Diplomafraude in het HBO en de noodzaak van centrale examens

Uit onderzoeken blijkt dat het kwantitatief lijkt mee te vallen met de fraude in het HBO.
Het lijkt op dit moment maar te gaan over een paar duizend diploma’s, slechts een klein percentage van alle diploma’s die uitgereikt zijn tijdens de onderzochte periode.
Dit soort stellingen zijn begrijpelijk vanuit een beheersoverweging. De beleidsmakers willen kost wat kost voorkomen dat het idee post zal vatten dat de waarde van de diploma’s niet meer te vertrouwen is en niet meer eenduidig is. Een zeer terechte zorg.
Waar men echter volledig aan voorbij gaat is de constatering van het feit dat in het hbo managers en docenten te vinden zijn die bereid zijn om diploma’s te geven aan mensen die dat volgens de eigen normen niet verdienen. Deze managers en docenten vinden dat zij het recht hebben om af te wijken van de regels en ze komen er mee weg. Individueel kunnen daar zeer begrijpelijke argumenten voor zijn, maar het resultaat is dat het eigenbelang van de instelling ermee is gediend.
Waarom zou je dan niet mogen veronderstellen dat deze lieden dat niet op veel meer momenten zullen doen dus ook voor andere studenten dan de zogenaamde slepers en op andere momenten in de studie zoals bijvoorbeeld in de propedeuse.
Slepers kosten de instellingen veel geld maar te weinig doorstroom nog veel meer. Een hogeschool heeft een bepaald kwantum nodig aan studenten in de leerjaren twee tot en met vier om alle kosten, die nagenoeg allemaal vast zijn op de korte termijn, te dekken. Stel nu dat dit er 300 zijn, 100 in jaar twee, 100 in jaar drie en 100 in jaar vier. Stel nu verder dat er 200 studenten toegelaten worden in de propedeuse. Het rekensommetje leert dan dat 50% van de eerste jaarstudenten er door ‘moeten”. Wat zullen bovengenoemde managers en docenten nu doen als er zich maar 120 studenten melden in het eerste jaar. Hoeveel studenten zullen we dan in het tweede jaar terecht zien komen, 50% van 120 ofwel 60 studenten of toch gewoon de 100 die nodig zijn vanuit de bekostiging? Uitvoerbaar is dit vrij gemakkelijk daar “de docenten” de normen voor de overgang bepalen en streng zijn werkgelegenheid kan kosten, iets wat de manager meteen op tafel zal leggen.
Mijn inziens moet er dus veel meer onderzocht worden dan alleen maar de slepers en is het goedkoop om het probleem achter een klein percentage weg te schuiven.
Of misschien moeten we maar stoppen met al deze onderzoeken en gewoon constateren dat leraren en managers in het onderwijs net gewone mensen zijn. Mensen aan wie je niet kunt vragen om streng te zijn, de normen te handhaven ten dienste van het algemeen belang ten koste van henzelf. Centrale examens zullen daarbij ook een hulpmiddel kunnen zijn voor al die maatschappelijk sterk betrokken docenten die nu dagelijks met hun geweten worstelen.

10 Reacties

  1. Glijdende schaal
    Het is een glijdende schaal, van minder ernstig naar meer ernstig. Voor een minder enrstig lijkende vorm van manipulatie herinner ik aan de voordracht van Leo Prick dit jaar, waar hij zegt:

    • Het aantal vwo-leerlingen wordt, naar het schijnt, niet bepaald door de vraag en al evenmin door de kwaliteit van het aanbod maar door het aantal beschikbare plaatsen. Anders gezegd: scholen nemen net zo veel leerlingen aan als ze nodig hebben om hun klassen vol te krijgen.
      Omdat scholen voor (havo/)vwo het meest gewild zijn, hebben die de eerste keuze. Zij nemen de beste leerlingen aan, tot ze vol zitten.
      Afhankelijk van de kwaliteit van het aanbod worden de eisen bijgesteld. Zo kan het dus gebeuren dat de Cito-score vereist voor toelating tot havo of vwo van school tot school of van stad tot stad sterk van elkaar verschilt.

    beteronderwijsnederland.net/files/U%20wenst%20havo%20of%20vwo.pdf

    Allerlei vormen van bijstelling zijn onvermijdelijk of gebeuren ongemerkt, maar wanneer ze self-serving worden, gaat het mis. Zoals bij diplomafraude, en bij management-druk op docenten om hun cijfergeven aan te passen.

    Tegen deze achtergrond zijn centrale afsluitende examens zeker wenselijk, maar het is wel een treurig argument om centrale eindexamens in te stellen. Een andere mogelijkheid is het (uitsluitend) inschakelen van examinatoren van buiten de eigen school, voor mondeling of schriftelijke examinering. Iets dat in Engeland niet onbekend is (Mark79 kan daar vast een en ander over melden).

    • Engeland
      In Engeland doet een leerling op school om de 2 jaar een extern examen (echt extern: extern opgesteld en nagekeken). Ook universiteiten hebben externe examinatoren. Hun rol is echter beperkter: ze beoordelen de tentamens en het nagekeken werk in plaats van deze op zelf te stellen c.q. helemaal zelf na te kijken.

  2. Wat zijn de legale diploma’s waard?
    De ´hts`-opleiding van de Avanshogeschool is hier in het verleden besproken: www.beteronderwijsnederland.nl/node/4454

    Citaat
    Studenten vallen massaal uit doordat het vak wiskunde en de toegepaste wiskunde bij o.a. mechanica niet beheersen.
    Welnu dan gaan we daar wat aan doen zou je denken.
    Als je het huidige curriculum bekijkt valt op dat communicatie de rode draad door het curriculum is. Wel 14 modules wordt er communicatie gegeven tegen maar twee modules wiskunde. Gekscherend noem ik het ook wel een technisch linguistische opleiding. Dat wordt niet gewaardeerd door de directie.
    Aan de blokken communicatie valt niet te tornen volgens de directie. Ook zaken als mentoraat, zelf verantwoordelijk leren en niet beroepsspecifieke competenties zijn heilig.
    De directie heeft nu voorgesteld om de rest van het curriculum aan te passen aan de wiskundekennis die wij nog in twee blokken weten aan te brengen.
    Dat betekent dat begrippen als differentiëren en integreren niet meer aan bod komen en bij andere vakken omzeild moeten worden. Ik weet niet of het beroepenveld daar op zit te wachten.

    2001: 63 tentamens tijdens de studie waarvan 14 wiskunde de 9 modules communicatie werden 1 via een verslag of mondeling getoetst.
    2008: 40 tentamens tijdens de studie waarvan 2 wiskunde en 2 communicatie, de resterende communicatie wordt mondeling of middels een verslag getoetst.
    /citaat

    Dit topic werd gestart door een klokkenluider die voor deze school werkte.

    • De instroom bepaalt de inhoud van de studie
      “Studenten vallen massaal uit doordat het vak wiskunde en de toegepaste wiskunde bij o.a. mechanica niet beheersen”.
      Waar het nu om gaat is dat inzichtelijk moet worden waarom ze wiskunde en dus ook mechanica niet beheersen en waarom de school het een punt vindt dat er zoveel studenten uitvallen. Op de eerste vraag heb ik geen antwoord maar de gekozen oplossing voor de tweede vraag stinkt. De school had moeten concluderen dat er in leerjaar 2 tot en met vier een kleine selecte groep zou overblijven en had zich moeten concentreren op de instroom en de omvang van de opleiding daar op aan moeten passen. Uitvallen is voor alle betrokkenen zonde en vervelend. Instroom toetsen, extra hulplessen, motivatie toetsen, intensief coachen et. zijn zaken die men had moeten ondernemen zodat de zwakke wiskunde student zich heel erg bewust zou zijn geweest van zijn keuze. Wat blijkt dan dat men moeilijke dingen maar gaat schrappen met het enkele doel zoveel als mogelijk mensen binnen te houden. In het HBO is het gebruikelijk dat van de instroom 70% moet slagen en daar rekent het management dan ook mee ongeacht de kwaliteit van de instroom. De wereld wordt dan op de kop gezet door de wiskunde en mechanica docenten als zijnde het probleem te definiëren. Het zou mij zelfs niet verbazen indien er na de constatering van de problemen met wiskunde en mechanica nog personeel is aangenomen. Werkgelegenheid handhaven, meer status door groter worden en de concurrentie doet het ook zijn dan de achtergrond overwegingen. Als wiskunde docent heb je geen schijn van kans in dit proces. Bij Avans, in het bijzonder de opleiding bouwkunde(oude hts) mag je nu zelfs instromen met HAVO-M & O. Avans zet daarmee de wereld op de kop, ze lopen daarmee achter de concurrentie aan op zoek naar werk.
      Ook bij Fontys kunnen we genoeg van dit soort voorbeelden vinden, daar werkt men zelfs met stevige bonussen voor directeuren die “winst maken” met hun instituut. Daarmee kun je stellen dat er in Zuid- Nederland geen hogeschool meer te vinden is die “het” niet doet. De ROC-“s denken niet anders en dat stroomt dadelijk weer in op het HBO en dat gaat maar door en het gaat nog veel verder. Een docente economie vertelde onlangs dat een nieuwe druk van een boek wat gebruikt wordt bij haar vak minder inhoud heeft dan de vorige druk, er waren wat lastige onderwerpen weggelaten.
      Het probleem degraderen tot de slepers is daarmee bijna crimineel.

      • Geen wonder..
        ..dat een nieuwe druk minder inhoud heeft.

        Bij het competentiegericht leren bestaan er immers geen serieuze inhoudelijke eindtermen meer.

  3. Kortom…
    De havo’s verlagen

    Kortom…
    De havo’s verlagen hen eisen doordat de kwaliteit van de instromende basisschoolleerlingen daalt en doordat het totale aantal leerlingen daalt terwijl het aantal havo-plaatsen in verhouding amper daalt, de leerlingen die vroeger het MAVO zouden hebben gevolgd volgen nu het HAVO en de leerlingen die vroeger het VBO zouden hebben gevolgd volgen nu het MAVO (VMBO-tl). Dit in combinatie met ongewenste onderwijsvernieuwingen (Freudenthalwiskunde, grafisch rekenmachientje, het verdwijnen van algebra uit het VMBO-onderwijs, afschaffing van vertalen en grammatica…) leidde ertoe dat de kwaliteit van de instromende HBO-leerlingen daalde en in plaats van dat deze hogeschool ervoor koos om deze leerlingen in de zomervakantie op niveau te brengen met een intensief bijspijkerprogramma koos deze hogeschool ervoor om dan maar vrijwel alle wiskundeonderwijs af te schaffen en alle vervolgvakken dus ook op een lager niveau aan te bieden. Deze afstuderende leerlingen kunnen vervolgens met een schakelprogramma van een half jaar beginnen aan een masteropleiding die door een van onze TU’s wordt gegeven alwaar met wat pech de reguliere studenten met hen samen moeten werken voor projecten.

    Daarom heb ik er al eens voor gepleit dat het automatisch mogen doorstromen in het tertiaire onderwijs wordt afgeschaft. Universiteiten moeten zelf kunnen selecteren welke HBO-opleidingen ZIJ erkennen, HBO-scholen moeten zelf kunnen selecteren welke MBO-opleidingen ZIJ erkennen. Op deze manier kan de vicieuze spiraal (geen verspreking) worden doorbroken. Het hogere niveau moet de hoogte van de lat bepalen en het lagere niveau moet maar zien dat zij haar leerlingen daarover heen laat springen.
    Ook zouden universiteiten en hogescholen toelatingsexamens moeten mogen organiseren wanneer zij twijfelen aan de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat-student.

    • Naïef Bart
      Zelfs al zouden universiteiten zelf mogen selecteren, dan willen ze nog steeds voldoende studenten inschrijven én laten afstuderen.

      De financiering van het onderwijs maakt het onmogelijk om een selectie toe te passen.

      Daarnaast zijn de universiteiten (en andere onderwijsinstellingen) gebonden aan een maximaal aantal studiejaren en een consequent te klein budget voor het bieden van voldoende begeleide lesuren. Dan hebben we het voor het gemak nog maar niet eens over het gebrek aan voldoende gekwalificeerde docenten.

      • Ik stelde dit voor in
        Ik stelde dit voor in combinatie met het afschaffen van de outputfinanciering.
        Wanneer die outputfinanciering echter vervangen wordt door een vast bedrag per ingeschreven leerling dan wordt het probleem nog steeds niet opgelost, het is belangrijk dat per studierichting per school/universiteit wordt geschat hoeveel geld er nodig is en dat de school dit budget gegarandeerd krijgt. Achteraf kan je de school laten verantwoorden wat zij met het geld heeft gedaan en eventueel het budget verhogen als daar goede redenen voor zijn (vervanging practicumapparatuur, extra personeen t.g.v. toegenomen aantal studenten,…).

        Ook zolang de outputfinanciering nog niet is vervangen door een beter systeem kan het nuttig zijn om de universiteiten het recht te geven om bepaalde diploma’s niet te erkennen, zo zouden bijvoorbeeld de TU’s het diploma van Avans hogeschool niet kunnen aanvaarden.
        Ofdat ze het doen…, ik weet het niet. Het kan in ieder geval geen kwaad wanneer de universiteiten dat recht hebben.
        Mogelijk kan het interessant zijn voor de universiteiten om voor de paradepaardjes een lager aantal studenten te aanvaarden en deze opleidingen dan mede te bekostigen met de opbrengsten van lichtere massastudies (ook aan de TU’s bestaan die studies), kwalitatief goede studies die selectief (al is het maar door zelfselctie en doordat veel studenten afvallen) en kleinschalig zijn immers ook geweldige PR voor een universiteit.
        Misschien kan voor de ´belangrijkste` opleidingen dan gemakkelijker de kwaliteit worden gegarandeerd.
        Ik hoop echter dat de outputfinanciering de komende jaren wordt vervangen door een systeem wat wel goed werkt. Ik vrees er een beetje voor dat er een ander slecht systeem voor in de plaats komt. Er bestaan immers geen perfecte formules waarmee je elke opleiding juist kan financieren maar politici hebben wel graag zo’n formule.

      • Toch ….
        Hinke,

        In de universitaire wereld komt met enige regelmaat de gedachte op dat een kleinere maar selectievere instroom in het wo, ten gunste van een grotere instroom in het hbo, een goede zaak zou zijn. Ook al realiseert men zich dat omzetdaling betekent dat je je organisatie moet afslanken. Dit zou dan wel landelijk moeten gebeuren, want universiteiten die denken dat zij andere universiteiten kunnen verslaan door selectiever te worden, deinzen daarvoor uiteindelijk toch terug (bv. Leiden).

        Het aardige van al die koffietafel-ideeën om te selecteren: de dames en heren zien makkelijk over het hoofd dat er dan wel sprake moet zijn van een grote wervingskracht, anders moet immers uit arren moede iedereen die zich aanmeldt wel worden toegelaten (mits geschikt). Toch is ook hier ruimte voor sluwheid: is er eenmaal een mogelijkheid om te selecteren, dan kan dat juist een aantrekkende werking hebben, waardoor de selectiemogelijkheden toenemen (numerus-fixusstudies zoals geneeskunde, diergeneeskunde, tandheelkunde).

        Arme beta-studies. Geen stuwmeer van gegadigden waaruit geselecteerd zou kunnen worden.

  4. Docenten werden weldegelijk aangestuurd
    De docenten die bij Inholland de diploma’s “weggegeven ” hebben blijken weldegelijk aangestuurd te zijn door het management zo meldt de Telegraaf vandaag. Geen toeval, geen incident maar beleid.

Reacties zijn gesloten.