Presley Bergen (BON) vandaag in Volkskrant

BON laat alwéér van zich horen. Vandaag in de Volkskrant een prima en groot artikel van Presley Bergen, bestuurslid van onze mooie vereniging.
Complimenten voor Presley!

21 Reacties

  1. BON laat van zich horen
    Presley Bergen slaat nogal wild om zich heen. Ik zie niet hoe je met een stuk als dit, een gesprek met Plasterk op gang kunt brengen. Of een Volkskrantlezer kunt overtuigen dat bij BON het onderwijs wél in goede handen is.

    • Volkskrant/Presley Bergen
      Ik lees je commentaren met aandacht en plezier, met name omdat ze altijd goed onderbouwd zijn. Deze onderbouwing ontbreekt bij het commentaar over het stuk van Presley in de Volkskrant. Uit ervaring weet ik, dat zijn gegevens over de ROC’s kloppen. De MR van het ROCvA heeft na onderzoek het bestuur erop aangesproken, dat veel minder dan de helft van de gelden naar het primaire proces gaat. Het bestuur zegt dit nu aan te willen passen. Overigens is dit moeilijk te controleren, omdat veel medewerkers een onderwijsaanstelling hebben, maar in werkelijkheid geheel of gedeeltelijk achter een bureau zitten. Wel heeft men door gigantische financiele problemen een aantal projecten geschrapt. Alles wat Presley beschrijft, heb ik de revue zien passeren.

      • Vk/PB
        Beste Kafka,

        Ik licht het graag toe. In twee stukken, want ik ben weer te lang van stof.

        Uit de tekst van Presley Bergen:

        deplorabele staat – mastodonten – externe clubjes graaien mee uit de onderwijspot – een volkomen overbodig gecreëerd middenveld – het onzinnige voorstel – vaak zinloze vernieuwingen – de ‘opleiding’ van docenten – de zogeheten rugzakjes – een zak met geld om het onderwijs te verzorgen – het oppotten van miljarden euro’s – geld bedoeld voor de leerling in de klas dat ongebruikt op de bankrekening staat – Het staat vast dat van de ruim 30 miljard, meer dan de helft niet ten goede komt aan het primaire proces.

        Behoorlijke alinea: de voorlaatste. “Elke dag werken meer dan tweehonderdduizend mensen zich drieslagen in de rondte … ”

        • VK/PB
          Behalve dat de concurrentie wegvalt, krijg je door zo’n grote organisatie te maken met 2 werelden: de werkvloer en de managers, die echt niets van elkaar afweten.
          Zo’n grote en complexe organisatie krijgt ook niet voldoende goede managers en directeuren. Daar hebben banken al moeite mee!
          De lumpsum is een ramp: bestuurders hebben snel ontdekt, dat je met het geld voor docentensalarissen andere leuke dingen kunt doen: gebouwen neerzetten, congressen in het buitenland, etc. Als tenminste de salarissen geoormerkt worden, zou dat al heel wat schelen.
          Natuurlijk wil Presley niet de onderwijsbegroting halveren, maar het grootste gedeelte van het geld dat overblijft als je de ballast wegsnijdt, terug laten vloeien naar het primaire proces. Dan hou je geld over voor leuke dingen: bevoegde docenten, kleinere klassen, minder uren, gedegen onderwijs.
          Het onderwijs, de zorg, de woningbouwcorporaties: allemaal hebben ze te maken met te veel marktwerking, te snel op gang gezet, te weinig check-and-balance.
          Voor de ROC’s komt daar nog bij, dat ze geen financiele verantwoording hoeven af te leggen: de leden van de Raad van Toezicht benoemen ze zelf, de Wet Openbaar Bestuur geldt niet voor hun, omdat ze een vereniging zijn. Dus geloof ik echt weer in “small is beautifull”

      • Vk/PB vv
        De serie van De Volkskrant gaat over mogelijkheden om te bezuinigen op de uitgaven van de diverse departementen. Gaat het stuk daarover? Kan alles waar Presley zich over beklaagt, geschrapt worden uit de begroting? Hij zegt dat meer dan de helft van het geld op de onderwijsbegroting niet ten goede komt aan het primaire proces. Ik kan dat niet anders lezen dan dat hij denkt dat het primaire proces gewoon door zal gaan, wanneer de onderwijsbegroting wordt gehalveerd bij gelijktijdig schrappen van alles wat niet ten goede komt aan het primaire proces. Ik geloof er niets van. Presley zelf trouwens ook niet, want hij vindt dat er geen cent van de onderwijsbegroting af mag.

        De problemen die Presley opsomt – natuurlijk ken ik ze, en ze zijn enorm – zijn niet specifiek voor het onderwijs, maar komen even ernstig voor bij openbare orde, gezondheidszorg, verkeer- en waterstaat, enzovoort. Hoe denkt Presley (BON) deze problemen aan te pakken? Toch niet door simpelweg de geldkraan half dicht te draaien? Nee, dat wil hij niet. Wat overblijft is dat alles dat door Presley hier als onzinnig wordt weggezet, wat hem betreft morgen kan worden afgeschaft. Zou de lumpsum, om maar eens iets te noemen, politiek terug zijn te draaien? En stel eens dat de politiek dat doet, zou dat per saldo kosten-effectief zijn?

        Als je van de hoed en de rand weet, dan begrijp je wel dat scholen reserves moeten aanhouden, grote scholen een verdergaande arbeidsdeling mogeljk maken, etcetera. Niet iedere volkskrantlezer heeft de bestuurlijke ervaring die het mogelijk maakt al lezend de nodige nuances in het verhaal van Presely aan te kunnen brengen. Mensen die hij hier schoffeert, zijn niet meer bereid om er nog enige nuance in te zien. Natuurlijk, hij wil alleen instituties aanpakken, geen mensen, maar die instituties zijn wel bevolkt. Waarschijnlijk door mensen die zich elke dag drie slagen in de rondte werken om het goed te doen.

        Met vriendelijke groet,

        Ben Wilbrink.

        • ik niet
          Ik heb geen moeite met de harde taal van Bergen. Of ie averechts werkt? Minder harde taal werkt in elk geval niet, hebben we de afgelopen decennia gezien. Dus nu maar eens wat harder met de vuist op tafel. Ik vind het best en getuige de reacties onder het artikel ben ik niet de enige.

          • harde taal
            Was het maar harde taal. Presley Bergen doet in dit artikel het Kabinet geen ideeën aan de hand waar bijvoorbeeld managers in het onderwijsveld onrustig van gaan slapen.
            Ik ben wel voor harde taal, maar dat is iets anders dan taal met veel negatieve kwalificaties.
            Laten we Presley aanmoedigen een echt hard stuk te schrijven.

        • Volkskrant/Presley Bergen
          Beste Ben,
          Ook ik reageer in 2 gedeelten. Ik ben het weer niet met je eens.
          Juist als je van de hoed en de rand weet, begrijp je dat scholen weliswaar reserves moeten aanhouden, maar niet zulke grote. Dat grote scholen een verdergaande arbeidsdeling mogelijk maken is waar, maar komt het onderwijs niet ten goede: docenten geven een vak dat het hunne niet is, of men stelt coaches aan, die nooit een bevoegdheid gehaald hebben. Scholen worden groot, omdat voor de bestuurders groot sexy is en ze er veel meer door gaan verdienen. Voor hun persoonlijke carriere is het ook goed: de voorzitter van het CvB van ROCFlevoland (ca. 4000 leerlingen) is door de fusie nu vice-voorzitter van het ROCvA/ROC Flevoland met ca. 45.000 leerlingen.
          Je vergelijking met de zorg treft doel: ook daar wordt geprotesteerd tegen ziekenhuisfusies, alleen al omdat de concurrentie wegvalt en nu bewezen is, dat bv. een heupoperatie in dergelijke instellingen duurder is. Bovendien blijkt de kleinschalig georganiseerde thuiszorg perfect te werken. Dit zou ook voor scholen kunnen gelden.
          .

        • dilemma: meedoen of het gevecht aangaan
          U schetst een begrijpelijk dilemma. Een concreet dilemma ook dat zich zo’n beetje dagelijks voordoet. Mijn ervaring is dat allerlei gremia en bestuurlijke organen vooral zichzelf in stand houden. Dat varieert van het eenmansonderwijsadviesbedrijf, opgericht door een snelle jongen uit de communicatiewetenschappen, via de raden tot aan de clubs van Luc Stevens en de diverse schoolbegeleidingsdiensten. Allemaal worden die geacht, of willen ze zelf, hun eigen broek ophouden. Dat is een gevolg van het financieringsmodel van de overheid. Overleg met dergelijke instanties heeft nauwelijks enig resultaat. De reden is eenvoudig: mijn (onze) insteek is goed onderwijs, hun insteek is de eigen organisatie en de eigen positie binnen die organisatie. Dat kun je moreel veroordelen of niet, maar ik heb niet de illusie dat overleg leidt tot enig resultaat. Dat gebeurt hooguit als men onder druk (van politiek of de publieke opinie) niet anders kan dan enigzins meegeven/. Inhoudelijk overleg is zinloos en macht, formele macht, heeft BON niet. Ook heeft BON geen mankracht. Dan blijft alleen de kracht avn het argument en daarvoor moet je zo duidelijk mogelijk zijn.,
          Hoe kan het dat de beste hogescholen steeds de kleinschalige hogescholen zijn? Hoe kan het dat de docent/student verhouding op kleine hogescholen 1 op 15 is en op grote hogescholen meer dan het dubbele (of de helft eigenlijk).

          Tenslotte: ik heb helaas geen enkel vertrouwen in mensen als Sjoerd Slagter en Doekle Terpstra. Ik geloof werkelijk niet dat zij als belangrijkste doel hebben om het beste onderwijs te realiseren. Dat gebrek aan vertrouwen maakt overleg ook onmogelijk en zinloos.

          In de intenties van de minister heb ik nog wel enig vertrouwen, maar ik denk dat hij de balans heeft opgemaakt en allen nog de gevechten aangaat die hij kan winnen. Maar deze minister, die, naar ik nog steeds geloof (hoop?) weet wat er mis is, denkt, terecht of onterecht, niet in staat te zijn de zaak te verbeteren.

          Gegeven een systeem dat door de interne en externe sturingsmechanismen noodzakelijkerwijze de verkeerde kant op gaat, dat en passant de verkeerde mensen aantrekt, zowel op uitvoerend docent niveau, als op bestuurlijk niveau , als op wetenschappelijk niveau, zie ik geen andere mogelijkheid dan gebruik te maken van de democratie en de media. Daarvoor kunnen we niet helder genoeg zijn.

          • Bij de naam noemen
            Het stuk van Bergen kwalificeren als ‘hard’, ‘negatief’ of meer van dergelijke kwalificaties is net zo futiel als een gesprekje over het weer. De een vindt het ‘heet’, de ander ‘lekker’ en een derde ‘benauwd’.
            De vraag voor mij is: heeft hij gelijk. JA ! Hij heeft het grootste gelijk van de wereld en de toon waarop hij het zegt is van weinig belang zolang hij de grenzen der welgevoeglijkheid niet overschrijdt.
            Bergen legt de vinger op de zere plek van de zinloze, zichzelf vermeerderende bureaucratie en noemt daarbij de dingen bij de naam. Hij geeft aan in welke richting de oplossing gezocht moet worden. Meer dan dat kan je niet doen. Ik vind zijn stuk, zowel qua toon als qua inhoud een verademing vergeleken met het proza van vernieuwers en hun hofhouding.

          • Is het een dilemma?
            @1-1-2010

            Begrijp ik goed dat je alleen heil verwacht van een sterk ingrijpen van de politiek? Die is in staat om allerlei clubs en instituties op te heffen, en dat gebeurt trouwens ook voortdurend. Jammer genoeg niet altijd even consequent, als de ene raad is opgeheven, wordt de andere weer opgetuigd.

            Doe dan een serieus voorstel voor het opheffen van met name genoemde instellingen die uit het budget van onderwijs worden betaald, en geef aan welke mogelijke negatieve effecten op welke manier zijn te voorkomen. Ik lees in het stuk van Presley Bergen niet zo’n concreet voorstel.

            Maar zou het helpen? Of zijn opheffingen precies het soort maatregelen waartegen iedereen zich juist probeert in te dekken? Dat iedereen gaat voor de eigen organisatie en de eigen positie, op een niet meer normale manier, geeft aan dat we in een bureaucratische vechtsamenleving terecht zijn gekomen. Wat ga je dan doen: meedoen in het strijdgewoel, of een stap achteruit om je af te vragen hoe dit alles mogelijk is geworden? Het antwoord op dat ‘hoe’ is bepalend voor wat je als mogelijkheden ziet om dat een kanteling in de cultuur van onze samenleving te komen. Ook dat is link: het woord ‘kanteling’ is eerder gebruikt vanuit bureaucratische bastions.

            Je wantrouwt alles en iedereen, maar wie zijn dan de mensen in wie je wel vertrouwen hebt en die je via democratie en media wilt bereiken? Wie zijn je medestanders? Voor wie wil je helder zijn? En wat is dan de boodschap? Die boodschap zal echt verder moeten gaan dan de vijf kernpunten van BON op deze pagina: die geven een ideale toestand aan, niet hoe BON denkt dat het mogelijk is om daar te komen.

          • wie wel en wie niet te vertrouwen
            Ik vertrouw er op dat ouders het beste onderwijs voor hun kinderen willen en dat veel leraren hetzelfde willen.
            Mijn wantrouwe is gedeeltelijk persoonlijk, maar belangrijker nog, gericht op de systematiek van interne en externe besturing en bekostiging. Door de enorme vrijheid van schoolbesturen en hun raden, gekoppeld aan lumpsum financiering, onduidelijke eisen en toetsing en de fusies is er een situatie ontstaan waarbij met ons geld en onze kinderen zonder enige checks and balances door besturen ondernemertje gespeeld wordt. Dat is bijna onontkoombaar het gevolg van de aansturing en financiering van het systeem.
            Niet zo vreemd dat die mega organisaties dan ook andere bestuurders aantrekken… en andere managers …. en ander leraren. Zo creëert de ellende zijn eigen massa.

            Het aangeven dat van mechanisme is het belangrijkste wapen van BON. Iedereen kan zien dat kinderen niet meer kunnen rekenen en lezen. Iedere ouder weet dat hij meer geleerd heeft dan zijn eigen kinderen. Die situatie moet veranderen en gelukkig lijkt dat ook te gaan lukken. Er is een fusiestop, dat zou onder vd Hoeven niet geschied zijn, er worden eisen gesteld aan taal en rekenen op verschillende schooltypen en niveaus. Maar tegelijkertijd wordt er niets gedaan aan de macht van de besturen, aan de kleilaan van direct of indirect gesubsidieerde onderwijs adviesclubjes. En dat alles heeft een negatief effect op de kwaliteit vanhet onderwijs. Terugkijkend is dat eenvoudig vast te stellen. Hoe meer onderwijsondersteuning-vernieuwing-begeleiding er kwam, hoe slechter de kwaliteit van het onderwijs.

            Presley trapt een open deur in als hij zegt dat we het geld daar maar eens weg moeten halen. Kennelijk staat die deur niet voor iedereen open.

        • repliek – Wilbrink over Presly Bergen/Volkskrant
          quote < De problemen die Presley opsomt - natuurlijk ken ik ze, en ze zijn enorm - zijn niet specifiek voor het onderwijs, maar komen even ernstig voor bij openbare orde, gezondheidszorg, verkeer- en waterstaat, enzovoort. > unquote

          Je hebt gelijk : de “enorme” problemen komen net zo ernstig voor in andere sectoren van de openbare ordening ; en (sic) niet alleen daar, vraag maar eens aan Wouter Bos.

          Je hebt ook ongelijk, en wel hierom : de “enorme” problemen in de openbare ordening betreffen zaken die op korte of middelkorte termijn kunnen worden geredresseerd.
          Als (!) iedereen wil. Dat dat moet gebeuren, is buiten kijf. En ja, de problemen zijn “enorm”, omdat ze onderworpen zijn aan de splijtzwam van inzichten, veelal kortzichtige, ergo politieke *.

          Onderwijs echter is niet het domein van korte of middelkorte visies, wel van kortzichtige, zeker nu.
          Wat nu onderwezen wordt, is van langdurige invloed, het heeft over 20, 30,40 jaar consequenties (off topic, natuurwet : dit is een goed voorbeeld van wat karma is).
          Dat maakt het verschil fundamenteel, en dat is anders dan “enorm”.

          Als (!) het waar is dat van de 30 miljard van het onderwijsbudget (van MvO) de helft of meer niet in het primaire onderwijs terecht komt (dat is : leerkrachten, leerlingen, de klas), dan is dat aanleiding tot ingrijpen nu. Er zijn wel mindere toestanden uitgevlooid, zaken van geringere reikwijdte, minder geld en minder myopie. Ja, de files, de Betuwe lijn, de Bijlmer collisie, nee, Irak niet.

          * aardig overzicht van wat uiteenlopende visies in de geschiedenis hebben aangericht (in) Russell, a history of western philosophy, Allen Unwin, London, 1945 and ff.

          maarten

    • niet te soft
      Ik denk dat Presley een prima boodschap heeft verwoord. En mijn idee is dat een boodschap pas aankomt als die boodschap duidelijk is.

  2. reactie Presley bergen
    Hoewel het niet mijn gewoonte is te reageren op het forum voel ik me dit keer geroepen toch iets te zeggen.
    De Volkskrant heeft mij gevraagd een artikel over bezuinigen te schrijven. Dat wilde ik niet zolang niet duidelijk is wat er met het onderwijsgeld gebeurt. Daarom schreef ik een stuk dat deels de huidige situatie aangeeft op grond van de inmiddels duizenden mails die ik de afgelopen jaren ontving en op basis van mijn honderden bezoeken aan scholen, deelname aan debatten, lezingen etc. Het is een stuk waarmee ik duidelijk wilde maken dat je niet kunt bezuinigen of investeren als je geen idee hebt wat er met de huidige beschikbare middelen gebeurt. Ik heb geprobeerd in een artikel van precies 1113 woorden te beschrijven wat er aan de hand is. Het ergste heb ik er uitgelaten omdat het, weliswaar bewezen waar, erg onrealistisch zou overkomen. De redactie van de Volkskrant heeft juist de ruim 200 woorden waarin vooral de nuanceringen stonden, geschrapt (Het origineel is bij mij per mail op te vragen.) Dat is eenmaal het risico van opinieartikelen schrijven.
    Vrijwel de hele inhoud van dit artikel is overigens bij de behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer al aan de orde geweest.

    In ons Deltaplan dat zeer binnenkort verschijnt, staat klip en klaar hoe het wel zou kunnen, ook financieel. Dit artikel was niet de plaats om daarover te beginnen. Er lopen in het onderwijs genoeg leiders en managers rond die integer en goed hun werk doen. Er zijn absoluut ook genoeg scholen waar deze ellende niet speelt. Die zullen zich zeker niet aangesproken voelen door dit artikel.
    En over de toon, als dit een harde toon is, dan kunnen we net zo goed stoppen met waar we mee bezig zijn (weleens een debat in de Tweede Kamer gevolgd?): Het gaat over de toekomst van onze kinderen. Daar weiger ik mee te marchanderen. Soms is de waarheid hard om aan te horen.

  3. een snelle praktische oplossing
    Als de grote onderwijsinstellingen als gevolg van bureaukratische verspilling en gebrek aan concurrentie geen goede producten, in casu afgestudeerden, leveren, ligt het voor de hand om via herstel van concurrentie tot een betere verhouding van de kwaliteit van de afgestudeerden en de kosten van hun opleiding te komen. Kwaliteit zal in een meetbare vorm gedefinieerd moeten worden en ook de kwaliteitsmeting zal in de vorm van afsluitende examens weer helemaal in handen van de overheid moeten komen. Als de overheid daaraan meewerkt kan zo ook de verstikkende bureaukratie verdwijnen. De weg naar meer kwaliteit voor minder geld moet natuurlijk zorgvuldig worden aangelegd en alle sluiproutes moeten degelijk worden afgesloten. In een aantal gevallen moet de kwaliteitsTOENAME bepaald kunnen worden. Omdat een nieuwkomer op de onderwijsmarkt kosten moet maken vóór hij kan bewijzen dat hij een kwaliteitsproduct maakt is het maken van goede subsidieafspraken tussen overheid en onderwijsondernemers een probleem. Maar het voordeel is dat de bestaande grote onderwijsinstellingen niet opgeheven hoeven te worden doch wel voor de keuze komen te staan om betere waar te leveren of failliet te gaan. Het hen opheffen zou waarschijnlijk op meer weerstand en zeker op hogere kosten stuiten.
    Zou BON er aan bij kunnen dragen dat wij een regering krijgen die boven beschreven verandering in het HBO en het overige voortgezet onderwijs doorvoert?
    Seger Weehuizen

  4. Harde taal & cijfers
    Beste Presley,
    Jouw artikel slaat spijkers met koppen. Jouw taal is niet te hard maar geeft de emotie weer die door velen gevoeld wordt ziende wat er met het geld gebeurt en gebeurd is. De cijfers over de aanwending van het geld zijn moeilijk te achterhalen maar ze zijn altijd slecht of beter misschien , geven er altijd blijk van dat de gelden inefficiënt en ineffectief besteed worden. Dat er wel weer eens krachttermen gebruikt mogen worden blijkt mijn inziens uit het feit dat ondanks al onze inspanningen dit artikel helaas nog steeds actueel is, een grof schandaal. De indirecte blijven en het worden er alsmaar meer en de resultaten worden alsmaar slechter. Klaarblijkelijk kan de sector zichzelf niet reinigen. Een Deltaplan van een vereniging als BON is eigenlijk de wereld op zijn kop maar bitter noodzakelijk om het onderwijs weer op het onderwijsspoor te zetten.

  5. Presley Bergen in de Volkskrant 04-01-10
    Presley Bergen heeft gelijk, de teneur van zijn artikel is terecht hard, en juist.

    Er gaat gemiddeld een schandalig klein deel van het schoolbudget (via het MvO, derhalve belastinggeld) naar het eigenlijke werk : leraren (m/v), leerlingen, de klas. Een veel te hoog percentage van het budget van scholen (gemiddeld) is voor dirigerende zaken.
    Dat mag dan (zoals Bergen zegt) in sommige scholen wat beter zijn geregeld, ook daar is die verdeling dikwijls verregaand scheef.

    Waar, in BO en VO (uitgezonderd HBO en WO), de indirecte kosten (dat is alles wat niet naar leerkrachten, klas en leerlingen gaat – naar het leerproces) boven 25 of 30 percent komen, is achterdocht op zijn plaats, boven 30 percent reden voor uitleg, boven 40 percent gewoon fout.

    Dan, over schaalgrootte. Mega-schoolorganisaties zijn altijd duurder dan kleine scholen, berekend per onderwijs-eenheid. Het besturen (dirigeren, managen, beinvloeden, beoordelen) van mega-organisaties vereist nu eenmaal extra geld, dat niet direct aan onderwijs kan worden besteed.
    Dit laatste, nog afgezien van het bonus-geld (wie zei daar : bogus) dat door Centrale Besturen en -Organisaties, door goedwillende managers en anderen aan het eigenlijke leerproces wordt onttrokken. Wie verwacht dat de lump sump methode van financiering van scholen hier corrigerend zal werken, komt bedrogen uit. Graaien in onderwijs-geld heeft weliswaar niet de afmetingen aangenomen van disposities in zekere andere branches (waar Wouter Bos zo boeiend over kan vertellen), maar het is feitelijk van dezelfde orde.

    Overigens, ook in het budget (sector onderwijs) van het Ministerie zelf staan veel teveel indirecte, onnutte zaken op de rol, wordt er excessief betaald voor het MvO ondersteunende functies. De overdadige structuur van -raden, -adviescommissies e.a. doet vermoeden dat ook daar teveel geld aan onnutte zaken wordt verkwist. Indirecte uitgaven die niet direct aan onderwijs te goede komen.

    maarten

  6. Hard?
    Ik begrijp niet hoe men er bij komt dat dit artikel harde taal bevat. Er staat geen onvertogen woord in. De suggestie dat de auteur zijn beweringen niet kan staven en dat het daarom ‘verdachtmakingen’ zijn, is natuurlijk, zolang men deze verdachtmaking niet kan staven, zelf een schoolvoorbeeld van een onterechte verdachtmaking: je zou de auteur eerst even kunnen bellen en vragen waarop hij zijn uitlatingen baseert.

    Hoe dan ook, merkwaardig dat *duidelijke* taal wordt opgevat als *harde* taal. Men is duidelijk een beetje in de war…

    • hard ? nee, kraken !
      ref : simon, subject : hard ?

      Voor de zekerheid (als je mssch ook mijn reactie bedoelde ?) : ik vind en vond het artikel van Presley hard, in het verband met de feiten ; niet t.o.v. de taal, er staat geen onvertogen woord in (zoals je terecht opmerkt).

      De constatering van de feiten, evenwel, kan niet hard genoeg zijn : scherp, hard, zakelijk, eenduidig, gefocussed.

      Hier is een Ministerie dat, gevoed met belastinggeld. placide genoegen neemt met het feit dat, kort gezegd, de helft van het onderwijs-budget vestrooid wordt buiten het primaire onderwijs-proces (leerkrachten, leerlingen, de klas).

      Dat is, tenzij de Minister dit savoueert, een schandaal van mega-formaat. Er zijn wel revoluties uitgebroken voor mindere misstanden.
      Wie zal de minister, de staatssecretarissen vragen om af te treden ? Of dwingen ?

      Dit moet gekraakt. Als de politiek dat niet kan, dan maar op de werkvloer. Dit is niet passabel. Als in den Haag niemand er voor kan zorgen, dan Brussel, of Straatsburg.
      Galilei zei het nog : «eppur si muove»

      maarten

    • in de war ….
      Beste Simon,

      Ik weet niet wie je in je reactie adresseert, maar ik heb zo’n vermoeden dat ik dat ben.
      Voordat dit een eigen leven gaat leiden, het volgende.

      Ik ben inderdaad gevallen over het taalgebruik in de bijdragen van Presley Bergen, ik schrok daar behoorlijk van. In een toelichting heb ik de betreffende passages opgesomd.

      In het Stijlboek van De Volkskrant (mijn exemplaar is van 1992), over adjectieven: “Zuinig mee omspringen. Te vaak worden zinnen volgestouwd met zogenaamde kleurrijke adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden). Als een bijvoeglijk naamwoord geen geen informatie toevoegt, kan het beter worden weggelaten. De beroemde voetballer; de bekende dichter; de vermaarde politicus; (…) De bijvoeglijke naamwoorden historisch, uniek en dramatisch worden te pas en te onpas gebruikt. Voordat we het weten is alles historisch, uniek of dramatisch. (…)”
      Over kwetsend taalgebruik zwijgt het stijlboek, trouwens ook A manual of style, University of Chicago Press: het is vanzelfsprekend dat dit niet kan.

      Enige vorm van overdrijving kan stijlvol zijn. De overdrijving in het stuk van Presley Bergen is m.i. niet handig, maar ik heb nergens uitgesproken dat zijn beweringen niet zijn te onderbouwen (gecorrigeerd voor de overdrijving, dat wel).

      Waar ik aandacht voor heb willen vragen is niet het nog eens onderbouwen van bekende standen van zaken, maar de manier van communiceren van BON naar de buitenwacht, in dit geval lezers van De Volkskrant. Hetzelfde probleem waar een nieuwe deelnemer die een zaak in dit forum inbengt, mee kan worden geconfronteerd.

      Is het een idee om de passage over adjectieven uit het stijlboek van De Volkskrant ter harte te nemen? Het volgende adjectief gebruik ik graag.

      Met vriendelijke groet

      Ben Wilbrink.

Reacties zijn gesloten.