Kijk voor meer artikelen op joostvanderhorst.wordpress.com
Machtsovername ‘Studenttevredenheidsgestapo’
‘Ouders willen strenge docenten’, zo kopt Trouw naar aanleiding van een onderzoek van Tim Mainhard van de Universiteit Utrecht. De ’studenttevredenheidsgestapo’ heeft de macht overgenomen in het onderwijs. En ouders zien dat dat is doorgeslagen.
Docenten zijn kennelijk de afgelopen jaren beloond om ‘dicht bij de leerlingen’ te staan. En dat is ook wel logisch.
Studentaantallen belangrijker dan kwaliteit
Scholen zijn afhankelijk van studentenaantallen. En ‘aantallen’ zijn makkelijker meetbaar dan ‘kwaliteit van onderwijs’. En omdat ’studententevredenheid’ een makkelijk beïnvloedbare factor is om de studenteninstroom te vergroten zullen managers daar erg op sturen.
Onderwaardering consequente docenten
En daarom worden ’strenge’ docenten systematisch slechter beoordeeld dan docenten die ‘dicht bij de leerlingen staan’. En laten deze laatstgenoemde docenten het ‘duidelijk en consequent zijn’ met liefde over aan hun consequente collega’s. Die nooit manager worden en vroeg of laat gillend het onderwijs verlaten.
Studenttevredenheidsdiscipelen
Een bolwerk van coaches, begeleiders, procesmanagers en andere ’studenttevredenheidsdiscipelen’ achterlatend. En die willen aan het werk blijven, dus de laatste strenge docenten worden langzaam maar zeker monddood gemaakt.
Ik weet het niet zeker
Beste Joost,
Leuk, weer een nieuw ‘gezicht’ op het beste onderwijsforum van Nederland. Welkom!
Ik snap de emoties waarmee je je blog hebt geschreven. Toch twijfel ik eraan of het waar is wat je zegt: leraren die hun leerlingen willen plezieren zouden beter beoordeeld worden. Ik geloof er niet zoveel van.
Eigenlijk zie ik dat onze leerlingen het meest waardering hebben voor een leraar die duidelijk is, die regels stelt en stevige verwachtingen heeft van prestaties. Het moet een leraar zijn die het iets kan schelen of ze goed presteren. Voor leraren die hun tijd voor de klas uitzitten en zo min mogelijk investeren of zelfs geen poging doen orde te handhaven hebben ze weinig goede woorden over.
Als je zo’n band opbouwt met een klas (maar dat duurt wel even) dan kun je je zelfs wel eens permitteren een foute beoordeling te maken, een keer onterecht uit je slof te schieten etc.
Evengoed denk ik dat het laten beoordelen van docenten door leerlingen een heel slecht idee is, omdat er niet alleen maar sprake is van dezelfde belangen.
wat wil de leerling
Hinke, op middelbare scholen willen leerlingen vaak wel wat leren en zullen een veeleisende docent vaak beter beoordelen dan iemand die de lat lager legt om aardig gevonden te worden. Ze moeten er nu eenmaal zitten, van het eerste tot en met het zevende uur, willen hun tijd niet verdoen en hebben bovendien een landelijk examen te halen. Bij een onvoldoende zo nu en dan ontsteken zij niet in toorn, maar gaan aan het werk omdat straks nu eenmaal dat CE gehaald moet worden.
In het hoger onderwijs echter is niet altijd sprake van een aanwezigheidsplicht en een docent doet vaak maar 1 beoordeling. De student haalt het tentamen, of hij haalt het niet. Hij hoeft niet aan een landelijke norm te voldoen, maar aan de norm die de docent stelt. Haalt hij het vak niet, dan voelt het als tijdverspilling: de student had in die tijd beter wat extra uren kunnen werken bij zijn bijbaan, dan had ie er nog wat aan overgehouden. Nu haalt ie misschien zijn prestatienorm niet en moet zijn beurs terugbetalen.
Ik kan me dus zo voorstellen dat in het hoger onderwijs studenten geneigd zijn een docent die de lat laag legt positief te beoordelen. Of dat ook werkelijk gebeurt weet ik niet.
Tussentoetsen
“Ik kan me dus zo voorstellen dat in het hoger onderwijs studenten geneigd zijn een docent die de lat laag legt positief te beoordelen. Of dat ook werkelijk gebeurt weet ik niet.”
Als dat al gebeurt, dan in elk geval niet overal, anders scoorden wij niet zo hoog. Daar moet ik bij zeggen dat wij zowel in HBO als MBO regelmatig tussentoetsen houden. Het gewogen gemiddelde van die toetsen en het tentamencijfer is het cijfer voor een bepaald vak in een semester. Dat voorkomt de ja/nee-situatie die Classica hierboven schetst.
Heden zijn wij weer tevreden
Dan wil ik er nog eens op wijzen dat de vijf “indicatoren” die de VO-Raad heeft laten verzinnen voor “kwaliteitszorg” prominent beginnen met 1. Tevredenheid leerlingen en vervolgen met 2. Tevredenheid ouders, 3. Tevredenheid toeleverend en afnemend onderwijs, en naast al die tevredenheden ook nog vermeldt: 4. Resultaten externe evaluaties en 5. Schoolklimaat en veiligheid.
Zoals ik al eerder meldde niets over de kwaliteit van de leraren.
Kortom de kwaliteit van de VO-Raad baart mij (kwaliteits)zorgen. Mijn tevredenheid is minimaal. Ik wil dat de VO-Raad daar binnenkort een onderzoek naar doet.
kwaliteitszorgen en bezorgdheden
Toch steeds weer schrikken als je die onzin leest.
Kennelijk zijn ouders niet langer zelf in staat een school naar wens uit te kiezen.
Het beantwoordt weer helemaal aan het kenmerk van de manager: komt ongevraagd, stelt vragen waarop je het antwoord al weet, en heeft verder geen verstand van je werk, maar verlangt wel een deel van de opbrengst.
Denkend aan het befaamde verhaal van de manager die een schaapherder lastig valt, om met de modernste middelen voor hem uit te rekenen hoeveel schapen hij heeft, hoewel de schaapherder het antwoord allang weet.