Wat een mooie dag!

Gister de BON-taalconferentie. Het was weer een mooie dag. Heel prettig om eens gevoed te worden door sprekers en andere deelnemers die het taalonderwijs gewoon belangrijk vinden!

Ad Verbrugge speelde het in zijn openingsrede alweer klaar om het belang van taalonderwijs ook in een breder kader te zetten. Het gaat niet alleen om nuchtere communicatie, maar ook om jezelf leren uitdrukken, denken, de wereld kunnen waarnemen. Daar zijn woorden voor nodig. Taal heeft alles met menselijkheid te maken. En zo is het maar nét.

Het verhaal van Paul van Dam, waaruit je ook heel goed kon horen dat hij vroeger ook een bevlogen onderwijzer is geweest, was mooi. Ondanks grote extra investeringen in onderwijs is de opbrengst niet verbeterd. Hij geeft aan dat we bij de zoektocht naar beter onderwijs voortdurend dwaalwegen hebben gekozen. Hij pleitte er, net als de andere inleiders voor, om de onderwijsdoelen te beperken, hoge ambities te hebben en vooral op school aan te leren wat buiten school minder makkelijk gaat. Daarbij geeft hij het pas recent ingevoerde onderwijs in ‘spreken’ en ‘luisteren’ als voorbeeld. Dit ontwikkelt zich buiten school op natuurlijke wijze en de school draagt hieraan niet aantoonbaar bij. Deze lesuren kunnen terug naar lezen en schrijven. Het geheim is natuurlijk een leerkracht die een bovengemiddeld niveau van algemene ontwikkeling en vakkennis taal/rekenen moet hebben. Verfrissend.

Taalonderzoeker en cognitief psycholoog Amos van Gelderen vertelde meer over de referentieniveaus van Meijerink. Ze zijn revolutionair, omdat hiermee duidelijk een andere wind richting opbrengstgericht onderwijs (itt ontwikkelingsgericht) is gaan waaien. Er is helaas érg weinig tijd geweest om de referentieniveaus te ontwikkelen en hij gaf aan dat de taaldoelen echt nog wel concreter kunnen en dat het ook belangrijk is om de stof op te delen in tussenstapjes, bijvoorbeeld per leerjaar.

Nieuw voor mij en erg interessant was de inleiding over handschrift van Ben Hamerling. Het was werkelijk een eye-opener dat een slecht handschrift helemaal niet samenhangt met een slechte motoriek in het algemeen: slecht aanleren, te weinig oefenen en te vroeg toestaan om je eigen handschrift te kiezen, dát is wat eraan schort. Daarin lijkt het overigens wel weer heel veel op andere vaardigheden waarin het onderwijs tekort schiet. Na de lezing stond er een rij collega’s die zijn advies wilden. Er is erg veel kennis over handschriftontwikkeling beschikbaar. Waarom o waarom, is het dan geen serieus vak meer op Pabo’s en scholen?

Kees Vernooy, docent aan de Hogeschool Edith Stein was ook al zo bevlogen: vrijwel ieder kind kan een goede lezer worden, waarom zijn er dan toch zoveel probleemlezers? Hij betoogde dat het niet kunnen lezen tot veel problemen (ook gedragsproblemen) kan leiden. Dit kan echt beter. Bij de projecten ter verbetering van het leesonderwijs is volop ingezet op kwaliteit van instructie, veel tijd en niet geloven in rijping. Daar hoef je niet op te wachten. Leesstrategieën dragen niet bij aan beter lezen. Beter lezen kan en moet!

Vervolgens hoorden we John Beeckman, Pabo-docent aan de Hogeschool van Utrecht, ook een enthousiaste voormalig onderwijzer. Nieuwe dingen in het onderwijs kunnen alleen als er iets ouds verdwijnt. Het programma zit vol en we moeten niet zo volgzaam zijn om ons elke keer weer wat nieuws te laten opdringen. Daarnaast moet er ruimte zijn als team om met elkaar te bespreken hoe je je eigen onderwijs kunt en wilt verbeteren.
John Beeckman houdt enorm veel van lezen. Sociaal-emotionele ontwikkeling als apart aandachtspunt is overbodig als je royaal gebruik maakt van goede jeugdliteratuur. Onderwijs moet focussen op rekenen en taal, de lat moet veel hoger en leraren moeten eigenwijzer zijn. ZIJ gaan over hun onderwijs. Het is toch van de zotte dat we allerlei (handelings)plannen schrijven die niets toevoegen aan de verbetering van ons onderwijs. Ze zijn uitsluitend bedoeld om de inspectie tevreden te stellen. We zouden dat gewoon moeten weigeren.

Als afsluiting kregen we Aleid Truyens. In haar betoog kwamen bijna alle punten die door de inleiders genoemd werden weer terug. Ze voegde daar haar eigen ervaringen uit onderwijsreportages en met haar eigen kinderen aan toe. Het was daarmee een prachtige samenvattende afronding van de BeTon-dag.

Ik heb genoten en ik voelde me enorm gevoed. Na zo’n dag heb je er weer zin en vertrouwen in dat het taalonderwijs beter kan. BON, wederom heel erg bedankt.

8 Reacties

  1. Mooi beschreven Hinke!
    Goed ook dat er ondanks de treinperikelen nog zoveel basisschoolleerkrachten waren die hun vrije zaterdag gebruiken om na te denken over hoe het taalonderwijs beter kan. Vergeet de leerkrachten op het podium niet. Zij lieten zien dat het wel degelijk kan en tegelijk dat BON een club is waar docenten iets te vertellen hebben. Ik ben er erg trots op!

    Wat ik zo opmerkelijk vind is dat diagnose en therapie voor de onderwijspatiënt iedere keer weer hetzelfde is: zorg voor structuur, een vakkundige leraar, laat die goed uitleggen wat kinderen moeten doen, zorg voor oefening en toetsing en je hebt hoogwaardig onderwijs. Zo simpel is het werkelijk. Zelfs het voor velen nieuwe verhaal van Ben Hamerling kwam precies hier op neer. Leg kinderen uit hoe ze moeten schrijven, laat ze oefenen en geef ze niet de vrijheid die ze nu in groep 7 en 8 krijgen om te schrijven op de manier die ze zelf verkiezen.

  2. Dank voor je indrukken Hinke
    Ik kan me helemaal inleven in je gevoelens.
    Hoe komt het toch dat we ons als leraren hebben laten meeslepen in al die politieke en onderwijskundige wanprestaties? De puinhopen zijn overal zichtbaar; de verantwoordelijken zijn op stiltevakantie; belangstelling voor een onderwijsbaan is schaars; echte vakken bestaan niet meer.
    Wie een uitweg ziet mag het zeggen. Het “als team met elkaar bespreken hoe je je eigen onderwijs kunt en wilt verbeteren” is een dode mantra. Begin met een goede vakmatige opleiding (met een een absoluut minimum aan pedagogie en onderwijskunde) en salarissen die daarbij passen.
    De rest leer je, zoals vroeger, gemakkelijk bij in de praktijk.

  3. Mooie samenvatting!
    Citaat
    Nieuw voor mij en erg interessant was de inleiding over handschrift van Ben Hamerling. Het was werkelijk een eye-opener dat een slecht handschrift helemaal niet samenhangt met een slechte motoriek in het algemeen: slecht aanleren, te weinig oefenen en te vroeg toestaan om je eigen handschrift te kiezen, dát is wat eraan schort.
    /Citaat

    Ik kan dit helaas uit ervaring bevestigen waardoor ik met een leesbaar maar zeer lelijk handschrift zit opgescheept. Het schrijfonderwijs werd op mijn lagere school niet zorgvuldig vormgegeven. We hadden een boekje met losse letters en een boekje met letters aan elkaar maar wegens ´tijdgebrek` sloegen we aanzienlijke delen hiervan over. Zeker voor mij als autistisch kind wat tijdens de eerste drie groepen op een school voor speciaal onderwijs zat en in groep 4 aansloot in het gewone onderwijs en wiens brein toch al een jaar of 6 later elk ontwikkelingsstadium bereikte (inclusief pincetgreep en bedplassen wat zeer duidelijke tekenen zijn van een vertraagde maturatie van het brein) was dat natuurlijk een ramp. Ik wilde nog niet aan elkaar schrijven aangezien ik wist dat ik daar nog niet aan toe was, ik wilde graag nog oefenen in het overschrijven van de letters. Het mocht niet van de leraar. Het werd zogezegd hoog tijd dat ik aan elkaar schreef en ik kreeg te horen dat ik dat na de vakantie (ik weet niet meer welke vakantie het was) moest doen.
    Dit gebeurt volgens mij ook in het wiskundeonderwijs maar dan landelijk voor alle leerlingen, 1-1-2010 en Mark zullen ongetwijfeld kunnen bevestigen dat er nogal wat stapjes worden overgeslagen in het curriculum waardoor er een verre van optimale basis wordt gelegd. In het onderwijs kan je geen stappen overslaan zonder hier een prijs voor te betalen.

    • schrijven
      Het is de ervaring dat kinderen, zodra zij de schrijfbewegingen stevig hebben geautomatiseerd, voortdurend de neiging hebben een eigen handschrift te ontwikkelen. Het is echt een voortdurende dagelijkse strijd om een goed handschrift niet te laten afglijden. Modernere methodes wilden toegeven aan die neiging tot het ontwikkelen van een eigen handschrift (naast het feit dat ‘creatief’ schrijven werd ingevoerd) en daarmee werd de onderwijzer(es) minder streng, met als gevolg dat handschriften in groep 7 al onleesbaar konden zijn.
      De repressie van vroeger t.a.v. het schrijven moeten we denk ik niet willen. Maar eisen als duidelijkheid, leesbaarheid en netheid kun je blijven stellen. Dat betekent dat je voortdurend corrigeert en foute verbindingen steeds laat verbeteren door b.v. extra oefeningen onder de taalles. Dit tot en met groep 8.
      Ook hier wint de gemakzucht het vaak van de eisen van duidelijkheid.
      Ikzelf weet nog goed hoe ik destijds op de middelbare school mijn goede handschrift bewust heb moeten verminken: het was anders niet mogelijk de dictaten bij te houden. Ik heb dat destijds betreurd, maar dacht tevens dat het bij de volwassenwording hoorde.
      Een eigen handschrift is uiteindelijk niet tegen te houden.

  4. Voor wie zich afvraagt hoe
    Voor wie zich afvraagt hoe het kan dat ik met zo’n achterstand in ontwikkeling toch zonder te blijven zitten het traject aflegde t/m groep 8 en MAVO/HAVO-advies kreeg (wat op MAVO-advies neerkwam in mijn regio waar 1 HAVO/VWO-school was en is gevestigd die (how convenient) christelijk is), in mijn familie zijn de mensen toevallig wat intelligenter dan gemiddeld. Mijn vader was een gymnasiast, een neef slaagde met enkel negens en tienen, mijn moeder is op onderdelen hoogbegaafd en mijn broer, die als enige in de klas gymnasiumadvies kreeg maar voor het atheneum koos, had zichzelf leren lezen voordat hij op school het alphabet had geleerd. Ik heb dus jarenlang op de basischool op mijn tenen moeten lopen zonder dat iemand van de leraren het in de gaten had aangezien ik altijd voldoendes en hoger haalde. Dat ik tegelijkertijd op heel veel vlakken niet meekon wegens een te groot verschil in ontwikkelingsfase werd hierdoor verbloemd. Achteraf gezien denk ik dat het beter was geweest als de school mij wat langer kind had laten zijn voordat ik naar het voortgezet onderwijs ging en daar ineens zou hebben laten instromen op het VWO maar ja, dat kon de school natuurlijk niet weten aangezien Nederlanders in die tijd nog praktisch niets begrepen van autisme, laat staan de vele uitingsvormen daarvan.
    Zittenblijven is echt geen straf, het is soms gewoon beter voor een kind.

  5. Oja, een knarsentander 🙂
    Er was ook een kleine en leuke taalquiz, die gewonnen werd door ……. Jan van de Craats, snotverdorie. Beunhaas, valse concurrentie. Moet die man echt overal beter in zijn? 🙂

    Geintje, supergoed van die man. Zoals Gerard Verhoeff al zei bij de prijsuitreiking: 1e prijs door Prof. Jan van de Craats, die overigens ook heel aardig kan rekenen…..

  6. Met dank, een thuisblijver
    Dank voor jullie heldere beschrijvingen van afgelopen zaterdag! Hier spreekt een kniezende thuisblijver. Een ding mag gezegd in het voordeel van de thuisblijvende West-Nederlander: hij/zij is milieubewuster dan de wél aanwezige West-Nederlanders! Zonder gekheid, we hebben zeker wat gemist! Ons rest niets dan spijt en tandengeknars …

    • Ook bedankt Hinke
      voor je weergave van de dag in Driebergen.

      Ook ik heb met volle teugen genoten. Ik was wel moe na afloop, want er is zoveel informatie op ons afgekomen. Maar het was de moeite waard.

      N.a.v. het reeds vaker genoemde verhaal van dhr Ben Hamerling, heb ik inmiddels aan één van mijn leerlingen (5 Vwo) gevraagd of hij het prettig zou vinden als ik samen met hem zou proberen zijn handschrift te verbeteren. Hij wilde dat graag proberen, want hij voorzag dat hij daar “later” op de universiteit problemen mee zou krijgen, want dan zou hij zijn eigen aantekeningen waarschijnlijk bij thuiskomst niet meer kunnen lezen.

      Verder vond ik ook zeer opmerkelijk dat AVI-Driebergen met een leerlingenpopulatie van circa 900, naast 2 secretaresses slechts 1 directeur heeft.

      Jammer dat er geen beleidsmedewerkers van onderwijs aanwezig waren.

Reacties zijn gesloten.