Hervorming HBO hard nodig

Hierbij mijn nieuwsberichten nav de Inspectierapporten over het HBO.
(bron www.sp.nl)

Van Dijk: Actieplan voor hervorming HBO

28-04-2011 • SP-Kamerlid Jasper van Dijk stelt dat het HBO op de schop moet. Daarom moet nu begonnen worden met een actieplan voor de hervorming van het hoger beroepsonderwijs. Hij zegt dit in reactie op de rapporten van de Onderwijsinspectie over het HBO. ‘Bij alle onderzochte opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd, dat is rampzalig voor de kwaliteit van het onderwijs. Het HBO moet kleinschaliger, met beter opgeleide docenten en landelijke exameneisen. Ook moeten we stoppen met instellingen geld geven voor elk diploma dat ze uitreiken.’

Vanwege het gebrek aan landelijke exameneisen, hebben hogescholen veel vrijheid om zelf te bepalen welke studenten een diploma krijgen. De Inspectie hamert dan ook terecht op scherpere eisen aan de opleidingen. ‘De vage diploma-eisen vormen een dodelijke combinatie met onderwijsmanagers die zoveel mogelijk budget willen binnenhalen. Het afleveren van studenten is belangrijker geworden dan het geven van goed onderwijs’, aldus Van Dijk.

Van Dijk vindt het goed dat staatssecretaris Zijlstra slechte opleidingen sluit en het geld terughaalt van onterecht verstrekte diploma’s, maar het blijft toch bij achteraf brandjes blussen. Om het HBO werkelijk te verbeteren, moet veel meer gedaan worden. Daarom zal Van Dijk in het Kamerdebat dat half mei wordt gevoerd, voorstellen om een actieplan te maken met de volgende punten: kleinere opleidingen, bevoegde docenten, landelijke exameneisen en stoppen met de financiering op diploma’s. ‘Zijlstra moet pal gaan staan voor goed onderwijs in plaats van het over te laten aan managers die vooral bezig zijn met rendementen en schaalvergroting. Studenten die slachtoffer werden van deze misère, hebben recht op een aanvullend programma waarmee zij alsnog een geldig diploma kunnen halen.’

Onderstaand bericht is van afgelopen woensdag:

Schokkende conclusies Inspectie tonen gevolgen vermarkting HBO

27-04-2011 • De schokkende conclusies van de Onderwijsinspectie leggen de problemen in het HBO genadeloos bloot. Dat zegt SP-Kamerlid Jasper van Dijk in reactie op een uitgelekt rapport waaruit blijkt dat 40 procent van de studenten van Hogeschool INHolland een diploma kreeg dat ‘HBO-onwaardig’ is. ‘Het moet afgelopen zijn met de perverse financiering op diploma’s, de kwaliteit moet weer voorop staan.’

Van Dijk vindt het ongelooflijk dat 40 procent van de onderzochte opleidingen ondeugdelijke diploma’s heeft uitgereikt. Hij noemt als oorzaken van de problemen in het HBO de schaalvergroting, de perverse financiering en de enorme macht van bestuurders. ‘Managers zijn meer bezig met het binnenhalen van financiering dan met de kwaliteit van het onderwijs. Studenten worden gezien als inkomstenbron, het geven van goed onderwijs is naar de achtergrond verdwenen. Docenten die kritiek uiten worden geïntimideerd.’ Het Kamerlid wil dat managers die hebben aangezet tot het weggeven van makkelijke diploma’s, ter verantwoording worden geroepen.

Als alle rapporten van de Inspectie over het HBO openbaar zijn, wil Van Dijk een fundamenteel debat met staatssecretaris Zijlstra over de inrichting van het Hoger Beroepsonderwijs. Vier zaken moeten onder de loep genomen worden: de kwaliteit, de financiering, de schaalvergroting en de enorme macht van schoolbestuurders. ‘Het HBO moet kleinschalige opleidingen bieden met uitstekende docenten en landelijke examens. Vanaf nu is het afgelopen met de vermarkting van het onderwijs’, aldus Van Dijk.

7 Reacties

  1. Landelijke examens
    Goed begin Jasper, maar let wel op dat het voorgestelde actieplan niet tot een verslechtering aanleiding geeft. Bij de landelijke rekenexamens (zie hier op de BONsite voor een discussie daarover) lijkt daar vooralsnog sprake van: de landelijke examens worden door de onderwijsvernieuwlers gebruikt om hun vernieuwlingen nog dwingender aan iedereen op te leggen. Zo kunnen landelijke eindexamens in het HBO ook gebruikt worden om de laatste resten kwalitatief goede opleidingen in de CGO dwangbuis te dwingen.

    Ook bevoegdheid van docenten is zo een punt waar ondervernieuwling doorgedrukt kan worden. In Engeland is een lerarenopleiding inmiddels (min of meer) verplicht om les te geven in het hoger onderwijs. Zie daarover bijvoorbeeld dit artikel van Frank Furedi waarvan de titel ‘For accreditation, see indoctrination’ de teneur al duidelijk aangeeft.

    • Bevoegd
      Bevoegdheid zegt HELEMAAL niets. Het gaat om VAKbevoegdheid. De overheid én de school hebben de bevoegdheid om wie ze maar willen bevoegd te verklaren.

      Hetzelfde euvel geldt als bij de gelden die beschikbaar zijn voor verdere studie van docenten. Het wordt praktisch aanbevolen om ‘iets met coaching, of iets met onderwijskunde’ te doen. Dit verbetert de kwaliteit van de docenten en dus van het onderwijs gewoon niet. Geldverspilling.

      • Erger dan geldverspilling
        ‘iets met coaching, of iets met onderwijskunde’ is erger dan geldverspilling. Het geld door de WC spoelen maakt de situatie tenminste niet slechter.

  2. Onderwijsmarkt?-1
    De “vermarkting” van het (HBO)-onderwijs waarover van Dijk spreekt is nooit een doel van de overheid geweest. Wel het bedrijfsmatig denken. Daarmee wilde de overheid meer efficiency, dus meer of betere waar voor hetzelfde geld of goedkoper hetzelfde produceren. Dat is ook waarnaar producenten op een echte markt streven omdat ze anders niet kunnen overleven. De overheid dacht echter meer aan iets dat je professionalisering of bedrijfsmatig werken zou kunnen noemen. Over hoe dat zou moeten had de overheid wel een idee: schaalvergroting. De scholen kregen daar extra geld voor. Dat leidde niet tot beter onderwijs maar slechts tot nog meer fusies en ook nog vaak tot het ontstaan van grootstedelijke of regionale monopolies. Afgezien van de marktvreemde fusiepremies is het duidelijk dat er een optimale schoolgrootte is maar het is niet alleen vanwege de premies dat die optimale grootte overschreden werd. Bij de verhuizing van het onderwijs vanuit Den Haag naar het middenveld van de samenleving kregen de schoolbesturen als logisch correct onderdeel van de overgang op een bedrijfsmatige aanpak het recht om zelf de salarissen van de leraren te bepalen. Dit recht werd uitgebuit door bij de onderwijsinstellingen over te gaan op een bedrijfshiërarchische piramide waarvoor in het vroegere onderwijs geen plaats was maar waarmee door het creëren van nieuwe functies voortaan goed gewerkt kon worden. Om twee redenen was het daarbij noodzakelijk om de salarissen van de leraren laag te houden. Zij werden nu de mensen onder aan de piramide op de werkvloer en als je daar werkt hoor je het laagste salaris te krijgen. Maar aan de top hoor je salarieel ver boven het gemiddelde te zitten. Dat kan geregeld worden want hoe lager in de piramide des te meer mensen bevinden zich op hetzelfde niveau en des te lager de salarissen en alle kleintjes helpen.

  3. pyramidebouwers(marktwerking?-2)
    Door scholen te laten te fuseren kun je hogere en bredere piramides maken dus voor mensen op de hoogste échalons lagen daarbij aantrekkelijke salarissen in het verschiet. Geen wonder dat zij zich met zoveel élan voor steeds verder gaande fusies inzetten. Hoewel scholenorganisaties geen ondernemingen maar stichtingen zijn en er geen aandeelhouders zijn waaraan winst uitgekeerd moet worden en fusies afbreuk deden aan het productieproces vonden schoolbestuurders en directeuren van grote scholen dat zij vanwege “hun grotere verantwoordelijkheid” binnen de organisatie en als uitkomst van het vergelijken met even grote commerciële organisaties dat zij recht op een vorstelijk salaris hadden.
    Er is dus eigenlijk geen vermarkting in het onderwijs. Was die er maar! De overheid remt dat op twee manieren af. Ze maakt het stichten van nieuwe gesubsidieerde scholen moeilijk en stelt aan die scholen zoveel regels dat niemand zin heeft daartoe het initiatief te grijpen. En de bestaande scholen hebben per onderwijssoort een kartel, een “raad”, gevormd dat de verschillen tussen de scholen klein probeert te houden om zo concurrentie tegen te gaan.
    We moeten goed het besef vast houden dat echte vermarkting op zich NIET tot kwaliteitsvermindering leidt. Er moet alleen soort een keuringsdienst van waren komen die het eindproduct controleert en zo nodig de koorden van de subsidiebeurs dichttrekt. Die keuringsdienst moet meer doen dan procedures controleren. Zij moet de kwaliteit van de centrale toetsen bewaken en de resultaten per school evalueren. Pas als die bevredigend zijn kan de school overheidssubsidie ontvangen. Als de school ook wat aan competentie gedaan heeft is dat mooi maar dat kan niet kwantitatief meegenomen worden in het eindoordeel.
    Seger Weehuizen

  4. Niet vergeten Jasper
    Wat is de rol van de accrediatiecommissie in het HBO diploma schandaal?

Reacties zijn gesloten.