Lentebode

Lentebode

Het bericht dat de minister besloten heeft om de proefvertaling te handhaven bij de eindexamens voor Latijn en Grieks kwam als een zwaluw na een lange winter. Immers, de discussie die het laatste jaar over dit onderwerp gevoerd is, ging niet alleen over de proefvertaling als toetsmiddel. Het ging in feite ook over de vraag of wij in Nederland verder gaan met aanpassingen ten gunste van de middelmaat en gericht op kwantitatieve vooruitgang, of dat wij soms ook bereid zijn eisen te stellen ten gunste van de beste en meest gemotiveerde leerlingen.
Ik heb het over een ontwikkeling van zo’n veertig jaar , waarin steeds minder geleerd moest worden terwijl volgens onderwijskundigen en politici de kwaliteit van het onderwijs werd gehandhaafd of verbeterd. Als er dan critici waren, bijvoorbeeld uit de kring van de Vrienden van het Gymnasium, die meenden te kunnen aanwijzen dat het niveau daalde werd hun al gauw de mond gestopt met ‘bewijsmateriaal’ uit het buitenland of met de bewering dat het allemaal goed kwam door competentiegericht leren of dat er een ‘generatie Einstein’ aankwam..
In het geval van de klassieke talen hebben we evenwel een fraaie toetssteen. Niemand hoeft klassieke talen te leren, niemand hoeft een gymnasiale opleiding te volgen. De leerlingen die dat toch doen hebben meer nodig dan de aspiraties of het snobisme van hun ouders, zij moeten beschikken over aanleg, motivatie en ijver.
Blijkbaar wringt de schoen ( of de school) op dat punt: scholen wijzen niet graag leerlingen af, leerlingen leven in een cultuur waarin intellectuele inspanning niet erg populair is. Maar ja, voor de klassieken geldt zeker: ‘you can’t eat your cake and have it’.
Gelukkig zijn er nog genoeg scholen en genoeg leerlingen die wèl willen streven naar excellentie. Dat moeten de voorbeelden zijn voor de toekomst. Niet alleen voor de klassieke talen maar over de hele breedte.

Cornelis Verhage

2 Reacties

  1. toelatingseisen VWO
    Het Stedelijk gymnasium in Leiden laat leerlingen toe met een citoscore van 542 en VWO advies of 544 met VWO/Havo-advies. De resultaten van dit gymnasium zijn – ruim – bovengemiddeld volgens website Inspectie.
    In de naastgelegen regio Haarlem/Haarlemmermeer is sinds afgelopen jaar een minimumscore van 545 voor toelating tot het VWO ingevoerd. Het gaat om gymnasia, VWO/gymnasium en VWO met of zonder een verplicht vak Latijn in de onderbouw. En dan nog VWO/TTO en Technasium. Deze toelatingseisen zijn tot stand gekomen in de Samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs en zijn gelijk aan die in Amsterdam e.o.

    Is het niet vreemd dat je woonplaats bepalend is voor plaatsing op een VWO of gymnasium?

    • “Is het niet vreemd dat je
      “Is het niet vreemd dat je woonplaats bepalend is voor plaatsing op een VWO of gymnasium? ”

      Ja. Erger nog, er zijn gymnasia, in ieder geval in Amsterdam, die enkel op het advies van de lagere school afgaan. Ik heb er mijn twijfels over ofdat die CITO-toets wel adequaat peilt welke leerlingen het geschikst zijn voor het VWO (te weinig niveaudifferentiatie, te weinig vragen, enkel meerkeuzevragen, slechte inhoudelijke kwaliteit van de vragen en momentopname) maar in ieder geval is die CITO-toets nog onafhankelijk. Ik vraag me af waarom er niet eens wat een concurrent van het CITO een toets organiseert die scholen kunnen gebruiken, maar dan een toets die op een zeer zakelijke wijze spelling, grammatica en ´cijferen` toetst met een sterke niveaudifferentiatie in plaats van EQ-vraagjes over teksten te stellen en hele simpele sommetjes te verpakken in teksten en plaatjes en dit alles met een lage niveaudifferentiatie.
      Dat er ver voor het 18de levensjaar geselecteerd moet worden in het onderwijs, daar zijn de meesten het wel over eens. Er zijn m.i. echter betere vormen van selectie. De meest betrouwbare selectie is door alle leerlingen de kans te geven en vervolgens te zien hoe ze presteren. Stel dat we reeds in groep 7 starten met die selectie en die vervolgens laten doorlopen t/m klas 3 van het middelbaar onderwijs. Elk jaar laten we de zwakkere leerlingen afvallen (ofwel blijven zitten ofwel overgaan naar het hogere jaar van hetzelfde niveau) terwijl de betere leerlingen overgaan naar het hogere jaar van het hogere niveau. Op deze manier zouden we op een zeer betrouwbare en natuurlijke manier selecteren zonder dat een groep leerlingen tekort wordt gedaan. Naar mijn overtuiging zouden de kinderen veel minder selectiedruk voeren.

Reacties zijn gesloten.