een bouwtekening

Hinke Douma en ik hebben het bestuur van BON schriftelijk gevraagd om er bij het a.s. kabinet op aan te dringen om de voorwaarden voor het stichten van een gesubsidieerde school te versoepelen. Daardoor zou het mogelijk moeten worden om scholen op te richten die aan de uitgangspunten van BON voldoen. Als het bestuur daarop ingaat en zeker als het dan tot een gesprek met belangrijke politici zou komen zal ons hopelijk gevraagd worden om onze ideeën verder toe te lichten. Daarom willen wij hierover graag de mening van onze medeBONners lezen. Onderstaand volgen mijn gedachten over een BON-VWO-school.
Laten wij ons in 1945 wanen. Het schoolgebouw is een ruïne en de gehele inventaris is kapot. De overheid is arm en gedwongen om zorgvuldig prioriteiten te stellen. Anders dan in Polen is in Nederland niet een groot deel van de “etnisch”-Poolse academici vermoord dus er zijn nog voldoende academici over die les kunnen geven. Volgens BON moet immers voor een hoger schooltype vakkennis verreweg het belangrijkste deel zijn van de bevoegdheidseisen. De school moet zo snel mogelijk op gang komen. Wat zou de overheid in dit geval moeten doen? Zo snel mogelijk bevoegde leerkrachten aanstellen en ruimtes zoeken en afhuren die geschikt zijn om als leslokaal te fungeren, het liefst bij elkaar in één gebouw. Zodra de banken en het schoolbord geplaatst is kan de school starten. Dat er geen vaklokalen zijn en geen Gymzaal en ook geen demonstratie-apparatuur is vervelend maar het verhindert de school niet op haar leerlingen goed voor te bereiden op een universitaire studie. Als je naar de eind-examenopgaven van na de oorlog kijkt zie je dat ze in 1948 al weer van vooroorlogse zwaarte waren. Dus een BON-school zou ook zo kunnen beginnen in de hoop dat de demonstratie-speeltjes, ruimtes voor de expressievakken en een aula-toneel-zaal er over een paar jaar zullen komen en de computers nooit. BON zou dan met een “minimale school” moeten starten. Een school waar de leerlingen vouchers krijgen om toch aan lichamelijke ontwikkeling en creatieve expressie te doen. Goed in hun vak opgeleide leraren heeft op een BON-school de hoogste prioriteit dus de belangrijkste kostenpost van een BON-school is de lerarensalarissen. Als een Mastersopleiding weer bijna voldoende wordt voor het verkrijgen van een eerstegraadsbevoegdheid en de salarisvooruitzichten zijn redelijk (en dat komt neer op marktconform) moet het mogelijk zijn om bijna alle vacatures te laten vervullen door eerstegraders. Want ook intelligente leerlingen in de onderbouw hebben recht op adaequate leraren. Om de overheid gerust te stellen zou de opleiding verdeeld moeten worden over 3 perioden van 2 jaar die elk afgesloten worden door een staatsexamen. Binnen die 2 jaar hebben de leraren een grote vrijheid. Er hoeven geen gezamenlijke toetsen te komen voor parallelklassen. Na 2 jaren volgt een extern overgangsexamen dat tevens, over een wat lengere tijd gemeten, een onderzoek naar de prestaties van de leraar is. Wat de laatste 2 jaar betreft wordt (voorlopig) het normale Staatsexamen voor het VWO-diploma afgenomen. Een BON-VWO-school moet het levend bewijs zijn dat voor dit type onderwijs het hoge opleidingsniveau van de leraren doorslaggevend is voor de onderwijsresultaten.
Het zal de oplettende lezers opgevallen zijn dat versoepeling van de stichtingsvoorwaarden voor nieuw op te richten scholen niet voldoende mogelijkheden biedt om een echte BON-school te stichten. Met al die voorschriften en de bijbehorende bureaukratie worden leraren van hun lesgeven af gehouden en is er geen geld meer om hen een fatsoenlijk salaris te geven. Dat een school alleen maar naar zijn resultaten beoordeeld mag worden is ook nieuw. Maar als je een school wil stichten op grond van een onderwijskundig conceptmoet je wel de vrijheid hebben om dat concept door te voeren. Als je de verantwoordelijkheid voor een bepaald vak gegeven door een bepaalde docent helemaal bij die docent wil leggen omdat hij zijn leervak zo goed beheerst en daarom helder en met overwicht klassikaal kan lesgeven moet je af van voorschriften en gelijke proefwerken voor parallelklassen.
Eén van de grote schoolbesturen heeft geëxperimenteerd met een digitale school en ik denk dat het verlof gekregen heeft om van de gangbare regelgeving af te wijken. (Het experiment is overigens een grote mislukking geworden). Hopelijk wordt aan het bestuur van een BON-school ook de mogelijkheid om van de gangbare voorschriften af te wijken geboden.
Als een BON-school eenmaal goed loopt is het wenselijk om te vechten voor veranderingen in de leerstof. Onder dezelfde naam kan heel verschillende leerstof aangeboden worden. Daarom moeten we proberen om het kiezen voor “echte” wiskunde mogelijk te maken. En moet het onderwijs aan in vreemde levende talen op “communicatie” gericht blijven? Of zal het straks weer geoorloofd worden om zo’n taal te leren om te genieten van haar schoonheid en haar nuances? De vroegere afsluiting van die talen was daarmee in overeenstemming: de opdracht om een beschouwelijke tekst in goed Nederlands te vertalen. Maar dat is allemaal voor een paar jaar later.

1 Reactie

  1. Ook VMBO
    En ik denk dat er enorm veel ouders heel blij zouden zijn met een VMBO-school, waar duidelijke regels gelden, klassikaal les wordt gegeven en hard wordt gewerkt. Nodig is wel een goede structuur: Aan het eind van dit jaar moeten we dit en dit weten of kunnen. Dat is verdeeld over zoveel hoofdstukken en je kunt zoveel toetsen verwachten voor dit vak. Ook onverwachte overhoringen zijn mogelijk evenals huiswerkcontrole.

    Pas als die ‘basis’ (een goede en prettige werksfeer) in orde is, kan er ruimte en energie vrij komen voor leuke dingen buiten lestijd: een schooltoneelstuk of musical, filmavonden, een politiek café enz.

    Ik vraag me wel af hoe je zo’n school klein kunt houden en tóch diverse niveaus en beroepsrichtingen kunt aanbieden. Het meest praktisch lijkt het om alleen TL (voorheen MAVO) aan te bieden. Dat spaart investeren in werkplaatsen en praktijklokalen. De zorgtaken zouden bij een kleine school ook tot een minimum beperkt moeten worden.

    Zou zo’n school ook gebonden worden aan de regel dat niemand van school mag worden weggestuurd? Ik vind dat leerlingen die zich misdragen in of buiten de klas, of die weigeren huiswerk te maken of anderszins prestaties te leveren van een opleiding verwijderd moeten kunnen worden. Is dat nou zo’n raar idee?

Reacties zijn gesloten.