bestraffen is zo’n bewering structureel onjuist.

          • De relevante vraag is wat
            De relevante vraag is wat mij betreft niet ofdat je afkomst en het milieu waarin je opgroeit een rol spelen, het lijkt mij een utopie om dat ooit te neutraliseren aangezien de mensen die meer welvaart, connecties en macht hebben elk systeem beter in hun voordeel kunnen gebruiken dan de mensen die in een pauperbuurt opgroeien.
            Veel interessanter vind ik, als sociaaldemocraat, hoe je daarmee om moet gaan. Als samenleving moet je ervoor zorgen dat mensen die over een bepaald talent beschikken dat talent kunnen ontwikkelen zodat ze hun eigen leven vorm kunnen geven. Goed onderwijs wat de lat hoog legt en wat zoveel mogelijk selecteert op basis van de capaciteiten van de leerlingen is een middel waarmee mensen zichzelf kunnen verheffen naar een hogere sociaaleconomische klasse. Zelfs al profiteren die hogere sociaaleconomische klasses meer van dat goede onderwijs, het feit dat de talentvolle mensen uit de lagere sociaaleconomische klasses de kans krijgen om zichzelf te kunnen verheffen zou socialisten en sociaaldemocraten moeten motiveren om te knokken voor selectief onderwijs wat niet selecteert op geld maar op kwaliteiten.

            Ik pleit ervoor dat we op scholen stilteruimtes invoeren: ruimtes waarin grote tafels met goede stoelen staan, waarin laptops en computers verboden zijn (een muziekspeler mag wel onder de voorwaarde dat een ander het geluid niet kan horen) en waarin leerlingen in stilte kunnen studeren, de ondergepriviligeerde kinderen moeten het meeste recht krijgen om van zo’n ruimte gebruik te maken. Het is voor mij een raadsel hoe een kind thuis moet studeren terwijl hij in een flat woont met 6 siblings.

          • stilteruimtes
            Ik heb het nog mee mogen maken. Een plek op school waar de leerling in alle rust kon studeren: het stiltelokaal, op de hoogste verdieping, aan het eind van de gang links. Een leerling heb ik er nimmer gezien, wel een jonge docente en een oudere collega die daar hun tussenuren doorbrachten.

          • Hoe lang geleden heb jij dat
            Hoe lang geleden heb jij dat meegemaakt?
            Als er geen behoefte aan bestaat dan is dat natuurlijk niet nodig maar ik vrees dat er veel leerlingen zijn die thuis niet rustig kunnen studeren, voor hen zou het goed zijn als ze dan in ieder geval op school wel rustig kunnen studeren en tegelijk even de situatie thuis kunnen ontvluchten. Voor studenten lijkt het mij ook erg belangrijk aangezien studentenhuizen vaak geen goed studieklimaat bieden, in het bijzonder voor studenten die toch al overgevoelig zijn voor prikkels. Tegenwoordig heb je dan met wat pech ook nog heel de dag huisgenoten die aan het bellen zijn omdat het toch niets kost (bellen via internet).
            Je had altijd de bibliotheken waar je rustig kon werken. Is dat nog het geval met al die vermaledijde groepswerkjes (overleg) en laptops (die lang niet altijd gebruikt worden voor studeren)?

          • Sociaal
            Het woord ‘sociaal’ heeft meerdere betekenissen. Ik ken mensen die bejaarden en gehandicapten helpen, in het onderwijs werken, aan goede doelen geven en geen sociaal-democraat zijn. Het woord ‘sociaal’ is in het politieke discours gekaapt. Sommige mensen stellen met morele verhevenheid dat zij ‘sociaal’ zijn. Zij bedoelen ‘sociaal-democraat’ (of: ‘socialist’).

            De centralistische ‘top down’ onderwijshervormingen uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw hebben, zoals door velen van tevoren voorzien maar niet gehoord, geen ‘sociale’ uitwerking gehad. Juist voor degenen voor wie deze bedoeld waren, hebben deze averechts uitgewerkt. Je zult begrijpen dat ik bij het woord ‘sociaal’ mijn eigen gedachten heb.

            Nederland had een mooi onderwijssysteem dat in de loop der jaren is ‘gemoderniseerd’ richting malaise. Het voldeed aan de criteria die jij geeft voor goed onderwijs. De schoolklas bepaalde het klasseverschil. 😉

          • Sociaal (2)
            Binnen de verzuilde maatschappij zorgde men voor elkaar. Het selectieve systeem daagde mensen uit het beste uit zichzelf te halen. Je kon je positie daarmee verbeteren. Leerlingen uit lagere sociale milieus konden goed onderwijs genieten. Als je laatbloeier was en een goede baas had, kon je met avondcursussen omhoog klimmen. Je kon werkstudent worden. De jaren zestig-generatie heeft veelal uitstekend onderwijs genoten. Hierdoor konden zij bij toenemende welvaart hoog op de maatschappelijke ladder stijgen. Daarom begrijp ik niet waarom zo rigoureus de bijl in het onderwijssysteem is gezet. De individualisering heeft de staat (te) machtig gemaakt. Niet al het leed in de samenleving is te repareren. Nederland bood al veel vangnetten.

            De stilteruimte dient ook voor anderen dan de ‘ondergepriviligieerde kinderen’ (jouw woorden) beschikbaar te zijn. Eenieder zal zijn eigen redenen hebben ervan gebruik te maken. De Openbare Bibliotheek – voor zover aanwezig – is een alternatief. ‘Knokken’ (jouw woord) is dan niet nodig. Het kind moet ook zelf de drang tot leren hebben.

          • Speel de bal
            Sym,

            Is het niet zo dat een deel van je verwarring hieruit voortkomt dat je boodschap en boodschapper niet uit elkaar houdt?

            Zorgvuldig lezen helpt ook: ik heb niet gezegd dat de middenschool in Nederland te weinig tijd is gegund, maar het experiment met een middenschool. Dat is iets anders. Daar zit op zich helemaal geen opvatting achter dat Nederland een middenschool goed zou kunnen gebruiken, dat weet ik helemaal niet. Het is maar een vorm, een huls. Hoe dat functioneert, hangt van veel andere omstandigheden af, denk alleen maar aan de kwaliteit van de leerkrachten (waar Finland hoog op heeft ingezet).

            Ik heb geen mooie systemische oplossing voor voor een betere overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Daar kan op veel manieren het nodige aan worden gedaan. Ingrijpende stelselherziening gaat waarschijnlijk per saldo geen problemen verminderen, het zal langs andere wegen, met kleine stapjes, moeten gebeuren. Een beleid op lange termijn dus, maar dat is lastig met een overheid die iedere vier jaar iets anders wil. Meer aandacht voor de loopbanen van leerlingen, dwars door scholen, instituties, en schoolvakken heen. Er zijn ongetwijfeld in Nederland tal van plekken, situaties, scholen waar in dit opzicht de zaken heel goed worden aangepakt.

            ‘Toon’ Het is toch heel eenvoudig, Sym. Zodra iemand begint met beladen termen rond te strooien, is het speelveld voor argumentatie verstoord. Het helpt ook niet geweldig wanneer inhoudelijke argumenten worden afgeserveerd omdat ze niet bevallen.

          • niet-representatieve steekproef
            Ik ben fel tegen de middenschool maar ik realiseerde me wel dat het experiment geen faire kans kreeg. Ik was geen moment bereid mijn dochter voor een experiment met de middenschool aan te melden. (Ook al niet omdat ik wilde dat ze latijn of Grieks zou leren maar dat was niet de enige reden) en ik dacht “dat zullen andere hoogopgeleide ouders evenmin doen voor hun kinderen met (waarschijnlijke) VWO-capaciteiten. Als ik gelijk heb kregen die experimenteerscholen uit de bovenlaag van de bevolking alleen maar de probleemgevallen die het VWO waarschijnlijk niet zouden halen. Dat kon alleen maar negatief uitwerken op het percentage kinderen dat via de middenschool een toelatingsbewijs voor de universiteiten verkreeg. Er werden dus onbetrouwbare steekproeven genomen.
            Seger Weehuizen

          • Brugklas
            Het bestaan van zo’n brugklas is allesbehalve vanzelfsprekend. In mijn vroegere gemeente (momenteel zo’n 40 000 inwoners) werden alle leerlingen in 4 groepen ingedeeld: LBO, MAVO, HAVO/VWO en VWO. Wanneer je MAVO/HAVO-advies kreeg dan kwam je op de MAVO-school terecht, niet in een MAVO/HAVO-brugklas. Laat nu net voor deze grote middengroep het bestaan van een brugklas het nuttigst zijn om het kaf van het koren te scheiden en de laatbloeiers eruit te filteren.

          • gelijkwaardigheidszwijmelaars en penny-men
            Er mag best een soort brugklas bestaan. Die moet echter klip und klar SELECTIEKLAS heten en dat moet de hoogste klas van basisschool zijn. Het programma in die klas moet er op gericht zijn om van elke leerling zo goed mogelijk vast te stellen welk schooltype bij hem/haar past. Zo kan zo goed mogelijk naar het ideaal gestreefd worden dat elke leerling passend onderwijs krijgt. (“passend onderwijs” NIET in de enge betekenis waarin voorstanders van inhomogene klassen dat gebruiken) Natuurlijk moeten er wegen open blijven waarlangs een leerling later stijl omhoog of omlaag kan. “Steil” want bij elk niveau of genre moet het programma gericht zijn op de doelstelling van het schooltype en niet op het vergemakkelijken van stijgen en dalen. (Een hier vaker genoemd voorbeeld is de Gymnasiumopleiding. Een leerling die van 3 HAVO naar 3 Gymnasium wil zal verdomd hard moeten werken. Maar zoiets moet wel mogelijk worden). Oplossingen in boven geschetste richting zijn jarenlang tegen gewerkt door gelijkwaardigheidszwijmelaars en fantasieloze dornknopers.
            Seger Weehuizen

          • Tien over rood….
            De tien “kernpunten” van Nieuw Links in Tien over Rood (1966):

            1.De PvdA neemt niet deel aan een regering, tenzij vaststaat dat de ontwikkelingshulp in 1970 twee procent van het nationale inkomen bedraagt.
            2.Iedere gekozen volksvertegenwoordiger dient de plicht te worden opgelegd tot openbare verantwoording, die kan worden afgedwongen.
            3.Het parlement dient in staat te worden gesteld ongelimiteerd openbare hoorzittingen te houden van elkeen die naar oordeel van het parlement nuttige informatie kan verstrekken.
            4.Elk verkiezingsprogramma van de PvdA dient een minimum te bevatten, zonder de uitvoering waarvan de Partij van de Arbeid niet aan coalitiekabinetten zal deelnemen.
            5.Onvoorwaardelijke erkenning van de DDR en van de Vietcong is noodzakelijk. De PvdA dient het initiatief te nemen tot een Europese veiligheidsconferentie met de landen van het Warschaupact.
            6.Nederland behoort uit de NAVO te treden, wanneer Spanje lid van de NAVO wordt of wanneer Portugal bij de herziening van het verdrag als lid wordt gehandhaafd.
            7.Het is wenselijk dat Nederland een republiek wordt zodra de regering van koningin Juliana eindigt.
            8.De belasting op erfenissen en schenkingen moet progressief oplopen en boven de honderdduizend gulden negenennegentig procent bedragen.
            9.De PvdA dient een inkomenspolitiek te ontwerpen, door middel waarvan het verschil tussen de hoge en lage inkomens wezenlijk kleiner wordt.
            10.De werknemers in de bedrijven moeten directe invloed krijgen op het bestuur van hun ondernemingen.

          • Tien over rood
            Hals,

            Schattig, hè?

            Je herinnert je vast wel dat dat de tijd was van de Berlijnse Muur (in de zomer van 1962 opgericht), de Cuba-crisis (Russische atoomraketten op weg naar Cuba), toenemende Amerikaanse inmenging in Vietnam (waaruit de Fransen zich na Dien Bien Fou juist geheel hadden teruggetrokken), Koude Oorlog dus met de verwachting dat deze vroeg of laat tot een nucleair conflict zou leiden.

            Je komt nu zeker ook met een lijstje wie in die tijd ‘Nieuw Links’ vormden?

          • middenschooldiscussie
            Het is onvoorstelbaar dat er meer dan dertig jaar na het mislukken van de middenschool nog op zo’n stompzinnige wijze over wordt gediscussieerd. Het lijkt nergens op.
            Ik heb er geen last van hoor, het lijstje met posters die ik standaard oversla wordt alleen weer iets langer.

            Willem Smit

          • STOP svp
            Dit is een programma van een deel van de PvdA uit 1966. Dit te schrijven (en als moderator door te laten) is stemmingmakerij die op geen enkele manier het doel dient van nadenken en van mening verschillen over beter onderwijs. Hals misbruikt dit forum voor zijn rechtse scheldpartijen.

            PvdA is en was niet links! Het waren en zijn sociaal-democraten. Da’s iets heel anders dan socialistisch.

          • Nieuw Links
            Het beginselprogramma van Nieuw Links geeft geen verwijzing naar het onderwijs.

            De invloed van Nieuw Links is in zoverre voor het onderwijs relevant, dat er veel radicale ideeën omtrent gelijkheid, nivellering e.d. de partij zijn binnengekomen die wel degelijk, ook onder invloed van het internationale ‘New Left’, het onderwijsbeleid van de PvdA zijn binnengesijpeld. Het heeft de welbekende oprichters ervan overigens geen windeieren gelegd: partijvoorzitter, burgemeester, minister, staatssecretaris, commissaris van de koningin, enzovoort. Drees sr. vond het een radicale en onrealistische koers van de PvdA, waardoor hij in 1970 afscheid van de partij heeft genomen.

            De zeventiger jaren van de vorige eeuw hebben zeker hun invloed gehad op het onderwijs zoals we het nu kennen. Veel onderwijshervormers hebben hun wortels in deze jaren liggen. Je kunt het heden niet begrijpen, zonder het verleden te kennen.

            *Off topic* – de PvdA heeft (pas) in januari 2005 afscheid van het beginselprogramma van 1977 genomen waarin de nationalisatie van belangrijke industrieën, banken en verzekeringsmaatschappijen werd bepleit. In teksten over de sociaal-democratie lees ik “to promote a gradual transformation of capitalism into socialism” en ook “social democracy retains the capitalist mode of production”. De woorden ‘sociaal-democratie’ en ‘socialisme’ zijn blijkbaar containerbegrippen waaraan locaal invulling wordt gegeven.

          • Hadden we maar een Drees
            Hij zou gegruwd hebben van de enorme geldsmijterij met belastingegeld die we heden ten dage moeten meemaken. Bakken met belastinggeld worden weggesmeten in het onderwijs en de resultaten hollen tegelijk achteruit.

          • informatie over links in 1966?
            Erg interessant. Helpt het ons in de strijd voor beter onderwijs? Nee.

            Joost Hulshof

          • Nationalisatie
            Hals en Sympathisant denken blijkbaar van wel.
            Maar volgens mij zou nationalisatie van de banken daaraan meer hebben bijgedragen 🙂
            Dan hadden we nu minder last gehad van de crisis, en zou er meer geld voor onderwijs zijn, om hoger opgeleide leraren beter te betalen en de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, en daardoor betere leraren aan te trekken.

          • Primaire onderwijsproces
            Hoe stel je dat voor JTS? De banken als geldboom waarvan je naar behoeven kunt plukken? De wereld zit complexer in elkaar.

            De collectieve sector – belastingheffing – betaalt de salarissen in het onderwijs. Grote bedragen belanden niet bij het primaire onderwijsproces. Kan het beleid zich niet beter op een verbetering hiervan richten dan dat alle grootbanken in de achtertuin van het Binnenhof worden geplaatst? Hoeveel kost dat? Vraag een ervaringsdeskundige. 😉

            Mijns inziens getuigt het van kortzichtigheid het verleden te vergeten. Ik heb de manier waarop werd hervormd nog zo scherp in beeld. Ieder zijn stiel natuurlijk. We moeten vooruit.

          • Andersom
            Nee, Sympathisant, dat heb ik niet beweerd over de banken. Het is precies andersom: de banken gebruiken ons en de overheid als geldboom waarvan geplukt wordt.

            Als het goed gaat met de banken verdwijnen de winsten, door ons als consumenten, spaarders, rekeninghouders en hypotheeksluiters betaald, in de zakken van de aandeelhouders en bonustrekkers. Gaat het slecht met de banken, dan betalen we opnieuw, nu als belastingbetaler die de overheidssteun feitelijk betaalt.

            De crisis is vooral veroorzaakt door het ongebreidelde winstbejag van de banken, zonder oog voor de maatschappelijke gevolgen hiervan. Bij een door de overheid gecontroleerde bank zou dit niet voorgekomen zijn. Bijkomend voordeel is dat de eventuele winst aan iedereen ten goede komt en niet aan een beperkte groep.

            Ik pleit er dus niet voor om de banken te plukken, maar om te voorkomen dat de banken ons plukken.

          • Welles nietes 😉
            Het nationaliseren van banken is m.i. geen goed idee. Je krijgt er nieuwe problemen voor terug (de overheid heeft ook geld nodig ;-). De welvaartsstijging in de westerse wereld vond de laatste jaren gedeeltelijk op krediet plaats. Iedereen – incl. overheden –, heeft geprofiteerd. Denk aan lage rente*, hoge kredieten, bloeiend bedrijfsleven, huizenmarkt, aandelenkoersen, bestedingen, salarissen, hoge belastinginkomsten enz. Velen (ook ambtenaren) begonnen voor zichzelf bij overheid en bedrijfsleven. Iedereen leek tevreden totdat het systeem vanuit de VS – ‘subprime’ hypotheken* in slechte huizenmarkt*; financiële producten zonder dekking – op klaarlichte dag instortte. De verwijten aan bonuscultuur private grootbanken en toezicht overheid op kredietverstrekking ontzien de algehele euforie. Het ‘shareholders’-model (globalisering) – minder ‘stakeholders’; Rijnlandmodel – leek achteraf leidend. De overheidskas is kleiner, tevens vanwege hogere EU-verplichtingen aan Zuid- en Oost-Europa. Iedereen heeft ervan geleerd. Je kunt niet meer uitgeven dan je bezit. De overheid heeft ingegrepen. Achteraf hadden we alles kunnen voorzien. De Nederlandse economie herstelt.

            De centrale overheid herziet de onderwijsuitgaven. Het primaire onderwijsproces dient beschermd te worden.

      • Dieven, rovers en insluipers
        @ 2010

        Toemaar.

        Als de VVD in de positie komt om Nederland verder vol te leggen met asfalt, zijn de wegenbouwers dus ook dieven, rovers en insluipers geworden?

        Politici: die zijn nog steeds gekozen, in dit land. Ze hebben ook met jouw mandaat gehandeld. Of heb jij altijd principieel gestemd op partijen die zich op voorhand al buiten regeringsdeelname plaatsten? Of principieel niet gestemd, of ongeldig gestemd?

        Is jouw ethiek maatgevend, maar is er ook nog zoiets als een ethiek die breed wordt gedeeld?

        • Endemische corruptie
          Dat er in de bouwwereld sprake is van endemische corruptie is welbekend lijkt me…..

          HET probleem is dat dit zich steeds verder in de maatschappij verspreid heeft. In het onderwijs (en vele andere takken van de samenleving) is er nu ook een corrupte bovenlaag. In dat opzicht wordt Nederland (net als andere westerse landen overigens) steeds meer een derde wereldland. Uiteindelijk zal dat ons opbreken (net als dat dit derde wereldlanden opbreekt).

          De ethiek van de managerskaste is niet de mijne.

        • lesgeven is niet hetzelfde als asfalteren. Idee: de beroepseed?
          Het is moeilijk om een scheidslijn te definiëren, maar het onderwijs is een heel andere tak van sport dan de wegenbouw, het kruideniersvak of de ICT.
          Evenals bv de zorg en de rechtspraak zijn er bij het onderwijs geen klanten die geen autonome positie hebben tov de (diensten)leverancier, maar gaat het hier om kinderen en hun ouders.

          Ik vind dat iedereen die daar een rol in speelt zijn activiteiten, zijn doen, denken en laten moet laten leiden door de belangen van dat kind en de maatschappij.

          Werk je met/binnen het onderwijs dan is het dus niet zo dat je eigen macht en je eigen bankrekening leidend kunnen zijn. Als je iets doet waarvan je vindt dat het niet goed uitpakt voor de leerlingen waarvoor je verantwoordelijk bent, dan moet je die activiteit dus veranderen.

          Dit geldt voor de goeroes en de bestuurders, maar ook zoveel mogelijk voor de docent. Het lullige is alleen dat de docent vaak in een machtsongelijke positie zit en dat het weigeren van HNL achtige didactieken niet zonder ernstige represailles mogelijk is. Vandaar ook dat ik leraar als “ondergeschikte” van een onderwijsmanager een heel andere machtspositie zou moeten hebben als de willekeurige winkelbediende bij Ikea. De winkelbediende moet doen wat hem wordt opgedragen, de leraar moet doen wat goed is voor de leerling.

          Een wild idee wellicht, maar is een beroepseed niet veel eenvoudiger en krachtiger om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de docent te garanderen dan dat vermaledijde register?

    • Onderzoek professionaliteit.
      Het CBE is geen onderzoekbureau, er zijn dus weinig publicaties. Een uitzondering is meteen ook een interessant rapport, zeker ook voor de ‘coöperatie’:

      Olaf McDaniel, Annemarie Neeleman, Ghislaine Schmidt & Hanneke Smaling (2009). De professionaliteit van MBO-docenten in vergelijkend perspectief. Comparatieve analyse van professionaliteit in 9 beroepen in vergelijking tot de MBO-docent. In opdracht van de MBO-Raad. Eindrapportage. CBE-Nederland. pdf [Dit document is gepubliceerd in de Gids voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. Reed Business, Den Haag (2010) C-1-2-1 t/m C-2-73.]

      Paul Laaper bespreekt dit rapport hier, zie ook de reacties daarop, o.a. van Wes Holleman.

      Vreemd genoeg is dit rapport nog niet op het forum aan de orde geweest. Volgt niemand de activiteiten van de MBO-raad?

    • Academisch beroepsonderwijs
      [reactie op Navigatieplan voor het hoger onderwijs* ]

      Even doorscrollen, en daar zijn we weer:

      “Het in tweeën opgedeelde hoger onderwijsstelsel heeft zijn langste tijd gehad: studenten én bedrijven hebben behoefte aan meer academisch gevormde beroepsgerichte opleidingen. Met meer interactie met het bedrijfsleven, meer praktische vorming en ervaring. Een actieve rol van overheid en bedrijven in deze opleidingen zorgt voor een duurzaam aanpassingsvermogen: nieuwe opleidingen zullen sneller ontstaan terwijl ouderwetse beroepen snel genoeg van het toneel zullen verdwijnen.”
      Navigatieplan voor het hoger onderwijs* . Ondertekend* door vm. ‘schaduw-SG’* van OCW, en zie p. 7*.

      Hij vult aan: ”Met dit document hebben wij een helder geluid laten horen: voor het vergroten van onze toekomstige verdiencapaciteit is het van groot belang te investeren in het hoger onderwijs dat werkelijk aansluit op het bedrijfsleven en waarin excellentie vanzelf spreekt.” Navigatieplan*.

        • Voor de duidelijkheid….(1)
          Drama, citaat 1:

          De ambtenaren leken in niets op elkaar. Werkte je in blauw, in de basisonderwijsvleugel, dan droeg je een trui. Deed je voortgezet onderwijs, in geel, dan liep je in een jasje. Hoger onderwijs, in de rode vleugel, zat strak in het pak. De salarissen waren navenant.
          Of toch, één overeenkomst: ze stemden vrijwel allemaal PvdA – een overblijfsel uit de Van Kemenade-tijd (eind zeventig, begin jaren tachtig) toen het ministerie razendsnel groeide. De neiging om alles van bovenaf te sturen, en via circulaires bij de scholen te droppen, werd breed gedeeld.
          In de winter van 1991 kreeg 80 procent van de ambtenaren een andere baan, met andere collega’s, een andere kamer in een andere vleugel. Er kwam een ‘collegiale bestuursraad’ waarin de secretaris-generaal, de hoogste ambtelijke baas, als primus inter pares met de directeuren-generaal uit de spinnenpoten ging samenwerken. Zodat ze klussen van elkaar konden overnemen en elkaar toch minimaal een paar keer per week tegen het lijf liepen. Rode stoeltjes tegen ‘gele’ muren.
          De basisvorming – het nieuwe lesmodel op mavo, havo en vwo waarbij iedereen met dezelfde veertien vakken begint – was voorbereid en hoefde alleen maar te worden ingevoerd. Het was de tijd dat praten met scholen taboe was; de politiek wist hoe het moest. Het werd dan wel niet de middenschool van Van Kemenade, maar het nobele ideaal was hetzelfde: goed onderwijs zou iedereen gelijk maken – maakt niet uit uit welk milieu. Gelijke kansen, ongeacht je afkomst.

        • Voor de duidelijkheid…(2)
          Drama, citaat 2:

          Het was de tijd van stevige bewindslieden die je als eenvoudig beleidsambtenaar uit schaal 11 niet even opzij duwde. ‘Met Ritzen had je niet vaak een echt gesprek’, zegt een ambtenaar uit die tijd. ‘Als je het niet met hem eens was, legde hij het je nog één keer uit.’
          Ook Jacques Wallage en Tineke Netelenbos waren mannetjesputters die je als ambtenaar liever niet voor de voeten liep. De dadendrang was enorm. ‘Nieuwe bewindslieden kwamen binnen met grootscheepse veranderplannen’, aldus Maarten Asscher, oud-directeur bij het ministerie. ‘De druk van het partijprogramma, het vooruitzicht van maximaal vier jaar bewind. Zeker bij het veel bekritiseerde OCW wilden ze niet de geschiedenis in als bewindslieden die alles bij het oude lieten.’
          De ambtelijke top zat dicht tegen de politiek aan. Secretaris-generaal Meijerink kende Wallage uit Groningen; hij was jarenlang gemeentesecretaris toen Wallage er wethouder was. Politieke benoemingen waren op het ministerie eerder regel dan uitzondering.

          Wie sluit zijn ogen nog voor de werkelijkheid?

    • Academisch beroepsonderwijs (2)
      De externe onderwijsbestuurder stelt: de beproefde universiteit (‘academia’)* heeft zijn langste tijd gehad. Studenten èn bedrijven willen dat. De wetenschap vergeten we gemakshalve. Denk aan het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO).

      Strategie: eerst zeggen dat de universiteiten ondergelopen zijn door matige studenten (oorzaken?), vervolgens beweren dat de beroepsopleidingen er ook wel bij mogen. Met andere woorden: laten we de universiteiten ‘downgraden’ richting HBO’s (‘differentiatie’), dan kan iedereen meedoen. Vervolgens worden er topopleidingen geïntroduceerd die de voormalige ‘echte’ studenten terug naar de universiteit selecteren. De ‘universities of applied sciences’ inclusief ‘wetenschappelijke’ lectoren zullen een gat in de lucht springen. De salamitactiek* werkt uitstekend. Dat is de vaderlandse hervormers wel toevertrouwd. Zij zullen niet rusten totdat al de maatschappelijke structuren die afkomst belonen/afstraffen zijn afgebroken. Democratisch van binnenuit en buiten het parlement om. Kwestie van vriendjespolitiek* en een zoete boodschap gelardeerd met ‘wetenschappelijk bewijs’.

      Leve de (externe) onderwijsbestuurders. Jaar in jaar uit.

      • “Zij zullen niet rusten
        “Zij zullen niet rusten totdat al de maatschappelijke structuren die afkomst belonen/afstraffen zijn afgebroken. ”

        Gelukkig zijn universiteiten allang niet meer exclusief voorbehouden aan mensen die uit hogere sociale milieus komen, bij de gymnasia is dat wel nog een beetje het geval aangezien de selectie op zeer jonge leeftijd plaatsvindt en aangezien het niveau van ons primaire onderwijs zo slecht is (minder invloed van onderwijsmilieu, meer invloed van thuismilieu). Tegen de tijd dat je 18-21 (stapelaars) jaar oud bent dan hangt je intellectuele functioneren vooral af van je genetische aanleg en van je motivatie, al is je geheugen, leerdiscipline enz. allicht minder goed ontwikkeld wanneer je minder veeleisend onderwijs hebt gehad.

        Ik hoop en ik verwacht dat in de nabije toekomst de vraag naar de meer intellectuele opleidingen juist weer toeneemt aangezien bedrijven ermee geconfronteerd worden dat voor tal van functies de afgestudeerden van die ´aan het bedrijfsleven aangepaste` opleidingen over minder kwaliteiten beschikken dan de intellectueel gevormde studenten.
        Ik zie met lede ogen dat bij ingenieursopleidingen (TU) tegenwoordig 20% van het programma (ongeveer 50/50 verdeeld) in de bachelor bestaat uit projectjes en uit niet-technische beroepsvorming. Denk bij dat laatste aan vage competenties als rapporteren, presenteren, verkooptechnieken enz.
        Ik sluit niet uit dat het nuttig is dat daar een beetje aandacht aan wordt besteed maar bied dat kosteloos als exta eenmalige cursus aan in plaats van zoiets elk semester te organiseren ten koste van de academische vorming. Een projectje hoort m.i. pas in de hogere jaren thuis, nadat je een goede basis hebt opgebouwd en dat kan ook in de zomervakantie op vrijwillige basis. Tegelijk wordt de eerste studieweek van het eerste jaar opgeofferd om de schade van het secundaire onderwijs te repareren.

      • Lenssen zegt ’t zelf: nieuw leren is maatschappijvisie
        Ik citeer uit zijn openbare les:
        ‘Ik heb getracht aan te geven dat het ‘nieuwe leren’ niet alleen te maken heeft met met nieuwe opvattingen over onderwijs, maar vooral ook met de nieuwe rol die de school on de samenleving kan gaan vervullen.
        In die zin is het ‘nieuwe leren’ niet louter een onderwijskundige kwestie, maar schuilt er ook een opvatting achter over de inrichting van de maatschappij.’

        Let op het woordje ‘schuilt’. Het mag kennelijk niet al te expliciet worden beleden.

        Ander citaat:
        ‘Des te meer waardering verdienen die schoolleiders en leraren die hun verantwoordelijkheid durven nemen en ondanks maatschappelijke weerstand en wellicht weerzin van collega’s nieuwe betekenis willen geven aan de schooltijd van hun leerlingen.’
        Vervolgens belooft hij die nieuwe leraren te steunen waar hij kan.

        Merkwaardige opmerking, vooral als we dit lezen in het licht van zijn ideaal. In zijn ideaal moet de school verantwoording afleggen aan iedereen die meent belangen te hebben bij die school als maatschappelijke organisatie. De school moet zich breed verantwoorden in het groot publiek domein.

        Desalniettemin worden nu leraren geprezen die de maatschappelijke tegenstand weten te trotseren. Zij idee van verantwoording is blijkbaar alleen geldig binnen een door hem gewenst maatschappelijk bestel.
        Het maatschappelijk bestel van heden waardeert hij niet, en daarom waardeert hij wel de dwarsliggers.
        In zijn gewenst maatschappelijk model zullen andere dwarsliggers (die van de leerstof centraal en van het klassikaal onderwijs b.v.) zeker niet gewaardeerd worden.
        De samenhang tussen ‘nieuw leren’ en de wens tot een andere samenleving (met meer gelijkheid, geen selectie en geen discriminatie b.v.) treedt hier dus wel erg duidelijk naar voren.
        Als Lenssen het zelf zegt, waarom mogen meer traditionelen dit dan niet zeggen?

        • Nieuwe school
          Dan stel ik voor dat deze meneer zijn eigen school start, en zelf de schoolleiding en leraren aanstelt. Financiering regelt hij zelf. Dan hoeft hij andere mensen niet met zijn maatschappijvisie lastig te vallen. Ouders besluiten uit vrije wil of zij hun kinderen naar deze school sturen. Maatschappelijke weerstand of niet. De inspectie controleert of de school functioneert.

          Dat lees ik niet.

          Je zult maar veertig jaar op deze wijze je brood moeten verdienen in het onderwijs, en ieder plannetje verzilverd moeten zien. Het traditionele onderwijs brengt in jaar twee al geen geld meer op. Voor de veranderingsprocessen heb je een sterk netwerk nodig. Daarin schuilt het werkelijke talent van deze meneer. Is hij wel geïnteresseerd in ouders, leraren en leerlingen? Hij loopt op de troepen vooruit totdat de troepen uit het zicht verdwenen zijn. Dit stimuleert hem nog harder te lopen.

  5. De wetenschappelijke methode voor permanente kennisuitschakeling
    @ Ben Dat rapport:
    De vraagstelling luidde: Hebben professionals in het MBO weinig handelingsvrijheid in vergelijking met andere professionals? Nee, integendeel, meldt CBE. In vergelijking met negen andere soorten professionals hebben deze ontevredenen niet te weinig maar juist veel te veel handelingsruimte. Daarom ontbreekt het hen aan stepping stones. Ze zijn footloose, de weg kwijt en daarom ontwikkelt de beroepsethiek zich in de verkeerde richting. (zo vat ik het geheel maar even samen).
    De rapportage bestaat voor het grootste deel uit een opsomming van documenten (wetten, regels, procedures) die binnen de negen geselecteerde beroepsgroepen gelden en die (moeten) voorkomen dat kwakzalvers toetreden, fouten niet worden gemeld of diensten worden bewezen aan het criminele circuit. Kortom, documenten die de status van die beroepsgroep beschermen. CBE gebruikt de hele (overbodige) opsomming en passant als bewijs dat de rol van het management nergens problemen geeft. Primair echter als stapsteen naar – het volgens CBE ontbreken van – permanente educatie in het MBO (lees beroepsethiek).
    Alle andere beroepsgroepen, stelt CBE, beschermen zich tegen wanprestatie door permanente educatie verplicht te stellen. Aan de toegangsvoorwaarde tot die beroepen, een diploma, besteedt CBE weinig woorden.
    Maar waar bij al die andere beroepen kennis steeds centraal blijft staan in de beroepsuitoefening, verdwijnt die in de rapportage van CBE voor de MBO docent. Deze professional wordt geacht zich te specialiseren in algemene vaardigheden. CBE benadrukt dat dit een kwestie is van goed HMR beleid.
    Wie kent een advocaat, medisch specialist of verpleegkundige die mensen die een beroep doen op haar kennis verplicht moet meedelen dat zij zal meekijken hoe die mensen die kennis zelfstandig toepassen?
    En die medisch specialist was eerst afgestudeerd basisarts, de advocaat eerst een afgestudeerd jurist en een psychiatrisch verpleegkundige haalde eerst het diploma verpleegkunde.

    • self-serving
      Katie,

      Als ik het goed begrijp, komt dit rapport uit op het benadrukken van bijscholing en van HRM-beleid. Voor beide diensten kan het MBO bij de CBE-groep terecht. Dat is handig, toch? Ligt het er echt zo dik bovenop? En is de vakkennis van de MBO-docent nergens in zicht?

      Dan houden we het toch bij Beroepszeer?

      • Hoe produceer je wetenschappelijk bewijs?
        Dit onderzoek is uitgevoerd om de werkgevers in het MBO te voorzien van een wetenschappelijke inbreng in het professioneel statuut. Dat statuut is rond 2009 door de politiek bedacht als antwoord op de aanhoudende klachten vanuit het MBO. Voor en door docenten op te stellen.

        Het CBE-rapport inventariseert papieren kaders (zie post boven). Bij ieder van de negen beroepen wordt erop gewezen dat de handelingsvrijheid van de professional natuurlijk wel moet passen binnen de visie/kaders/ bestuurlijke randvoorwaarden enz. van ‘ de organisatie ‘.

        Wat zijn dan die kaders/randvoorwaarden voor de MBO-docent? De onderzoeksvraag gaat daar niet over want iedere onderwijsorganisatie (eufemistisch vaak als ‘ school ‘ aangeduid) stelt zijn eigen kaders vast. Maar geen nood; volgens dit CBE-rapport zijn de kaders bekend. Ze worden voorondersteld voor het hele onderwijsveld, niet alleen van toepassing voor de leraar MBO. Het staat allemaal in een staatje dat ik in een volgende post zet. Karstanje, 2008.
        Eigenlijk is dit de essentie van dit – helemaal niet – wetenschappelijke rapport. Het levert de werkgevers een wetenschappelijk argument om dat professionele statuut meteen weer uit te hollen.
        De door CBE vooronderstelde kaders zie je niet terug in de cirkels voor het MBO. Er is alleen een cirkel met de titel werkgever. Het valt dus niet op.
        Die cirkels noemt CBE een theoretische variant op bestaande modellen. Ik heb geen idee welke bestaande modellen bedoeld worden aangezien alleen al de definitie van het onderwerp als zijnde niet bruikbaar terzijde wordt geschoven. Voor zover het rapport eigen tekst bevat (p. 15) zit er kop noch staart aan.
        En vergelijk voor de grap de tekst in het rapport voor verplichte permanente educatie bij politieagent (p.35) en verpleegkundige (p. 23) eens met wat er in de cirkels voor die professionals staat ingetekend.
        Ach, niemand leest zo’n rapport. Daar is het ook niet voor bedoeld.

      • Wetenschappelijk bewijs aanvulling
        Uit CBE rapport De professionaliteit van MBO-docenten in vergelijkend perspectief, 2009, p. 17. (te lezen als twee kolommen ‘ technisch’ en ‘ reflectief’)

        Tabel 1 Areas of teacher professionalism in traditional and new educational concepts.

        Technisch (= traditional)

        Uniforme educatie
        Content-based
        Gebaseerd op wetenschap en andere disciplines
        Kennis consumptie
        Onderwerp georiënteerd
        Grote mate van individuele vrijheid
        Individualiteit van de leraar
        Weinig tot geen differentiatie
        Leveren
        Individuele ontwikkeling

        Reflectief (nieuw onderwijsconcept)

        Adaptieve educatie
        Competence-based
        Gebaseerd op de praktijk, toegepaste kennis
        Construeren van kennis
        Probleem georiënteerd
        Deel van een team zijn
        Leraren werken samen
        Aanzienlijke mate van differentiatie
        Coachen
        Co-opereren en co-creëren

  6. @ hals
    Wie sluit zijn ogen voor de werkelijkheid? Jij! Waarom laat je de desastreuze periode Hermans (die nota bene met Adam Curry in zee ging – wat nou belastingcenten) en de periode Van der Hoeven (het maatschappelijk middenveld, fusie’s, marktwerking, de instelling van de raden etc.) weg? Staat toch ook in dat stuk.

    • @kafka…Kon moeilijk het hele stuk citeren…
      Verhoeven en Hermans heb ik al eerder genoemd, en Deetman en Cals en ga maar door…

      • @hals
        Dat vraagt niemand. Het hele stuk citeren is ook niet nodig, we kunnen lezen. De vraag is alleen niet selectief te citeren. De andere namen zoals Netelenbos en Wallage heb je nl. ook al eerder genoemd. Gelijke monnikken, gelijke kappen.

  7. Terug bij de les?
    Stop de links-rechts discussie en doe wat nuttigs. De evaluatie van Leraar24 schiet niet op:

    www.beteronderwijsnederland.nl/node/7799

    Help mee om te voorkomen dat straks op basis van 70000 hits geconcludeerd wordt dat dit een succes was/is. Maar kijk wel of er iets goeds bij zit! Onderbouwde enthousiaste verhalen zijn ook welkom.

    Of begin een eigen bedrijfje dat iets goeds doet in of voor het onderwijs en niet in eerste instantie op winstbejag is gericht.

    Joost Hulshof

    • Eigen bedrijfje?
      Wat is er mis met ‘gewoon’ leraar zijn Joost? Waarom moeten we een eigen bedrijfje beginnen?

      • @Mark79
        Mark,

        Je eerste vraag gaat in op een suggestie die je ik niet gedaan heb.
        En je tweede vraag ook. Zo komen de misverstanden de wereld in.

        Een betere reactie was geweest:

        Inderdaad Joost, dat links/rechts schelden is wel mooi geweest nu, maar waarom moeten we dan gaan doen wat jij hier suggereert?

        Joost

    • winst hoeft niet vies te zijn
      Een school die “in eerste instantie op winstbejag is gericht” is , vanwege de extreme betekenis van het woord “bejag” verwerpelijk. Maar een school mag voor de oprichters best renderen. Conditia sine qua non is echter een volkomen vrije markt zonder monopolies en een overheid die encadreert met minimale regelgeving. Verder moeten zowel de overheid als de ouders/studenten in staat zijn om de resultaten van zo’n marktschool te evalueren en publiek te maken. Op dit moment zoueen zeer vrije gemakkelijk toegangelijke markt wel eens de snelste wijze kunnen zijn om de zaak op orde te krijgen. Als iemand een goede efficient werkend school opzet, beter dan zijn concurrenten (en die moeten er dus wel zijn of kunnen komen) is het helemaal niet erg dat hij goed verdient. Nu vedienen bestuursleden en managers van scholen veel terwijl zij een puinhoop achterlaten.
      Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.