Verslag nieuw MBO-debat

Vanochtend is opnieuw in de Tweede Kamer gedebatteerd over het MBO. Gezien alle berichten, was daar ook aanleiding toe. Hieronder mijn inbreng.

Algemeen Overleg MBO

Voorzitter,
Er is de afgelopen tijd een lawine van kritiek op het MBO naar buiten gekomen. Er gaat veel mis. Er was een staking van MBO-ers vanwege de lesuitval. Leerlingen van ROC ASA hebben hun school aangeklaagd omdat zij geen les krijgen. Er was een onthullende uitzending van Zembla waarin studenten en docenten hun verhaal deden. Lesuitval, roosters als gatenkaas, leerlingen die wel een docent hebben, maar die geen les geeft omdat het onderwijs vraaggestuurd is. Kortom, het rommelt in het MBO.

CGO
Er zijn veel klachten over het Competentiegericht onderwijs. De eisen zijn vaag, de kwalificatiedossiers moeten iedere keer herzien worden. Ze leiden tot ‘afvinkgedrag’. Ik citeer een docent: “CGO-onderwijs gaat uit van de zelfstandigheid en de leerwens van de leerling. Voor deelnemers van niveau 2 en 3 is dit een te optimistische benadering. Juist deze groepen behoeven structuur.”

Leerlingen klagen steen en been over het gebrek aan structuur. Ze willen dat een docent kennis overdraagt. In NRC van 19 maart lezen we het verhaal van Esra Abdioglu van ROC Zadkine. Zij zegt dat ze de dingen die ze nodig heeft niet leert. Ze wil meer kennis. Een schriftelijk examen met theorie en instructie. Critici van cgo werden nogal eens afgedaan als ouderwets, maar in feite zijn ze heel modern.

Ook de bestuurders zijn wakker geworden. Ze geven harde kritiek op de vage competenties, zoals “kan zich gedragen in de openbare ruimte”. Wat heb je eraan als een loodgieter zijn voeten veegt bij de deur, maar niet snapt hoe de verwarming werkt? Zelfs Jan van Zijl, een van de grootste voorstanders van CGO, vindt opeens dat CGO teveel als blauwdruk is opgelegd. Dan is er dus echt wat aan de hand. Ik nodig hem uit om onze petitie te tekenen tegen de invoering van CGO als blauwdruk.

Voortgangsrapportage
Dan de rapportage van MBO2010. Hierin zijn bestuurders ondervraagd over de voortgang van CGO. Het doet denken aan een aflvering van mr Bean, die zichzelf kerstkaarten stuurt en vervolgens dolblij reageert wanneer hij deze leest. Alles gaat geweldig. Bestuurders hebben voluit verantwoordelijkheid genomen en geven direct leiding aan het transitieproces. Het kan niet op. Wij van WC-eend adviseren WC-eend. Welkom in fantasia.

Signalen
Dieptepunt was ROC-bestuurder Bert Molenkamp in Zembla. Als hem wordt gevraagd wat zijn oplossing is voor de problemen, schiet hij in een kramp en zegt: “Oplossingen? Ik ga daar niet over!” In de Volkskrant staat een veelzeggend citaat van een bestuurder in de MBO-raad: we waren nooit bezig met onderwijs, maar met rendementen en met de vraag hoe je de overheid buiten de deur kunt houden. Hoe ver kan je gaan? Graag een reactie.

Versterking communicatie
Eén van de aanbevelingen in de rapportage van MBO2010: versterk het communicatiebeleid. Dat zal helpen. Als de inhoud niet deugt, verander je de verpakking. In Zembla zien we dat leerlingen onder druk worden gezet om te zwijgen over de problemen bij ROC ASA, ook bekend als ROC ASO. Valt dit onder versterking van de communicatie? Valt het feit dat de MBO-raad en COLO alle ‘stakeholders’ oproepen om positieve verhalen over CGO te verpsreiden, onder de versterking van het communicatiebeleid? Kan de regering ook zeggen hoeveel geld wordt gebruikt voor communicatie in plaats van onderwijs?

Leraren
Dan over leraren. Trouw meldt ons gisteren dat het aantal bevoegde docenten aanzienlijk afneemt. Tien jaar geleden was 68% van het personeel docent. Dit is nu 60%. De gaten zijn opgevuld door onderwijsassistenten, want die zijn goedkoper. Dit moet stoppen, bijvoorbeeld door een verplicht percentage bevoegde docenten. Zie ook onze motie daarover, die de staatssecretaris weigert uit te voeren.

De regering schrijft in een brief van 2 april dat leraren flexibel ingezet mogen worden voor vakken, als het bestuur dat goed vindt. Wat zijn hier de richtlijnen? Een kwart van de vakdocenten geeft een ander vak dan waar ze voor zijn opgeleid. Deelt u de mening dat dit beleid moet worden aangescherpt?

Turning point?
Langzaam groeit het inzicht dat er iets niet goed gaat. Leerlingen en leraren waren er al langer achter, sinds kort ook bestuurders. Maar het gaat nog verder. Het CDA heeft Kamervragen gesteld over de problemen met het CGO. Een jaar geleden was dit nog ondenkbaar. Maar het hoogtepunt is de brief van de staatssecretaris van afgelopen dinsdag. Het heeft even geduurd, maar nu is zij toch ook om: “Duidelijk is dat sommige mbo-instellingen hun zaken onvoldoende op orde hebben.” En dan p4: “Er blijven zorgen over de complexiteit van het mbo en de schaal van de instellingen.” Kijk eens aan! U heeft het licht gezien. De schaalvergroting is doorgeschoten, wordt nu erkend.

U wilt dat licenties van zwakke opleidingen sneller kunnen worden ingetrokken. Dat roept wel een vraag op. Wat doet u met leerlingen wier opleiding wordt gesloten? Zij zullen naar een ander ROC moeten, verder weg. Gaat u ze dan ook eindelijk een OV-kaart geven?

De brief gaat verder: “Mogelijk zijn in de huidige setting en organisatievormen de grenzen bereikt.” Vrij vertaald betekent dit: “Ik zie nu ook in dat het op sommige scholen een puinhoop is.”

En nu de oplossing. Er wordt een commissie ingesteld. Als de regering het niet meer weet, wordt er altijd een commissie ingesteld. Deze moet zich de komende maanden buigen: “over de thematiek van de bestuurbaarheid van het mbo.” Los van de vraag of commissies veel uithalen, zie ik dit wel als een erkenning van de problemen in het MBO. Problemen die de SP al lang aan de orde stelt. Bijvoorbeeld vorig jaar april, toen wij ons rapport over CGO presenteerden. Driekwart van de respondenten was toen al tegen verplichte invoering van CGO.

Wat gaat deze commissie precies doen en wie gaan erin zitten? Kan de Kamer hierover meepraten? Mijn stelling is dat het MBO structureel anders moet worden georganiseerd. Je zult echt moeten kijken naar de schaalvergroting, de financiering, de autonomie en het CGO.

Dit vertaalt zich in de volgende aanbevelingen voor het MBO.
-Stop met CGO en begin met vakgericht onderwijs. Bied een gestructureerd onderwijsprogramma met voldoende lessen, een helder eindniveau en gedegen vakkennis.
-Maak serieus werk van kleine scholen, stop met de massale ROC’s waarbij bestuurders
mijlenver van de werkvloer afzitten.
-Het geld gaat naar de klas. Bied volledige transparantie over het budget.
-Zet bevoegde docenten voor de klas. De structurele inzet van onderwijsassistenten en instructeurs moet stoppen.
-De inspectie houdt volwaardig toezicht, dus niet alleen brandjes blussen. Lesuitval wordt aangepakt.
-De Tweede Kamer stelt een parlementaire enquête in naar de problemen in het beroepsonderwijs.

Dank u wel

12 Reacties

  1. Scholieren hebben en houden recht op 100% bevoegde leraren
    Beste Jasper,

    Het verplichte percentage bevoegde docenten bedraagt 100%. Elke leerling van elke onderwijssoort heeft domweg *recht* op onderwijs door bevoegde docenten.

    Net zoals het percentage gekwalificeerde elektro-installateurs 100% moet bedragen, evenals het percentage bevoegde geriaters, gekwalificeerde restauranthouders of advocaten.

    Er is geen excuus voor het aanstellen van onbevoegde leraren. Hooguit is er sprake van overmacht, zoals nu in tijden van lerarentekort.

    Ik steun de motie waarin je scholen wilt dwingen de voorkeur te geven aan bevoegde docenten als die beschikbaar zijn. Dat is een regeling die betrekking heeft op situaties van overmacht, en doet dus geen afbreuk aan het eenvoudige principe dat 100% van de leraren van een school bevoegd horen te zijn.

    Bedenk daarbij dat leraren-in-opleiding altijd onder de hoofdverantwoordelijkheid van een bevoegde docent lesgeven, en dat hun inzet dus kan worden geteld als ‘bevoegd lesgeven’.

  2. Mee eens Couzijn, die 100% bevoegd
    en ook bedankt Jasper voor weer een heldere uiteenzetting en al je inzet op onderwijsgebied!

    Het aantal bevoegde docenten loopt al jaren terug. Maar bedoel je met die 68% dat dat het gemiddeld aantal docenten is bij onderwijsorganisaties die bevoegd les geven, of bedoel je 68% v.h. totale personeel geeft les en de rest doet iets anders?

    Dat is mij niet geheel duidelijk. Maar misschien ligt dat aan mij.

    Overigens zou mij niet verbazen als nog maar 68% v.h. personeel les geeft, want
    de situatie op de school van mijn kinderen is als volgt:

    ongeveer 150 werknemers staan in de schoolgids vermeld bij het onderwijzend personeel. En ongeveer 56 werknemers staan bij het ondersteunend pers. vermeld. En dan te bedenken dat van die 150 docenten er 4 of 5 helemaal geen enkel uur les geven (de directie dus) en de directe kring daarom heen (3 pers.) geeft slechts 3 uur p.w. les. (of zoiets)

    Toegegeven: er zijn conciërges en receptionistes etc. Maar er lopen ik weet niet hoeveel assistenten rond die lessen verzorgen als een (echte) docent afwezig is. Maar dit heeft natuurlijk nooit het niveau van een gewone les v.e. bevoegde docent. Maar daarmee haal je wel de 1040 lesuren.

    Hoe dan ook: ik vind het een vreemde verhouding 150-56. Of komt dit vaker voor?

    • “Maar” 68%?
      In het MBO is de situatie nog veel ernstiger. Ik schat dat daar nog maar hooguit de helft van het personeel zich met lesgeven bezighoudt. Verder zijn er naast nuttig ondersteunend personeel zoals conciërges, lesassistenten en onderwijsassistenten ook nog managers, secretaresses van managers, coaches, POP-coaches, IPB-coaches, decanen, onderwijskundigen, clusterregisseurs en vele soorten coördinatoren.
      Dat percentage van 68% zal overigens slaan op het relatieve aantal van de docenten dat bevoegd is, niet op het aandeel docenten op het totale personeel.
      Het percentage bevoegden is inmiddels gedaald tot 60%. Dus maar liefst 40% van de lessen wordt onbevoegd gegeven. Hetzij door onbevoegde “docenten” (tussen aanhalingstekens, want een onbevoegde docent is eigenlijk helemaal geen docent, net zomin als een onbevoegd “arts” zich arts mag noemen), hetzij door instructeurs die docententaken verrichten (theorielessen in plaats van de praktijklessen waarvoor de functie van instructeur bedoeld is).

      • Hoe massale on(der)bevoegdheid te bestrijden?
        Ik zie drie oorzaken voor dit probleem:

        1. nalatigheid én opzet bij schoolbesturen; financiële belangen stellen boven onderwijskwaliteit; bagatelliseren van het belang van bevoegde docenten; een evidente omissie in de Vensters voor Verantwoording;

        2. nalatigheid bij OCW, de Onderwijsinspectie en de politiek; geen gevoel voor urgentie; verschuiven van de normen; wegkijken;

        3. het groeiend aandeel on(der)bevoegden onder de leraren; daarmee verzwakking van de roep om bevoegde docenten vanuit de beroepsgroep zelf; bagatelliseren van het belang van hun eigen kwalificatie.

        Diverse pressiegroepen (BON, LIA), ook de AOB, en sommige oppositiepartijen benadrukken – al is het maar in theorie – het belang van bevoegde docenten. Vermoedelijk zwakken oppositiepartijen dit standpunt weer af zodra ze oppositiepartij-af zijn.

        Het enige concrete resultaat is dat OCW de website www.bevoegd.nl in de lucht bracht. Ik geloof niet dat schoolbesturen zich daar ook maar iets van aantrekken.

        Verandering van deze tendens is volgens mij alleen te bewerkstelligen als schoolbesturen er feitelijk schade van ondervinden als ze on(der)bevoegdheid in het team niet bestrijden; of er voordeel van plukken als ze dat wel doen. Bijvoorbeeld omdat ouders er bij de schoolkeuze of in de ouderraad rekening mee kunnen houden.

        Daarom hamer ik op transparantie en verantwoording. Er zijn wettelijke voorschriften voor de informatie in een schoolgids. Voordeel van de schoolgids is ook dat deze locatiegebonden is (dus niet over de koepel gaat). Daarom moet BON er voor ijveren dat het – extern bepaalde – percentage bevoegd gegeven lessen van de afgelopen drie jaar in de schoolgids wordt opgenomen. Ouders kunnen het belang van deze informatie dan zelf wegen.

        • Moet ook lukken d.m.v. externe examina
          Met na elke 2 jaar een extern examen en een betrouwbare evaluatie van de capaciteiten van de aankomende leerlingen zou het verschijnsel van on- en onder-bevoegde leraren n zwakbevoegde leraren ook goed bestreden kunnen worden. Je kunt dan de toegevoegde waarde van het onderwijs bepalen en scholen eventueel aansprakelijk stellen voor een wanprestatie. Dan loont het voor het bestuur om goede docenten aan te stellen. Dat zullen dan meestal bevoegde docenten zijn.Seger Weehuizen

        • bevoegd verklaren
          De directies zien als beste middel om het aantal onbevoegden te bestrijden door met één of andere malle éénjarige cursus velen bevoegd te verklaren, maar dan zonder vakgebied. Ook coaching geldt als bevoegdheid…………….. Je kunt dan ALLES geven, afhankelijk van wat je manager in je ziet.

  3. Afvinken
    www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/04/12/antwoorden-op-vragen-van-het-kamerlid-biskop-cda-over-competentiegericht-onderwijs-in-het-mbo/198454.pdf .

    Van Bijsterveldt:

    De term afvinken past niet in de wijze waarop CGO beoogd is. Met de kwalificatiedossiers van CGO wordt het afvinkgedrag van leerling en leraar juist voorkomen. Dit in tegenstelling tot de vroeger eindtermendossiers, die door fijnmazige explicitering van taken en gedrag dwongen tot strikte uitvoering daarvan.

  4. Onderzoek bestuurbaarheid ROC’s
    www.mboraad.nl/?news/1756542/MBO+Raad+onderzoek+bestuurbaarheid+biedt+mbo+kansen.aspx .

    Jan van Zijl:

    De MBO Raad ziet kansen in het aangekondige onderzoek van staatssecretaris Van Bijsterveldt naar de bestuurbaarheid van mbo-scholen. Van belang daarbij is wel dat de opdracht aan de commissie zal zijn dat er een antwoord komt op vragen of de overheid teveel vraagt van het mbo en of de overheid het mbo voldoende equipeert om alle opdrachten uit te voeren. De brancheorganisatie ziet niets in enkel een commissie als antwoord op het negatieve nieuws over het mbo van de afgelopen maanden en verwacht bij de invulling van het onderzoek te worden betrokken.

  5. Mr. Bean
    Ook veel dank van mij Jasper.
    Wat ik echter maar niet kan begrijpen is dat er over het mbo gesproken wordt op een manier waardoor het lijkt dat het over een autonoom proces gaat. De verzelfstandiging welke is uitgemond in autonome bestuurders en het cgo zijn echter keuzes geweest van de politiek. De vraag zou daarom niet moeten gaan over het cgo maar over de besluitvorming omtrent welk model dan ook.
    Vraag ook eens wie straks aangesproken kan worden als blijkt dat hele jaargangen opgeleiden aan het mbo eigenlijk niet meer startbekwaam zijn? De Staatssecretaris zal naar de besturen wijzen en die zijn inmiddels onaantastbaar.
    Een typisch voorbeeld van een situatie waarbij bevoegdheden en verantwoordelijkheden niet meer elkaars spiegelbeeld zijn, wat wel zou moeten.
    En in het hbo, gaat het daar anders en beter? Nee daar is inmiddels ook minstens de helft van de inhoud weggeërodeerd. Nog even en we moeten 4 jaar langer naar school om op het gelijke niveau te komen van voor 1995.
    Mijn inziens is de gehele verzelfstandiging niets anders dan een vlucht voor verantwoordelijkheid en een hele dure oplossing, zowel in geld als in maatschappelijke schade voor een overheid die haar eigen ambtenaren niet meer in de hand heeft.

Reacties zijn gesloten.